Ik wil hier even op inhaken, want ik bespeur een zekere vrijblijvendheid in GANS de antiautoritaire radicale en revolutionaire linkse beweging. Ooit (in de jaren '80 van de vorige eeuw meer specifiek) is er een artikel verschenen met een treffende / schijnende* (* = kruis aan wat van toepassing is) titel "vrijblijvendheid of daadwerkelijk verzet" verschenen, waarbij de titel alleen al heel goed weergeeft waar het werkelijk om zou moeten draaien!
Want wat er feitelijk aan de hand is, met gans het radicaal / revolutionair links verzet, is dat velen de consequenties niet door durven, kunnen of willen doortrekken van hun (= onze) eigen ideologie. Nogthans IS die ideologie, het radicaal / revolutionair links gedachtegoed, onze ideologie. Dat ontkennen is zelfontkenning. Want dat is hetgeen ons bindt, dat is hetgeen ons tot een (noodzakelijke weliswaar) collectivisering zou moeten doen leiden uiteindelijk.
Die consequentie ("daadwerkelijk verzet" als consequentie) doortrekken, impliceert dan ook (feitelijk) een in theorie bestaande solidariteit met "hen die de repressie aan den lijve ondergaan", een praktijk mee durven en willen te geven. Solidariteit is namelijk een wapen!
Daarbij zijn de middelen om die praktische solidariteit te bewerkstelligen onderschikt aan die solidariteit zelve. Daarmee wordt bedoeld dat een demo daarin (om die solidariteit praktisch vorm te geven) niet onderschikt is aan, noch overstijgend aan bijvoorbeeld verfbommen of "vuur & vlammen -voor elke staat-"; in letterlijke of figuurlijke zin: make your choice.
Natuurlijk besef ook ik wel, dat we met onze radicaal / revolutionair linkse beweging ons in een zelfde soort verdediging hebben laten drukken, als waar gematigd (en vooral parlementair) links zich (ook) in heeft laten drukken. Het verschil is echter wel, dat de verdediging waarin gematigd links in is terecht gekomen, komt doordat links failliet is verklaard sinds het vallen van de muur, kan geconstateerd worden. Daarentegen is onze verdediging gestoeld op die vrijblijvendheid en niet op het failliet van het (radicaal / revolutionair) links gedachtegoed zelf.
Ter verduidelijking: nadat de muur gevallen is, heeft het rechtse neoliberale gedachtegoed hun positie kunnen bestendigen. Daardoor kon gematigd links niets anders dan in de verdediging te gaan en om überhaupt nog een plek vinden in het verschoven politieke landschap, naar rechts opschuiven. Het “gat” tussen gematigd links en radicaal / revolutionair links is daarmee alsmaar groter geworden. Daardoor juist kan alles wat niet meer voldoet aan het gematigd linkse gedachtegoed dan ook zo gemakkelijk gecriminaliseerd worden. Repressie is de praktische uitwerking van die criminalisering. Gematigd links heeft er dan ook alle belangen bij, het radicaal / revolutionair links mee te criminaliseren. Want doet het dat niet, dan verspeeld het de positie die het in het politieke spectrum inmiddels ingenomen heeft.
De verdedigende positie die gematigd links dan ook ingenomen heeft, uit zich door vooral niet kritisch te reageren, nee, erger nog: het mee te ondersteunen van die ingezette criminalisering campagne van het radicaal / revolutionair verzet die rechts (met steeds meer succes) in praktijk weet te realiseren. Het rechtse neoliberale gedachtegoed is dan ook de harten (de "breinen") aan het veroveren.
Terug komend op die vrijblijvendheid binnen het radicaal / revolutionair links gedachtegoed in relatie met die verdedigende positie, kan gesteld worden dat zolang we ons in die verdedigende positie blijven wentelen, we dan ook nooit een factor van betekenis kunnen gaan vervullen. De enige manier om dat te bereiken en te doorbreken is dan ook de confrontatie aan te gaan, het conflict te zoeken. Die offensieve politiek die ons eigen is, die eigen is aan de radicaal / revolutionair linkse gedachtegoed, een praktijk mee geven in woord, maar ook in daad. Maar zolang die vrijblijvendheid daarin de hoofdrol speelt, zal die praktijk altijd gedoemd zijn te mislukken.
