Wanneer: 28/02/2013 - 16:04
Hoge koorts bij Buiten de Orde. Jan Bervoets ijlt.
Hoge koorts bij Buiten de Orde
Jan Bervoets ijlt
Het is niet de eerste keer en het zal ook wel niet de laatste keer zijn. Waar anarchisten of revolutionairen overgaan tot directe actie tegen de mensen en structuren van de gedoodverfde overheersing, staat er altijd wel ergens een handvol andere anarchisten klaar om in de pen te kruipen. Niet om de verdeding op te nemen van degenen die beslissen om over te gaan tot de aanval met de middelen die zijzelf gepast achten, niet om de verdediging op te nemen van de noodzaak van revolutionair geweld, niet om banden van steun en solidariteit te smeden onder allen die de autoriteit willen onderuithalen, maar om voor iedereen duidelijk te maken dat zij er zeker niets met te maken hebben en hun afstand nemen. Dat zij nooit zulke middelen zouden gebruiken. Dat zij ongetwijfeld het slachtoffer zullen worden van de staatsrepressie.
Ditmaal heeft het Nederlandse blad Buiten de orde, orgaan van de anarchistische zelforganisatie Vrije Bond, deze taak op zich genomen. Naar aanleiding van een congres van Europol in Den Haag, kroop Jan Bervoets in de pen1.
Mocht zijn artikel zich beperkt hebben tot de klassieke klaagzang over ‘staatsrepressie’, ‘ondemocratische pratijken’ en ‘oneerlijke en ondoorzichtige politiediensten’, zou er geen stront aan de knikker zijn. We zijn het ondertussen van heel wat formele anarchistische organisaties al gewoon dat ze niet langer vechten voor sociale revolutie, de symboliek, logo’s en stickers daargelaten. Maar Jan Bervoets kon het echter niet houden bij een ode aan eerlijke politie, basisdemocratie, participatieve economie en burgerzin.
Mocht zijn artikel gewoon een uiteenzetting geweest zijn waarom hij, het blad en de organisatie erachter niet denken dat revolutionair geweld nodig is, dat kleinschalige aanvallen door kleine groepjes kameraden nergens toe dienen, dat de beste weg naar de anarchie de uitbouw van de grote, landelijke zelforganisatie de Vrije Bond is, dan zouden we ook daar niet van wakkergeschoten zijn. Ook al valt het zeer te betwijfelen (gezien de staat van dienst van Buiten de Orde en Jan Bervoets in het bijzonder) dat er iets uitdagends, iets interessant, iets van revolutionair perspectief in zou gestaan hebben, als het zo’n tekst was geweest had het nog aanleiding kunnen geven tot debat en discussie.
Maar het mocht niet zijn. Jan Bervoets moest zonodig gaan suggereren dat een aantal anarchistische aanvallen wel eens het werk van de almachtige politie zouden kunnen zijn, bijvoorbeeld van “de Italiaanse inlichtingendienst met haar grote staat van dienst in het ineenzetten van aanslagen” als het gaat over de Informele Anarchistische Federatie (FAI). Jan Bervoets is zelfs zo goed geïnformeerd over de geschiedenis van de anarchistische beweging dat hij de datum en de plaats van de bomaanslag aan de Piazza Fontana mis heeft. Dat was niet in 1989 maar in 1969, niet in Napels maar in Milaan en inderdaad het werk van extreem-rechts en een deel van de Italiaanse geheime diensten. Verder nog beweert hij dat na de aanslag gearresteerde anarchist “Pinelli op een nog onopgehelderde manier uit het raam kwam te vallen en overleed”. Misschien omdat Jan Bervoets meer geloof hecht aan politieverslagen dan aan de reële feiten die door anarchisten onderbouwd werden: Pinelli werd uit het raam gesmeten en aldus vermoord door commissaris Calabresi. Op 17 mei 1972 maakten anoniem gebleven kameraden met enkele kogelschoten trouwens een einde aan het leven van die ellendige commissaris.
