Waar: Café Kadoelen, Landsmeerderdijk 195, Amsterdam, Netherlands
Wanneer: 27/01/2019 - 19:40
Afgelopen zondag 27 januari hebben wij als groep het voormalig Café Kadoelen gekraakt, gelegen aan de Landsmeerderdijk 195 te Amsterdam.
Al ruim 4 eeuwen is dit een horecagelegenheid en voor velen een vertrouwd gezicht in de buurt.
Uit ons onderzoek is gebleken dat begin 2016 de commissie bouw- en woningtoezicht geoordeeld heeft dat in het pand geen horeca exploitatie meer mocht plaatsvinden. Hierdoor is de toenmalige eigenaar gesommeerd het pand te verlaten.
Een projectontwikkelaar annex bouwbedrijf heeft dit toen gekocht, met de plannen er 2 luxe woningen te bouwen. Dit is 2 maal afgewezen door de gemeente omdat de ontwerpen niet zouden passen in het straatbeeld.
Sindsdien staat het er armoedig bij en staan er bouwhekken omheen die de indruk wekken dat er aan gewerkt wordt. Dit is geenszins het geval. of niets is minder waar
Vanuit alle hoeken klinkt er een positief geluid op onze actie als krakers groep.
Buren, passanten, historici en zelfs politici lijken te strijden voor het behoud van deze karakteristieke plek.
We gaan samen met alle partijen onszelf inzetten dit niet verloren te laten gaan, Amsterdam Noord wordt immers langzaamaan een oord voor enkel elite woningen en yuppen barren!
Binnenkort gaan we, na een grondige schoonmaak, het café openstellen voor iedereen en er diverse activiteiten organiseren.
Geen Amsterdam Zonder Rafelrand!
Kraken gaat door!
Tags: amsterdam cafe kraken
Eeuwenoude horecalocatie verdwijnt
https://maartenhell.wordpress.com/2018/05/25/eeuwenoude-horecalocatie-ve...
Volkskroeg in Amsterdam Noord gekraakt
Na drie jaar leegstand en zonder bestemming hebben krakers hun intrek genomen in voormalig café Kadoelen aan de Landsmeerderdijk in Amsterdam Noord. Er komt weer leven in de brouwerij.
https://www.ravage-webzine.nl/2019/02/01/volkskroeg-in-amsterdam-noord-g...
Stadsdeel Noord ontkent sloop Café Kadoelen(herstel)
https://www.parool.nl/amsterdam/stadsdeel-noord-ontkent-sloop-cafe-kadoe...
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6591843/2/1252_18_Schrifte...
Verhippies, de mainstream agenda én de politici hebben Indymedia nu ook ontdekt. Andere wereld hè. Haha. https://www.at5.nl/artikelen/191311/groenlinks-en-vvd-willen-duidelijkhe...
PAROOL 4 februari:
Krakers willen café Kadoelen voor de buurt behouden
Al anderhalf jaar staat het oude café Kadoelen in Noord leeg. De projectontwikkelaar wil het slopen om er huizen te bouwen, de buurt en het stadsdeel willen het behouden. Krakers hebben van deze patstelling nu gebruik gemaakt.
Jesper Roele 4 februari 2019, 11:40
"Iedereen in de buurt is al jaren bezig met de plannen voor het café," zegt Marjan Tijsen (41). Ze woont achter het oude café Kadoelen op de Landsmeerderdijk, dat twee weken geleden is gekraakt.
De projectontwikkelaar, die eigenaar van het pand en de grond is, wil dat er huizen voor in de plaats komen.
Daar heeft stadsdeel Noord nog geen bouwvergunningen voor afgegeven en over het plan is veel weerstand in de buurt. De krakers, die anoniem willen blijven, laten weten dat ze het pand voor de buurt willen behouden.
"Het is niet onze intentie om de horeca weer te heropenen, maar we willen een sociale ontmoetingsplek voor jong en oud creëren. Daar is in de buurt veel behoefte aan, want er blijft niet zoveel over in Noord."
Deze plek zou perfect zijn voor leuke horeca in de buurt
Inmiddels zijn er aan het college vragen gesteld over de kraak. De VVD eist maatregelen. GroenLinks wil het monument behouden, maar ook onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de krakers te laten zitten en hun ideeën in overleg met de buurt vorm te geven.
Op de locatie zit volgens historicus Maarten Hell al sinds 1631 horeca en het huidige gebouw stamt uit de negentiende eeuw. Sinds anderhalf jaar staat het leeg, nadat de gemeente de toenmalige uitbater opdracht gaf om het te sluiten. Het zou te onveilig zijn geweest. Volgens buurtbewoners bezochten vooral 'louche' types het café en waren er vaak vechtpartijen.
Bed & breakfast
Anderhalf jaar na de sluiting is nieuwbouwwijk de Bongerd, aan de overkant van het café, verder gegroeid en is er grote behoefte aan nieuwe horeca in de buurt volgens Tijsen.
"Er is hier verder geen horeca meer. Voor mijn gevoel is iedereen in de buurt positief om het pand en de horecabestemming te behouden. Een paar honderd jaar heeft er een café op die plek gezeten, dat zou zo moeten blijven."
Op de plek van café Kadoelen zit al sinds 1631 horeca, het gebouw stamt uit de negentiende eeuw.
Volgens een buurtbewoner die anoniem wil blijven, heeft de gemeente kansen laten liggen om het café te behouden voor de buurt.