Daadwerkelijk verzet kan absoluut niet als men er vrijblijvend in staat. Dat heeft onze recente geschiedenis bewezen. Als een kaartenhuis is onze radicaal / revolutionair linkse beweging die daadwerkelijk verzet pleegde in elkaar gedonderd; we stonden er allen bij en keken er naar. Doordat we juist niet de consequenties doorgetrokken hadden, niet de verantwoordelijkheid genomen hadden om de opgedane ervaringen te evalueren, we elkaar niet konden aanspreken op eventuele gemaakte fouten om lessen te trekken uit die eventueel gemaakte fouten en daarmee dat verzet een toekomst mee te geven, stortte het in, hebben we ons in de verdediging laten drukken.
Opvallend is ook, dat heden ten dage voornamelijk gematigd linkse (maar ook ronduit rechtse elementen; de zo genoemde “links vermomde rechtsen”, wat links praten is maar rechts handelen) buitenparlementairen zich steeds meer gaan moeien met ons radicale / revolutionaire verzet. Waarbij ik vrees te moeten constateren dat ook een aantal elementen van de recentelijk erbij gekomen Occupy daarin een beduidende rol in gespeeld hebben (en in spelen). Dit ook, hetzelfde als de voorgenoemde gematigde linkse meer parlementair gerichte stromingen, omdat men hun positie die men veroverd heeft binnen het politieke spectrum niet op wil en kan (en mag, in hun optiek dan) geven. Het moeien bestaat er onder andere in, dat ook zij het radicaal / revolutionair verzet mee afkeuren en daardoor ook bijdragen aan diezelfde verdergaande criminalisering ingezet door rechts. Waakzaamheid is en blijft dan ook geboden!
Ik durf daarmee dus te poneren dat we meer en meer geïnfiltreerd worden door die gematigd linkse buitenparlementairen en dat dit (in een aantal gevallen zelfs) als een vorm van collaboratie met het neoliberale gedachtegoed genoemd kan worden. Dit kan, omdat we het zelf toestaan. Dit kan, omdat we onze rangen niet gesloten hebben. Dit kan, omdat we er zelf veel te vrijblijvend in staan. Dit kan, omdat we zelf een een politiek voeren gebaseerd op die eerder genoemde verdedigende houding in te nemen.
Opvallend daarin is ook, dat we zelf haast niet meer dat offensieve radicale / revolutionair links verzet in woorden durven / kunnen weergeven. Een paar uitzonderingen daargelaten dan (onder andere Joke dus), die dan ook alle wind van voren krijgen. Vergelijk de bewegingsbladen van de jaren '80 maar eens met wat er tegenwoordig gepubliceerd wordt. De desillusie van een aantal van hen, die destijds ook actief waren en daardoor zijn afgehaakt nu, is weeral terug te voeren op die vrijblijvendheid.
Toch zijn we wel in staat, mits we realiseren dat het juist de overeenkomsten zijn in plaats van de nadruk op de verschillen te leggen, die offensieve politiek van weleer op een volgend niveau te brengen. Daarvoor is het wel een vereiste een juiste analyse te maken. Om vandaar uit consequenties te trekken, elkaar leren aan te spreken daarop, de gematigden terug op hun plek zetten (want compromissen aangaan is afbreuk doen aan de eigen te voeren confrontatiepolitiek) en dat ook confronterend naar buiten toe communiceren.
Wat dan een aanzuigende werking gaat hebben; waar dan ook duidelijke voorwaarden aan verbonden kunnen worden. Waardoor juist die confronterende en offensieve eigen politiek impact gaat hebben. No time to waste zou daarin de leidraad moeten zijn, het wordt namelijk alsmaar moeilijker gemaakt om juist onze identiteit openlijk naar buiten te communiceren. De gestelde eisen gaan vervolgens ook naar binnen toe moeten doorwerken. Alleen dan kunnen we in staat zijn om te groeien, om uit die verdedigende positie te geraken.
Ik wil hier even op inhaken.
