Elke keer dat anti-fascisten geweld gebruiken tegen fascisten weerklinkt hetzelfde refrein: de nieuwe fascisten, dat zijn de anti-fascisten! Deels hebben we dit aan onszelf te danken, omdat onze eigen definitie van fascisme nogal onduidelijk is.
(zie voor een iets meer opgemaakte versie: https://weerstand.noblogs.org/post/2018/05/26/anti-fascistisch-geweld-is...)
Hierdoor worden door mensen binnen onze gelederen anderen wel eens foutief voor fascist uitgemaakt, of anderzijds fascistische trekken niet onderkend. En hebben we geen eenduidig weerwoord, op mensen die een opvatting hebben van fascisme die we misschien liberaal kunnen noemen. Hier een poging dat recht te zetten, en om aan te tonen dat anti-fascistisch geweld geen fascisme is (en daarmee, overigens, te illlustreren wanneer wat zich anti-fascistisch noemt wel fascistische trekken kan hebben).
In wat ik voor het gemak maar de liberale visie zal noemen, zijn we allemaal gelijk(waardig). Dit simpelweg omdat de staat wordt geacht iedereen gelijk te behandelen (gelijkheid voor de wet). Aanwijzingen dat de staat mensen niet gelijk behandeld of dat in de samenleving als geheel mensen zeer ongelijk worden behandeld, worden afgedaan als incidenten of met verwijzing naar ‘verdienste’ (“ja daar heeft hij hard voor gewerkt” / “maar zij is ook gewoon heel erg slim” / etc – ja de uitspraken zijn bewust ge-gender-t). Het is verder nogal ongepast om in de sociale omgang met anderen te laten blijken dat er ongelijkheid bestaat. Maar tegelijkertijd is het ook ‘grappig’ juist omdat het ongepast is, en “goed, misschien zit er dan ook wel een kern van waarheid”: het is wel erg toevallig dat bijna al die harde werkers en slimme mensen wit zijn – aldus gedefinieerd omdat ze succesvol zijn (lees: vaak rijk), want hard werk en/of slimheid = succes (rijkdom) en het gebrek aan succes (rijkdom) = luiheid en/of domheid. Goed, zie daar de opening die de liberale visie houdt voor het fascisme. Want al is iedereen volgens deze visie gelijk(waardig), dat is natuurlijk simpelweg niet zo in deze samenleving.
En dat is één van de fundamentele vertrekpunten van zowel de anarchistische als de marxistische visie (voor het gemak vanaf nu vaak “onze visie” of “wij”): de acceptatie van het feit dat de huidige samenleving ontzettende ongelijkheden bevat, met de overtuiging dat mensen op gelijk(waardig)e manier met elkaar om zouden moeten gaan. Bovendien erkennen wij dat het hier gaat om een structurele ongelijkheid. Wat bedoel ik met structureel? Het is ten eerste een kwestie van ‘keer op keer’. Het is niet dat iemand toevallig (of beter: door hoe een situatie zich ontvouwt) als ‘beter’ wordt gezien/langs een bepaalde maatstaf daadwerkelijk beter is (‘dynamische ongelijkheid’). Het is dat bepaalde mensen aan de hand van bepaalde attributen (kenmerken als ‘blank’ en ‘man’ maar ook bijvoorbeeld kapitaalbezit) telkens als ‘beter’ wordt gezien: de maatstaf zelf is in hun voordeel.
Ten tweede gaan deze attributen gepaard met structurele macht. Het is niet zo dat iemand er ‘toevallig’ in slaagt mensen te overtuigen van zijn gelijk, of dat iemand door slim te manoeuvreren zijn ideeën er eens een keer doorheen duwt (‘dynamische macht’). Het is dat ‘blank’, ‘man’ en kapitaalbezit met zich mee brengen dat iemand met die attributen keer op keer een onderdrukking of devaluatie van andere perspectieven kan mobiliseren, zodat er gebeurt wat ‘blanken’, ‘mannen’ en (groot-)kapitaalbezitters willen. Het gaat voorbij aan dit artikel om uitgebreid in te gaan op voorbeelden, maar hier zijn er een paar: (1) ‘blanken’ hebben het in Nederland voor het zeggen want Nederland is een ‘blank land’, heb je een ander kleurtje dan zal je nooit ‘als Nederlander’ kunnen spreken over ‘Nederlandse aangelegenheden’ maar altijd alleen maar als ‘buitenlander/nieuwkomer’ (ongeacht wat je paspoort zegt en hoe lang je al hier bent); (2) ‘mannen’ hebben het voor het zeggen want een ‘man’ is gewoon een persoon terwijl een ‘vrouw’ altijd een ‘vrouw’ is (en vooral niet een ‘man’), dus als we willen weten wat ‘men’ vindt dan vragen we ‘de mannen’, als we willen weten wat vrouwen vinden dan vragen we een vrouw (of een ‘man’ die goed weet wat ‘vrouwen’ willen, want ‘vrouwen’ weten dat eigenlijk niet zelf – “zelfs daar hebben ze een man voor nodig!”); (3) (groot-)kapitaalbezitters hebben het voor het zeggen want zonder hen had je geen baan, dus hou je bek (zie vooral ook de eerdere stukken op dit blog).