"Via verschillende kanalen hebben we de politiek en ambtenaren benaderd met serieuze en realistische plannen. Een buurtcafé met twee kamers die als bed & breakfast verhuurd kunnen worden, leek ons een goede optie. Maar dat kon niet. Nu wacht de projectontwikkelaar tot het instort en hij er alsnog twee huizen mag neerzetten."
Lullig
"Het is wel lullig voor de eigenaar," zegt Vincent de Klerk (47), die aan de overkant woont. "Maar door de krakers moet er nu wel over nagedacht gaan worden. Ik hoop dat de horecabestemming kan blijven."
Nienke Bouens (34), die ruim een jaar in de buurt woont, vindt het een gemiste kans van de gemeente. "Deze plek zou perfect zijn voor leuke horeca in de buurt. Het zou zonde zijn om daar twee huizen neer te zetten, vooral als ze ten kosten gaan van zoiets moois."
Krijgen jullie buren?
"Het is natuurlijk ander volk dan die ADM'ers. Dit zijn naar ons weten gasten die zich nergens ene reet van aan trekken. Op zo'n tuinclub zitten ook mensen die kwetsbaar zijn en bang zijn. Mensen vinden dit bedreigend. Het is een openbaar park, iedereen mag er op lopen."
https://www.at5.nl/artikelen/191424/buurt-schrikt-van-plotselinge-plek-v...
PAROOL 12 februari 2019 : Stadsnomaden: 'We willen geen overlast veroorzaken'
In Westpoort bivakkeert een groep stadsnomaden op een braakliggend terrein aan de A10, dat 't Landje wordt genoemd. Eind maart verhuizen ze naar Kadoelen, waar niemand op ze zit te wachten.
"Voordat ik op 't Landje kwam wonen, had ik mijn eigen huis en was ik getrouwd," vertelt Maarten (42), die in een caravan op het terrein woont en tot de vaste kern bewoners behoort. "Maar ik had een slecht huwelijk en mijn broer overleed. Mentale problemen en schulden zorgden er uiteindelijk voor dat ik mijn huis uit werd gezet. Vervolgens ben ik op 't Landje, dat toen nog op een andere plek in Westpoort zat, gaan wonen."
Veel bewoners zijn door schulden hun huis kwijtgeraakt, anderen hebben mentale problemen. Maar de aangeboden hulp werkt niet voor iedereen. "Voor sommige mensen werkt het niet in de maatschappij. Zij worden van een behandeling doodongelukkig of zitten in de daklozenopvang op elkaars lip.
Een paar bewoners hebben via instanties in een instroomhuis gezeten, maar zijn toch weer teruggekeerd naar 't Landje. Ze zijn geen gevaar voor anderen of zichzelf, maar zij kunnen gewoon niet leven op de manier die de maatschappij van ze verlangt."
"Deze mensen houdt de gemeente wel in de gaten," aldus Maarten. "We hebben een contactpersoon op het stadhuis die regelmatig langskomt. Net zoals de GGD en handhaving, die controleren of de leefomstandigheden veilig zijn. Ook houden ze een praatje met de mensen die mentaal instabiel zijn. Toch krijgen we de meeste hulp van elkaar, iedereen is hier een beetje mantelzorger."
Vaak verhuisd
Een rondje over het kamp doet denken aan de realityserie Utopia, alleen hangen er geen camera's en wonen de mensen in caravans. Zoals de Rus Artjemi, die met zijn varken Christopher Elvis op 't Landje woont. In gebrekkig Engels vertelt hij dat zijn varken zo heet, omdat die danst als Elvis.
Drugs gebruiken doet iedereen hier op zijn eigen manier, zoals in elke straat
Naast een Rus wonen er ook een paar Bulgaren en Polen, maar 70 procent van de bewoners heeft de Nederlandse nationaliteit, volgens Richard (45). Hij is er al vanaf het eerste Landje bij. "Ik ben ooit als kraker begonnen, maar toen dat verboden werd, zijn we op een braakliggend terrein gaan wonen om ons aan de wet te houden. Bijna tien jaar later zijn we vaak verhuisd, maar we leven nog steeds onder dezelfde omstandigheden. Alleen hebben we nu stromend water. Elektriciteit wekken we op met generatoren en zonnepanelen."
Brandveilig
De verhuizing naar het nieuwe terrein heeft volgens Richard een positief effect op de veiligheid van de bewoners. "We krijgen een groter stuk land, dat maakt het brandveiliger. Dan hoeven we de caravans niet zo dicht tegen elkaar te zetten. Om het warm te houden wordt veel met gas- en houtkachels gestookt, daar zitten risico's aan. Daarom hebben we ook meerdere brandblussers op het kamp staan."
In een geïmproviseerde hut is voormalig kampbewoner Joost (46) aangeschoven bij Maarten en Richard. Joost woont in een instroomhuis, maar komt elke dag nog even langs bij zijn vrienden op het kamp. Ze zijn het er gedrieën over eens dat het nieuwe terrein veel voordelen biedt, maar dat het ook dicht bij volkstuinen en huizen ligt.
"We komen dichter bij de bewoonde wereld te staan dan we gewend zijn, maar we willen geen overlast veroorzaken voor de buurt. Als we dat wel doen, komt de politie of handhaving langs en die neemt dan onze geluidsapparatuur in beslag. Daar zitten we natuurlijk niet op te wachten."