Na dit korte uitstapje in de recente geschiedenis die voor Jan Bervoets duidelijk nog bijzonder mistig is gebleven, aarzelt hij niet om te suggeren dat er een telegeleid kantje zou kunnen zitten aan de Samenzwering van Cellen van Vuur, die honderden aanvallen tegen uiteenlopende structuren van de overheersing heeft opgeëist. Want misschien kan Jan Bervoets het nog verkroppen dat, zoals hij over de Cellen zegt, “bedrijven aangevallen worden omdat ze arbeiders op geweldadige wijze onderdrukken” (welke anarchist zou het nu in z’n hoofd halen om het kapitaal en de arbeid aan te vallen voor wat het is!), dat ambassades en jusititiepaleizen aangevallen worden kan er bij hem niet in. En dan volgde nog de kers op de taart, want Jan Bervoets poneert vlotjes dat de meervoudige sabotages van TGV-lijnen in Frankrijk gewoon “fouten aan de TGV zelf zijn of aan koperdieven toegeschreven moeten worden”. Dat er de dag van de sabotages waarop de arrestaties rond Tarnac volgden, bijvoorbeeld een treintransport van kernafval op het programma stond, zou de heer Bervoets niet op ideeën kunnen brengen. Dat de TGV-lijnen (bestaande of in aanbouw), die van fundamenteel belang zijn voor de kapitalistische economie, op vele plaatsen in Europa bevochten worden met betogingen, agitatie, sabotages en aanvallen, zal volgens Jan Bervoets ongetwijfeld het gevolg zijn van de stijgende koperprijs.
Maar de paragraaf erna klapt Bervoets helemaal uit de biecht. Hij is bang dat hij het slachtoffer gaat worden omdat hij door Europol zou gelabeld worden als “de propagandist” die de stoute onderlaag van revolutionaire anarchisten ondersteunt. En daarom zijn al die aanvallen, sabotages en aanslagen (en laat het duidelijk zijn, het staat ieder vrij om die pertinent, opportuun, gepast te vinden, om bepaalde middelen te waarderen of niet,...) volgens Bervoets misschien wel het werk van de schimmige inlichtingendiensten... En zelf als dat niet zo is, dan nog spelen de anarchisten die overgaan tot de aanval volgens hem bewust of onbewust het spel van de politie. Kortom, een eenvoudige redenering: de Staat gebruikt bepaalde anarchisten en anarchistisch geweld om de andere, flinke, democratische anarchisten kapot te maken. En wie zegt dat het tussen anarchisten en Staat nooit vrede kan zijn, is een provocateur.
Waarschijnlijk is het Bervoets in zijn lange carrière nog nooit opgevallen dat de repressie van de staat vaak begint met het opdelen van mensen die eenzelfde strijd delen in “goeden” en “slechten”. Vervolgens begint dan de modder te stromen en wordt de strijd door het slijk gehaald. Eén van de recepten die alle bazen van oppositiepartijen, vakbondsbonzen, klein-linkse chefs en anarchistische pausen telkens weer uit de kast halen, is alles wat niet binnen hun lijntjes kleurt, alles wat buiten hun orde valt, toe te schrijven aan politieprovocatie. Bervoets betrad met zijn artikel de paden van deze glorierijke traditie. Buiten de Orde plaatst zich ermee binnen de orde. De Vrije Bond vervoegt de treurige rangen van de anarchistische organisaties die geen anarchisten of anarchistische activiteiten erkennen of dulden die zich buiten haar afspelen. De lijst is immers indrukwekkend, en elke een beetje anarchist zou er bij moeten stilstaan: zo vele kameraden die direct iets wilden doen tegen de overheersing kregen dolken in de rug gestoken van hun eigen “kameraden”.
Bepaalde interventies, strijdmethodes of praktijken niet delen is één zaak; andere anarchisten afschilderen als politieprovocateurs en hun daden door het slijk halen is iets anders. Sommige anarchisten zullen er voor blijven kiezen om buiten de orde te proberen leven en vechten voor vrijheid. Zullen blijven verdedigen dat iedere uitgebuite, iedere revolutionair, iedere rebel niet alleen zijn geest moet uitrusten met ideeën van vrijheid en ontvoogding, maar ook zijn handen moet wapenen om de overheersing aan te vallen en te vernietigen. Zeker, de overheersing is een sociale verhouding en die blaas je niet op (dat refreintje kennen we wel), maar de gebouwen die haar ondersteunen, de structuren die haar belichamen, de mensen die haar verdedigen zijn obstakels die moeten weggevaagd worden om plaats te maken voor een mogelijk begin van subversie van die sociale verhoudingen. De zelfverklaarde anarchisten die aan de uitgebuiten en revolutionairen de ideeën, middelen en wapens ontzeggen om de autoriteit te bestrijden, scharen zich alles bij elkaar genomen bewust of onbewust aan de zijde van de orde.
