Verslag Klimaatactiekamp Leuven 2012

Nieuws, gepost door: nn op 13/08/2012 08:07:04

Wanneer: 13/08/2012 - 08:45

Van 03 tem 08 augustus vond het vijfde klimaatactiekamp op rij in plaats ons land. Ditmaal in Leuven. Tijdens zo'n kamp komen vaak tot honderden mensen gedurende een week samen om ervaringen uit te wisselen, workshops en debatten mee te maken, duurzaam, klimaatneutraal en veganistisch te leven en natuurlijk ook samen vreedzaam actie te voeren.Een overzicht van de verschillende acties.

(deze tekst verscheen al op de wereld morgen, http://www.dewereldmorgen.be/foto/2012/08/11/klimaatactiekamp-2012-overz..., http://www.dewereldmorgen.be/foto/2012/08/12/klimaatactiekamp-2012-overz...)

Klimaatactiekamp 2012: overzicht acties (1)

Van 03 tem 08 augustus vond het vijfde klimaatactiekamp op rij in plaats ons land. Ditmaal in Leuven. Tijdens zo'n kamp komen vaak tot honderden mensen gedurende een week samen om ervaringen uit te wisselen, workshops en debatten mee te maken, duurzaam, klimaatneutraal en veganistisch te leven en natuurlijk ook samen vreedzaam actie te voeren.Een overzicht van de verschillende acties.

Zaterdag 04 augustus: Bankentocht

Omstreeks 14:00u kwamen een honderdtal klimaatactivisten bijeen aan het Leuvense station , voor een bankentocht door de binnenstad.Aan verscheidene banken werd halt gehouden,en werd uitleg verschaft over wat er mis is met deze banken:

Banken gebruiken het geld van spaarders om te investeren in projecten, bedrijven et cetera. Zij hebben hiermee een unieke positie, aangezien deze vaak niet kunnen bestaan zonder het geleende geld van de banken. Maar banken gaan daarbij vaak niet verantwoord te werk. Waar zij bij machte zijn alleen duurzame, groene projecten levensvatbaar te maken, kiezen zij net zo makkelijk voor investeringen in kolenmijnen en -centrales, kernreactoren, teerzanden en dergelijke.

Dit is een sterk onderbelichte praktijk van banken, die al kritiek hebben gehad voor het doen ontstaan van de kredietcrisis door het creëren van een krediet-bubbel die intussen is geknapt (en overigens weer wordt opgeblazen, je weet immers maar nooit), maar die nu ook verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het niet-verduurzamen van de energie-sector en grote chemische bedrijven. Zouden zij ervoor kiezen om ‘foute’ projecten niet te ondersteunen, dan zouden deze projecten, bij gebrek aan geld, niet van de grond kunnen komen.
Hierin zijn verschillende gradaties.

Bankenranking: (met dank aan, FairFin)

Bankenranking geeft een antwoord op de vraag: "Hoe hoog is het risico dat mijn bank betrokken is bij schadelijke investeringen?"Dit gebeurt aan de hand van het investeringsbeleid en de schadelijke investeringen van bankgroepen op vier domeinen:

Leefomgeving: bedrijven die ernstige of onomkeerbare milieuschade veroorzaken en bedrijven die de leefomstandigheden van lokale bevolkingsgroepen ernstig schaden;

Vrede: producenten van wapens die het Internationaal Humanitair recht schenden, of wapens exporteren naar landen die de mensenrechten systematisch schenden;

Vrijheid en democratie: bedrijven die dictaturen en repressieve regimes van wezenlijke steun voorzien.

Waardig werk: bedrijven die systematisch de basis-arbeidsrechten overtreden: kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie, onderdrukking vakbondsvrijheid, ..

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het risico dat een bank betrokken is bij schadelijke investeringen van nature ‘zeer hoog’ is.Wanneer een bank op één van de vier domeinen een degelijk beleid ontwikkelt, zakt het risico.

Een degelijk beleid houdt in:

Degelijke criteria: het beleid concretiseert welke investeringen niet kunnen. De gehanteerde begrippen in het beleid wijken niet sterk af van definities uit gezaghebbende documenten (bvb. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Ruim toepassingsgebied: het beleid geldt voor alle investeringen en financieringen van de bankgroep

Duidelijkheid over toepassing: de bankgroep maakt publiek duidelijk met voorbeelden (namen of omschrijvingen van bedrijven/praktijken) welke investeringen wel doorgegaan zijn of welke niet.

AXA:

Ondanks inspanningen omtrent het afbouwen van controversiële investeringen in wapens, blijft het risico op schadelijke investeringen bij AXA zeer hoog.

Onderzochte criteria: Leefomgeving: geen investeringsbeleid, Vrede: investeringsbeleid onvoldoende, Vrijheid & democratie: geen investeringsbeleid, Waardig werk: geen investeringsbeleid.

AXA heeft geen beleid rond waardig werk, leefomgeving en vrijheid & democratie. AXA verklaart dat het wacht op een politiek initiatief. Op die manier ontloopt de bank elke verantwoordelijkheid.

AXA heeft een beleid wat betreft het uitsluiten van anti-persoonsmijnen en clustermunitie.Dit beleid echter als onvoldoende, om twee redenen:

Het beperkte toepassingsgebied: het beleid geldt niet voor alle investeringen van AXA. Het beleid is enkel van toepassing op de investeringen die AXA doet voor eigen rekening - en sinds 2008 ook voor collectieve beleggingsfondsen beheerd door AXA IM. Het beleid heeft geen betrekking op beleggingsproducten voor institutionelen of op beleggingsproducten die niet door AXA IM beheerd worden.

Onduidelijkheid over de precieze toepassing: AXA maakt de uitvoering van haar beleid niet concreet. Nergens wordt duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

AXA had begin 2010 aandelen in bezit of in beheer van volgende omstreden bedrijven:

Total - US$ 1119,13 miljoen: Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.

Wal-Mart – US$ 1112 miljoen: de Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.

Vedanta Resources - US$ 331,33 miljoen: Vedanta is een Indisch mijnbouwbedrijf dat zonder toestemming inheemse volkeren van hun gronden verdrijft in in India. Bovendien dumpte het bedrijf giftig afval India en Zambia.

Freeport McMoRan – US$ 880,11 miljoen: Freeport McMoRan baat de Grasbergmijn in de Indonesische provincie Papoea uit - de grootste goudmijn ter wereld. Freeport loost dagelijks 230.000 ton vervuild steengruis in lokale rivieren. Tegenstanders en manifestanten werden in het verleden al bijzonder hardhandig aangepakt door ingehuurde militairen.
BNP Paribas:

Het risico op schadelijke investeringen door BNP Paribas is hoog.

Onderzochte criteria:Leefomgeving: investeringsbeleid onvoldoende Vrede: investeringsbeleid voldoende, Vrijheid & democratie:investeringsbeleid onvoldoende,Waardig werk:investeringsbeleid onvoldoende.

BNP Paribas beschikt niet over een degelijk uitgewerkt beleid over waardig werk, leefomgeving en vrijheid & democratie. BNP Paribas geeft aan dat bij kredietbeslissingen milieu-risico’s in rekening gebracht worden. Voor investeringen in verzekeringsproducten integreert de bank ook sociale- en milieucriteria. Het beleid van BNP Paribas is onvoldoende, om drie redenen:

Onduidelijke criteria: BNP Paribas maakt nergens concreet welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.

Beperkt toepassingsgebied: het beleid geldt niet voor alle investeringen van de bankgroep.
Onduidelijkheid over de toepassing: BNP Paribas maakt de uitvoering van het beleid niet concreet. Nergens wordt duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

BNP Paribas heeft een degelijk beleid m.b.t. het uitsluiten van een aantal controversiële wapens: anti-persoonsmijnen, clustermunitie, wapens met verarmd uranium, biologische wapens en chemische wapens. BNP Paribas sluit ook de financiering uit van de export van niet controversiële wapens aan landen die onder het wapenembargo van Frankrijk, de EU, de VS en de VN vallen, en aan landen waarvan de veiligheidsraad van de VN oordeelt dat er ernstige mishandeling van kinderen plaatsheeft tijdens een conflict. Het beleid wordt als voldoende geëvalueerd.

Voldoende sterke criteria: het beleid omschrijft duidelijke concrete ondergrenzen voor investeringen in de wapenindustrie.
Voldoende toepassingsgebied: dit beleid geldt voor alle financieringen en investeringen van BNP Paribas.

Duidelijkheid over toepassing: BNP Paribas hanteert een lijst met namen van de bedrijven die door zijn beleid van financiering uitgesloten worden.Het risico op schadelijke investeringen door BNP Paribas is hoog. Hopelijk kan BNP Paribas het risico op schadelijke investeringen in de nabije toekomst drastisch verlagen.

