Het is goed dat de ratificatie van ACTA – de overeenkomst om handel in illegale producten tegen te gaan en intellectueel eigendom ook op internet te beschermen – ook vanuit verscheidene EU-instanties wordt afgekeurd. Afkeuring en het voorleggen aan het Hof van Justitie lijkt me echter onvoldoende.
Er zijn overtuigende argumenten aan te voeren voor verwerping van de overeenkomst. De discussie die in de media wordt gevoerd richt zich voornamelijk op de toepassing van de ACTA-bepalingen, zonder dat op enigerlei wijze de toepasselijkheid ervan aan de orde wordt gesteld. Daarnaast blijft ook de legitimiteit van de rol van de EU aan de onderhandelingstafel buiten beschouwing.
ACTA gaat uit van de gedachte dat voor controle op het internet slechts de handhaving voor gesloten netwerken behoeft te worden uitgebreid. Deze uitbreiding zou dan als vanzelf leiden tot de vorming van een gesloten distributienetwerk. Volgens mij is dit niet alleen een ontkenning van de werkelijkheid, maar ook van de eigenheid, architectuur en mogelijkheden van internet. Door op een open netwerk 'gesloten handhaving' te willen toepassen wordt handhaving een op zichzelf staand doel en het recht wordt ondergeschikt. Doel en middel opereren elk met de eigen belangen, waardoor regelgeving en controle niet aan te slepen zijn. Behalve dat hierdoor ernstig inbreuk wordt gemaakt op de fundamentele rechten van internetters, levert dit enorme ordeverstoringen op.
Een andere kwestie is dat de Europese Unie enerzijds heeft afgesproken om democratie en fundamentele rechten te promoten en deze als ambassadeur in de rest van de wereld te verspreiden. Anderzijds maakt de EU met ACTA internationale afspraken over handhaving, zònder hierbij fundamentele rechten te waarborgen. Zo ontdoet zij zich van haar ambassadeursvoornemens. Kennelijk is men van mening dat in het geval van intellectueel eigendom de rechter buiten spel mag worden gezet.
Ondanks al deze misstanden dreigt/dreigde ACTA internationaal te worden toegepast – met inbegrip van de inbreuk op fundamentele rechten door het gebrek aan toepasselijkheid. Het gevolg is dat recht nu ook op internationaal niveau ondergeschikt is aan handhaving.
Dit laat onverlet dat het recht dient aan te sluiten bij de realiteit, het moet niet zo zijn dat de realiteit moet worden omgevormd naar het recht. In het ACTA-geval dienen recht en handhaving zich dan ook aan te passen aan de eigenschappen van de betreffende netwerken. Met andere woorden: het auteursrecht verdient urgent een passend juridisch kader voor zowel gesloten als open netwerken, waarin is vastgelegd dat een auteur waardering en vergoeding krijgt voor zijn inspanningen en de openheid van internet wordt gewaardeerd.