Wapens bij extreemrechts – Stoer doen of schieten?
december 1st, 2011 → 7:07 pm
Extreemrechts en wapens, dat lijkt een bijzonder ongelukkige, zo niet levensgevaarlijke combinatie. Vooral nu de Noorse massamoordenaar Anders Breivik en de Duitse seriemoordenaars van de Nationalsozialistische Untergrund (NSU) laten zien waar gewapende rechtsextremisten toe in staat zijn. En toch lijkt de Nederlandse overheid in de vorm van politie en AIVD het wapenbezit van Nederlandse rechtsextremisten niet overdreven serieus te nemen. Er wordt wel degelijk tegen opgetreden, zo zijn er naar aanleiding van een tip van de AIVD onlangs enkele leden van de neonaziclub Ulfhednar gearresteerd met een tas vol vuurwapens. Maar in AIVD-rapportages wordt extreemrechts wapenbezit tegelijkertijd getypeerd als activiteiten in de hobbysfeer, het zou vooral om de symbolische waarde gaan.
En de recente geschiedenis lijkt ze daar – bij een eerste aanblik – gelijk in te geven. Wapens, en dan vooral vuurwapens, worden door rechtsextremisten veel gebruikt om elkaar mee op de foto te zetten, af en toe mee te schieten op afgelegen plaatsen en vooral om stoer mee te doen. Maar niet om te gebruiken voor politieke acties. Maar klopt die eerste aanblik ook? Is het wel volledig? Laten we eens kijken wat er de afgelopen decennia is gebeurd met wapens die rechtsextremisten in bezit hadden. We lopen de afgelopen dertig jaar langs en we pikken er een aantal relevante incidenten uit om te bekijken of er niet meer dimensies zitten aan die ‘symbolische waarde’.
De jaren tachtig
In het begin van de jaren ’80 vonden er een flink aantal gewelddadige acties plaats vanuit extreemrechts. Het ging daarbij in veel gevallen om vechtpartijen en aanvallen. Vaak waren het reacties op linkse acties, maar vaak werden ook migranten, linkse personen of objecten het slachtoffer. In die periode vielen echter vooral een aantal forse incidenten met extreemrechtse skinheads op. De twee meest beruchte voorbeelden daarvan zijn geweldplegingen in het uitgaansleven met een dodelijke afloop. In 1983 werd Kerwin Duinmeijer in de Amsterdamse binnenstad doodgestoken door een extreemrechtse skinhead. Drie jaar later werd een alternatief geklede jongen, Michael Poyé, in Hilversum doodgestoken door een groepje extreemrechtse skinheads (1). Ondanks de ernst van de incidenten, de dodelijke slachtoffers en de extreemrechtse context, ging het hier in beide gevallen om spontaan geweld met steekwapens. Er was geen sprake van georganiseerd politiek geweld.
JFN berichtgeving aanslag Turks theehuis, 1986
JFN berichtgeving aanslag Turks theehuis, 1986
In de tweede helft van de jaren tachtig kreeg het geweld ogenschijnlijk wel een georganiseerder karakter. Een aantal ernstige incidenten vanuit het Jongeren Front Nederland (JFN) was zeker te kwalificeren als extreemrechts geweld, maar zonder veel kunst- en vliegwerk zouden ze ook gezien kunnen worden als pogingen tot terreur. Het JFN was in die periode een uitgesproken nationaalsocialistische jongerenorganisatie die opereerde in de omgeving van de Nederlandse Volks-Unie (NVU). Officieel hield het JFN zich vooral bezig met allerlei provocatieve folderacties. Ook werden linkse activisten opgezocht om tot vechtpartijen te komen. Twee kenmerkende voorbeelden van JFN-acties waren een folderactie voor eerherstel van NSB-leider Mussert tijdens de dodenherdenking in Rotterdam en een demonstratie vóór kernwapens tijdens een grote anti-kernwapendemonstratie in Den Haag. De confrontatie werd dus bepaald niet geschuwd. Maar in de schaduw van die officiële acties gingen JFN-leden nog een paar flinke stappen verder. In de zomer van 1986 kwamen twee groepjes JFN’ers in beeld die de politieke strijd niet alleen met pamfletten wilden voeren. Een groepje Rotterdamse JFN-leden pleegde een bomaanslag op een Turks theehuis. Dat zorgde voor veel schade, maar er vielen geen slachtoffers. Korte tijd later werden de drie daders, JFN-leden, gearresteerd. Tijdens het politieonderzoek bleken zij ook vuurwapens te bezitten en onderling verhandeld te hebben. Zij kregen celstraffen tot anderhalf jaar.