Investeringen van BNP Paribas in omstreden bedrijven:

In augustus 2007 nam BNP Paribas met € 56 miljoen deel aan een tijdelijk overbruggingskrediet met een totale waarde € 815 miljoen, aan Vedanta Resources. Eerder verdreef het Indische mijnbedrijf inheemse bevolkingsgroepen van hun land. Het bedrijf dumpte ook toxisch afval in India en Zambia.

In juni 2008 financierde BNP Paribas een deel (€ 82 miljoen) van een lening aan investeringsbedrijf Sakhalin Energy, goed voor een totale waarde € 3,4 miljard. Het geld is bedoelt om fase 2 van het Russische Sakhalin II project te financieren. Het project bracht de plaatselijke fauna en flora enorme schade toe. Er werden zo'n 800 kilometerlange pijpleidingen aangelegd langs de kusten van het Sakhalin-eiland, waar nog amper 120 exemplaren van de ernstig bedreigde Westerse grijze walvissen leven.

In maart 2007 nam BNP Paribas deel aan een lening van mijnbouwbedrijf Freeport McMoran. BNP participeerde voor € 34 miljoen in een doorlopend krediet van € 1,1 miljard. Met een bedrag van € 227 miljoen nam BNP Paribas ook deel aan een lening van € 7,5 miljard. Freeport McMoRan baat onder meer de Grasbergmijn in de Indonesische provincie Papoea uit - de grootste goudmijn ter wereld. Freeport loost er dagelijks zo'n 230.000 ton vervuild steengruis in lokale rivieren. Tegenstanders en manifesten werden in het verleden al bijzonder hardhandig aangepakt door ingehuurde militairen.

BNP had in juni 2009 omstreden aandelen in bezit of beheer van volgende bedrijven:

Total - US$ 259,93 miljoen: Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.

Wal-Mart – US$ 213,6 miljoen: de Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.

Suncor - US$ 142,47 miljoen: Suncor Energy is één van de grootste bedrijven die actief zijn in de Canadese olie-ontginning uit teerzand. Oliewinning uit teerzand genereert tot vier keer meer broeikasgassen dan de ontginning van conventionele ruwe olie.

Er werden op de verschillende banken rustig stickers geplakt, aangezien wild-plakken 'niet mag'.

Citibank:

Het risico op schadelijke investeringen door Citibank is zeer hoog.

Onderzochte criteria:Leefomgeving:investeringsbeleid onvoldoende
Vrede: geen investeringsbeleid, Vrijheid & democratie:investeringsbeleid onvoldoende
Waardig werk: investeringsbeleid onvoldoende

Citibank heeft geen degelijk uitgewerkt beleid rond waardig werk, leefomgeving en vrijheid & democratie. Wel heeft Citibank een specifiek beleid rond duurzame bosbouw en CO2-emissies. Verder heeft Citibank een risicomanagementbeleid met betrekking tot ecologisch waardevolle biotopen, het gebruik van gedwongen arbeid of schadelijke kinderarbeid. Dit beleid sluit sommige schadelijke financiële transacties uit. Net als andere Amerikaanse banken mag Citibank van de wetgever geen activiteiten opzetten of financieren in Soedan.

Het beleid van Citibank is onvoldoende, om drie redenen:

Onduidelijke en onvoldoende sterke criteria: er blijft ruimte voor heel wat schadelijke investeringen. Tevens maakt Citibank onvoldoende duidelijk welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.

Onduidelijk toepassingsgebied: het blijft onduidelijk in hoeverre het beleid van Citibank ook geldt voor rekening van derden.

Onduidelijkheid over de toepassing: Citibank maakt de uitvoering van haar beleid nergens concreet. Er wordt onvoldoende duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

Citibank heeft geen beleid tegenover de wapenindustrie. Dit gebrek aan beleid levert Citibank vanzelfsprekend een onvoldoende score op.

Investeringen van Citibank in omstreden bedrijven:

In februari 2007 faciliteerde Citibank een vijfjarige lening aan het Chinese Dongfeng Motor Company. Citibank participeerde in de lening voor een bedrag van € 30 miljoen. DFL, één van de de dochterondernemingen van Dongfeng, leverde militaire vrachtwagens aan het regime in Birma - en steunde op die manier de gewelddadige militaire dictatuur in het land.
In juli 2005 participeerde Citibank met € 145 miljoen aan een doorlopend krediet van € 3 miljard krediet aan EADS. EADS is de op één na grootste wapenproducent van Europa, en is ook betrokken bij de productie van kernwapens.

In juli 2006 nam Citibank voor € 20 miljoen deel aan een doorlopend krediet van in totaal US$ 465 miljoen aan PT Freeport Indonesia, een dochteronderneming van Freeport McMoRan. Freeport McMoRan baat onder meer de Grasbergmijn in de Indonesische provincie Papoea uit - de grootste goudmijn ter wereld. Freeport loost er dagelijks zo'n 230.000 ton vervuild steengruis in lokale rivieren. Tegenstanders en manifesten werden in het verleden al bijzonder hardhandig aangepakt door ingehuurde militairen

Citibank had in juni 2009 omstreden aandelenbelangen in bezit of beheer van volgende bedrijven:

Total - US$ 19,42 miljoen: Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.

Wal-Mart – US$ 387,9 miljoen: de Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.

Freeport McMoRan - US$ 60,81 miljoen: Freeport McMoRan baat onder meer de Grasbergmijn in de Indonesische provincie Papoea uit - de grootste goudmijn ter wereld. Freeport loost er dagelijks zo'n 230.000 ton vervuild steengruis in lokale rivieren. Tegenstanders en manifesten werden in het verleden al bijzonder hardhandig aangepakt door ingehuurde militairen.

Deutsche Bank:

Het risico op schadelijke investeringen door Deutsche Bank is zeer hoog.

Onderzochte criteria:Leefomgeving:investeringsbeleid onvoldoende, Vrede: investeringsbeleid onvoldoende Vrijheid & democratie:geen investeringsbeleid,Waardig werk:geen investeringsbeleid.

Deutsche Bank heeft geen degelijk uitgewerkt beleid over de thema's leefomgeving en de wapenindustrie. Wel hanteert Deutsche Bank een specifiek beleid rond verboden producten als CFC (schadelijk voor de ozonlaag) en asbest. De financiering van deze producten is verboden. Verder hanteert Deutsche Bank een beleid om het risico op reputatieschade te managen, omtrent regenwouden, dammen, klimaatverandering en mijnbouw. Tenslotte heeft Deutsche Bank een beleid dat financiële transacties uitsluit indien deze gerelateerd zijn aan anti-persoonsmijnen, clustermunitie en ABC-wapens.

Het beleid van Deutsche Bank is onvoldoende, om drie redenen:

Onduidelijke en onvoldoende sterke criteria: er blijft ruimte voor heel wat schadelijke investeringen. Tevens maakt Deutsche Bank onvoldoende duidelijk welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.

Beperkt toepassingsgebied: het beleid is enkel van toepassing op verstrekte financieringen. De beleggingsfondsen vallen bijvoorbeeld niet onder dit beleid.

Onduidelijkheid over toepassing: Deutsche Bank maakt de uitvoering van het beleid niet concreet. Er wordt onvoldoende duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

Deutsche Bank heeft geen beleid m.b.t. tot waardig werk en vrede & democratie. Dit gebrek aan beleid levert Deutsche Bank een onvoldoende score op.

Investeringen van Deutsche Bank in omstreden bedrijven:

Deutsche Bank leende eind 2008 € 39 miljoen aan Endesa Chile, voor de financiering van het omstreden HidroAysén-project. Door middel van vijf nieuwe stuwdammen en bijhorende waterkrachtcentrales wil het bedrijf elektriciteit opwekken in Patagonië, een onherbergzame regio in het zuiden van Chili. Tientallen families moeten gedwongen verhuizen, en ook het unieke ecosysteem wordt onherstelbare schade toegebracht.

In juni 2007 regelde Deutsche Bank een obligatie-uitgifte voor Suncor Energy ter waarde van € 557,2 miljoen. Deutsche Bank onderschreef deze uitgifte voor € 78 miljoen. In september 2007 en juni 2008 onderschreef Deutsche Bank nog eens twee obligatie-uitgiftes, voor respectievelijk € 12,9 miljoen en € 45 miljoen. Suncor Energy is één van de grootste bedrijven actief in de Canadese olie-ontginning uit teerzand. Oliewinning uit teerzand genereert tot vier keer meer broeikasgassen dan de ontginning van conventionele ruwe olie.

Tussen november 2007 en april 2009 onderschreef Deutsche Bank zes obligatie-uitgiftes van wapenproducent Textron, ter waarde van US$ 400 miljoen, US$ 350 miljoen, US$ 100 miljoen, US$ 25 miljoen, US$ 300 miljoen en US$ 540 miljoen. Deutsche Bank participeerde voor respectievelijk US$ 133 miljoen, US$ 12,32 miljoen, US$ 100 miljoen, US$ 25 miljoen, US$ 100 miljoen en US$ 14,625 miljoen. Textron produceert onder meer clustermunitie.