Angst voor drugsoverlast
Naast geluidsoverlast is er in de buurt ook angst voor drugsoverlast. Sommige bewoners gebruiken drugs, maar die veroorzaken geen overlast, aldus Richard. "Drugs gebruiken doet iedereen hier op zijn eigen manier, zoals in elke straat. In het verleden heb ik zelf ook drugs gebruikt, maar ik ben ermee gestopt. Incidenten op 't Landje die aan drugs gerelateerd zijn, worden vaak veroorzaakt door bezoekers die door het lint gaan, niet door bewoners."
Joost hoopt dat het goed komt met de nieuwe buren en dat ze ook de sociaal-maatschappelijke waarde van de groep inzien. "Er zullen altijd mensen zijn die zich willen onttrekken aan de samenleving. Deze mensen vallen door de mazen van de wet. Het is fijn dat ze hier terecht kunnen en zichzelf weer kunnen hervinden. Wij vallen niemand lastig."
De "krant van wakker Nederland" zegt het, de stadsjuppen willen geen stadsnomaden. https://www.telegraaf.nl/video/3145853/buurt-doodsbang-voor-ongewassen-s...
Niemand is blij door de pennenstreken van de ambtenarij. https://www.parool.nl/amsterdam/eigenlijk-is-niemand-blij-met-nieuwe-loc...
AT5 : Stadsnomaden begrijpen omwonenden: 'Besluit is door hun strot geramd'. https://www.at5.nl/artikelen/191616/stadsnomaden-hebben-begrip-voor-omwo...
"Rafelrand" x "marktconforme prijs", kantoorklerkentaal. Een zoethoudertje, je voelt de bui al hangen. https://www.nhnieuws.nl/nieuws/240376/haarlems-stadsstrand-de-oerkap-lij...
Voor wie zich aangesproken voelt.
"Gigantische broedplaats in Zaandam moet 'een soort nieuwe NDSM' worden"
https://www.nhnieuws.nl/nieuws/240582/gigantische-broedplaats-in-zaandam...
Meer info: https://www.crealisatiecooperatie.org/ - https://www.crealisatiecooperatie.org/over-ons/
Met filmpje: https://www.at5.nl/artikelen/191717/gigantische-broedplaats-in-zaandam-m...
Op vele fronten moet "het andere" weg.
Vanavond 18 02 2019 - 21.00 uur op NPO 2 : "Klem aan de kade.
Woonbootbewoners aan de rand van Amsterdam krijgen na vijftig jaar te horen dat ze het veld moeten ruimen. De bewoners weigeren te vertrekken en komen in opstand."
Godverdomme ...
"Eigenaar gekraakt café Kadoelen laat ruiten ingooien, pand nu echt onbewoonbaar"
https://www.at5.nl/artikelen/191726/eigenaar-gekraakt-cafe-kadoelen-verw...
"Halsema maakt Landsmeer boos met verhuizing stadsnomaden naar Noord"
https://www.at5.nl/artikelen/191730/halsema-maakt-landsmeer-boos-met-ver...
PAROOL : "Burgemeester Landsmeer boos op Halsema over nomaden"
https://www.parool.nl/amsterdam/burgemeester-landsmeer-boos-op-halsema-o...
Inmiddels hebben buurtbewoners ook een website gemaakt.
"Welkom op het verzamelpunt van alle actuele informatie over dit belangrijke onderwerp: de (mogelijke) komst van stadsnomaden naar woonwijk Kadoelen." www.sloppenwijk.amsterdam.
Bijbehorende link : Vanavond 18 02 2019 - 21.00 uur op NPO 2 : "Klem aan de kade." : https://www.npostart.nl/2doc/18-02-2019/KN_1704994
Stemmingmakerij.
"Café Kadoelen illegaal gesloopt door eigenaar"
"De sloop was echter illegaal, omdat het pand binnen beschermd dorpsgezicht valt.
Projectontwikkalaar Ferry Prud'homme de Lodder wil op de plek twee woningen realiseren. Iets waar stadsdeel Noord vooralsnog niet aan mee wil werken. Het ontwerp voor de huizen is tot nu toe nog niet stedenbouwkundig akkoord bevonden."
Met filmpje : https://www.parool.nl/amsterdam/cafe-kadoelen-illegaal-gesloopt-door-eig...
RIP CAFE, INTERVIEW-FILMPJE MET DE TOFFE KRAKERS :
"Sloop café Kadoelen blijkt illegaal, stadsdeel in gesprek met eigenaar"
https://www.at5.nl/artikelen/191738/sloop-cafe-kadoelen-blijkt-illegaal-...
Als je hier de reacties op de sloop leest val je van de ene verbazing in de andere ...
https://www.facebook.com/AT5NL/
ACTIE! DOEL BESTAAT OOK NOG!
http://www.doel2020.org/
https://www.een.be/video/doel-is-nog-niet-verlaten
https://www.canvas.be/video/kamagurka/2015/doel
Moed voor het voortbestaan van het andere!
Fred was ook in Doel, één van de oudste (nu 76) nog levende Belgische kunstenaars. Wa ne vent! Zalig werk maakt 'm.
https://www.canvas.be/video/kamagurka/2015/fred-bervoets
Fred in De Morgen van 16 02 2019:
Soms komen Fred Bervoets en Dennis Tyfus, de oude en de nieuwe wilde van de Antwerpse kunstscene, elkaar tegen. Zoals vandaag, in galerie De Zwarte Panter, die 50 jaar bestaat en waar Bervoets nu exposeert.
