Wanneer: 13/05/2014 - 19:10
Gisteren, maandag 12 mei, diende de zitting over het verzoek van deken Bas Martens om een spoedschorsing van advocaat Meindert Stelling
Voor de snelle lezers: de uitspraak volgt over twee weken, het kan ook iets langer duren.
Er zijn ruim 30 brieven geschreven, waaronder een flink aantal organisaties.
Er waren ongeveer 50 mensen aanwezig bij de zitting.
In principe zijn dergelijke zittingen niet openbaar, maar als er geen bezwaar tegen was door Meindert Stelling, dan kon daar dit keer wel een uitzondering voor gemaakt worden.
Na afloop van de zitting was het moeilijk lopen met kromme tenen, maar na een goed glas wijn trokken ze wel weer recht.
Martens mocht als eerste zijn verzoek toelichten.
Tot mijn stomme verbazing begon Martens te vertellen wat niet zijn bedoeling is.
Het was niet zijn bedoeling om Meindert Stelling uit de advocatuur te krijgen, maar zoals Stelling zich nu gedraagt, zo kan het niet langer.
Het was ook niet zijn bedoeling om Stelling monddood maken, maar er zijn grenzen, die van fatsoen.
Wat zou Martens dan bedoelen met zijn verzoek om te komen tot een onmiddellijke, spoedschorsing voor onbepaalde tijd?
Hij legt de reden van de dreigende schorsing bij Meindert Stelling zelf. Eigen schuld, dikke bult. Deken Martens heeft dit niet gewild, Stelling wil dit zelf, want hij had anders kunnen handelen.
De zitting wordt een clash tussen deken en advocaat over de principiële eed of belofte die wordt afgelegd door advocaten en rechters.
Zo beweert Martens dat Meindert Stelling zich niet houdt aan de afgelegde ‘belofte om eerbied te hebben voor de rechterlijke macht’. En verwijt Meindert Stelling de deken Martens dat hij weliswaar ‘gehoorzaamheid aan de grondwet’ heeft beloofd, maar kennelijk geen benul heeft wat die belofte inhoud.
De schijnheiligheid van deken Martens dat Meindert Stelling mogelijk ook zijn cliënten benadeeld is bizar. Want Martens is zonder meer bereid om de cliënten een kundig en betrokken advocaat af te nemen.
Dus laat Martens voortaan alsjeblieft achterwege laten dat hij het belang van cliënten op het oog zou hebben, want dan zou hij Stelling niet met spoed willen laten schorsen.
Uiteraard hield Meindert Stelling een betoog waar je U tegen zegt. Het was een helder betoog, het was niet mis te verstaan, het was logisch van kop tot staart.
Deze pleitnota komt binnenkort ergens op het internet te staan, nog even ontdekken hoe dit moet.
Meindert Stelling heeft zich op twee punten verdedigd.
Die van zijn integriteit en het punt over zijn vrijheid van meningsuiting.
Op beide punten slaat de deken de plank volledig mis. Meindert Stelling is integer wat hij vertelt met een duidelijk verhaal over zijn tijd als kapitein in het leger. En alles wat Stelling naar voren brengt tijdens rechtszaken valt onder vrijheid van meningsuiting, waarbij de deken op geen enkele manier duidelijk maakt waarom hij de bevoegdheid heeft hierover te oordelen.
Blaat het niet, dan schaapt het niet (Loesje), zal de deken gedacht hebben en hij herhaalt nogmaals hoe ontzettend onbeleefd en steeds bozer Stelling zich gedraagt tijdens rechtszaken.
Weet de deken dan niet dat eerbied van twee kanten moet komen?
Is er ook maar in één rechtszaak eerbied geweest voor Meindert Stelling en zijn cliënten?
Mogen officieren van justitie, mogen advocaten-generaal, mogen rechters domweg zeggen: we zien geen reden om te reageren op het pleidooi van dhr. Stelling? Keer op keer op keer op keer …..
Natuurlijk word je dan steeds bozer. Maar Meindert Stelling is hierbij altijd binnen de grenzen van het fatsoen gebleven.