Deutsche Bank had in juni 2009 omstreden aandelenbelangen in bezit of beheer van volgende bedrijven:

Total - US$ 1002,03 miljoen: Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.

Wal-Mart – US$ 767,9 miljoen:De Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.

Freeport McMoRan - US$ 95,45 miljoen: Freeport McMoRan baat onder meer de Grasbergmijn in de Indonesische provincie Papoea uit - de grootste goudmijn ter wereld. Freeport loost er dagelijks zo'n 230.000 ton vervuild steengruis in lokale rivieren. Tegenstanders en manifesten werden in het verleden al bijzonder hardhandig aangepakt door ingehuurde militairen.

Dexia:

Ondanks een degelijk beleid omtrent de wapenindustrie blijft het risico op schadelijke investeringen door Dexia voorlopig hoog.

Onderzochte criteria:Leefomgeving:investeringsbeleid onvoldoende,Vrede: investeringsbeleid voldoende,Vrijheid & democratie:geen investeringsbeleid

Waardig werk: investeringsbeleid onvoldoende.

Dexia hanteert een beleid over het thema leefomgeving. Verzekeringsproducten van het 'Portfolio 21'-project beleggen niet in bedrijven die ernstige milieuschade veroorzaken. Daartoe baseert Dexia zich op een lijst van bedrijven die worden uitgesloten door het Noors Pensioenfonds. Deze lijst wordt openbaar gemaakt. Verder sluit Dexia ook bedrijven uit die betrokken zijn bij schadelijke vormen van energiewinning.

Het beleid omtrent het thema leefomgeving is onvoldoende, om één reden:

Beperkt toepassingsgebied: de uitsluiting van bedrijven geldt enkel voor verzekeringsproducten, en niet voor alle producten en diensten.

Dexia heeft geen beleid ten aanzien van het thema vrijheid & democratie. De bank heeft geen financieringen lopen in de militaire dictatuur Birma, maar voor het overige is er geen concreet beleid. Het gebrek aan een dergelijk beleid levert Dexia een onvoldoende score op.

Dexia hanteert een beleid rond het thema waardig werk. Het 'Portfolio 21'-project herinvesteert verzekeringsreserves van de Dexia-groep. Het beleid schrijft voor dat deze reserves niet belegd kunnen worden in bedrijven en overheden die betrokken zijn bij ernstige overtredingen van de basisarbeidsrechten. Wat betreft de financieringen, stelt Dexia dat het de voorschriften van de International Labour Organisation respecteert (inclusief criteria rond kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie en vakbondsvrijheid).

Het beleid van Dexia is onvoldoende, om drie redenen:

Onduidelijke criteria: Dexia maakt nergens concreet welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.Beperkt toepassingsgebied: het beleid is niet geldig voor alle investeringen van Dexia.Onduidelijkheid over toepassing: Dexia maakt de uitvoering van het beleid nergens concreet.Nergens wordt duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

Dexia heeft een beleid met betrekking tot het uitsluiten van een aantal controversiële wapens, zoals anti-persoonsmijnen en clustermunitie. Dexia investeert dus niet in bedrijven die betrokken zijn bij dit soort wapentuigen. Wat betreft leningen gaat Dexia nog een stap verder: bedrijven die actief zijn in de productie of de ontwikkeling van offensief wapentuig of militair materiaal worden uitgesloten van financieringen.Het beleid is voldoende, om drie redenen:

Degelijke criteria: het beleid van Dexia omschrijft duidelijke, concrete ondergrenzen voor investeringen in de wapenindustrie. Het kredietbeleid gaat nog een stap verder.

Ruim toepassingsgebied: het beleid rond controversiële wapens geldt voor alle financieringen en investeringen.

Duidelijkheid over toepassing: Dexia maakt de uitvoering van haar beleid concreet via een publieke nota, die aanduidt welke investeringen in producenten van militair materiaal de bank wél nog doet.

Investeringen van Dexia in omstreden bedrijven:

Dexia maakt deel uit van een bankensyndicaat dat in juni 2008 een obligatie-uitgifte onderschreef van Total, ter waarde van € 59 miljoen.

Dexia had in begin 2010 omstreden aandelen in bezit of beheer van volgende bedrijven:

Total - US$ 137,93 miljoen: Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.

Wal-Mart – US$ 11,01 miljoen: De Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.

Petrochina – US$ 11,07 miljoen: Het Chinese oliebedrijf Petrochina beheert het grootste deel van de olie-industrie in Soedan, en is ook actief in Birma. Om het leger en de repressiegroepen te financieren, zijn de machthebbers in Soedan en Birma sterk afhankelijk van dit soort buitenlandse directe investeringen.

ING:

ING levert inspanningen om haar beleid aan te passen omtrent verschillende thema’s. Toch blijft het risico op schadelijke investeringen door ING hoog.

Onderzochte criteria:Leefomgeving:investeringsbeleid onvoldoende,Vrede: investeringsbeleid voldoende, Vrijheid & democratie:investeringsbeleid onvoldoende

Waardig werk: investeringsbeleid onvoldoende.

Wat betreft leefomgeving, beschikt ING niet over een degelijk beleid. Bij de financiering van bosbouw en plantages houdt de bank wel rekening met gevolgen voor bedreigde diersoorten en de rechten van inheemse volkeren. ING verleent geen kredieten aan bedrijven die betrokken zijn bij het ontbossen of platbranden van hoogwaardige bosgebieden en andere waardevolle natuurgebieden. Bijzondere aandacht is er voor de mensenrechten in voedings- en landbouwbedrijven. In de sectoren natuurlijke hulpbronnen (bv. fossiele brandstoffen) en de chemische industrie wordt bij financieringsbeslissingen ook rekening gehouden met biodiversiteit en de rechten van inheemse volkeren.

Het beleid rond leefmilieu is onvoldoende, om drie redenen:

Onduidelijke en onvoldoende sterke criteria: ING hanteert onvoldoende sterke criteria die haar betrokkenheid in schadelijke investeringen kunnen vermijden. Verder maakt ING niet concreet welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.

Beperkt toepassingsgebied: het beleid geldt niet voor alle investeringen van ING. Het is bijvoorbeeld niet van toepassing op investeringen van ING-beleggingsfonden.

Onduidelijkheid over toepassing: ING maakt de uitvoering van het beleid niet concreet. Nergens wordt duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

ING heeft een degelijk beleid rond het uitsluiten van een aantal controversiële wapens: anti-persoonsmijnen, clustermunitie, uraniumwapens, biologische wapens, chemische wapens en nucleaire wapens. ING weigert verder elke financiering van wapenbedrijven die leveren aan gewapende groepen of landen die onder een wapenembargo vallen.

Het beleid rond vrede is voldoende, om drie redenen:

Voldoende sterke criteria: het beleid omschrijft duidelijke, concrete ondergrenzen voor investeringen in de wapenindustrie.

Voldoende toepassingsgebied: dit beleid geldt voor alle financieringen en investeringen van ING.
Duidelijkheid over toepassing: ING hanteert een lijst met namen van bedrijven die niet op financiering kunnen rekenen.

Wat betreft waardig werk, beschikt ING niet over een degelijk uitgewerkt beleid. Arbeidsrechten, gelijke kansen en discriminatie worden in rekening gebracht bij financieringsbeslissingen in de volgende sectoren: de industriële sector, de agrarische productie, natuurlijke hulpbronnen (bv mijnbouw) en de chemische industrie.

Het beleid rond waardig werk is onvoldoende, om drie redenen:

Onduidelijke en onvoldoende sterke criteria: ING maakt niet concreet welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.

Beperkt toepassingsgebied: dit beleid geldt niet voor alle investeringen van ING. Investeringen van ING-beleggingsfondsen vallen buiten het beleid.

Onduidelijkheid over toepassing: ING maakt de uitvoering van het beleid niet concreet. Nergens wordt duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

Investeringen van ING in omstreden bedrijven:

In mei 2006 nam ING deel aan een lening van US$ 320 miljoen aan Colbun, dat samen met Endesa Chile instaat voor de bouw van het omstreden HidroAysén-project. In augustus 2008 nam ING met € 22 miljoen opnieuw deel aan een lening van € 267 miljoen aan Colbun. Eind 2008 had Endesa Chile een langetermijnschuld van € 30 miljoen bij ING Bank.

Door middel van vijf nieuwe stuwdammen en bijhorende waterkrachtcentrales moet het HidroAysén-project elektriciteit opwekken in het onherbergzame Patagonië. Tientallen families moeten gedwongen verhuizen, en ook het unieke ecosysteem wordt onherstelbare schade toegebracht.