JFN bijeenkomst, 1985
JFN bijeenkomst, 1985
In dezelfde periode pleegden twee JFN-sympathisanten aanslagen in Deventer. Opmerkelijk was dat het hier twee soldaten betrof. Zij stichtten brand in een moskee en bij enkele allochtone ondernemers gooiden zij de ruiten in. Ze gebruikten stenen, die ze hadden beschilderd met hakenkruisen. Daarnaast hadden ze pistolen, een machinegeweer en munitie gestolen uit hun kazerne en overvielen ze bezoekers van een casino. Na hun arrestatie werden ze veroordeeld tot 13 maanden celstraf.
Demonstratie vóór kernwapens van het JFN, 1983. Links Stewart Mordaunt, daarnaast Joop Glimmerveen
Demonstratie vóór kernwapens van het JFN, 1983. Links Stewart Mordaunt, daarnaast Joop Glimmerveen
De jaren negentig
Begin jaren ’90 vond wéér een strafzaak tegen een aantal JFN-leden plaats. Deze strafzaak eindigde in een veroordeling, onder andere wegens lidmaatschap van een criminele organisatie. Daarop trok de leider van het JFN, Stewart Mordaunt, de conclusie dat het JFN kennelijk illegaal was verklaard. Hij hief de organisatie op en stapte met een groot aantal JFN-leden over naar de CP’86. De CP’86 was op dat moment een marginaal partijtje, dat voort was gekomen uit ruzies in de oude Centrumpartij. Veel wist deze partij niet te betekenen, Janmaat had met zijn naamsbekendheid veel aanhang en electoraat van de oude Centrumpartij meegenomen naar zijn CD. De CP’86 leek begin jaren negentig langzaam maar zeker te verdwijnen. Dat veranderde echter met de instroom van de groep jonge JFN’ers. Daardoor kreeg de CP’86 een veel radicaler en militanter karakter. Dat trok naast de jongeren uit het JFN ook allerhande groepjes neonazi’s en gewelddadige skinheads aan. Deze nieuwe leden brachten de CP’86 een radicaal imago, een forse groei in ledental en veel jongeren die bereid waren hun handen uit de mouwen te steken en de straat op te gaan.
Yge Graman (midden, met bril) in 1993 als toeschouwer bij een demonstratie tegen racisme
Yge Graman (midden, met bril) in 1993 als toeschouwer bij een demonstratie tegen racisme
Maar daar zaten vanzelfsprekend ook forse schaduwkanten aan. Veel CP’86-leden brachten de partij ernstig in opspraak door betrokken te raken bij allerlei geweldsincidenten. Zo deden jonge CP’86-leden enkele pogingen om, gewapend met slagwapens, antiracistische bijeenkomsten aan te vallen. In 1992 werden in verband hiermee acht personen aangehouden in het bezit van boksbeugels, traangas en slagwapens. Ook het jonge en actieve CP’86-lid Constant Kusters (tegenwoordig voorzitter van de Nederlandse Volks-Unie) werd regelmatig gearresteerd wegens geweldsincidenten. Eén van die arrestaties betrof het bezit van twee vuurwapens, die hij had verstopt in een stofzuiger.
