Wanneer: 15/06/2015 - 14:49
Recht om te betogen ten onrechte ‘onmogelijk gemaakt,’ oordeelt rechtbank.
Amsterdam, 15 juni 2015 – De rechtbank in Alkmaar heeft vandaag 12 personen vrijgesproken die tijdens de Nucleaire top in maart 2014 bij de kernreactor in Petten demonstreerden. De demonstranten, die allen vreedzaam demonstreerden tegen de kernreactor, werden op 25 maart 2014 wegens een noodbevel van de burgemeester in Petten gearresteerd. Het OM vervolgde ze wegens het niet opvolgen van een ambtelijk bevel.
Willem Jebbink advocaat van de demonstranten:
‘Dit is het zoveelste voorbeeld van “opgeruimd staat netjes” bij demonstraties. Burgemeester, officier van justitie en politie arresteren willekeurig demonstranten als hun een demonstratie even niet goed uitkomt. Dat laatste was hier evident: Nederland ontving in Petten industriëlen die deelnamen aan de Nuclear Industry Summit. Met handelsgeest geeft onze overheid graag de grondrechten van haar burgers op. Nederland op dit vlak geen haar beter dan Oost-Europese landen, waar te pas en te onpas demonstraties uiteen worden gejaagd. Opmerkelijk is dat onze overheid regelmatig met de vinger naar die Oost-Europese praktijken wijst. Poetin kan er helaas weer hartelijk om lachen.’
‘Het ging om een groepje van in totaal zo’n 30 mensen. Die stonden keurig langs de kant van de weg en veroorzaakten geen enkele hinder of wanorde. Mijn cliënten zijn die dag zo’n tien uur van hun vrijheid beroofd. Dat het om een pure opruimactie ging, blijkt uit het feit dat in die tijd niemand door de politie is verhoord. Het recht op wederhoor is kennelijk ook overboord gekieperd in dit soort zaken. Zo bont heb ik het nog niet eerder gezien.’
De rechtbank overwoog onder meer:
‘Uit de door [inspecteur van politie] gegeven beschrijving blijkt niet dat sprake was van een verstoring van de openbare orde of een dreiging daarvan, doch (slechts) van een demonstratie, waarbij, zoals niet ongebruikelijk is, spandoeken werden meegevoerd en leuzen werden geroepen. Aldus bestond er geen grond voor het inzetten van een dusdanig vergaand middel als het doen van een op een noodbevel gebaseerde vordering. Daarbij komt dat uit het proces-verbaal blijkt dat een niet onaanzienlijk aantal politiemensen ter plaatse was, waardoor de situatie voldoende adequaat tegemoet kon worden getreden zonder dat het verdachte en haar medestanders onmogelijk werd gemaakt om hun grondrecht om te betogen uit te oefenen.’
Van de 19 gedagvaarde personen werd één zaak aangehouden omdat de verdachte wegens ziekte niet kon verschijnen. In vijf andere zaken was het OM vergeten de dagvaarding uit te reiken aan de verdachten.