In december 2007 nam ING voor een bedrag van € 23 miljoen deel aan een lening van € 687 aan Lundin Petroleum. Lundin wordt door onderzoeksgroep Sudan Divestment Task Force (SDTF) geclassificeerd als één van de meest schadelijke bedrijven actief in Soedan, wegens haar directe steun aan de Soedanese regering. De Soedanese regering wordt beschuldigd van aanhoudende etnische zuiveringen in Darfur.

In april 2009 gaf Total Capital (een dochteronderneming van Total die zich bezighoudt met financiering) obligaties uit voor een bedrag van € 54 miljoen. ING tekende in op de uitgave, voor een bedrag van € 5 miljoen. Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.

ING had in begin 2010 omstreden aandelen in bezit of beheer van volgende bedrijven:

Total - US$ 346,97 miljoen: Total werkt samen met de Birmese militaire dictatuur om gas te winnen in het Yadana gasveld. Het project is de grootste inkomstenbron voor de militaire dictators. De aanleg van de pijplijnen in Birma is gepaard gegaan met dwangarbeid, moord en martelingen.

Wal-Mart – US$ 376,3 miljoen: De Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.

Vedanta Resources – US$ 5,37 miljoen: Vedanta is een Indisch mijnbouwbedrijf dat zonder toestemming inheemse volkeren van hun gronden verdrijft in in India. Bovendien dumpte het bedrijf giftig afval India en Zambia.

KBC:

Ondanks een degelijk beleid omtrent de wapenindustrie - en een aanzet voor een betere benadering van mensenrechtenthema’s - blijft het risico op schadelijke investeringen door KBC voorlopig hoog.

Onderzochte criteria:Leefomgeving:investeringsbeleid onvoldoende, Vrede: investeringsbeleid voldoende, Vrijheid & democratie:investeringsbeleid onvoldoende
Waardig werk: investeringsbeleid onvoldoende

KBC heeft geen degelijk beleid rond thema’s als waardig werk, leefomgeving en vrijheid & democratie. KBC zegt dat het geen kredieten verleent aan bedrijven die mensenrechten niet respecteren, of het leefmilieu in gevaar brengen. Ondertussen belooft KBC dat het werkt aan een algemene investeringspolitiek voor beleggingen. Dit nieuwe beleid zou rekening gaan houden met ecologische, sociale en ethische criteria. Het huidige beleid is onvoldoende, om twee redenen:

Onduidelijke en onvoldoende sterke criteria: KBC maakt niet concreet welke investeringen al dan niet door de beugel kunnen.
Onduidelijkheid over toepassing: KBC maakt de uitvoering van het beleid niet concreet. Nergens wordt duidelijk gemaakt welke investeringen nog doorgingen of welke niet.

KBC heeft een beleid over het uitsluiten van een aantal controversiële wapens, zoals anti-persoonsmijnen, clustermunitie en uraniumwapens. Wat betreft leningen, hanteert KBC een terughoudend beleid.

Het beleid is voldoende, om drie redenen:

Degelijke criteria: het beleid van KBC omschrijft concrete, duidelijke ondergrenzen voor investeringen in de wapenindustrie. Het kredietbeleid gaat nog een stap verder.
Ruim toepassingsgebied: het beleid omtrent controversiële wapens geldt voor alle financieringen en investeringen van KBC.

Duidelijkheid over toepassing: KBC hanteert een lijst met namen van bedrijven die niet op financiering kunnen rekenen. KBC maakt ook het bedrag bekend dat het investeert in andere takken van de wapenindustrie.

Investeringen van KBC in omstreden bedrijven:

In februari 2007 nam KBC voor een bedrag van € 23 miljoen deel aan een lening van € 767 miljoen aan CNPC, de hoofdaandeelhouder van PetroChina. De lening financierde CNPC’s investeringen in PetroKazakhstan. Het Chinese oliebedrijf Petrochina beheert het grootste deel van de olie-industrie in Soedan, en is ook actief in Birma. Om het leger en de repressiegroepen te financieren, zijn de machthebbers in Soedan en Birma sterk afhankelijk van dit soort buitenlandse directe investeringen.

In december 2007 nam KBC deel aan een bankensyndicaat, om een kredietfaciliteit van € 700 miljoen toe te kennen aan Lundin Petroleum. Lundin wordt door onderzoeksgroep Sudan Divestment Task Force (SDTF) geclassificeerd als één van de meest schadelijke bedrijven actief in Soedan, wegens haar directe steun aan de Soedanese regering. De Soedanese regering wordt beschuldigd van aanhoudende etnische zuiveringen in Darfur.

KBC had in begin 2009 omstreden aandelenbelangen in bezit of beheer van volgende bedrijven:

Total - US$ 127,37 miljoen:Total werkt samen met de militaire dictatuur in Birma, voor de ontginning van het Yadana-gasveld. Dit project vormt de grootste inkomstenbron van de militaire dictatuur in Birma. De aanleg van gaspijplijnen in Birma ging onder meer gepaard met dwangarbeid, moord en martelpraktijken.
Wal-Mart – US$ 76,29 miljoen: De Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart is omstreden vanwege systematische schendingen van de meest elementaire arbeidsrechten - zowel in de VS als bij haar toeleveranciers.
Freeport McMoran – US$ 13,12 miljoen: Freeport McMoRan baat onder meer de Grasbergmijn in de Indonesische provincie Papoea uit - de grootste goudmijn ter wereld. Freeport loost er dagelijks zo'n 230.000 ton vervuild steengruis in lokale rivieren. Tegenstanders en manifesten werden in het verleden al bijzonder hardhandig aangepakt door ingehuurde militairen.

Zaterdag 04 augustus: Actie bij ‘Hapje Tapje’

HapjeTapje is een evenement in Leuven waarbij verschillende restaurants en cafe’s kleine maar dure hapjes klaarmaken waarin dikwijls vlees is verwerkt. Nog los van de ethische aspecten, is vlees een van de grootste aandrijvers van de klimaatveranderingen door de grote hoeveelheid voedsel dat nodig is om vlees te kweken (een kilo vlees kan tot zeven kilo plantaardig voedsel kosten) en randeffecten zoals scheten van koeien door hun slechte dieet en een gigantische meststapel die achterblijft. Een volledig plantaardig dieet heeft een tot vijftien maal zo kleine ecologische voetafdruk als een dieet waar veel vlees aan te pas komt. Het stoppen met vleeseten zou daarom een grote stap zijn in de richting van een meer groene en duurzame levenshouding.

Tijdens een live-uitzending (VTM) van een kookprogramma rond HapjeTapje vanaf de Leuvense Grote Markt kwamen vier activisten daarom op het idee hiervoor meer aandacht te vragen. Zij maakten snel twee posters met onder meer ‘HapjeTapje is een grapje, Go Vegan’ en liepen, langs verbaasde security, probleemloos het podium op.

De presentator had even later door dat er ‘gasten’ waren en begon de teksten op de spandoeken voor te lezen. Extra aandacht voor de actie en dat was welkom. De slechte grapjes over foie-gras die daarna werden gemaakt door de koks konden de pret niet drukken. De activisten konden in de volle spot-lights ongestoord blijven staan voor enkele minuten, tot de security op hen afstapte en vriendelijk vroeg het podium te verlaten.

Zondag 05 augustus: Actie Parkveld

Er is een 15 hA groot stuk landbouwgrond aan de rand van Leuven dat sinds mensenheugenis bekend staat als de beste hoveniersgrond. De grond is heel vruchtbaar en heeft een prima waterhuishouding, dat zeggen de boeren die de grond bewerken en er vandaag aardappelen, graan, maïs en witloof op zetten. Parkveld vormt een groene corridor tussen de stad Leuven en de bedrijventerreinen van Haasrode en is daarom essentieel voor flora en fauna om op gezonde wijze te kunnen gedijen.

Uit het Leuvense beleidsplan:

“De stad wil agrarische gebieden vrijwaren van zonevreemde inmenging of verdringing.”

Maar dat geldt blijkbaar niet voor Parkveld…

Het mooie is dat deze grond de eigendom is van de Leuvenaars. Of juister gesteld: het OCMW van Leuven bezit de gronden en verpacht deze aan boeren uit omliggende gemeenten. Het land is dus in bezit van de gemeenschap.Maar boven de akkers hangt een donkere wolk die niet wil wijken, ze hangt daar al 20 jaar! Het is namelijk zo dat de stad Leuven hier liever een bedrijventerrein ziet verschijnen, een verkaveling en een reeks appartementen. Samen met de intercommunale Interleuven en de vastgoedfirma Extensa staat het stadsbestuur te popelen om eraan te beginnen.
Overzicht acties tijdens klimaatactiekamp 2012 Leuven.