Emancipatie / Bevrijding & Geweld
Deze structurele ongelijkheid gebaseerd op structurele macht is een onderdrukking. Respectievelijk worden de stemmen van ‘niet-blanken’, ‘niet-mannen’, ‘niet-(groot-)kapitaalbezitters’ (of althans werkers) onderdrukt, weg geduwd uit het publieke domein. En in interacties tussen ‘blanken’ en ‘niet-blanken’, ‘mannen’ en ‘niet-mannen’, (groot-)kapitaalbezitters en werkers, winnen de eersten steevast en delven de tweede het onderspit. Althans, natuurlijk, alle andere dingen gelijk blijvend en wanneer de eerste zijn dominantie er doorheen duwt. Liberalen vinden dit laatste simpelweg ongepast, en negeren verder de structurele kenmerken. De oplossing ligt voor hen dan ook in het individu van de onderdrukker, dat een beter/liever persoon moet worden (waarmee gelijkwaardige omgang overigens een gunst wordt die de machtigen verlenen aan de machtelozen). Anarchisten en marxisten hebben als strategie dat al die andere dingen niet gelijk blijven! De structuur moet veranderen (of simpelweg gesloopt worden), en daartoe is een basaal middel de vereniging van bijvoorbeeld ‘niet-blanken’, ‘niet-mannen’ en werkers.
Anarchisten en marxisten, omdat zij tegen onderdrukking zijn maar tegelijkertijd erkennen dat die onderdrukking bestaat, scharen zich achter/met die mensen die onderdrukt worden. Zij hebben er immers als groep voordeel bij dat die onderdrukking ten einde komt (aan individuele ‘uncle toms’ en ‘klassenverraders’ gaan we even voorbij). Zij scharen zich niet achter de onderdrukkers als groep, omdat die er het voordeel bij heeft de onderdrukking in stand te houden (aan individuele idealisten gaan we ook even voorbij). Dus ja, wij hebben (in de context waarin dit stuk is geschreven) op zijn minst een sympathie voor “Black Power!” Terwijl inderdaad, “White Power!” onze vijand is. En nee, dat is niet hypocriet: wij erkennen simpelweg dat er machtsverschillen bestaan terwijl we die omver willen werpen. Alleen een (overigens veelal ‘blanke’) liberaal, die ontkent dat er machtsverschillen bestaan omdat zij/hij die niet fijn vindt, ziet “Black Power!” als hetzelfde als “White Power!”, en laat zich daarmee overigens al snel voor het karretje van het “White Power!”-kamp spannen.
Maar wij zien dus de werkelijkheid zoals die is en combineren dit met de wil om het te veranderen. De (meeste) anarchisten en marxisten behouden voor zichzelf en de vereniging van onderdrukten (twee categorieën waarin overlap bestaat) dan ook het recht om naast andere handelingen geweld te gebruiken om het emancipatie/bevrijdingsproces te verdedigen, te katalyseren en/of tot slagen te brengen (hier raken we aan de verschillen tussen de talloze strominkjes). De handelingen van anarchisten/marxisten en hun emancipatoire/bevrijdende geweld zijn telkens gericht tegen de onderdrukking en/of op het versterken van de onderdrukte groepen. En het kan alle uitingsvormen van geweld aannemen (voor zover ze niet in zichzelf een ondermijning van het bevrijdingsproces behelzen – en hier vindt men vaak de discussie): van het bekladden van een gebouw (technisch gezien een vorm van vandalisme en geen geweld), via een klap in iemand’s gezicht en het gooien van een steen tot het toepassen van ‘militair’ geweld.