Ik wil hier even op inhaken, want ik bespeur een zekere vrijblijvendheid in GANS de antiautoritaire radicale en revolutionaire linkse beweging. Ooit (in de jaren '80 van de vorige eeuw meer specifiek) is er een artikel verschenen met een treffende / schijnende* (* = kruis aan wat van toepassing is) titel "vrijblijvendheid of daadwerkelijk verzet" verschenen, waarbij de titel alleen al heel goed weergeeft waar het werkelijk om zou moeten draaien!
Want wat er feitelijk aan de hand is, met gans het radicaal / revolutionair links verzet, is dat velen de consequenties niet door durven, kunnen of willen doortrekken van hun (= onze) eigen ideologie. Nogthans IS die ideologie, het radicaal / revolutionair links gedachtegoed, onze ideologie. Dat ontkennen is zelfontkenning. Want dat is hetgeen ons bindt, dat is hetgeen ons tot een (noodzakelijke weliswaar) collectivisering zou moeten doen leiden uiteindelijk.
Die consequentie ("daadwerkelijk verzet" als consequentie) doortrekken, impliceert dan ook (feitelijk) een in theorie bestaande solidariteit met "hen die de repressie aan den lijve ondergaan", een praktijk mee durven en willen te geven. Solidariteit is namelijk een wapen!
Daarbij zijn de middelen om die praktische solidariteit te bewerkstelligen onderschikt aan die solidariteit zelve. Daarmee wordt bedoeld dat een demo daarin (om die solidariteit praktisch vorm te geven) niet onderschikt is aan, noch overstijgend aan bijvoorbeeld verfbommen of "vuur & vlammen -voor elke staat-"; in letterlijke of figuurlijke zin: make your choice.
Natuurlijk besef ook ik wel, dat we met onze radicaal / revolutionair linkse beweging ons in een zelfde soort verdediging hebben laten drukken, als waar gematigd (en vooral parlementair) links zich (ook) in heeft laten drukken. Het verschil is echter wel, dat de verdediging waarin gematigd links in is terecht gekomen, komt doordat links failliet is verklaard sinds het vallen van de muur, kan geconstateerd worden. Daarentegen is onze verdediging gestoeld op die vrijblijvendheid en niet op het failliet van het (radicaal / revolutionair) links gedachtegoed zelf.
Ter verduidelijking: nadat de muur gevallen is, heeft het rechtse neoliberale gedachtegoed hun positie kunnen bestendigen. Daardoor kon gematigd links niets anders dan in de verdediging te gaan en om überhaupt nog een plek vinden in het verschoven politieke landschap, naar rechts opschuiven. Het “gat” tussen gematigd links en radicaal / revolutionair links is daarmee alsmaar groter geworden. Daardoor juist kan alles wat niet meer voldoet aan het gematigd linkse gedachtegoed dan ook zo gemakkelijk gecriminaliseerd worden. Repressie is de praktische uitwerking van die criminalisering. Gematigd links heeft er dan ook alle belangen bij, het radicaal / revolutionair links mee te criminaliseren. Want doet het dat niet, dan verspeeld het de positie die het in het politieke spectrum inmiddels ingenomen heeft.
De verdedigende positie die gematigd links dan ook ingenomen heeft, uit zich door vooral niet kritisch te reageren, nee, erger nog: het mee te ondersteunen van die ingezette criminalisering campagne van het radicaal / revolutionair verzet die rechts (met steeds meer succes) in praktijk weet te realiseren. Het rechtse neoliberale gedachtegoed is dan ook de harten (de "breinen") aan het veroveren.
Terug komend op die vrijblijvendheid binnen het radicaal / revolutionair links gedachtegoed in relatie met die verdedigende positie, kan gesteld worden dat zolang we ons in die verdedigende positie blijven wentelen, we dan ook nooit een factor van betekenis kunnen gaan vervullen. De enige manier om dat te bereiken en te doorbreken is dan ook de confrontatie aan te gaan, het conflict te zoeken. Die offensieve politiek die ons eigen is, die eigen is aan de radicaal / revolutionair linkse gedachtegoed, een praktijk mee geven in woord, maar ook in daad. Maar zolang die vrijblijvendheid daarin de hoofdrol speelt, zal die praktijk altijd gedoemd zijn te mislukken.