In 1993 ging het weer een keer goed mis. Het Aktiefront Nationale Socialisten (ANS) onderhield in die periode nauwe banden met de CP’86. Dat ANS profileerde zich als militante nazigroep, die zich vooral bezighield met illegale demonstraties en (pogingen tot) straatgevechten. Ook in die kringen was wapenbezit van symbolische waarde. Maar één ANS-activist trok na een caféruzie zijn pistool en schoot een man door zijn keel en nek. Na de arrestatie van de dader, werd er vanuit het ANS een solidariteitscampagne voor hem georganiseerd, die zijn hoogtepunt kende tijdens de strafzaak tegen de schutter. Daar doken twaalf ANS-leden op onder leiding van aanvoerder Eite Homan, ingepakt met bivakmutsen en helmen en bewapend met slagwapens, om de confrontatie te zoeken met antifascistische demonstranten. Ver kwamen ze niet, ze werden allemaal gearresteerd en later veroordeeld.
Passage uit proces-verbaal naar aanleiding huiszoeking bij Richard van der Plas, 1989
Passage uit proces-verbaal naar aanleiding huiszoeking bij Richard van der Plas, 1989
Ook bij de minder radicale CD bleken in die periode wapens voorhanden. CD-bestuurslid Richard van der Plas werd gearresteerd wegens wapenbezit. Dat wekte overigens weinig verbazing, aangezien de CD een eigen schietvereniging in Amsterdam-Noord had, SV Lisse. Wekelijks werd daar door de partijtop en een groep CD-aanhangers, waaronder Van der Plas, geoefend met vuurwapens. Een ander CD-kopstuk, fractievoorzitter in de Amsterdamse gemeenteraad Yge Graman, kwam in dezelfde tijd met veel heftigere acties in beeld. Hij bekende voor een verborgen camera in de jaren zeventig twee brandaanslagen tegen gebouwen van etnische minderheden te hebben gepleegd. Daarbij vielen verschillende gewonden. Na deze bekentenis werd Graman gearresteerd. De politie vond daarbij in zijn huis drie vuurwapens en munitie. Graman krijgt uiteindelijk twee jaar cel.
Een verkiezingskandidaat van de CD in 1994 uit Maastricht werd enkele jaren na die verkiezingen gearresteerd na het plegen van een aanslag met vuurwerkbom op een Turks gezin. Bij hem thuis werd een pistool met munitie gevonden. Hij werd veroordeeld tot 40 uur werkstraf.
In 1995 viel voor het eerst in dat decennium een dodelijk slachtoffer. In Drachten (Friesland) ontstond een vechtpartij tussen een groep extreemrechtse jongeren en een andere jongerengroep. Eén van de rechtsextremisten, een lid van het Nederlands Blok, stak daarbij een jongen in het hart. Die overleefde dit niet. Bij het daarop volgende politieonderzoek werd een grote partij wapens in het huis van de dader gevonden. Hij werd veroordeeld tot 4 jaar celstraf.
Wapens van Arris de Bruin, 2007
Wapens van Arris de Bruin, 2007
In de tweede helft van de jaren negentig werd het relatief rustig, omdat de meeste extreemrechtse organisaties aan twisten en gebrek aan succes ten onder gingen. Wel zorgden extreemrechtse jongeren uit verschillende subculturen (gabbers, skinheads) voor een aantal spraakmakende geweldsincidenten. Opvallend was een groep jonge skinheads uit Spijkenisse, waarvan de leden in een korte periode twee keer gearresteerd werden, wegens het mishandelen van willekeurige allochtonen. Bij deze arrestaties maakte de politie tweemaal een arsenaal aan slag- en steekwapens buit. Tot deze groep behoorde ook de jonge Arris de Bruin. De Bruin zou tien jaar later voor de zoveelste keer gearresteerd worden, nadat de politie een verzameling vuurwapens en munitie bij hem vond, waaronder een automatisch wapen en een aantal spijkerbommen. Bovendien probeerde hij een raketwerper te kopen. Hij had op dat moment al een lang strafblad met geweldplegingen op zijn naam staan. Het wapenbezit leverde hem anderhalf jaar cel op. De Bruin verkeerde tijdens het plegen van al deze delicten voortdurend in neonazikringen. Na de moord op Pim Fortuyn in 2002 werden (na een AIVD-tip) drie mensen uit zijn netwerk gearresteerd, waaronder Ed Polman. Zij werden verdacht van plannen om een aanslag op linkse politici te plegen en probeerden daarvoor wapens te regelen. Deze aanslagplannen zijn nooit voor de rechter gekomen. Opvallend detail is dat de persoon die voor de wapens voor deze aanslag zou moeten zorgen, dezelfde was als degene die Arris de Bruin later van wapens voorzag.