‘Toen ik jong was, was Fred voor mij het prototype van De Kunstenaar’
Dennis Tyfus
Tien uur ’s ochtends in galerie De Zwarte Panter, hartje Antwerpen. Fred Bervoets loopt, kromgebogen en met een longdrinkglas jenever-cola in de hand, te sakkeren dat het onmenselijk vroeg is. Het is Adriaan Raemdonck, al vijftig jaar zijn galerist en engelbewaarder, die op een ochtendlijk gesprek heeft aangedrongen. Tegen de middag heeft Fred te veel Jonge Bols binnen. En dan dreigt hij weer te worden neergezet als een in alcohol gemarineerde karikatuur. “Ik heb vannacht tot drie uur gewerkt”, zegt Bervoets. “Wat moet je anders, als je vrouw weg is en al je vrienden dood zijn?” Dennis Tyfus is net gearriveerd met de fiets: fris, monter, broodnuchter. De kwaaie punker van weleer staat elke morgen om zeven uur op. “Ik kijk altijd uit naar een ontmoeting met Fred”, zegt hij. “Al was het maar omdat ik vergeleken met hem de rust en de rede zelve zal lijken.”
Bervoets, tot verrassing van velen de langst levende artistieke wildebras uit de jaren 1960, heeft alle ruimtes van De Zwarte Panter volgehangen met nieuw werk. Het is krachtiger, intenser en wilder dan ooit. In de naoorlogse Belgische schilderkunst is hij een legende, al poseert hij net zo graag als dorpsgek. Hij gaat al mee sinds Cobra en de Staatsprijs voor Beeldende Kunst kreeg hij reeds in 1991. Zijn assemblagetechniek – hij kleeft ingekleurde etsen op doek – is uniek. Zijn overbevolkt figuratief universum al evenzeer. In de schilderijen van Bervoets is het altijd minstens een heel klein beetje oorlog, en in zijn recente werk staat hij daar steevast middenin.
Tyfus vertoont zijn zeer diverse kunsten nog een maand in het Middelheimpark. Zijn verzameling installaties onder de titel My Niece’s Pierced Knees is de meest frisse – én de meest kindvriendelijke – show die daar ooit te zien was. Tyfus komt uit de punk en is vooral bekend van Ultra Eczema, het platenlabel annex uitgeverij, waarmee hij een belangrijk deel van zijn edities op de markt brengt, in genummerde uitgaven. Hij werkt ook voortdurend samen met andere kunstenaars en muzikanten. Zijn beste kunstvriend is Vaast Colson, met wie hij het platform Pinkie Bowtie runt; Sonic Youth-boegbeeld Thurston Moore is zijn meest illustere kunstmakker. Het wordt steeds duidelijker dat hij de modelkunstenaar van deze tijd is: eigengereid, cool, multidisciplinair, internationaal geconnecteerd en de klok rond ondernemend.
Dennis Tyfus: “Toen ik jong was, was Fred voor mij het prototype van De Kunstenaar. Hij was ook de eerste artiest die ik in levenden lijve zag. Mijn grootouders woonden hier om de hoek in de Steenhouwersvest. Wanneer we door de Hoogstraat liepen, zag ik vaak werk van hem in de etalage van De Zwarte Panter hangen. En nog vaker zag ik hem daar naar buiten waggelen met zijn vrienden, zo zat als een patat. Je kon zijn werk lezen als kind. Ik zag dat hij eigenlijk tekende met verf.”
Fred Bervoets: “’t Is waar, ik ben een soort striptekenaar. Ik vertel een verhaal. Dolle avonturen, maar altijd met mezelf als middelpunt. Het zijn eigenlijk allemaal zelfportretten.”
Tyfus: “Dat is bij mij niet zo.”
Bervoets: “Omdat ge een moeilijkere kop hebt! Ik laat mijn baard soms langer groeien om meer op mijn tekeningen te lijken.” (lacht)
Tyfus: “Ik heb voor het eerst met Fred gesproken tijdens een feest in een kelder. Iemand heeft ons aan elkaar voorgesteld. Ik zocht al jaren naar een manier om met hem in contact te komen. Ik heb een heel grote mond en ik doe doorgaans niet aan heldenverering, ik ben niet snel starstruck. Maar bij Fred betrapte ik mezelf toch op enige schroom. Waarschijnlijk ook omdat hij zo’n grote brulboei is.”
Bervoets: (kijkt naar mij, wijst naar Tyfus) “Ik had hem direct in de gaten. Al bij de eerste tekening die ik van hem zag, dacht ik: flappie!’
Flappie?
Bervoets: “Dat was fris, dat was vrij, dat was … vreemd! Een wonder, in mijn ogen. In vergelijking daarmee was ik klassiek. Maar nu niet meer! Hoe ouder ik word, hoe kinderlijker.”
Tyfus: “Tekenen was het enige waar ik goed in was als kind. Dat werd thuis aangemoedigd, want het was zowat het enige houvast voor mijn ouders, het enige van al wat ik deed waar ze een touw aan konden vastknopen. Voor de rest was ik een totale wildeman. Ze vreesden dat, als ze mij niet naar een kunstschool stuurden, er helemaal niks van mij zou terechtkomen.”