Daadwerkelijk verzet kan absoluut niet als men er vrijblijvend in staat. Dat heeft onze recente geschiedenis bewezen. Als een kaartenhuis is onze radicaal / revolutionair linkse beweging die daadwerkelijk verzet pleegde in elkaar gedonderd; we stonden er allen bij en keken er naar. Doordat we juist niet de consequenties doorgetrokken hadden, niet de verantwoordelijkheid genomen hadden om de opgedane ervaringen te evalueren, we elkaar niet konden aanspreken op eventuele gemaakte fouten om lessen te trekken uit die eventueel gemaakte fouten en daarmee dat verzet een toekomst mee te geven, stortte het in, hebben we ons in de verdediging laten drukken.
Opvallend is ook, dat heden ten dage voornamelijk gematigd linkse (maar ook ronduit rechtse elementen; de zo genoemde “links vermomde rechtsen”, wat links praten is maar rechts handelen) buitenparlementairen zich steeds meer gaan moeien met ons radicale / revolutionaire verzet. Waarbij ik vrees te moeten constateren dat ook een aantal elementen van de recentelijk erbij gekomen Occupy daarin een beduidende rol in gespeeld hebben (en in spelen). Dit ook, hetzelfde als de voorgenoemde gematigde linkse meer parlementair gerichte stromingen, omdat men hun positie die men veroverd heeft binnen het politieke spectrum niet op wil en kan (en mag, in hun optiek dan) geven. Het moeien bestaat er onder andere in, dat ook zij het radicaal / revolutionair verzet mee afkeuren en daardoor ook bijdragen aan diezelfde verdergaande criminalisering ingezet door rechts. Waakzaamheid is en blijft dan ook geboden!
Ik durf daarmee dus te poneren dat we meer en meer geïnfiltreerd worden door die gematigd linkse buitenparlementairen en dat dit (in een aantal gevallen zelfs) als een vorm van collaboratie met het neoliberale gedachtegoed genoemd kan worden. Dit kan, omdat we het zelf toestaan. Dit kan, omdat we onze rangen niet gesloten hebben. Dit kan, omdat we er zelf veel te vrijblijvend in staan. Dit kan, omdat we zelf een een politiek voeren gebaseerd op die eerder genoemde verdedigende houding in te nemen.
Opvallend daarin is ook, dat we zelf haast niet meer dat offensieve radicale / revolutionair links verzet in woorden durven / kunnen weergeven. Een paar uitzonderingen daargelaten dan (onder andere Joke dus), die dan ook alle wind van voren krijgen. Vergelijk de bewegingsbladen van de jaren '80 maar eens met wat er tegenwoordig gepubliceerd wordt. De desillusie van een aantal van hen, die destijds ook actief waren en daardoor zijn afgehaakt nu, is weeral terug te voeren op die vrijblijvendheid.
Toch zijn we wel in staat, mits we realiseren dat het juist de overeenkomsten zijn in plaats van de nadruk op de verschillen te leggen, die offensieve politiek van weleer op een volgend niveau te brengen. Daarvoor is het wel een vereiste een juiste analyse te maken. Om vandaar uit consequenties te trekken, elkaar leren aan te spreken daarop, de gematigden terug op hun plek zetten (want compromissen aangaan is afbreuk doen aan de eigen te voeren confrontatiepolitiek) en dat ook confronterend naar buiten toe communiceren.
Wat dan een aanzuigende werking gaat hebben; waar dan ook duidelijke voorwaarden aan verbonden kunnen worden. Waardoor juist die confronterende en offensieve eigen politiek impact gaat hebben. No time to waste zou daarin de leidraad moeten zijn, het wordt namelijk alsmaar moeilijker gemaakt om juist onze identiteit openlijk naar buiten te communiceren. De gestelde eisen gaan vervolgens ook naar binnen toe moeten doorwerken. Alleen dan kunnen we in staat zijn om te groeien, om uit die verdedigende positie te geraken.
Revolutie kom niet, revolutie maak je!