Erwin Lensink stond voor meerdere zaken terecht. De poging tot (zware) mishandeling van lakeien of omstanders werd ditmaal niet bewezen geacht. Wel bewezen geacht werd het gooien van een waxinelichthouder naar de Gouden Koets waarbij hij dingen geroepen heeft die beledigend waren voor de koningin, de kroonprins en zijn echtgenote. Daarnaast raakte de Gouden Koets beschadigd. Ook is hij veroordeeld voor het uiten van bedreigingen aan het adres van zijn broer.
Saillant detail is dat hij ditmaal niet volledig ontoerekeningsvatbaar is verklaard. Bij de vorige uitspraak meende de rechter namelijk dat Lensink aan grootheidswaanzin en waandenkbeelden lijdt. Daardoor moest hij zich verplicht onder behandeling laten stellen voor een periode van één jaar. Dit zou in de praktijk betekenen dat Lensink ook gedwongen opgenomen kon worden en verplicht worden tot het slikken van voorgeschreven medicatie. Bij geen resultaat zou diezelfde maatregel telkenmale opnieuw opgelegd kunnen worden, totdat Lensink uitbehandeld zou zijn. De facto levenslang, dus!