Bervoets: “Dat was bij mij just hetzelfde! Toen ik 14 was, zat ik in Burcht, mijn dorp, voortdurend buiten achter een ezel te schilderen: de kermis, de kerk, de boerderij. Een paar zondagsschilders kregen dat in de gaten en zeiden tegen mijn moeder: Josephine, ge moet uwe kleine naar de academie sturen...’
Jullie zijn bij de weinige kunstenaars die nog uit het blote hoofd tekenen, zonder voorbereiding, zonder hulpmiddelen.
‘Ik overklaste iedereen. Ik heb verdomme langer gestudeerd dan een chirurg! En nu veeg ik mijn voeten aan alles’
Fred Bervoets
Bervoets: “Mijn grote schilderijen moet ik wel wat voorbereiden, maar tekenen doe ik op automatische piloot.”
Tyfus: “Ik ook. Hoewel ik een soort haat-liefdeverhouding heb met tekenen. Het was het eerste wat ik deed, daar komt alles vandaan, maar het overgrote deel van mijn tekeningen vind ik achteraf niet meer goed. Onlangs heb ik voor het eerst een serie tekeningen gemaakt waarvoor ik op voorhand wél een plan had. Het zijn allemaal zelfportretten waarop ik mezelf afbeeld in verschrikkelijke situaties. Toen ik ze tekende, voelde ik me als een improvisatiemuzikant die ineens in een orkest ging spelen. Het moest kloppen.”
Bervoets: “Blind tekenen doe ik ook. Niet bewust, hè. Gewoon: op een gegeven moment kijk ik niet meer.”
Is dat spelplezier?
Bervoets: (kijkt ernstig) “Plezier? Ik teken uit noodzaak! Omdat het móét. Ik werk in de traditie van de art brut, van Jean Dubuffet en al die mannen. Het Art Brut-museum in Lausanne, ken je dat?”
Tyfus: “Ik heb er twee keer voor de deur gestaan. Telkens op een maandag, toen het gesloten was. (lacht) Maar inderdaad, de brutaliteit van de tekening: daar gaat het om. Ik kan een kindertekening, of het gekrabbel van iemand die eigenlijk niet kan tekenen, heel erg goed vinden. Ken je de drummer Jeroen Stevens (van onder andere Gruppo di Pawlowski, red.)? Die organiseerde een tijd evenementen, en hij is de flyers daarvoor zelf beginnen tekenen, hoewel hij daar absoluut niet voor doorgeleerd heeft. Ik zweer het: het beste wat ik in jaren heb gezien! Ik ben ze beginnen verzamelen. Kinderachtig blijven is de boodschap.”
Bervoets: “Bij mij is het omgekeerd gegaan, ik ben een kind geworden. Toen ik jong was, wilde ik perfect zijn. Ik kreeg een almanak van de mijnwerkers met afbeeldingen van oude schilderijen erop: die kopieerde ik zo getrouw mogelijk. En op de academie wilde ik goeie punten halen, om mijn ouders te plezieren. Blote madammen schilderen, dat kon ik direct goed! In de hogere jaren had ik ’s middags een model ter beschikking, Martha. Maar die moest helemaal niet naakt poseren voor mij. Ik had liever dat ze een sjaal breide. Ja, af en toe trommelde ik mijn vrienden op, zoals de Ferre (Grignard, red.), en dan zei ik: Martha, doe nog eens een striptease! (lacht) Een glorietijd. Ik overklaste iedereen. Ik, de zoon van een dokwerker, was een betere student dan al die madammekes van de Van Rijswijcklaan die met een sportkar naar de les kwamen.’
Pardon?
Bervoets: “Jaja. In de ene hoek van de refter spraken zij Frans en aten ze frieten met spiegelei, en ik zat met de boerkes van over ’t water in de andere hoek mijn boterhammekes te eten. De academie was toen ook een vrijetijdsbesteding voor vrouwen op leeftijd uit rijke milieus. Meneer was voorzitter van de apothekersbond, mevrouw kwam overdag met de Porsche naar de les. En in haar atelier dronk ze dure wijn met de directeur. (lacht) Ik heb mijn zes jaar academie in drie jaar gedaan. En daarna nog vijf jaar Hoger Instituut. Ik heb verdomme langer gestudeerd dan een chirurg! (neemt een slok) En nu veeg ik mijn voeten aan alles.”
Waar ben jij opgeleid, Dennis?
Tyfus: “Ik ben níét opgeleid. In de middelbare school ben ik in de afdeling publiciteitsgrafiek terechtgekomen. Daar had ik het geluk dat er een leerkracht was die mij toeliet met m’n eigen dingen bezig te zijn. Met ouderwets knip-en-plakwerk stak ik fanzines, flyers en affiches in elkaar. Ultra Eczema 1, 2 en 3 – waaronder Spuit, mijn mannekesblad – heb ik in de middelbare school gemaakt.”
Vond je dat je geen opleiding nodig had?
Tyfus: “Bwa. Ik wist wel wat ik wilde doen, maar ik wás dat al aan het doen. Ik was niet geduldig genoeg om daar nog ergens voor op een school te gaan zitten en mij het grootste deel van de tijd te vervelen. Ik heb de school gewoon omzeild. Maar nu heb ik vaak spijt dat ik niet naar de academie ben gegaan.”
Bervoets: “Broeder, wat zou jij daar nu hebben kunnen leren?”