Debat

Ze zijn zo ongeduldig dat ze een beetje slordig werden met de regels die je moet volgen als je landbouwgrond een nieuwe bestemming wil geven. Zo kwam het dat de Raad van State de plannen van Leuven al drie keer nietig verklaarde, de laatste keer was dat in november 2011. De Raad zette zich op één lijn met de buurtbewoners die vonden dat de stad eerst met hen en alle Leuvenaars moet overeenkomen tot waar het stedelijk gebied mag komen. Want voor je het weet verdwijnt niet alleen het Parkveld, maar worden ook Groenveld en Kareelveld en alle andere goede akkers door een laag beton overgoten.
Overzicht acties tijdens klimaatactiekamp 2012 Leuven.

Op de voorgrond zien we Michel Demeyere van de Vrienden van Parkveld en Hubert, niet te herplanten parkveldboom, in volle discussie.

De vastgoedpatroons van Extensa en Matexi kopen landbouwgronden op strategische plaatsen in Leuven en dat is echt niet om er biologische groenten te telen voor de Leuvenaars, het is grondspeculatie. Dit fenomeen -opkopen door kapitaalgroepen van landbouwgrond voor oneigenlijk gebruik- is een internationaal fenomeen en heet landroof, in het Engels ‘landgrabbing’. Zowel hier als in het Zuiden vinden wij deze praktijk onaanvaardbaar en een bewijs te meer dat wanneer banken en investeerders louter hun eigen winsten najagen wij daar met zijn allen de dupe van zijn.

Niet minder maar meer landbouwgrond hebben we nodig!

De actievoerders komen op voor het behoud van de agrarische gronden in Leuven, want zij geven ons de kans op het ontwikkeling van een lokaal voedselsysteem en dat is exact wat een klimaatneutrale stad nodig heeft. Indien we geen grondige verandering van ons voedselsysteem ontwikkelen, zullen we ons voedsel van heinde en ver blijven aanslepen en tot in het absurde laten verpakken, verslepen, koelen, nog eens verslepen naar een ander magazijn en anders verpakken en ga zo maar door. Op die manier gaan we het klimaat blijven opwarmen.
Maar uiteindelijk zullen het wel tuinders en akkerbouwers zijn die ons van graan en groenten voorzien. Waar gaan die hun grond vinden?

Elke Leuvenaar heeft elk jaar zeker 1,4 ha nodig om zich in voedsel te voorzien, dat is de voedselvoetafdruk van een gemiddelde Belg. Op die manier berekend, bezetten alle Leuvenaars tesamen een groot stuk landbouwgrond dat 126.000 hectaren groot is. Zelf heeft Leuven maar 1000 ha landbouwgrond dus al de rest palmen we in op een ander: stukken van Europese, Afrikaanse, Amerikaanse, Aziatische en zelfs Australische landbouwgrond worden voor de Leuvenaars bewerkt.

Tijdens de actie Parkveld kon iedereen meer te weten komen over Parkveld: de stadsplannen, het verzet van de buurtbewoners, de beslissing van de Raad van State, de natuurwaarde,
een praatje maken met de boeren die op dit land werken en vragen stellen over de gewassen die op het land staan,een vlaggetje kopen en dit op het Parkveld planten, een biobiertje drinken en iets eten aan het volop-zomerse-fruitkraam.

Er was ruime belangstelling was van de omwonenden en boeiende onderlinge discussie tussen 2 boeren over mono-cultuur versus agro-ecologie...
Overzicht acties tijdens klimaatactiekamp 2012 Leuven.
Zondag 05 augustus: Picnick voor vrede en de rol van Defensie rond klimaatverandering, energiezekerheid en wapenhandel.

Rond 15:00 klommen 3 actievoerders over de omheining van het militair domein Kwartier Cdt de Hemptinne te Heverlee, de uitvalsbasis van het inlichtingenplatform van het leger, waar de Information Operations Group en het Bataljon ISTAR (oftewel: Intelligence Survaillance Target Aquisition and Reconnaissance; een verkenningseenheid ) en de Special Force Group ,alsook de Inlichtingen en Veiligheidsschool (IVS) zich bevinden.

Andere actievoerders vatten post aan de hoofdingang van het militair domein. De drie actievoerders die effectief het terrein betraden, konden na een ongestoorde wandeling over het domein, even ongestoord tot bij de tanks geraken, waar picknick-laken (een peace-vlag),boterhammetjes met vegan-choco ,nootjes en soja-melk werden bovengehaald.
3 militairen stormden in alle paniek naar buiten om de picknickers te zeggen dat “Dit écht wel niet kon”. Er werd hen vriendelijk aangeboden om mee te komen picknicken, maar daar hadden de militairen geen oren naar. A3 posters met daarop door de kinderen van het klimaatactiekamp geschilderde bloemetjes aan de lopen van de tanks hangen was ook al uit den boze (stel dat de loop van zo’n tank erdoor afbrak).

Met één van de militairen werd een poging tot conversatie aangegaan omtrent het trainen van militairen op het Kwartier de Hemptinne, het begrip ‘oorlog’ en de rol van Defensie rond klimaatverandering, energiezekerheid en wapenhandel. Het enige dat deze militair kon uitbrengen was dat “Ik heb al veel geweld gezien”.

Op de vraag of hij dit dan niet absurd vond, kwam geen antwoord, hij beende daarna richting de actievoerders aan de ingangspoort. De twee andere militairen stonden er wat bedremmeld bij, en wilden duidelijk geen conversatie aangaan.
De actievoerders aan de ingangspoort namen foto’s en kregen te horen dat ze van alles foto’s mochten nemen “behalve van DAT gebouw, daar liggen onze wapens”. De soldaat vond ook dat als “zeven mensen hem na een kwartier nog niet konden overtuigen, dat dat toch wat zei over hun argumenten”, waarna een van de actievoerders tegen hem opmerkte dat dat “weleens meer over de soldaat kon zeggen”.

Wat werd er tijdens deze actie aangeklaagd? Terwijl steeds duidelijker wordt dat het bij klimaatverandering om onomkeerbare processen gaat, die mens en milieu hard raken, zijn er ook sectoren die hierin juist nieuwe mogelijkheden zien. De defensie-industrie spint garen bij het feit dat klimaatverandering meer en meer als een veiligheidsprobleem wordt beschouwd, vooral als een afgeleide van de komende olieschaarste. Nieuwe markten dienen zich aan…

De rol van klimaatverandering in het ontstaan of verhevigen van conflicten zal snel toenemen, zodra de consequenties ervan in bijvoorbeeld de beschikbaarheid van energie, voedsel, water en land voelbaar worden. Hoogleraar Vrede en Veiligheidsstudies Michael T. Klare onderscheidt drie typen conflicten op dit vlak: grondstofoorlogen vanwege schaarsheid van vitale materialen (zoals olie), grondstofoorlogen vanwege opwarming van de aarde (zoals conflicten over water en land) en oorlogen vanwege migratie (als een gevolg van grondstoftekorten en -conflicten).

Klimaatverandering wordt veelal als een 'dreigingsvermenigvuldiger' gezien, een element dat bestaande dreigingen en oorzaken van conflicten snel kan verhevigen.
Deze analyse wordt langzaam maar zeker ook zichtbaar in militaire strategieën. De ‘Nationale Veiligheidsstrategie’ van het Verenigd Koninkrijk noemde al in 2008 klimaatverandering ‘de grootste uitdaging voor globale stabiliteit en veiligheid, en daarom voor de nationale veiligheid.’ Gezien de zoveelste mislukte Klimaattop, in Durban afgelopen december, lijkt het besef van de ernst van klimaatverandering echter nauwelijks door te dringen op bestuurlijk niveau, althans niet in het rijkere deel van de wereld. De gevolgen zijn het hardst voelbaar in zogenaamde Derde Wereldlanden, waar men kampt met zaken als droogte, erosie en voedseltekorten. Klimaatverandering als een veiligheidsprobleem in militaire termen is dan weer vooral een westerse opvatting, waar men bedreigingen ziet in bijvoorbeeld klimaatvluchtelingen en conflicten over energievoorraden.

Deze cynische, egoïstische houding van het deel van de wereld dat ook in de eerste plaats verantwoordelijk is voor klimaatverandering is door een aantal ontwikkelingslanden de laatste jaren fel bekritiseerd.

‘Groenere krijgsmachten’?

Op het eerste gezicht lijkt defensie soms de meest uitgesproken milieuactivisten binnen de overheid te herbergen. Op geen enkel ander beleidsterrein schijnt men zo doordrongen van de noodzaak tot verandering in het licht van klimaatverandering. Vooral in het zoeken naar alternatieven voor fossiele brandstoffen lopen militairen voorop. Grote aanjager is de olieschaarste die in het verschiet ligt. Naarstig wordt gezocht naar mogelijkheden om het olie verslindende militaire apparaat minder olieafhankelijk te maken. In de tussentijd komt het veilig stellen van de toegang tot die schaarser wordende olievoorraden en het beschermen van transportroutes steeds centraler te staan in militaire strategieën.

