Parlementair-monetair gedachtegoed maakt crisis op zeker moment totaal onbeheersbaar.
Om het alom aanwezige wantrouwen te doorbreken en daarmee de weg tot herstel van het broodnodige vertrouwen op te gaan, zullen wij ons allereerst moeten bezinnen op de tijd waarin wij leven en de implicaties daarvan. Wat ons tijd betreft valt niet alleen het mondiale karakter daarvan op, maar ook het feit dat hij doortrokken is van de alom onderschreven mensenrechten. Dit houdt in dat onze tijd “vraagt” om een mondiaal beleid waarin de mensenrechten daadwerkelijk gerespecteerd worden. Voor het antwoord daarop is een grensoverschrijdend richtinggevend toekomstbeeld vereist.
Gelukkig is dat er, te weten: “De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UV)”. Het gemeenschappelijk door alle volkeren en alle naties te bereiken ideaal (preambule UV). Om dat ultieme politieke doel in het vizier te krijgen zal gebroken moeten worden met het dictatoriale parlementaire (wie regeert, dicteert) en monetaire (wie betaalt, bepaalt) gedachtegoed en de daarop gebouwde seculiere heilige huisjes, het parlementaire en monetaire bestel.
Wat die verstrekkende doorbraak betreft, zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet. Wij leven namelijk in een tijd waarin alle heilige huisjes stuk voor stuk worden afgebroken ten bate van het belang van het algemeen: “Het nalaten van een leefbare (nooit meer oorlog) wereld aan onze eerste zorg, ons nageslacht”. Het alomvattende vredesideaal waar de ideële mondiale smeltkroes die VN heet, zijn bestaan aan te danken heeft. Tot het produceren van vrede zal hij echter niet in staat zijn, zolang de parlementaire-monetaire vlam die hem verhit blijft branden. Met andere woorden, zolang wij blijven geloven dat in beurskoersen en verkiezingsuitslagen de oplossing van de crisis gelegen is, waar de formatieonderhandelingen een sprekend voorbeeld van zijn, zal deze met de dag in omvang blijven toenemen en op zeker moment totaal onbeheersbaar worden.