Tyfus: “Er zit bijvoorbeeld een groot gat in mijn kunstgeschiedenis. Ik heb het gevoel dat ik daardoor dingen gemist heb, of domweg niet gezien.”
Bervoets: “Kunstgeschiedenis, wat een grap!”
Tyfus: “Sommige mensen zeggen dat dat net mijn sterkte is, maar ik vind van niet. Soms kom ik dingen van vroeger tegen waarvan ik denk: fuck, dat ik dat niet kende! Je moet weten: in Antwerpen zie je heel weinig belangrijke dingen in het echt. Dat is heel vreemd hoor, we denken daar te weinig over na. Het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten, waar onze artistieke traditie wordt bewaard, is ondertussen al vijftien jaar dicht voor restauratie. Dat is bijna niet te geloven. Ik had van jongs af aan de drang om het allemaal zelf te doen: panden kraken, plekken creëren, mensen samenbrengen, activiteiten promoten, flyeren, posteren. Radio Centraal, het lokale, niet-commerciële radiostation uit Antwerpen, heeft me daarbij heel erg beïnvloed. Eigenlijk was Centraal mijn academie en mijn alternatieve kunstgeschiedenis.
‘Kaderkes, die vind ik belangrijk! Ik heb vannacht drie tekeningen gemaakt, en die heb ik direct in kaders van De Krak gestoken’
Fred Bervoets
“Zelfs met mijn ‘No choice tattoos’ ben ik op een dag gewoon begonnen, zonder ook maar iets van tatoeëren te kennen. (Wie bij Tyfus een tattoo laat zetten, mag bepalen waar ie moet komen en hoe groot ie ongeveer mag zijn, maar de kunstenaar beslist wát het wordt, red.) Ze zullen het in tattooland niet graag horen, maar ik vond het een slecht idee om daarvoor eerst jarenlang het slaafje te spelen van een ervaren tatoeëerder.”
Bervoets: “Dennis, gij zijt zeker ook veel met de computer bezig?”
Dennis Tyfus : “Zodra ik begin te tekenen kan ik makkelijk twintig uur op een stuk papier kijken, krassen en kleuren.” ©Joris Casaer
Tyfus: “Minder dan je zou denken. Ik weet hoe een scanner werkt, dat is het zowat. Veel dingen die ik maak worden extern geproduceerd, zoals bijvoorbeeld de figuren in de installatie The Pogo Never Stops in het Middelheim. Mijn atelier is ondertussen voller en voller komen te staan met platen en cassettes, en het functioneert; het is nu meer een muziekarchief dan wat anders.”
Bervoets: “Ik heb alleen een telefoon uit de jaren stillekes. Ik gebruik geen foto’s voor mijn werk. Ik denk dat ik in mijn leven één foto heb gemaakt: van een paar Chinezen die voor het standbeeld van Brabo stonden. Ik kwam er toevallig voorbij. Ze hebben mij met hand en tand moeten uitleggen op welk knopje ik moest drukken. Kaderkes, die vind ik wel belangrijk! Ik heb vannacht drie tekeningen gemaakt, en die heb ik direct in kaders van De Krak gestoken. Ik heb eens in Geel geëxposeerd op vraag van Jan Hoet. Omdat de kaders zo goedkoop waren – 1,90 euro per stuk, geloof ik – heb ik ineens driehonderd werkskes gemaakt. En nu heb ik weer een nieuw adres gevonden: de Action! Dat is plastieken rommel, maar dat interesseert mij niet. Kaders stimuleren mij om te tekenen, begrijpt u?”
Tyfus: “Bedoel je dat je ervan houdt om beperkt te worden door het formaat van de kaders?”
Bervoets: “Neenee, ik wil dat mijn familie niet te veel last heeft als ik er niet meer ben. Stel je voor dat ze al die rondslingerende tekeningen nog moeten inkaderen. Den Tir in Hoboken. Daar hebben ze ook goedkope kaders. Ik heb een vriend, een gepensioneerde Griek, die ze voor mij gaat halen. Al mijn vrienden zijn gepensioneerd. Of ze zijn dood. Vroeger kende ik genoeg mensen die ik kon optrommelen als ik een expositie had, om die grote lappen bij mij buiten te sleuren. De werken die hier vooraan in de kapel hangen, wegen gemakkelijk 80, 90 kilo. Deze keer heb ik ze moeten laten transporteren door Poolse werkmannen.”
Maar de productie blijft groot en intens. Is dat elke dag opnieuw een verzetsdaad tegen de ouderdom?
Bervoets: “Eigenlijk wel. Ge moet er alles uitpompen, tot de laatste dag. Ik zeg altijd: ge kunt beter dood neervallen van ’t werken, dan uitdoven van verveling.”
Ben jij ook zo doordrongen van het arbeidsethos, Dennis?
Tyfus: “Ik moet aan verschillende dingen tegelijkertijd kunnen werken. Er staan nu vijf of zes Ultra Eczema-platen op stapel waarvoor ik de hoezen heb gemaakt. Ik ben volop bezig met het zomerprogramma voor De Nor, het openluchtpaviljoen dat ik met FVWW Architecten heb gebouwd in het Middelheimpark. En ik werk mee aan een boek over 40 jaar Radio Centraal. Ik heb de interactie met andere kunstenaars en andere disciplines nodig. Het maakt niet veel uit of dat beeldende kunst heet of iets anders.”