Robin van Opstal, Arris de Bruin en Ed Polman op NVU demonstratie, 2005
Robin van Opstal, Arris de Bruin en Ed Polman op NVU demonstratie, 2005
De jaren nul
In de eerste vijf jaar van het afgelopen decennium bleven de geweldsproblemen zich vooral voordoen rond jongeren die uit de skinhead- en gabber-scene voortkwamen. Het ging daarbij ook om extreemrechtse groepjes die uit deze subculturen voortkwamen.
Een voorbeeld daarvan was Stormfront Nederland. Deze neonazistische groep heeft ongeveer drie jaar bestaan en had in die tijd een aanhang van enkele tientallen jongeren, voor het overgrote deel afkomstig uit de gabberscene. In 2001 waren Stormfront-aanhangers verantwoordelijk voor een bijna fataal incident. Een groep Stormfront-leden liep door Den Haag na een kennismakingsbijeenkomst, en viel daarbij willekeurige allochtonen aan. Uiteindelijk leidde dit tot een incident waarbij een allochtone man werd neergestoken. Enkele betrokkenen werden daarvoor tot een aantal maanden celstraf veroordeeld. In Boxmeer vond een ander incident plaats. Drie Stormfrontleden waren op zoek naar een feest en vroegen de weg. Nadat zij zagen dat het om een allochtone man ging, begonnen ze te schelden. Toen de man daarop reageerde, werd hij neergestoken. De dader kreeg anderhalf jaar cel.
Blood & Honour Nederland, Erik de Graaf
Blood & Honour Nederland, Erik de Graaf
In deze periode werd ook Blood & Honour Nederland opgericht. Blood & Honour was, net als Stormfront, populair onder extreemrechtse gabbers. In 2005 kwam deze organisatie in het nieuws nadat een aantal leden in de Ardennen was gearresteerd. Zij beschikten over zeven militaire voertuigen, ze waren gemaskerd, gekleed in gevechtstenue en bewapend met nachtkijkers. Tijdens een ‘patrouille’ hielden ze een aantal studenten staande en vroegen hen om hun papieren. Nadat de studenten de politie hadden ingeschakeld, werden de Blood & Honour-leden gearresteerd. De politie vond steekwapens, waaronder stiletto’s.
In de jaren daarna bleek vooral de Noord-Hollandse afdeling (Blood & Honour Westland) veel interesse in wapens te hebben. Zo zette de leider van de groep een foto van zichzelf met een automatisch wapen op het internet. Een ander lid deed mee aan een gewapende roofoverval, waarbij een gezin in Heiloo in hun eigen huis werd bedreigd met vuurwapens. In het najaar van 2011 werden tenslotte verschillende leden van deze groep gearresteerd met een tas met vuurwapens (zie dit artikel). Het is op dit moment nog niet bekend hoe die laatste zaak zal aflopen.
Jeroen van den Berg, lid Ulfhednar 2010
Jeroen van den Berg, lid Ulfhednar 2010
Maar ook andere Blood & Honourgroepen kwamen in het nieuws vanwege incidenten met wapens. Leden van de groep rond Winschoten (‘Noordland’) waren diverse keren betrokken bij geweldsincidenten met slag- en steekwapens. In 2009 bedreigden enkele Noordland-leden willekeurige voorbijgangers met een luchtdrukwapen. Toen zij ook per ongeluk een passerende agent in burgerkleding bedreigden, werd de dader gearresteerd.