Fascisme: een definitie
Aan het begin van het stuk zei ik een definitie te gaan geven van fascisme. Het had even een inleiding nodig, maar nu zijn we er. Kort gezegd, is het de tegenpool van het anarchisme/marxisme zoals dat hierboven is uitgelegd, samengevat:
Fascisme is een georganiseerde stroming die zich achter/met de dominante/onderdrukkende groepering schaart, om de dominantie van deze groep en haar onderdrukking in stand te houden of te vergroten. De (meeste) fascisten behouden voor zichzelf en de vereniging van onderdrukkers (waarvan de staat er één is; en ook binnen deze categorieën bestaat overlap) dan ook het recht naast andere handelingen om geweld te gebruiken om het proces van onderdrukking te verdedigen, te katalyseren, en/of tot slagen te brengen (hier raken we aan de verschillen tussen de talloze strominkjes). De handelingen van fascisten en hun onderdrukkende/dominerende geweld is telkens gericht op de onderdrukking van emancipatoire/bevrijdende processen en/of het versterken van de onderdrukkende groepen.
Het moge duidelijk zijn dat het hier in onze huidige context dus niet alleen gaat om openlijke neo-nazi’s en ‘identitairen’. Ook de PVV vertoont op zijn minst fascistoïde trekken door zich te scharen achter de dominantie van de zogenaamde “joods-christelijke traditie”, wat al snel is verworden tot simpelweg “minder marokkanen.” Bij de FvD is het natuurlijk al helemaal duidelijk, daar wil men simpelweg Europa dominant ‘blank’ houden.
Anti-fascistisch geweld is dus geen fascisme
Het moge nu duidelijk zijn dat anti-fascistisch geweld geen fascisme is. Ten eerste valt fascisme niet te definiëren als “geweld tegen andersdenkenden,” maar als een georganiseerd project om onderdrukking/dominantie in stand te houden. Daar kan geweld mee gepaard gaan, zeker als mensen zich verzetten tegen die onderdrukking/dominantie. Het feit dat anti-fascistisch geweld inderdaad ook “geweld tegen andersdenkenden” impliceert, betekent dus niet dat zij daarmee fascistisch is. De meeste anti-fascisten hangen een gedachtengoed aan wat door maar weinig mensen wordt gedeeld, en hebben vaak ook een ontzettende hekel aan bijvoorbeeld een GroenLinks (want elitair), een PvdA (want sociaal-democratische verraders), en ja ook een SP (want autoritair). En dan hebben we het niet eens over CDA/VVD/CU/etc. Ook zal je onder hen ook weinigen vinden die ook maar één goed woord over heeft over georganiseerde religie, laat staan de meer conservatieve varianten. Maar zie je hen mensen van die partijen of religies aanvallen? Nee, ze vallen fascisten aan. Die denken inderdaad anders dan anti-fascisten – dat doen de meeste mensen –, maar waarom we hen aanvallen is omdat fascisten bezig zijn met een project voor het verdedigen (of uitbouwen) van onderdrukking/dominantie.
Aangezien wij bezig zijn met een project van emancipatie/bevrijding en wij ons daar verregaand mee vereenzelvigen, zijn fascisten een obstakel en een bedreiging voor zowel ons project als onze levens. En dan gaan we natuurlijk niet zitten wachten tot de fascisten sterk genoeg zijn om ons over de kling te jagen! Nee, dan gaan we ze actief dwars zitten, proportioneel ten opzichte van zowel de dreiging (“men neme geen mitrailleur om een vlieg te doden”) als de handelingen die de fascisten uitvoeren (geen zwaar fysiek geweld voor een fascistisch praatje; geen protestbord voor een fascistische kraakactie).
Anti-fascisme: een kanttekening (“guilty of being white”)
Mocht een fascist(ische sympathisant) dit lezen, dan zal zij/hij al dan niet bewust, terugvallen op het fascistische stokpaardje van “de bedreigde Nederlandse normen en waarden” of simpelweg “het bedreigde blanke ras.” Ach, als deze al dan niet denkbeeldige fascist bijvoorbeeld uit een linksig gezin komt, dan zal hij misschien zelfs zeggen dat het ‘vroeger’ inderdaad misschien zo was dat ‘buitenlanders’ gediscrimineerd werden, onderdrukt zelfs. Maar nu niet meer! Nee, nu zijn we doorgeschoten naar de andere kant: ‘Nederlanders’/’blanken’ worden gediscrimineerd in hun eigen land! Laten we daar even korte metten mee maken: dit is klinkklare bullshit. ‘Blanke’ ‘Nederlanders’, en in grote meerderheid mannen, hebben het nog steeds voor het zeggen hier. De grote bedreiging heeft een klein partijtje in de tweede kamer (DENK), en delft sociaal-economisch het onderspit (dat blijkt zowel uit macro-cijfers en het alledaagse gegeven dat je maar beter een sollicitatie kan ondertekenen met Michael Bakker dan Mohammed Al-Bakr). Ene Thierry Baudet erkent dat zelf ook hoor, want hij zegt niet dat Europa weer dominant blank moet worden, maar dat het dat moet blijven. Kortom, dit fascistische verhaal van de bedreigde blanke is precies dat, een fascistisch verhaal: een verhaal dat zich achter/met de onderdrukkende/dominante groepering schaart, om de dominantie/onderdrukking van deze groep in stand te houden of te vergroten.