‘Als je niet echt bent, of niet echt goed, komt dat vroeg of laat toch uit. Kunstenaars zijn doorgaans maar korte tijd exotisch of nieuw’
Dennis Tyfus
Ook met Fred heb je al eens samengewerkt. Jullie hebben samen een plaat gemaakt.
Tyfus: “Klopt, toen Fred 65 werd heeft het M HKA een aantal jonge kunstenaars betrokken in een eerbetoon aan hem. Mijn bijdrage was een plaat waarvoor we samen de hoestekeningen gemaakt hebben. Ze heette Reis naar een onbekend eiland, en ze gaat over wat we allebei veel doen: tekenen. Hoe dat een proces is dat je meesleept en waarin je helemaal kunt verdwijnen, alsof je op reis gaat. Ik herken mij daarin: ik kan me op niks concentreren, maar zodra ik begin te tekenen kan ik makkelijk twintig uur op een stuk papier kijken, krassen en kleuren.”
Is Antwerpen voor jullie dé biotoop, de plek waar je een voetafdruk wilt nalaten?
Bervoets: “In de jaren 1960 was de Grote Markt van ons! De cafés waren dag en nacht open: De Muze, de Groene Michel, de Skipper. Als ik ’s morgens rond negen uur verf ging kopen in de bazar – allee, kopen: ik stak daar een tubeke wit en een tubeke rood in mijne zak – dan kwamen mijn vrienden uit De Muze naar buiten gestrompeld. Ze hielden zich vast aan elkaars broeksriem. Als er ene omviel, vielen ze allemaal, zoals op een schilderij van Bruegel. Maar ik ben altijd een ernstig schilder geweest. Ik aanschouwde het circus – de dolle mina’s op hun blote voeten, De Muze vol rugzakken van mensen die van overal kwamen – en ik voerde af en toe zelf ook een nummerke op, maar ondertussen werkte ik me te pletter.”
Zou je buiten Antwerpen kunnen werken?
Fred Bervoets: “Ik bewaar mijn haar, ook dat van mijn baard, in pottekes, in mijn kelder. Ik ben een art-brutman.” ©Joris Casaer
Bervoets: ‘Ik zou toch willen dat mijn werk in België blijft. Misschien krijg ik ooit nog een grote retrospectieve… Ja, daar denkt ge toch aan. Ge wilt toch iets betekend hebben. Ge schildert niet om het zotteke uit te hangen. En dan moet mijn werk hier te vinden zijn. Het moet Belgisch patrimonium blijven.”
Tyfus: “Ik hou ook wel van het idee een thuisbasis te hebben. Ook al is dat maar een punt in een internationaal netwerk. Dat is het bij mij. Ik sta met mensen van overal in de wereld in contact, en ik kan overal in de wereld werken. Maar ik ben graag hier. (lacht) Anders zou ik hier niet zijn. Ik word altijd een beetje achterdochtig als ik verhalen hoor van mensen die met luide trom wegtrekken om het elders in de wereld te gaan maken. Dan denk ik: als je het thuis niet kunt waarmaken – wat dat waarmaken ook betekent, succes is een relatief en redelijk onnozel begrip – dan zal het elders ook moeilijk zijn.
“We leven in een tijd waarin je heel goed kunt toneelspelen. Je kunt jezelf op sociale media een grote air aanmeten. Maar als je niet echt bent, of niet echt goed, komt dat vroeg of laat toch uit. Kunstenaars zijn doorgaans maar korte tijd exotisch of nieuw. Samen met collega’s een eigen plek creëren, en een eigen universum, vind ik veel interessanter en ook duurzamer. En twijfelen, improviseren, doen wat je nog nooit gedaan hebt…”
Bervoets: (onderbreekt) “Ik zou graag grote beelden maken!”
Tyfus: “Zeker doen, Fred.”
Bervoets: “Maar dan heb ik iemand nodig die mij daarbij helpt. Ik heb nu van die kleine poppekes gemaakt, uit beeldjes waar de negers uit mijn buurt mee leuren rond Kerstmis. Ik steek die in brand, om te zien wat het geeft als ze smelten. Dan beschilder ik ze en plak ik er mijn eigen haar op. Ziekelijk, hè? We zullen er straks naar gaan kijken. Ge vraagt u af wie het gemaakt heeft: een onschuldig kind of een agressieve volwassene?”
Wacht. Die popjes hebben uw haar? Fred Bervoets spaart zijn eigen haar?
Bervoets: “Ja, ook dat van mijn baard. Ik bewaar het in pottekes, in mijn kelder. Ik heb het toch gezegd: ik ben een art-brutman.”
Bestaat de ‘underground’ en de avant-garde nog?
Tyfus: “Ik vind categorieën als ‘avant-garde’, ‘underground’ en ‘mainstream’ overbodig en zelfs lichtjes elitair. Ik heb van in het begin samengewerkt met bestaande galeries, maar ook eigen producties opgezet. Ik heb zelf dingen uitgegeven, maar ook samengewerkt met bestaande uitgeverijen. Er zullen volgens mij altijd circuits bestaan die wars van wat gangbaar is opereren. Gelukkig maar. Zoals er ook altijd mensen zullen zijn die te ongeduldig zijn om te wachten tot het commerciële circuit brood ziet in hun vreemde bezigheden. Ik zie dat zelfs niet als een kritiek op de ‘mainstream’, maar als een levensnoodzakelijke aanvulling.”