In 2006 vond misschien wel de vreemdste zaak uit dit overzicht plaats. In Rotterdam zocht een extreemrechtse skinhead ruzie met een passerende allochtoon. Dat leidde ertoe dat de skinhead de man bedreigde met een vuurwapen en hem achtervolgde met een boksbeugel en een mes. Nadat de politie de dader had gearresteerd vonden zij in het huis een enorm wapenarsenaal. Dat bleek bij nader onderzoek echter toe te behoren aan een zeer gewelddadige bankovervaller die bij deze skinhead ondergedoken zat.
Patrick de Bruin op NVU demonstratie, 2009
Patrick de Bruin op NVU demonstratie, 2009
De laatste paar jaar kwamen vooral betrokkenen bij de Nationaal-Socialistische Aktie (NSA) uit de Haagse regio in beeld. In 2008 deed de politie een inval in hun thuishonk, nadat er vanuit dat huis enkele mensen waren mishandeld. Bij de inval vond de politie een wapenstok, een kruisboog, een bajonet en een dolk met hakenkruisopdruk. Een aantal maanden later ontstonden grote problemen rond een kraakpand van dezelfde groep. Het pand werd belaagd door buurtjongeren en de extreemrechtse krakers verdedigden zich met stenen, knuppels en zwaar vuurwerk. Nadat de politie het pand ontruimd had vonden ze ook nog molotowcocktails en katapults.
Maar ook bestaat er, net als in de jaren negentig, binnen een legale politieke partij interesse voor vuurwapenbezit. Onlangs werd NVU-lid Patrick de Bruin geweigerd bij een schietvereniging vanwege zijn extreemrechtse activiteiten. Hij spande een procedure aan bij de Commissie Gelijke Behandeling, die hem in het gelijk stelde: de vereniging had hem niet op basis van zijn politieke voorkeur mogen weigeren. Of dat ook betekent dat hij in de toekomst over een wapenvergunning kan beschikken is echter maar de vraag.
Dus?
Wat zou nu de conclusie moeten zijn uit deze opsomming van extreemrechtse wapenfeiten?
Om te beginnen dat er weinig lijn in zit. Helemaal wanneer we de tientallen andere gevallen van extreemrechts wapenbezit zouden vermelden die geen plaats hebben gekregen in dit artikel. Het gaat daarbij om allerhande steek-, slag- en nep-wapens die in de loop der jaren in beslag zijn genomen bij evenzovele arrestaties en huiszoekingen. Het is groen en rijp door elkaar. Maar een tweede blik leert toch wel wat meer.
Ten eerste kunnen we constateren dat de inzet van wapens door extreemrechts voor gewelddadige politieke actie beperkt is. Alleen de aanslagen van Yge Graman en de bomaanslag van het JFN uit dit artikel zouden zo te kwalificeren zijn. Maar daarbij werden geen (vuur)wapens gebruikt. (2) Maar die constatering alleen is onbevredigend. Daarmee is er namelijk nog geen antwoord gegeven op de vraag waarom er kennelijk een grote behoefte onder rechtsextremisten bestaat om wapens te bezitten, terwijl daar toch grote risico’s aan verbonden zijn (ongelukken, onbedoelde doden en gewonden, arrestaties en rechtszaken, imagoschade). Zolang die vraag niet afdoende beantwoord is, is ‘symbolische waarde’ een loze kreet en zijn uitspraken over het gevaar van extreemrechts wapenbezit niet meer dan een beredeneerde gok door politie- en veiligheidsdiensten. En een dergelijke gok geeft geen garanties voor de toekomst, zoals Anders Breivik en de Nationalsozialistische Untergrund (NSU) ons recent hebben laten zien.