Daarmee wordt de mythe van een 'groene' krijgsmacht ook doorgeprikt. Alle veranderingen zijn slechts op één ding gericht: het voortgaand ongestoord functioneren van de krijgsmacht zelf. En dat functioneren is volledig in tegenspraak met welke milieuvriendelijke maatregel dan ook. De krijgsmacht blijft een zeer milieubelastende instelling, gericht op het beschermen van een politiek en sociaal systeem dat gebaseerd is op de illusie van eindeloze economische groei, consumentisme en het nastreven van winst tegen welke (milieu)kosten dan ook.

Smeermiddel wapenhandel

De aanwezigheid van olie, maar ook de dreigende schaarste ervan, is een prima smeermiddel voor wapenhandel. Het letterlijk ruilen van wapens voor olie is geen onbekend fenomeen. Chinese wapenexporten naar landen in Afrika en Latijns-Amerika worden regelmatig met olie betaald. China lag zwaar onder vuur van de internationale gemeenschap wegens de ook tijdens de Darfur-oorlog voortgaande wapenexporten naar Soedan, die vergezeld gingen van snel groeiende olie-exporten de andere kant op. Ook de grootste Britse wapenovereenkomst uit de geschiedenis, de al sinds 1985 lopende Al-Yamamah-overeenkomst met Saudi-Arabië, wordt betaald met olie, oplopend tot 600.000 vaten ruwe olie per dag. Hoofdaannemer BAE Systems verdiende inmiddels tientallen miljarden ponden met de door beschuldigingen van corruptie omgeven deal.

Tactische transacties /Vlaamse wapenhandel.

Vlaams militair materiaal kan gemakkelijk in slechte handen vallen. In drie vierde van de dossiers kent de Vlaamse regering de eindgebruiker gewoon niet. Dit kan zeer kwalijke gevolgen hebben.
De Filipijnen gebruikten zo materiaal van het Mechelse Varec NV in de "ordehandhaving" op de eilanden Masbate en Mindanao. Ook bevestigde de studie dat materiaal van het bedrijf Mol uit Hooglede gebruikt werd bij de gewelddadige "bevriende" interventie van Saoedi-Arabië in Bahrein, in maart 2011.

De meest recente cijfers geven aan dat Vlaanderen voor 320,5 miljoen euro wapens exporteerde in 2010. Hiermee werden 330 vergunningen toegekend. Slechts twee vergunningen werden geweigerd. In totaal verdubbelde daarmee de Vlaamse export in vijf jaar.

Twee derde van deze export was bestemd voor de buitenlandse industrie, om zo vaak doorverkocht te worden. Hierdoor is de eindgebruiker van het Vlaams materiaal vaak onbekend. Tot zestig procent van de uitvoer ging naar Europese landen. Daarnaast zijn vooral de Verenigde Staten en Azië belangrijke afzetmarkten.

Voor tien procent van de export in 2010 bevond de laatst gerapporteerde gebruiker zich in het Midden-Oosten of de Magreb. Onder de afnemers: Saoedi-Arabië, Egypte en Bahrein. MO* berichtte eerder ook over de zijwegen waarlangs Vlaamse wapens in de handen van twijfelachtige regimes terecht komen.

De Vlaamse wapenindustrie is een derde van de omvang van die in Wallonië. Vlaanderen produceert vooral hoogtechnologische componenten, die dan in het buitenland geassembleerd worden tot wapensystemen. In Wallonië worden ook volledige wapens gemaakt, waarvan de wapenleveringen van FN Herstal aan Kadhafi’s regime eerder al zorgden voor ophef.

Deze casussen zijn slechts enkele voorbeelden. Meer dan zeventig procent van de –niet onderzochte– gevallen zijn onbekend.

Bij onze Noorderburen, Nederland, ziet het er al niet veel rooskleuriger uit:

Van de vijfentwintig belangrijkste olie-exporterende landen buiten EU en NAVO is ruim twee derde klant van de Nederlandse wapenindustrie of Defensie (afgestoten materieel). Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Nigeria, Koeweit, Venezuela, Qatar, Oman, Saoedi-Arabië, Maleisië en Indonesië behoren tot de top-25 van grootste afnemers van Nederlandse wapens buiten EU/NAVO+-verband. Dit zijn allemaal leveranties die als controversieel bestempeld kunnen worden, op twee gronden: het zich voordoen van interne conflicten en/of het aan de macht zijn van repressieve regimes.

Meestal moeten leveranties en het wel erg gemakkelijk afgeven van vergunningen daarvoor in het kader geplaatst worden van het onderhouden van goede relaties met landen die olie exporteren of belangrijk zijn met het oog op de toevoer daarvan. Ook doorvoer van wapens kan meestal probleemloos naar dergelijke bestemmingen plaatsvinden. De afgelopen jaren vielen bijvoorbeeld omstreden doorvoerzendingen naar Kazachstan (traangasgranaten), Oman (traangas- en rookgranaten) en Nigeria (munitie) op.

Wanneer lucratieve contracten zich aandienen spelen daarnaast de belangen van de defensie-industrie een rol bij de soepelheid in het afgeven van exportvergunningen. Een aantal landen besteedt de enorme bedragen die met de export van olie binnengehaald worden aan buitensporige wapenaankopen. De VAE behoren om die reden tot de grootste wapenimporteurs ter wereld.

Ook Nederlandse bedrijven profiteren daarvan mee. Thales Nederland haalde in 2009 een deal van ruim 170 miljoen dollar binnen voor de verkoop van een digitaal communicatiesysteem voor tanks. Het repressieve karakter van het regime in de VAE staat het afgeven van wapenexportvergunningen nooit in de weg. Venezuela geeft met name de laatste jaren grote bedragen uit aan internationale wapenaankopen. Ook hier behoort Nederland tot de leveranciers. In dezelfde regio voert Brazilië de bewaking van recentelijk ontdekte olie- en gasvoorraden voor de kust als één van de redenen op voor de vele wapenaankopen in de afgelopen jaren. Ondertussen woedt in Latijns-Amerika, mede door de aankoopdrift van deze twee landen, een zorgwekkende wapenwedloop.

In Nederlandse wapenexporten is de link met de aanwezigheid van olie in de ontvangende landen ook regelmatig te leggen. Soms ligt dit wel heel dicht aan de oppervlakte: in 2009 kreeg scheepsbouwer TP Marine zonder problemen een vergunning voor een controversiële levering van catamarans voor troepenvervoer aan Nigeria, ondanks het slepende gewapende conflict in de Niger-delta en de mensenrechtenschendingen door politie en (para)militairen die in dat kader aan de orde van de dag zijn. De Nederlandse regering verdedigde deze levering, die overduidelijk in strijd is met de geldende EU-wapenexportregels, met een expliciete verwijzing naar de bescherming van olieplatforms van onder meer Shell in de regio.

De band tussen TP Marine en de Nigeriaanse marine is steeds inniger geworden: vorig jaar werd de bouw van een gezamenlijke werf in de haven van Lagos aangekondigd. Met deze faciliterende rol geeft TP Marine de marine een vrijbrief haar werf te gebruiken om de interne repressie in het belang van de heersende elite en de grote oliebedrijven nog verder op te voeren.
Nieuwe veiligheidsmarkten

Klimaatverandering speelt ook een indirecte rol als katalysator voor het ontstaan van nieuwe afzetmarkten voor de defensie-industrie. Grensbeveiliging is hier een duidelijk voorbeeld van. In de toekomst zal door de gevolgen van klimaatverandering veroorzaakte migratie alleen maar toenemen, terwijl de landen waar naartoe gevlucht wordt steeds drastischere maatregelen nemen om de vluchtelingenstromen buiten te houden.

Het Europese wapenbedrijf EADS, met hoofdkantoor in Leiden, behoort tot de grootste profiteurs op dit vlak. Het leverde de Bulgaarse en Roemeense grenspolitie communicatietechnologie en is betrokken bij een groot Saoedisch grensbewakingsproject. Veel defensiebedrijven zijn ook actief met grensbeveiligingsprojecten in het kader van het EU-onderzoeksprogramma Framework Program 7. En nu de Europese Commissie en het Europees Parlement eind vorig besloten hebben dat het Europese grensbewakingsagentschap Frontex eigen militair materieel, zoals helikopters en schepen, aan mag gaan schaffen voor grensbewaking in het Middellandse Zeegebied, liggen nieuwe afzetmogelijkheden in het verschiet.
‘Groene’ wapens.

