“Sport- en cultuur inactieven kampen met ongelijkheid, externe druk en gebrek aan waardering voor vrijwilligers. Dit artikel belicht de spanningen en roept op tot meer inclusiviteit en eerlijke steun voor lokale initiatieven.”
Sportverenigingen en hun integriteit
Wanneer je als gezin met (jonge) kinderen deelneemt aan de maatschappij, hoort daar vaak het lidmaatschap van een vereniging bij. Meestal gaat het om een sportclub, maar ook muziek-, creatieve of culturele activiteiten en outdoorverenigingen vallen hieronder. Financieel is het zelden haalbaar om de mensen die het werk aan de basis uitvoeren volledig te betalen. Vaak staat slechts een enkeling op de loonlijst, soms is er een vrijwilligersvergoeding, maar vaak zelfs dat niet eens.
Als kind was ik lid van verschillende verenigingen, nooit van prestigieuze clubs, en er schortte altijd wel iets aan het materiaal. Voor individuele sporten regelden we zelf de benodigdheden. Bij teamsporten zoals voetbal en hockey waste één ouder wekelijks alle shirts. Zo hadden de shirts dezelfde tekenen van slijtage en bleven we als team herkenbaar, zelfs als de kleuren vervaagden. Het maakte niet uit of een shirt zijn kleur behield of pastelachtig variant aannam– we waren als team herkenbaar..
Ouders werden ingeroosterd voor uitwedstrijden, bardiensten en schoonmaakbeurten. Hiervoor kregen ze compensatie via een strippenkaartsysteem. Als kind hoefde je alleen maar samen met je team de club te vertegenwoordigen en plezier te hebben. Soms hoorde je verhalen over ouders die hun taken “afkochten”. Of dat geld daadwerkelijk bij de vrijwilligers terechtkwam, weet ik niet, maar zo werkte het systeem.
Zwemdiploma’s als must
Er was ook het “verplichte” zwemdiploma. Je kon kiezen tussen lessen in het gemeentelijke zwembad, een kleiner privébad (als het financieel haalbaar was), of schoolzwemmen, wat vaak goedkoper was. Wij gingen wekelijks met een bus naar een zwembad elders in de stad.
Ook nu ervaar ik het behalen van een zwemdiploma als een noodzakelijkheid in Nederland. Voor gezinnen met financiële ruimte zijn er talloze opties. Gemeentelijke zwemlessen laten echter vaak echter te wensen over, en zwemverenigingen kampen met een tekort aan vrijwilligers. Gelukkig zijn er gemeentelijke regelingen die ervoor zorgen dat elk kind de kans krijgt een diploma te behalen maar de verschillen zijn groot. Gelukkig zijn er regelingen want in een land als Nederland is het kunnen zwemmen van groot belang.
Terugkeer naar verenigingen
Lange tijd maakte ik geen gebruik van sportclubs. Ik fietste naar mijn studie en werk, zwom af en toe en deed zo nu en dan fitness bij een fysiotherapeut vanwege gezondheidsproblemen. Soms sloot ik een sportschoolabonnement in januari af met goede voornemens, maar tegen de lente waren die meestal alweer verdwenen.
Nu mijn kinderen oud genoeg zijn om te ontdekken wat ze leuk vinden, vinden wij het als ouders belangrijk hen daarbij te ondersteunen. De oudste heeft inmiddels de zwemdiploma’s behaald, en met de jongste zijn we bezig. Ik erger me soms aan ouders die de kwaliteiten van hun kind overschatten. Terwijl iedereen ziet dat het kind nauwelijks blijft drijven, blijven zij volhouden dat het diplomazwemmen al verdiend is. Gelukkig hanteren zwembaden en verenigingen strikte veiligheidseisen, die persoonlijke wensen van ouders beperken.