Naam niet bekend bij de redactie
februari 2013
(1) Jan Bervoets, Europol en de samenzwering der euro-anarchisten, in Buiten de Orde, jaargang 23, nummer 2, Amsterdam (2012).
Ha, doordat iemand een artikel schrijft in het blad de buiten de orde (en dus zijn persoonlijke mening is), betekend het niet dat iedereen die betrokken is bij de vrije bond en of de buiten de orde het eens is met die persoonlijke mening. ik zelf ben al jaren lid van de vrije bond en zal me nooit maar dan ook nooit distantiëren van andere anarchisten, wat de mensen in het artikel hierboven ook schrijven is dat het inderdaad al 1000 keer heeft plaatsgevonden dat "anarchisten" andere "anarchisten" een mes in de rug steken. Maar het is en beetje simpel om iedereen die lid van de vrije bond is weg te zetten als een soort smeris/staats collaborateur.
nogmaals, dood aan de staat ! voor de anarchie !
Iemand bekritiseren van 'een dolk in de rug steken van kameraden', het zich distantiëren van anarchisten met andere tactieken - maar dat doen in een artikel dat zelf net zo extreem andersdenkenden anarchisten voor gek probeert te zetten, belachelijk probeert te maken, enzovoorts. Curieus, op zijn minst.
Vooropgesteld, discussie en kritiek over dit vraagstuk is zeer welkom. Ik heb Jan Bervoet's artikel niet gelezen (mocht iemand het hier kunnen toevoegen zou dat makkelijker zijn voor mensen die zich op de hoogte willen stellen), dus ik kan niet goed reageren op de aantijgingen. Toch voel ik me genoodzaakt te reageren op het volgende:
- de auteur van het artikel weet dondersgoed dat hij/zij liegt bij het schrijven van aantijgingen als dat formele anarchistische organisaties als de Vrije Bond "niet langer vechten voor sociale revolutie" - tenzij de auteur leeft in een dogmatische droomwereld waarbij alleen de tactiek van de auteur telt als écht strijden voor de sociale revolutie.
- een artikel van één persoon mag best gebruikt worden om kritiek te leveren op het blad en de organisatie die dat publiceert. Maar zo'n artikel gebruiken om een hele organisatie aan de kant te zetten als overbodig, onzinnig, verraderlijk, reformistisch, etc. is te triest voor woorden - maar helaas wel tekenend. Na decennia van leegte wordt er de afgelopen 10 jaar eindelijk weer serieus gewerkt aan een organisatorische infrastructuur van de anarchistische beweging, waarbij ook in de Vrije Bond de afgelopen jaren een tendens is ingezet in de richting van serieuze organisatie en meer openheid naar buiten toe - niet op de eigen incrowd-scene gericht blijven. Ik ben de mensen die daarvoor verantwoordelijk zijn eeuwig dankbaar.
Er zijn hele hordes aan mensen die zich aangetrokken voelen tot anarchistische ideeën - maar het grootste deel komt amper in aanraking met die ideeën, of tenminste niet in de vorm dat ze vanuit een beweging komen waar mensen naartoe kunnen, waar mensen zichzelf kunnen ontwikkelen, kameraden kunnen ontmoeten, kunnen leren, maar ook kunnen bijdragen met eigen ervaringen. Daardoor worden ze óf verleid door andere groepen (die in zo'n geval het enige alternatief lijken) met meer autoritaire ideeën, maar die wel vechten tegen enkele andere aspecten van ellende in deze kapitalistische wereld ; óf ze blijven buiten de beweging, blijven alleen, raken geïsoleerd of passen zich aan, en raken gedesillusioneerd.
Dit alles komt gedeeltelijk door de beperkte grote van de anarchistische beweging (in al haar vormen), maar voor een heel belangrijk deel ook door de dogmatische, zelf-verheerlijkende, naar-binnen-gerichte praktijk en ideeën van een deel van de beweging. Een significant deel van de mensen die zich tot onze ideeën aangetrokken voelen die ik en kameraden tegenkomen wordt afgeschrokken door dergelijke tendensen binnen de 'scene' (in dit geval een beter woord dan 'beweging'), of voelt zich er 'cultureel' niet thuis (omdat het VOOR EEN DEEL nog steeds een cultuurtje is, ipv een politieke beweging waar allerlei soorten mensen zich thuis kunnen voelen).
