Wanneer: 17/03/2016 - 18:31
Naar aanleiding van de uitspraak m.b.t. de kraak van de Badhuisweg 11 te Scheveningen schrijf ik namens de bewoners dit artikel
Naar aanleiding van de uitspraak m.b.t. de kraak van de Badhuisweg 11 te Scheveningen schrijf ik namens de bewoners dit artikel:
Hoe verregaande de klassenjustitie in Nederland is, blijkt uit de beslissingen van de rechter mr. G.P. van Ham ( rechter in de arrondissementrechtbank Den Haag voor zijn neven activiteiten zie : http://ors.openstate.eu/relations/instantie/Rechtbank+Den+Haag/dhr.+mr.+... ), die structureel de vorderingen tot ontruiming van de krakers toewijst ten gunste van eigenaren van panden, ook als eigenaren geen concreet en spoedeisend belang kunnen aannemelijk maken.
In het vonnis in onze zaak overweegt deze rechter dat er geen sprake is van schijnconstructie bij de verkoop van het pand, nu de eigenaar Smit dat heeft genoegzaam weersproken. Dat is alles wat de rechter in dit verband vermeld. Ter zitting is echter naar voren gebracht dat Smit bekend is als een vastgoedhandelaar die betrokken was in dubieuze transacties (zie : http://speculanten.nl/2008/05/16/oud-geld-in-nieuwe-zakken/) en dat MS Vastgoed de koper al in opspraak is geraakt vanwege dubieuze transacties onder ander met de gemeente Den Haag, in welk verband in de gemeenteraad vragen zij gesteld (zie : http://www.haagsestadspartij.nl/artikel/gemeente-spekt-speculant/). Verder is ook de notaris die het transport zal doen bij de tuchtcommissie geweest in verband onder andere met fraude (zie :
http://erfenisroof.nl/klacht-tegen-matzinger.htm ).
Deze rechter overweegt verder dat de stelling van de bewoners dat MS Vastgoed financieel niet in staat zou zijn om de koopprijs op te brengen, niet aannemelijk is gemaakt. Door de bewoners zijn echter jaarstukken van MS Vastgoed aan de rechter overgelegd, waaruit blijkt dat MS Vastgoed niet in staat is om uit liquide middelen en vorderingen de koopprijs op te brengen. De rechter zwijgt in zijn vonnis in alle talen hierover. De eigenaar - heeft ter zitting gesteld dat hij een register accountant is en ex FIOD medewerker met als specialisatie de 20 grootste vastgoed bedrijven van NL - een eerbaar persoon zou zijn en dus nooit fraude zou plegen met mogelijk schijnconstructies. Dit was blijkbaar voldoende voor de rechter, maar wordt niet in het vonnis vermeld. Bizzar!
De rechter merkt in het vonnis op dat Smit wel beroep heeft ingesteld tegen de afwijzing van de omgevingsvergunning in bezwaarprocedure, maar dat is geen aanwijzing dat hij zijn plan om op de plaats van het pand een hotel te bouwen wil voortzetten, nu Smit het beroep heeft ingesteld enkel om de leges die betaald zijn voor de omgevingsvergunning voor het bouwen van een hotel terug te krijgen. Wat er ook mag zijn over deze stelling van Smit, is door Smit in de dagvaarding verzwegen dat hij beroep heeft ingesteld tegen de afwijzing van omgevingsvergunning voor het bouwen van een hotel. Hij heeft dus kennelijk niet afgezien van zijn plan om een hotel te bouwen. En dat is vreemd omdat het pand volgens de koopovereenkomst met MS Vastgoed zal worden omgebouwd in appartementen, waarvoor nog geen omgevingsvergunning is afgegeven althans nog niet eens aangevraagd. Daar komt nog bij dat in de koopovereenkomst als opschortende voorwaarde is opgenomen het terugkrijgen van de leges die betaald zijn voor de omgevingsvergunning. Op welke termijn is dit mogelijk, nu een beroep is ingesteld, is dat allemaal zeer onduidelijk en dit is ook een aanwijzing dat de gehele transactie niet deugt. De rechter gaat aan dit allemaal in zijn vonnis voorbij.
Het meest frappante is echter, dat de rechter in het vonnis overweegt dat in de koopovereenkomst geen opschortende voorwaarde is opgenomen dat een omgevingsvergunning voor de door MS vastgoed beoogde verbouwing van het (kantoorpand)pand tot appartementen zal worden verleend. In een conversie ter aanvulling van de koopovereenkomst is echter als opschortende voorwaarde voor transport letterlijk vermeld, dat de streefdatum van transport 1 juli 2016 of direct na het bereiken van een onherroepelijke omgevingsvergunning voor het bouwen van appartementen (zie conversie).
De toewijzing van de ontruiming is echter gemotiveerd met de toegang van de bouwlieden van MS Vastgoed. In de afspraak tussen Smit was er echter geen sprake is van de voorafgaande toegang van bouwlieden maar van een architect, taxateur en constructeur (zie e-mail van MS vastgoed). Dat de bewoners schriftelijk hebben toegezegd dat deze mensen zonder meer onbeperkt toegang hebben, legt de rechter naast zich neer met de opmerking, dat de bereidheid van BLOM c.s. om bouwlieden van MS Vastgoed tot het pand toe te laten, niet kan leiden dat aan de Blom c.s. een voortgezet verblijf wordt toegestaan. Dit is frappant des te meer nu dat voorzover sprake zou zijn van bouwwerkzaamheden door bouwlieden kan dat in het pand geheel niet. Er is immers nog niet eens een omgevingsvergunning door MS Vastgoed aangevraagd.
Ook gaf de eigenaar aan dat hij het souterrain expres onder water had laten lopen om te voorkomen dat het pand gekraakt kon worden. In de stukken staat, als voorbehoud, dat de koper met spoed in het souterrain aan de slag moet om schade beperkende maatregelen te nemen, zijnde het droog pompen van de kelder. De krakers hadden dit overigens al hadden gedaan op eigen initiatief, maar dat vond de eigenaar dan weer een gevaar voor de omgeving opleveren (? ).
Vervolgens heeft de eigenaar de krakers nog constant proberen zwart te maken door ze neer te zetten als agressievelingen, terwijl de feitelijke situatie was dat de beheerder namens de eigenaar de woordvoerder van de krakers aanvloog en door de politie ter plaatse weg gehaald werd.
PS: Vergelijk het bijgevoegde vonnis met de door ons overgelegde stukken en verwijzingen naar informatie!