Oneerlijkheid binnen sportverenigingen
Vergelijkbare situaties doen zich voor binnen sportverenigingen. Stille, hardwerkende leden vragen zich af of kinderen uit families die al decennialang lid zijn voorrang krijgen. Wordt er echt gekeken naar prestaties en inzet, of speelt bekendheid een grotere rol? Er zijn regelmatig klachten over kinderen die altijd de mooiste posities krijgen, terwijl ze nauwelijks trainen.
Frustratie ontstaat ook over ouders die niets bijdragen aan de club, maar bij besluiten zoveel druk uitoefenen dat ze hun zin krijgen. Spelers die ondanks matige prestaties in prestigieuze teams terechtkomen, zorgen eveneens voor onvrede. De reden waarom zij in het team zitten, wordt vaak niet gedeeld. De jaarlijkse speculaties over teamindelingen leiden steevast tot spanningen en een negatieve sfeer binnen de club.
Invloed van externe belangen
Sportverenigingen en maatschappelijke organisaties staan daarnaast onder druk door gemeentelijke besluiten en commerciële belangen. Sportclubs moeten wijken voor woningbouw of infrastructuur en worden geconfronteerd met forse huur- en pachtverhogingen. Ook culturele instellingen en recreatieve voorzieningen moeten vaak kiezen tussen financiële belangen en maatschappelijke waarde.
Sociale ongelijkheid binnen verenigingen groeit eveneens. Lidmaatschapskosten, bijdragen voor kleding, materialen en competities maken het voor veel gezinnen lastig om lid te blijven. Sommige verenigingen richten zich steeds meer op prestige, met exclusieve lidmaatschappen, terwijl laagdrempelige toegang en inclusiviteit juist van groot maatschappelijk belang zijn.
Ook de balans met de directe omgeving is een bron van onvrede. Buurtprotesten tegen uitbreidingsplannen, lichtmasten of parkeerterreinen laten zien dat clubs niet altijd slagen in het onderhouden van een goede relatie met de buurt. De spanning tussen groeiambities en leefbaarheid zet de sociale functie van verenigingen verder onder druk.
Invloed van externe belangen
Sommige bestuurders lijken meer gefocust op media-aandacht dan op de werkelijke behoeften van verenigingen en buurtinitiatieven. Een buurtcoach die zich maandenlang inzet voor een sportveld of buurtsportproject, wordt vaak aan de kant geschoven zodra het project kan worden gestart. In plaats daarvan verschijnt de wethouder of een andere bestuurder op het persmoment, klaar om het lintje door te knippen en te poseren voor de camera.
Daarnaast wordt het beschikbare sport- en cultuurbudget steeds vaker besteed aan dure evenementen die de regio tijdelijk in de schijnwerpers zetten – de zogenaamde 15 minutes of fame. Deze grootschalige (top)sportevenementen mogen dan een hoop media-aandacht genereren, maar dragen zelden bij aan structurele verbeteringen voor inwoners. Het contrast tussen deze prestigieuze uitgaven en de beperkte middelen voor lokale initiatieven is pijnlijk om te zien.
Het is essentieel om prioriteit te geven aan de mensen en projecten die daadwerkelijk het verschil maken in de gemeenschap. Grote evenementen mogen nooit ten koste gaan van de mensen en vrijwilligers die dagelijks werken aan een betere buurt.
De weg vooruit
Het is tijd om terug te keren naar de essentie: verenigingen als plekken voor verbinding, ontwikkeling en toegankelijkheid. Door prioriteit te geven aan betaalbaarheid, transparantie en een eerlijke verdeling van middelen, kunnen verenigingen weer een veilige basis worden voor kinderen én volwassenen. Als we kinderen van jongs af aan een gezonde houding tegenover sport en cultuur bijbrengen, dragen ze dat een leven lang met zich mee. Grote evenementen en media-aandacht mogen nooit ten koste gaan van het echte werk. De stille krachten die onze samenleving draaiende houden, verdienen niet alleen respect, maar ook structurele steun.