Wanneer: 20/06/2017 - 14:53
Het was een historisch merkwaardige zitting, de behandeling in hoger beroep, welke advocaat Meindert Stelling had ingesteld tegen zijn schrapping door de raad van discipline op 21 maart 2016.
Hierbij een niet juridische sfeerimpressie van een niet toevallige toeschouwer.
Als je je hoort te gedragen zoals het een advocaat betaamt, ja, dan ligt het voor de hand dat een tuchtcollege vooral niet het goede voorbeeld geeft.
De zes leden van het tuchtcollege hadden vooraf besloten om Meindert alles te laten zeggen wat hij wilde, hem alle tijd te geven en om geïnteresseerd te luisteren, terwijl ze stuk voor stuk wisten dat ze niet luisterden. Het was tenslotte de laatste keer dat Meindert het woord zou mogen voeren, dus ze gunden hem wat en na vandaag zijn ze toch van hem af.
Ze hadden vergeten de deken hierover in te lichten, want hij had er duidelijk meer moeite mee om de tijd uit te zitten (van 14.30 tot 19.00) en miste de pepermunt van zijn oma, die hij vroeger altijd kreeg tijdens de lange preken in de kerk (echt waar, hij zei dit). Ik stel voor dat we hem massaal pepermunt sturen naar zijn kantoor.
Anna van Saksenlaan 30 - 2593 HT Den Haag
De bizarre draad tijdens deze zitting, was een zeer bewust ingezette spraakverwarring door de voorzitter van dit tuchtcollege. Meindert Stelling en zijn advocaat Willem Jebbink kregen het woord om een toelichting te geven op hun beroepsschrift. Stelling en Jebbink gaven aan een preliminair verweer te voeren, en de voorzitter liet hun begaan, zei geen boe of bah.
Maar aan het eind van dit preliminair verweer liet de voorzitter op een heel flauwe manier doorschemeren dat hij dit verweer opvatte als de toelichting in 1e termijn en dat hij het daarom niet aan de orde vond een beslissing te nemen op het preliminair verzoek om de behandeling van deze zaak terug te verwijzen naar de raad van discipline.
De deken maakte zich vooral druk om het dikke dossier dat hij de hele dag al met zich meesleepte en zoals gezegd miste hij de pepermunt van zijn oma.
Hij zuchtte, hij kreunde, en hij lachte schamper.
De deken is natuurlijk ook maar een mens, maar hij had zich wat beter kunnen beheersen.
Hij zei, los van het weinige juridische dat hij inbracht, dat Meindert alles in het werk stelde om een inhoudelijke behandeling te ontlopen. Dat was raar, want ik weet niet beter dan dat Meindert juist continu vraagt om een inhoudelijke behandeling.
Het zijn veel eerder de deken zelf en de raad en het hof van discipline die elke inhoudelijke reaktie ontlopen.
Wat mij ook zeer verraste was dat de deken, zo tegen het beledigen van rechters en officieren, er geen enkele moeite mee had om de 50 aanwezigen (en de 900 ondertekenaars) te beledigen, ik vermoed zelfs dat hij niet eens door had, dat hij dat deed.
Want wat zei de deken op een bepaald moment: dat elk normaal mens kan begrijpen dat wat Meindert tijdens rechtszaken naar voren brengt beledigend is.
Nu dat heb ik toch opgevat als zijn wij, 900 mensen, blijkbaar geen normale mensen.
Op grond van het preliminair verweer verzochten de beide advocaten om een beslissing van het tuchtcollege. De voorzitter weigerde dit, omdat hij erin volhardde dat hij het preliminair verweer beschouwde als een toelichting op het beroepsschrift.
Het was echt heel merkwaardig en ook zeer zeker schandalig. Het was onbetamelijk en onwaardig.
De voorzitter kon zich alles permitteren, omdat Meindert toch niet meer mocht wraken, als gevolg van de uitspraak van de wrakingskamer op 10 april jongsleden.
Afijn, de zitting verliep dusdanig idioot dat Meindert wel moest wraken. Dat kon gewoon niet anders. De voorzitter, en daarmee het hele tuchtcollege, was buitengewoon vooringenomen en partijdig. Weliswaar niet politiek partijdig, maar wel partijdig in de zin van een grote tegenzin om de verdediging van Meindert serieus te nemen.
Uiteraard werd deze wraking genegeerd.
Dan zit er niets anders op, om, in een poging de tuchtrechterlijke onwil om deze wraking te behandelen en het recht te handhaven te breken, aangifte te doen van een misdrijf.
Er moet toch ergens nog een rechter rondlopen die niet meegaat in deze samenspannende houding om Meindert Stelling hoe dan ook te schrappen; op een manier waarbij deze ervaren rechtsgeleerden het hele rechtssysteem, echt hoor, totaal aan hun laars lappen. En ze komen er mee weg.
Over kernwapens
Wat ik niet onvermeld wil laten, want daar draait de hele zaak uiteindelijk om, Meindert heeft hier uitgebreid naar gerefereerd, het hebben van kernwapens, met de mogelijkheid er mee te dreigen en ze te gebruiken.
Het gebruik van kernwapens kan niet anders uitpakken dan het plegen van een oorlogsmisdrijf. Het aantal doden kan niet anders dan van genocidale omvang zijn zonder onderscheid tussen militairen en burgers. Nu heeft de Hoge Raad het gepresteerd om de oorlogsmisdadige uitspraak te doen dat het gebruik van atoombommen op steden niet perse een oorlogsmisdrijf hoeft te zijn. Dat er legitieme redenen kunnen zijn om dit te doen. Dat er omstandigheden kunnen zijn waarbij je je niet hoeft te houden aan internationaal recht.
Vergeef het me als ik niet de meest juiste juridische termen gebruik, ik ben ‘slechts’ een anti-kernwapenaktivist.
En ook tijdens deze zitting heeft weer een rechter, de voorzitter van dit hof, de Hoge Raad gesteund in haar uitspraak.
Hoe kun je nu als rechters besluiten dat er redenen kunnen zijn om het internationaal recht aan je laars te lappen. En opnieuw – ze komen er mee weg.
Ik neem dan toch wel aan dat rechters consequent zullen zijn, dat wanneer Iran of Noord-Korea vind dat zij goede redenen hebben om een atoombom op Nederland te gooien, dat ook dit geen oorlogsmisdrijf zal zijn.
Gonnus
anti-kernwapenaktivist,
dus cliënt van Meindert Stelling
dus lid van het Comité Eerherstel Meindert Stelling