1. De Militariabeurs Houten Houten als “nazi- en holocaustbeurs” omschrijven is onzinnig.
2. Graaff beweerde in een dreigbrief (d.d. 27-10-2021) aan me: “Hoewel ik in het verleden geen contacten met u had en zodoende evenmin de intentie had u te benadelen..Ik kende u immers niet.”
Nu toont hij een mail waaruit blijkt dat hij en ik in november 2019 contact hadden. Dit gebeurde nadat Graaff mij benaderde met het verzoek samen op te trekken in de handel tegen nazimilitaria.
Nu deed ik destijds onderzoek naar de handel in valse en/of onterecht aan bepaalde hoge nazi's toegeschreven voorwerpen, specifiek in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland. De situatie in Nederland had ik destijds nog niet onderzocht, zoals hier duidelijk te zien is: https://www.droog-mag.nl/hitler/2019/index.html
Mijn antwoord aan Graaff moet dan ook in dat licht gezien worden. Eerst twee jaar later, in 2021, ben ik me in de Nederlandse situatie gaan verdiepen, door in gesprek te gaan met Nederlandse handelaren en door tweemaal de Militariabeurs Houten te bezoeken en eenmaal, ter vergelijk, een militariabeurs in België.
Daardoor werd me meer dan duidelijk dat op de beurzen in Nederland niets illegaals gebeurt, dat louche handelaren daar niet getolereerd worden en dat beursorganisatoren er alles aan doen om replica's en vervalsingen te weren. Van nazi-verering is sowieso geen sprake.
Kortom: door voortschrijdend inzicht heb ik mijn standpunt bijgesteld. Wie dat “huichelen” noemt is oprecht gestoord.
3. Graaff toont ongevraagd een mail van mij aan hem. Dat is inbreuk op het briefgeheim. Niet zo netjes van Graaff. Maar ik ben toch blij dat hij dit gedaan heeft, want zelf was ik deze mail door een mailprogrammacrash kwijtgeraakt. Het is alleen jammer dat Graaff zijn mail aan mij, waarmee het contact begon, niet toont. Maar goed, rommelen met bewijsmateriaal is hem wel toevertrouwd.
4. Graaff noemt mij “de rechtse publicist”. Op grond waarvan is mij een raadsel. Ik stem sinds mijn 18de op partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum. In mijn politieke nieuwsgedichten die op The Post Online (TPO) worden gepubliceerd fulmineer ik regelmatig tegen rechtse tot extreem-rechtse partijen en politici. En in tegenstelling tot Graaff heb ik in mijn jonge jaren fysiek strijd geleverd tegen neo-nazi's, in Duitsland en Nederland.
5. Graaff voert geroeptoeter van voormalig CDA-Justitieminister Grapperhaus en niet in behandeling genomen aangiftes van misleide Joodse organisaties op om zijn stelling te verdedigen. Ga zo door, Graaff!
6. Graaff noemt mij “regiodichter”. Laat ik veel geweest zijn en gedaan hebben– eerste Groninger stadsdichter, gemeentedichter van Emmen, het ontwikkelen van de eenzame uitvaart en ook actief geweest als internationaal actief spoken word dichter (met betaalde optredens in Zuid-Afrika, Iran, Engeland, Zwitserland, Armenië, Kroatië en nog een viertal andere landen) – maar regiodichter ben ik nu juist niét. Ik zou dat graag ook willen zijn, maar een mens kan niet alles hebben.
7. Graaff stelt dat ik een hetze voer tegen critici van de beurs. Critici? Wie zijn dat dan? Ah! Arthur, Graaff en de spatie tussen die twee namen. Tegen dit ogenschijnlijk meervoudige wezen voer ik echter geen hetze: ik bericht kritisch over de acties en uitlatingen van de spatie, Graaff en de daar achteraan hollende Arthur.
8. Hij stelt dat ik de handel vergoelijk en linkt twee artikelen waarin met open blik kritisch naar de handel op de beurs gekeken wordt.
9. Graaff stelt dat ik al anderhalf jaar een hetze zou voeren tegen, weer dat meervoud, “antifascisten.” Wie die antifascisten zijn? Jawel, Arthur, een spatie en ene Graaff. Hij stelt ook dat ik hem uitmaak voor “gek”, “gestoord” en “idioot”. Daarin heeft hij een puntje. Aanvankelijke benoemde ik alleen zijn acties en uitlatingen zo. Maar inmiddels ben ik ervan overtuigd dat dit milde bewoordingen zijn om de spatie met bijbehorende namen te duiden.