Tegelijkertijd wijst dit argument wel op een gevaar in ons project van bevrijding, en de basale manier waarop we dat doen (het verenigen van de onderdrukten). De mensen die nu onderdrukt zijn, dat zijn natuurlijk ook gewoon mensen. Net als de mensen die nu de onderdrukkers zijn. In theorie kan een succesvolle bevrijding van een groep mensen van hun onderdrukking aan de hand van een bepaald kenmerk (bijvoorbeeld ‘zwart’ of ‘vrouw’), via een herwaardering van dat kenmerk en het ‘tegenovergestelde’ kenmerk (bijvoorbeeld een opwaardering van ‘zwart’ en een afwaardering van ‘wit’), ontaarden in een nieuwe (omgekeerde maar structureel identieke) onderdrukking (bijvoorbeeld de onderdrukking van ‘witte mensen’ door ‘zwarte mensen’, want ‘wit’ is nu slecht en ‘zwart’ is nu goed). ‘Black Power!’ wordt dan de ‘White Power!’ van weleer. Hoewel overigens ‘White Power!’ dan niet opeens emancipatoir is, net zoals het hakenkruis nog steeds verkeerde associaties oproept ook al teken je hem andersom (dan is het een religieus teken uit het verre oosten en betekent het leven ipv dood..)…
Nogmaals, het verhaal dat dit nu in de samenleving als geheel aan de hand is, is een fascistisch verhaal, volstrekt absurd en niet op feiten gebaseerd. Of ja… het is op zeer lokale feiten gebaseerd. Hier moeten we als anti-fascisten gevoelig voor zijn. Hier zit (1) een kiem voor het ontaarden van ons bevrijdende project, (2) een voedingsbodem voor fascisme, (3) de mogelijkheid dat ons anti-fascisme fascistische trekken begint te krijgen. Om maar een voorbeeld te noemen: als je een wit kind bent op een in grote meerderheid ‘zwarte’ school, dan kan je echt wel buitengesloten en/of gepest worden omdat je wit bent. Ditzelfde geldt in een in grote meerderheid ‘gekleurde’ buurt: ook daar kan je als wit persoon telkens het onderspit delven. Bij het uitoefenen van hun lokale dominantie/onderdrukking door de mensen van kleur in dit voorbeeld, is het waarschijnlijk dat zij gebruik maken van emotionele en rationele aspecten van hun onderdrukking in de samenleving als geheel en hun gevecht daartegen. Zo kan een toevallig wit persoon de belichaming worden van de onderdrukking door ‘de blanken’, en onderdrukt/gedomineerd worden als een uiting van (perverse en zeer lokale) bevrijding van die onderdrukking. Een soortgelijke ervaring kan je hebben als ‘man’ in een zaal vol feministen. Het doet me denken aan de in het grotere plaatje onterechte, maar lokaal soms zeer waar aanvoelende uitspraak: “fascisme is de sfeer in een kamer vol linkse mensen.”
Op het moment dat wij ons als anti-fascisten niet kritisch verhouden tot dit soort tendensen, hun waarheid ontkennen of zelfs als iets goeds zien, gaan we mee in die perversie en beginnen we zelf fascistische trekken te vertonen: wij scharen ons dan immers achter/met een onderdrukkende/dominante groepering, om de dominantie van deze groep in stand te houden of te vergroten. Maar op geen enkele manier betekent dit dat wij de nazi niet voor haar/zijn bek moeten rammen. Het betekent niet dat wij de fascisten de ruimte moeten geven zich te organiseren. Op geen enkele manier betekent het dat wij onze verdediging moeten opgeven, door het geweld over te laten aan de staat (die immers zelf een vereniging van onderdrukkers is!).
Integendeel. Het betekent slechts dat we ons ten alle tijde bewust moeten proberen te zijn van de precieze machtsdynamieken en -structuren. En daarover open in gesprek moeten gaan met elkaar. Begrip moeten hebben voor misverstanden en fouten, ja zelfs een fascistische trek. Want juist de overdreven heftige reactie op een misverstand/fout/fascistische trek, het disproportionele en het doorgaan ook al is het punt gemaakt of de situatie recht gezet, dáár zit de kiem van onze eigen ontaarding en ons eigen fascisme.
Tags: anti-fascisme theorie weerstand