Uiteraard zijn dit niet de enige redenen voor de beperkte omvang en kracht van de anarchistische beweging. Maar het is aan ons de taak om de redenen erachter waar wij enige invloed op hebben, die ons aangaan, te analyseren en daar waar nodig te veranderen. Dit soort artikelen (een artikel dat in dit geval veel grotere implicaties heeft dan alleen een kritiek op Jan Bervoets) dragen bij aan scenario - wanneer volledig doorgevoerd - waarin de anarchistische beweging verzekerd een kleine, marginale beweging zal blijven van mensen die zich als 'meest radicaal in [of buiten?] de samenleving' voordoen, zich daardoor stoer voelen, kunnen trappen naar alles en iedereen die andere tactieken voorstaat, maar wel met een voldaan gevoel hun eigen ego kunnen strelen.
Jan Bervoetsen, daar let ik al heel snel niet meer op.
Die 1989 ipv 1969 is natuurlijk gewoon een tikfout. (Die een redacteur er uit had moeten halen, OK.)
Verder valt op - bij herlezing van het bekritiseerde artikel - dat het een artikel is van niet meer dan 1 pagina en dat het alleen over het door politiekringen verzonnen "euro-anarchisme" gaat. Het is geen artikel over tactieken of strategieen. Worden bepaalde aanslagen en acties dan niet veroordeeld? Misschien impliciet als je met een bepaalde bril leest, maar daar gaat het in het artikel niet om: het gaat er alleen om dat bepaalde aanslagen bedoeld zouden kunnen zijn om "bewijs" te fabriceren voor zo'n "euro-anarchistische samenzwering". Een tamelijk belachelijk concept dat vervelende gevolgen voor alle anarchisten zou kunnen hebben.
Ik denk dat het betreffende artikel in de Buiten de Orde zeker kritisch gelezen mag worden. En ook dat eenieder het recht heeft hier op een kritisch stuk te schrijven. Maar de manier waarop in dit artikel iemand, een blad, de leden van een gehele organisatie en daarna zelfs een hele tak van de anarchistische beweging wordt weg gezet als contra-revolutionair is laster en geen werkelijk nuttige vorm van kritiek geven. Een scherpe tekst schrijven is één ding, mensen voor valse zaken veroordelen - nota bene in een artikel dat iemand anders daar van beticht - is totaal niet constructief.
Zoals de persoon boven mij al meedeelde gaat het om een redelijk klein artikel. Daarbij hebben verschillende anarchisten ook verschillende meningen over hoe strijd moet worden gevoerd. Als we een veelheid van tactieken toejuichen behelst dit zowel vreedzaam als gewelddadig, geestelijk (educatie) als wel fysiek gevecht. Door enkel het conflict te reduceren tot een fysiek conflict slaat denk ik de plank mis. De succesvolle bewegingen van weleer hadden juist altijd een goede combinatie van beiden.
Waar in dit artikel georganiseerde anarchisten van 'in de rug steken' beticht, lijkt het andersom eerder een openlijke vorm hier van. Ik ben er helemaal niet voor om alles wat anderen doen die zich zelf anarchist noemen zomaar "oké te vinden". Of dit nu een daad met de pen is of andere middelen. Ook hierover kritisch zijn naar elkaar hoort er bij. Daarbij bestaan er vele vraagtekens rondom de Federatie van Informele Anarchisten (F.A.I.) maar dat is een discussie apart.
Waar we voor uit moeten kijken denk ik, is dat we niet gaan praten in termen als 'jullie georganiseerde' of 'jullie insurrectionalisten'. Het is enkel speculatie maar de toon en het taalgebruik moet dat denk ik doen veronderstellen daar het verder anoniem aangeleverd is. Laten we zorgen dat dit artikel niet laat uitdraaien op wat het gevaar van onnodige polarisatie in eigen beweging ipv een open conflict met staat en kapitaal. Interne conflicten en jezelf uitroepen als pure revolutionairen die vervolgens eigen beweging gaan zuiveren hebben in het verleden al genoeg sociale bewegingen kapot gemaakt, van the Weather Underground, de IRA en ga zo maar door. Laten we van deze voorbeelden uit de geschiedenis lessen leren.
Het is het slaapverwekkende figuur Bervoets die altijd weer die aparte discussie begint. Het is Bervoets die hier z'n ego streelt, verder niemand. De anarchie krijgt niet meer appeal door Jan Bervoetsen.