‘Ge wilt toch iets betekend hebben. Ge schildert niet om het zotteke uit te hangen’
Fred Bervoets
Bervoets: “Ik heb uiteindelijk zelf vijftien jaar lesgegeven aan de academie, en ik zeg u: ge moet het geluk hebben dat ge vreemde vogels in uw klas krijgt. Maar ge moet die jonge mensen ook in hun eigen wereld laten. Ik ging met mijn studenten op café. Daar begonnen die mannen elkaar uit te schijten. Zo leert ge de mensen kennen. Bijna al de kunstenaars aan wie ik les heb gegeven zijn nu duurder dan ik. Kati Heck, Cindy Wright, Koen van den Broek, Tom Liekens, Vaast Colson, noem ze maar op. Ge moogt dat niet erg vinden. Als ge zo oud bent als ik, kunt ge alleen nog maar opkijken naar de jonge mensen. De ouwe peekes: Rubens, Bruegel, Ensor, dat kent ge vanbuiten. De levende mensen, de jonge mensen, zijn de enigen die u nog kunnen verrassen.”
Is humor ook levensnoodzakelijk voor jullie, en voor de kunst?
Bervoets: “Ge moet soms een beetje te veel saus over uw eten kappen.”
Tyfus: “Wat bedoel je daarmee, Fred?”
Bervoets: “Welja, ge moogt soms wat overdrijven. Dramatisch zijn. Heel mijne kelder is één groot drama.”
Tyfus: “Ik vind praten over humor afschuwelijk. En doorgaans niet grappig.”
Bervoets: “Het moet echt zijn. Ik maak nooit iets om te lachen. Humor bestaat niet. Allee, het bestaat wel, maar ik ben er niet op uit, verstaat ge?”
Tyfus: “Met wat er in de krant staat moet ik harder lachen dan met om het even welke stand-upcomedian.”
Hindert het conservatieve stadsbestuur van Antwerpen jullie op enigerlei wijze?
Tyfus: “Ik laat daar mijn agenda niet door bepalen.”
Bervoets: “Ik ga daar maar één ding over zeggen…” (valt stil)
Tyfus: “De situatie is zo trumpiaans. Politici die elkaar als kleine kleuters zitten af te katten op Twitter: dat is de nieuwe overheidscommunicatie. Knettergek. En de mensen die daar terecht verontwaardigd over zijn, gaan dat dan ook nog eens delen op sociale media, waardoor ze het gebazel nog vermenigvuldigen en versterken. Gevaarlijk. In de kunst is goed politiek werk sowieso zeldzaam. De situationisten (stroming van 1957-1972 die verwantschap vertoonde met o.a. het dadaïsme en Cobra en een permanente revolutie voorstond, red.) hebben een paar straffe dingen gedaan…”
Bervoets: “De situationisten! Ik was erbij!”
Tyfus: “… maar ik vind het zeer moeilijk. Als je als kunstenaar daarin verzeilt, dreig je zelf een politicus te worden. De keren dat ik het gedaan heb, ben ik geschrokken van de reacties. Zoals met de poster ‘Alle negers zijn zwarten’ die ik had gemaakt voor 01/10 (door Tom Barman, Arno en Frederik Sioen georganiseerd antiracismefestival dat op 1 oktober 2006 plaatsvond in Antwerpen, Charleroi, Gent en Brussel, red.). Voor mij was dat een overduidelijke satire op de taal die het Vlaams Blok hanteert, maar een aantal mensen uit de Afrikaanse gemeenschap was daar zeer boos over. Er werd op gereageerd zoals ik het totaal niet had verwacht. Gevoelig ding. Politieke kunst kan zeer betuttelend en flauw zijn. Daar blijf ik liever van weg.”
Bervoets: “Ik ga daar maar één ding over zeggen: in de Dambruggestraat, waar ik woon, lopen mooie negerinnen rond. Verstaat ge? En ik ga ze niet wit schilderen!”
Tyfus: (schudt het hoofd) “Oeioei. Daar gaat onze politieke correctheid.”
Bervoets: “Drinken we nog iets? Dennis, enfant terrible, gij staat droog.”
Tyfus: “Doe mij maar een goed glas bruismelk.”
Fred Bervoets’ nieuwe expo in De Zwarte Panter loopt nog tot 14 april (dezwartepanter.com).
"LANDSMEER - Een groep door Amsterdam trekkende stadsnomaden blijkt binnenkort te moeten verhuizen naar Kadoelen in Amsterdam-Noord, op steenworp afstand van Landsmeer. Burgemeester Van der Stoel van Landsmeer is daar boos over: ze moest via de media vernemen dat de nomaden naast de gemeentegrens komen wonen."
https://www.nhnieuws.nl/nieuws/240657/burgemeester-en-inwoners-landsmeer...
Heb er met ontzetting naar gekeken. De 2Doc-documentaire Klem aan de Kade. "Kan nu werkelijk niemand hem helpen een humane uitweg uit dit doolhof te vinden?"
https://www.parool.nl/kunst-en-media/het-woonbootje-dobbert-al-vijftig-j...
Ondertussen raast het nieuws ook gisteren voorbij. "Gezichtsherkenning, delen van bankgegevens, medicijntekorten door een betere prijs voor fabricanten in het buitenland."
Noem maar op. Rare wereld.