BAE Systems was in 2006 een van de eerste grote wapenproducenten die een hele nieuwe serie ‘milieuvriendelijke wapens’ in de markt zette. Daartoe hoorden onder meer kogels met minder lood, raketten met minder gifstoffen en pantservoertuigen met lagere CO2-uitstoot. Andere bedrijven volgden, vooral met het gebruik van alternatieve energie. Boeing ontwikkelde een gevechtsvliegtuig op biobrandstof, de Green Hornet. General Dynamics ontwierp een 'groene' straalmotor en Raytheon werkt samen met Cyclone Power Technologies aan een motor die onder meer op algen en afvalolie kan lopen. EADS presenteerde een vliegtuig dat volledig op algen vliegt. Daarnaast is op het moment sprake van een ware race in de ontwikkeling van onbemenste vliegtuigjes (drones) op zonne-energie.

De toekomstige opbrengsten van wapenhandel bij aan olie gerelateerde conflicten en de ontwikkeling van 'groene' wapens lijken in het niet te gaan vallen bij de ongeziene winstmogelijkheden die gloren in een nieuwe markt. De organisatoren van de Energy Environmental Defense and Security (E2DS)-conferentie in 2011 maakten dit in hun juichende aankondiging onomwonden duidelijk: “De defensiemarkt is wereldwijd jaarlijks een biljoen dollar waard. De energie- en milieumarkt is minstens acht keer dit bedrag waard.” De conferentie werd gesponsord door grote wapenproducenten als Raytheon, Lockheed Martin, Finmeccanica, EADS en Thales, die de kassa al horen rinkelen.

Zo is Lockheed Martin al actief op de energiemarkt met energie-efficiëntie-programma's en warmtekracht- en zonne-energiecentrales. Vliegtuigmotorenproducent Pratt & Whitney bouwt een biomassa-warmtekrachtcentrale en wereldwijd rijden duizenden bussen op een elektronisch aandrijvingssysteem van BAE Systems.

De waarschijnlijk meest lucratieve nieuwe mogelijkheden voor de defensie-industrie zijn (satelliet)observaties, monitoring en dataverzameling en -analysering. In de 'Alliance for Earth Observations' werken bijvoorbeeld Boeing, Lockheed Martin en EADS hiertoe al samen met diverse onderzoeksinstituten. Telespazio, een joint venture van Finmeccanica en Thales, verzamelt en verwerkt in opdracht van de Italiaanse overheid data van het satellietsysteem Cosmo-SkyMed, om zowel milieurampen te monitoren en te voorkomen als voor civiele veiligheidsdoelen. GMES, een EU-satellietsysteem, kent dezelfde mix van doelen, waarbij de milieutoepassingen vooral een reclameverhaal lijken te zijn om de onderliggende veiligheidsagenda te verhullen.

In diverse projecten zijn onder meer TNO, Thales, Astrium, ATOS Origin, Finmeccanica, Qinetic en de Zweedse Defense Research Agency hiervoor werkzaam.

Greenwashing.

Net als het militaire apparaat grijpt ook de defensie-industrie de ontwikkeling van 'groene' wapens en de mogelijke civiele milieutoepassingen van militaire middelen aan voor een uitgebreide greenwashing-campagne. Helaas laten milieu- en natuurbeschermingsorganisaties zich hierbij, al dan niet in ruil voor forse bedragen, voor het karretje van wapenproducten spannen. Een voorbeeld is de sterke band tussen Northrop Grumman en de Amerikaanse organisatie Conservation International.

Samen riepen zij de defensie-industrie en natuurbescherming op, om de handen ineen te slaan om in actie te komen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Gezamenlijk zouden zij ‘de juiste middelen in de juiste handen’ moeten plaatsen. Een mooi verkooppraatje voor die ‘juiste middelen’, zoals monitoring- en dataverzamelingsystemen, die de defensie-industrie in de aanbieding heeft.

Lees hierover ook het artikel: Klimaatverandering en veiligheid: het Belgische en Europese beleid,over hoe Defensie vooral kijkt naar klimaatverandering.

De drie picknickende actievoerders werden overigens na een half uur door de opgetrommelde politie van het militair domein verwijderd en konden na identiteitscontrole terugkeren naar het kamp.

Maandag 06 augustus: actie tegen 4x4’s/SUV’s.

’s Morgenvroeg werd er actie gevoerd aan respectievelijk Autostad Leuven, Land Rover Leuven en Walton, allen gelegen aan de Brusselsesteenweg. Allen verkopen 4x4’s en/of SUV’s. Zware terreinwagens die niet in een stad thuishoren. Er werden spandoeken bovengehaald en passanten kregen flyers waarop de redenen van de protestactie werden uitgelegd:
Aangezien wij hier geen gebergte of woestijn hebben, is zo’n voertuig hier van geen enkel nut.(Misschien enkel om ego’s te strelen,als zijnde een statussymbool).
Overzicht acties tijdens klimaatactiekamp 2012 Leuven.

4x4’s stoten twee keer zoveel koolmonoxide, koolwaterstoffen en stikstofdioxide uit als personenauto's. Deze stoffen veroorzaken ozon en andere bouwen andere vervuilende stoffen op rond de steden, wat leidt tot een slechte luchtkwaliteit en gevaarlijke smog.

Het besturen van een 13mpg 4x4 in plaats van een 25mpg auto voor een jaar verspilt meer energie dan:

Een koelkastdeur open laten staan gedurende 7 jaar, een TV laten aanstaan gedurende 32 jaar, het licht in de badkamer aanlaten gedurende 34 jaar.

De extra transmissie-apparatuur en een hardere ophanging en het chassis die nodig zijn voor vier-wiel-aandrijving te laten rijden, levert dit een veel zwaardere voertuig, hetgeen maakt dat deze wagens absoluut niet veilig zijn.

Het extra gewicht van de 4x4's maakt dat ze automatisch meer een gevaar voor andere weggebruikers zijn wanneer deze betrokken zijn bij een botsing. Van basic mechanica weten we dat de kinetische energie van een voertuig, die moet worden afgevoerd in een crash, evenredig moet zijn met de massa.

Het unieke probleem met de terreinauto vorm dat dit extra gewicht gecombineerd wordt met extra hoogte. Hogere bumpers en verkeerde kreukelzones leiden tot extra gevaren voor voetgangers, fietsers, mensen in kleinere auto's en de inzittenden van de grote 4x4's zelf.Het gewicht en vooral de neusvorm en de hoogte van SUV’s/4x4’s bij ongevallen veroorzaakt ernstigere letsels dan bv een botsing tussen 2 personenauto’s. Bij ongevallen tussen SUV’s en personenauto’s is de kans dat iemand overlijdt zesmaal groter dan bij ongevallen tussen personenauto’s.

De kans op dodelijke afloop is groter bij ongevallen met SUV’s/4x4’s waarbij de SUV van rechts of links tegen de zijkant van de auto botst. Dit is overigens eenvoudig te verklaren daar de neushoogte van veel SUV's die zich niet zelden op dezelfde hoogte bevindt als de (onbeschermde) zijramen van een doorsnee personenauto. Hoewel SUV's/4x4’s als veilige auto's voor de inzittenden worden gezien, zijn er ook op dat punt nadelen. De veiligheid van de inzittenden van een SUV/4x4’s kan gevaar lopen doordat SUV's/4x4’s een grotere kans hebben te kantelen, vanwege het hoge zwaartepunt.

Stedelijke 4x4's zijn 25% meer ongevallen bij ongevallen betrokken dan saloon auto's en doen veel meer schade. 4x4-chauffeurs lopen 27% meer kans om een ongeval te veroorzaken.

De European New Car Assessment Programme (Euro-NCAP) voert crashtests van auto's verkrijgbaar in Europa. Van de top 10 auto's getest sinds 1998, is er geen enkele een 4x4.Grote 4x4’s bengelen aan de onderkant als het gaat om de veiligheid van voetgangers, zij krijgen een gemiddelde van de Euro-NCAP crash test score van slechts 4 op 36, tegenover 10 op 13 voor respectievelijk grote en kleine gezinsauto's.

Bij Autostad Leuven was de verantwoordelijke van de zaak niet aanwezig, een receptionist wou de actievoerders ook niet te woord staan: “Ik ben helemaal niet geïnteresseerd in 4x4’s of SUV’s, maar mijn job betaald goed, en nu: naar buiten!”

Hetzelfde scenario speelde zich af bij Land Rover , de zaakvoerder wou niet horen naar de argumenten van de actievoerders en zei letterlijk: In jullie wil ik mijn tijd niet steken, ik ben bezig met klanten”. Op de vraag wat het nut was van 4x4’s en SUV’s in het Belgische landschap kwam het verhelderende antwoord: “Het rijdt lekker”.

Onder de actievoerders was een jongen die kort voordien zélf aangereden was door een 4x4, en daardoor ernstige verwondingen opliep aan zijn onderbeen. De zaakvoerder wou zelfs niet luisteren naar zijn verhaal, en verweet de jongen te liegen…
De jongen houdt er nog steeds een beenvliesontsteking aan over....