Ten tweede zien we dat er vooral wapens gebruikt zijn tijdens vechtpartijen. Die vechtpartijen laten zich in drie soorten indelen:
- Vechtpartijen waar door groepen rechtsextremisten slachtoffers worden opgezocht. Er zijn diverse voorbeelden van groepen rechtsextremisten die op ‘buitenlanderjacht’ gaan en daarbij wapens gebruiken, soms met zeer ernstige gevolgen.
- Vechtpartijen die ontstaan wanneer antifascisten en rechtsextremisten elkaar opzoeken. Daarbij zijn in een aantal gevallen wapens gebruikt.
- Toevallige incidenten, waarbij (groepen) rechtsextremisten in ruzies terecht komen vanwege hun denkbeelden of uiterlijk of waar zij dergelijke ruzies opzoeken in het uitgaansleven en waarbij wapens worden gebruikt.
Sebastian Sportiello met geweer "shooting some partisans"
Sebastian Sportiello, extreemrechtse activist met geweer "shooting some partisans", 2011
Robert Jan Koelewaard en Mike Brand, NVU-leden, 2011
Robert Jan Koelewaard en Mike Brand, NVU-leden, 2011
Het lijkt, wanneer we alle bovenstaande incidenten op een rijtje zetten, dat met name de laatste categorie de meest ernstige incidenten op heeft geleverd. Alle dodelijke slachtoffers die zijn gevallen, komen allemaal voort uit die derde geweldscategorie.
Op basis van dit artikel is de conclusie te trekken dat de inschatting van de AIVD, dat extreemrechts wapenbezit vooral een symbolisch karakter heeft, misschien een kern van waarheid heeft, maar tegelijkertijd onbevredigend is en allerminst geruststellend. Helemaal wanneer je bedenkt dat ook de Duitse inlichtingendienst de afgelopen jaren vergelijkbare geruststellende woorden gebruikte, terwijl de NSU aan het moorden was.
Bovendien moet worden vastgesteld dat er door de aanwezigheid van wapens bij Nederlandse rechtsextremisten ook ernstige tot zeer ernstige incidenten plaats hebben gevonden. En dat die incidenten, behalve de ernstige gevolgen voor slachtoffers en daders, vaak veel verstrekkendere gevolgen hebben door de angst die zij oproepen bij grote groepen mensen. En dat alleen al lijkt ons voldoende reden om wat minder laatdunkend te zijn over extreemrechts wapenbezit.
Dit artikel is ook verschenen in Alert! nummer 4, jaargang 2011
Noten:
(1): Eén van de betrokkenen bij deze steekpartij, Martin van de Grind, is tot op de dag van vandaag betrokken bij Blood & Honour.
(2): Brandaanslagen met een rechtsextremistisch motief zijn er de afgelopen decennia natuurlijk erg veel geweest. Vooral na de aanslagen op 11 september, de moord op Fortuyn en de moord op Theo van Gogh werden er veel branden gesticht en in één geval zelfs een bomaanslag gepleegd. Omdat het hier echter niet om geweld gaat dat voorkomt uit de aanwezigheid van (vuur)wapens bij extreemrechts hebben we deze aanslagen niet meegenomen in dit stuk.
Tags: Aktiefront Nationale Socialisten ANS, Arris de Bruin, Blood & Honour B&H, Centrumdemocraten CD, Centrumpartij '86 CP'86, Centrumpartij CP, Constant Kusters, Ed Polman, Eite Homan, Erik de Graaf, Hans Janmaat, Jeroen van den Berg, Jongeren Front Nederland JFN, Joop Glimmerveen, Martin van de Grind, Mike Brand, Nationalsozialistische Untergrund NSU, Nederlandse Volksunie NVU, NSA, Patrick de Bruin, Pim Fortuyn, Richard van der Plas, Robert Jan Koelewaard, Robin van Opstal, Sebastian Sportiello, Stewart Mordaunt, Stormfront Nederland SFN, SV Lisse, Theo van Gogh, Ulfhednar, Yge Graman