10. Graaff stelt voor de zoveelste keer twee boeken over de oorlog geschreven te hebben. Boeken die onvindbaar zijn in de Koninklijke Bibliotheek. Ook via Marktplaats.nl en www.boekwinkeltjes.nl zijn die werken niet te traceren. Mogelijk heeft Graaff ze geschreven – maar geen uitgever is zo gek geweest de manuscripten in boekvorm uit te geven. Indien wel, dan zie ik graag het bewijs. Zie hiervoor ook: https://www.droog-mag.nl/2020/ag/auteur.html
Los daarvan, als ik prestigieuze Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) raadpleeg, kom ik Arthur Graaff niet tegen. Wel ene Droog, Bart FM: https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=droo001
11. Graaff stelt dat ik elke journalistieke norm negeer, en dat ik niet aan hoor/wederhoor zou doen. Maar Graaff geeft al van te voren aan niet te willen reageren op vragen.
Zie bijvoorbeeld deze opmerking van Graaff, onlangs op Indymedia: “PS: voor wie twijfelt of ik dit wel zelf geschreven kan hebben: bel me gerust op 06 [telefoonnummer gedelete – Droog]. (ik neem overigens alleen op als ik een nummer zie en praat alleen als iemand zijn/haar naam netjes noemt. Verder iedereen welkom, behalve natuurlijk Droog en zijn misleide, agressieve vrienden van de treurige rechtse propagandasite The Post Online). ”
Bron: https://www.indymedia.nl/node/51106#comment-36410
12: Graaff, die voordtdurend met een fictieve oom op de proppen komt en continu verzinsels over zijn vader opdist, verwijt mij: “Ook de fatsoengrens is hij al lang voorbij: hij sleept Graaffs familie erbij.”
Tsja.
13: “De zeer omstreden beurs is de grootste en meest omstreden van Nederland.” Zegt één persoon. Of wacht, drie: Arthur, Graff en zijn spatie.
14. “In december keurden zowel het Algemeen Dagblad als de Volkskrant net als Kassa de nazi- en holocaustbeurs af.”
Ook weer kolder.
15: Weer dist Graaff een hele trits namen op, van mensen en organisaties die puur op de misleide informatie hen voorgekauwd door Graaff, tot een standpunt zijn gekomen. Waarbij het me niet zou verbazen dat zij na een bezoek aan de beurs tot een ander oordeel komen.
Graaff ondergraaft zijn eigen betoog
Voor de zoveelste maal draaft Arthur Graaff door.
1. De Militariabeurs Houten Houten als “nazi- en holocaustbeurs” omschrijven is onzinnig.
2. Graaff beweerde in een dreigbrief (d.d. 27-10-2021) aan me: “Hoewel ik in het verleden geen contacten met u had en zodoende evenmin de intentie had u te benadelen..Ik kende u immers niet.”
Nu toont hij een mail waaruit blijkt dat hij en ik in november 2019 contact hadden. Dit gebeurde nadat Graaff mij benaderde met het verzoek samen op te trekken in de handel tegen nazimilitaria.
Nu deed ik destijds onderzoek naar de handel in valse en/of onterecht aan bepaalde hoge nazi's toegeschreven voorwerpen, specifiek in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland. De situatie in Nederland had ik destijds nog niet onderzocht, zoals hier duidelijk te zien is: https://www.droog-mag.nl/hitler/2019/index.html
Mijn antwoord aan Graaff moet dan ook in dat licht gezien worden. Eerst twee jaar later, in 2021, ben ik me in de Nederlandse situatie gaan verdiepen, door in gesprek te gaan met Nederlandse handelaren en door tweemaal de Militariabeurs Houten te bezoeken en eenmaal, ter vergelijk, een militariabeurs in België.
Daardoor werd me meer dan duidelijk dat op de beurzen in Nederland niets illegaals gebeurt, dat louche handelaren daar niet getolereerd worden en dat beursorganisatoren er alles aan doen om replica's en vervalsingen te weren. Van nazi-verering is sowieso geen sprake.
Kortom: door voortschrijdend inzicht heb ik mijn standpunt bijgesteld. Wie dat “huichelen” noemt is oprecht gestoord.
3. Graaff toont ongevraagd een mail van mij aan hem. Dat is inbreuk op het briefgeheim. Niet zo netjes van Graaff. Maar ik ben toch blij dat hij dit gedaan heeft, want zelf was ik deze mail door een mailprogrammacrash kwijtgeraakt. Het is alleen jammer dat Graaff zijn mail aan mij, waarmee het contact begon, niet toont. Maar goed, rommelen met bewijsmateriaal is hem wel toevertrouwd.