De zaakvoerder van Walton, was wel bereid tot een gesprek, al mondde dit vrij vlug uit in de volgende argumentatie om met 4x4’s/SUV’s rond te rijden in België: “Voor het vervoer van paarden voor de paardensport, een gewone auto kan dit niet trekken”. Om dan het gesprek over te schakelen naar het vergelijk van de uitstoot van methaangas door koeien in de wei, dat schadelijker zou zijn dan de uitstoot van de 4x4’s en SUV’s….
Gerichte vragen over het klimaatonvriendelijke aspect van 4x4’s/SUV’s of over de onveiligheid van deze moordwagens werden ‘vakkundig’ uit de weg gegaan...

Dinsdag 07 augustus: Bankspotting bij KBC.

Rond 16:00 vatte een 30-tal actievoerders post voor de hoofdzetel van KBC, om de schandelijke praktijken van deze bank aan te klagen.In februari 2007 nam KBC voor een bedrag van € 23 miljoen deel aan een lening,van € 767 miljoen aan CNPC, de controlerende aandeelhouder van PetroChina. De lening financierde CNPC’s verdere investeringen in PetroKazakhstan. Het Chinese oliebedrijf Petrochina beheert het grootste deel van de olie-industrie in Soedan, en is ook actief in Birma. Soedan en Birma zijn heel erg afhankelijk van buitenlandse directe investeringen om hun leger te financieren en om interne repressie te financieren.

In december 2007 nam KBC deel aan een bankensyndicaat om een kredietfaciliteit van € 700 miljoen aan Lundin Petroleum te garanderen. Lundin wordt door de Sudan Divestment Task Force (SDTF) als “hoogste schender” geclassificeerd, omwille van zijn directe steun aan de Sudanese regering. De Sudanese regering wordt beschuldigd van het doorvoeren van etnische zuivering in Darfur.

KBC maakte deel uit van een bankensyndicaat dat een obligatie uitgifte onderschreef van Total ter waarde van US$ 92 miljoen in juni 2008. Total werkt samen met de Birmese militaire dictatuur om gas te winnen in het Yadana gasveld. Het project is de grootste inkomstenbron voor de militaire dictators. De aanleg van de pijplijnen in Birma is gepaard gegaan met dwangarbeid, moord en martelingen.

KBC heeft aandelen in bezit of beheer in 10 van de onderzochte bedrijven voor een totaal bedrag van US$ 229,57 miljoen.

PetroChina US$ 7,28 miljoen, Dongfeng US$ 0,07 miljoen, EADS US$ 0,37 miljoen,Freeport Mc Moran US$ 13,12 miljoen, Lundin Petroleum US$ 0,13 miljoen, Suncor Energy US$ 2,91 miljoen, Total US$ 127,73 miljoen, Vedanta US$ 1,28 miljoen, Wal-Mart US$ 76,29 miljoen, Textron US$ 0,39 miljoen

Bronnen: Bank financing of companies involved in human rights violations - Update,Profundo (onderzoeksrapport voor Netwerk Vlaanderen), februari 2009; Integration ofBankgeheimen.be with Banksecrets.eu, Profundo (onderzoeksrapport voor Netwerk Vlaanderen), februari 2010.

Landgrabbing: het nieuwe kolonialisme?

Banken, verzekeraars en grote kapitaalsgroepen kopen of huren ook steeds vaker en op grote schaal landbouwgronden in arme(re) landen. Die gronden worden dan aangewend om voedsel te kweken voor Westerse markten of om de steeds grotere behoefte aan agrobrandstoffen te bevredigen. Het fenomeen rukt op in Afrika, Azië, Latijns-Amerika maar ook Oost-Europa. Sinds 2004 werden, volgens Oxfam, niet minder dan 2,5 miljoen hectaren land verworven in Ethiopië, Ghana, Mali, Soedan en Madagaskar. Massieve contracten over miljoenen hectaren zijn al afgesloten of worden besproken met verschillende andere landen op het continent: RD Congo, Zambië, Kenia, Nigeria… De lage prijzen en het gebrek aan wetgeving maakt dat de vraag blijft groeien.

Lokale gemeenschappen en boeren zien zo hun beste gronden voor een habbekrats ingepalmd door buitenlandse investeerders. Op heel wat plaatsen leidde deze landroof reeds tot opstanden en verzet. Maar het is niet makkelijk voor lokale boerengemeenschappen om de strijd aan te gaan met deze grote internationale investeerders. Het gebrek aan regels maakt ook dat er vaak willekeur heerst.

Recent bracht Friends of the Earth Europe een rapport uit over landgrabbing, waarin ook gewezen wordt op de betrokkenheid van de Belgische bank KBC bij deze praktijken . De bank zou via haar fonds KBC Eco Fund Agri landbouwgronden in het Oosten van Europa verwerven. In het bijzonder werd gewezen op de investeringen in Black Earth Farming Ltd, een Zweeds bedrijf dat investeert in landbouwgrond in het zuiden van Rusland.

De KBC-groep krijgt ook kritiek voor haar investering in het Britse bedrijf Landkom International PLC, dat meer dan 100.000 hectare land in Oekraïne bezit. Het rapport vermeldt tevens de investeringen van KBC in Trigon Agri, een bedrijf aan het hoofd van ongeveer 100.000 hectare in Rusland en KTG Agrar AG, dat vruchtbare grond, bestemd voor voedselproductie, in het oosten van Duitsland en Litouwen opkoopt.

Het rapport van Friends of The Earth vindt je HIER, zie ook PDF bijlage ‘Landgrabbing’.

Om die reden probeerde een andere groep actievoerders het terrein binnen te geraken, om een deel grond terug te eisen en er tarwe op te zaaien. Het KBC hoofdkantoor, dat eerder lijkt op Fort Knox, was omsingeld door een buitensporige politiemacht. Eén actievoerster die toch over het hek klom, werd gearresteerd en gebeten door een politiehond. Kleine noot: In België bestaat er overigens nog steeds geen wettelijke regelementering, omzendbrief of circulaire omtrent het inzetten van politiehonden tijdens manifestaties/betogingen of het 'handhaven van de ‘openbare orde’.

De actie voor de hoofdpoort verliep rustig en kon urenlang doorgaan. Er was een crisisdienst aanwezig namens de KBC die echter niet lastig deden tegen de actievoerders. De poorten rond het hele gebouw waren afgesloten, politie te paard was aanwezig, politiehonden en om de 15-20 meter een agent - wat, gezien de gigantische omtrek van de tuin, een kleine legermacht genoemd mag worden. Zij stonden er reeds sinds vijf uur in de ochtend, wat niet bevorderlijk was voor hun humeur. Het zal weinigen verbazen als de stillen die ongetwijfeld rondliepen in het kamp, vanaf heden niet meer serieus worden genomen door de politiediensten.

Tags: klimaatactiekamp Leuven Parkveld

Global IMC Network www.indymedia.org Afrika Ambazonia Canarias Estrecho / Madiaq Kenya South Africa Canada London, Ontario Maritimes Quebec Oost Azië Japan Manila QC Saint-Petersburg Europa Abruzzo Alacant Antwerpen Athens Austria Barcelona Belarus Belgium Bristol Brussels Bulgaria Calabrië Cyprus Emilia-Romagna Estrecho / Madiaq Euskal Herria Galiza Duitsland grenoble Hungary Ireland Istanbul Italy La Plana Liege liguria Lille Linksunten Lombardia London Madrid Malta Marseille Nantes Napoli Netherlands Northern England Norway Nottingham Oost-Vlaanderen Paris/Île-de-France Piemonte Poland Portugal Roma Roemenië Russia Scotland Sverige Switzerland Torun Toscana Ukraine UK-GB Latijns Amerika Argentina Bolivia Chiapas Chile Sur Braszilië Sucre Colombia Ecuador Mexico Peru Puerto Rico Qollasuyu Rosario santiago Uruguay Valparaiso Venezuela Oceanië Aotearoa Manila Melbourne Perth QC Sydney Zuid-Azië India Verenigde Staten Arizona Atlanta Austin Baltimore Big Muddy Binghamton Buffalo Charlottesville Chicago Cleveland Colorado Columbus DC Hawaii Houston Hudson Mohawk LA Madison Michigan Milwaukee Minneapolis/St. Paul New Mexico New Orleans NYC Philadelphia Pittsburgh Portland Richmond Rochester Rogue Valley San Diego San Francisco Bay Area Santa Cruz, CA Sarasota Seattle Urbana-Champaign Worcester West Azië Beirut Israel Palestine Process FBI/Legal Updates Mailing Lists Process & IMC Docs Projecten Print Radio Video Regio's United States Topics Biotech