4. Graaff noemt mij “de rechtse publicist”. Op grond waarvan is mij een raadsel. Ik stem sinds mijn 18de op partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum. In mijn politieke nieuwsgedichten die op The Post Online (TPO) worden gepubliceerd fulmineer ik regelmatig tegen rechtse tot extreem-rechtse partijen en politici. En in tegenstelling tot Graaff heb ik in mijn jonge jaren fysiek strijd geleverd tegen neo-nazi's, in Duitsland en Nederland.
5. Graaff voert geroeptoeter van voormalig CDA-Justitieminister Grapperhaus en niet in behandeling genomen aangiftes van misleide Joodse organisaties op om zijn stelling te verdedigen. Ga zo door, Graaff!
6. Graaff noemt mij “regiodichter”. Laat ik veel geweest zijn en gedaan hebben– eerste Groninger stadsdichter, gemeentedichter van Emmen, het ontwikkelen van de eenzame uitvaart en ook actief geweest als internationaal actief spoken word dichter (met betaalde optredens in Zuid-Afrika, Iran, Engeland, Zwitserland, Armenië, Kroatië en nog een viertal andere landen) – maar regiodichter ben ik nu juist niét. Ik zou dat graag ook willen zijn, maar een mens kan niet alles hebben.
7. Graaff stelt dat ik een hetze voer tegen critici van de beurs. Critici? Wie zijn dat dan? Ah! Arthur, Graaff en de spatie tussen die twee namen. Tegen dit ogenschijnlijk meervoudige wezen voer ik echter geen hetze: ik bericht kritisch over de acties en uitlatingen van de spatie, Graaff en de daar achteraan hollende Arthur.
8. Hij stelt dat ik de handel vergoelijk en linkt twee artikelen waarin met open blik kritisch naar de handel op de beurs gekeken wordt.
9. Graaff stelt dat ik al anderhalf jaar een hetze zou voeren tegen, weer dat meervoud, “antifascisten.” Wie die antifascisten zijn? Jawel, Arthur, een spatie en ene Graaff. Hij stelt ook dat ik hem uitmaak voor “gek”, “gestoord” en “idioot”. Daarin heeft hij een puntje. Aanvankelijke benoemde ik alleen zijn acties en uitlatingen zo. Maar inmiddels ben ik ervan overtuigd dat dit milde bewoordingen zijn om de spatie met bijbehorende namen te duiden.
10. Graaff stelt voor de zoveelste keer twee boeken over de oorlog geschreven te hebben. Boeken die onvindbaar zijn in de Koninklijke Bibliotheek. Ook via Marktplaats.nl en www.boekwinkeltjes.nl zijn die werken niet te traceren. Mogelijk heeft Graaff ze geschreven – maar geen uitgever is zo gek geweest de manuscripten in boekvorm uit te geven. Indien wel, dan zie ik graag het bewijs. Zie hiervoor ook: https://www.droog-mag.nl/2020/ag/auteur.html
Los daarvan, als ik prestigieuze Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) raadpleeg, kom ik Arthur Graaff niet tegen. Wel ene Droog, Bart FM:
https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=droo001
11. Graaff stelt dat ik elke journalistieke norm negeer, en dat ik niet aan hoor/wederhoor zou doen. Maar Graaff geeft al van te voren aan niet te willen reageren op vragen.
Zie bijvoorbeeld deze opmerking van Graaff, onlangs op Indymedia: “PS: voor wie twijfelt of ik dit wel zelf geschreven kan hebben: bel me gerust op 06 [telefoonnummer gedelete – Droog]. (ik neem overigens alleen op als ik een nummer zie en praat alleen als iemand zijn/haar naam netjes noemt. Verder iedereen welkom, behalve natuurlijk Droog en zijn misleide, agressieve vrienden van de treurige rechtse propagandasite The Post Online). ”
Bron: https://www.indymedia.nl/node/51106#comment-36410
12: Graaff, die voordtdurend met een fictieve oom op de proppen komt en continu verzinsels over zijn vader opdist, verwijt mij: “Ook de fatsoengrens is hij al lang voorbij: hij sleept Graaffs familie erbij.”
Tsja.
13: “De zeer omstreden beurs is de grootste en meest omstreden van Nederland.” Zegt één persoon. Of wacht, drie: Arthur, Graff en zijn spatie.
14. “In december keurden zowel het Algemeen Dagblad als de Volkskrant net als Kassa de nazi- en holocaustbeurs af.”
Ook weer kolder.
15: Weer dist Graaff een hele trits namen op, van mensen en organisaties die puur op de misleide informatie hen voorgekauwd door Graaff, tot een standpunt zijn gekomen. Waarbij het me niet zou verbazen dat zij na een bezoek aan de beurs tot een ander oordeel komen.