Dit artikel door een ASB-lid werd geweigerd door Joop.nl omdat het te generaliserend en anti-elite zou zijn. Het is inmiddels op de ASB-site gepubliceerd: http://anarcho-syndicalisme.nl/wp/?p=1568
Gisteren pleegde de 77-jarige Dimitris Christoulas zelfmoord op het Syntagmaplein in Athene, tegenover het parlement. In zijn zelfmoordbrief is hij heel duidelijk over de redenen achter zijn daad. De regering, schreef hij, “heeft letterlijk mijn mogelijkheid vernietigd om te overleven van een redelijk pensioen, waar ik al reeds 35 jaar voor had betaald (zonder bijdrage van de overheid).” De website van de journalistiek hoog aangeschreven NRC koos er echter voor een andere reden aan te dragen voor zijn zelfmoord. Eentje die wat comfortabeler is voor een lezerspubliek dat gebombardeerd is met de noodzakelijkheid en onvermijdelijkheid van ‘bezuinigingen’ in Griekenland.
Volgens Hans Klis, auteur van het artikel op de NRC site, “liet de 77-jarige man [in een afscheidsbrief] weten dat de financiële problemen in het land de aanleiding waren voor zijn daad.” Dit is een leugen, of op zijn allerminst een ernstige verdraaiing van de laatste woorden van Christoulas. De tekst van zijn brief is makkelijk op het internet te vinden, en we mogen toch aannemen dat een journalist van de NRC deze gelezen heeft voor hij erover schrijft. Waarom dan deze keuze?
Christoulas beschrijft een duidelijke beleidskeuze van de overheid, die ervoor koos de pensioenen radicaal te korten. In diezelfde zin noemt hij de overheid de “Tsolakoglou bezettingsoverheid.” Tsolakoglou was de eerste premier van de collaborerende overheid tijdens de Nazi-bezetting. Voor eenieder die de stemming in Griekenland op het moment kent is dit een duidelijke verwijzing naar de huidige overheid die collaboreert met de “Trojka” (het IMF, de EU en de ECB) in het belang van het internationale bankwezen, en diens bevelen opvolgt.
Hij vervolgt zijn brief door te impliceren dat de “fatsoenlijke individuele reactie” het opnemen van de wapens tegen de overheid zou zijn! Aangezien hij zich op zijn leeftijd niet meer in staat voelde als eerste de wapens op te pakken zag hij “geen andere oplossing dan een waardig einde, voordat [ik] mijn toevlucht moet nemen tot het doorspitten van afval om aan mijn voedingsbehoeften te voldoen.”
Geen woord hierover op NRC.nl. Volgens Hans Klis waren het de objectieve, technocratische en abstracte “financiële problemen in het land.” Dit impliceert al wat hij verderop in het artikel explicieter maakt (“de straffe bezuinigingen die nodig zijn om het land weer economisch op de rails te krijgen”): de bezuinigingsmaatregelen – de afbraak van sociale voorzieningen, radicaal snijden in lonen en pensioenen en nog veel meer – zijn de onvermijdelijke gevolgen van “de financiële problemen in het land”, de enige keuze om de financiële problemen op te lossen. Andere keuzes zijn niet eens denkbaar in de intellectuele wereld van NRC-redacteurs. Het extra belasten van de rijken, het uit de euro stappen of het geven van de middelvinger aan de banken die geld van Griekenland eisen zijn onbespreekbare opties, en mogen niet genoemd worden.
Eigenlijk zou ik nu de andere opties moeten bespreken, verwijzen naar de vele economen die zeggen dat het bezuinigingspakket dat vanuit de Trojka aan Griekenland wordt opgelegd de crisis alleen maar zal verergeren, en bespreken wie de crisis hebben veroorzaakt en wie er profiteren van deze ‘bezuinigingen’. De politieke context dus, die door NRC.nl werd weggelaten. Door dat weg te laten rechtvaardigen ze (over de rug van een dode!) de vernietiging van de Griekse samenleving, spelen ze de intellectuele waakhond van de financiële elite, en weigeren ze te verduidelijken hoe deze wanhoopsdaad (en vele andere soortgelijke wanhoopsdaden; zie bijvoorbeeld hier, hier en hier) een direct gevolg is van de politieke besluiten.
Maar in alle oprechtheid: het lukt me niet. Ik kook te veel van woede over de respectloosheid van een NRC-redacteur voor de laatste adem van een tot wanhoop gedreven man (en een snelle blik op het internet leert dat hetzelfde geldt voor zijn internationale collega’s). Of hij dit expres heeft gedaan of gewoon te gevangen zit in zijn eigen elitaire wereldje is me om het even. Maar ik besef me dat deze houding representatief is voor de elite. Het verdedigen van de eigen belangen over de ruggen van de bevolking (wat betreft de intellectuele klasse, in tegenstelling tot de economisch heersende klasse, kunnen we discussiëren of het om hun echte belangen, of slechts hun gepercipieerde belangen gaat, maar dat is slechts bijzaak nu).
Van onderen borrelt het echter. Van Athene tot aan New York, van Barcelona tot aan Santiago, en ja, ook in Nederland, pikken mensen het niet meer. Vaak buiten het oog van of genegeerd door de schrijvende elite ontstaan kiemen van verzet. Buurtvergaderingen, kleine demonstraties, grotere demonstraties, bijeenkomsten, blokkades en massastakingen. De elite zal er, in een poging de pikhouwelen die de stenen van hun macht doen afbrokkelen onschadelijk te maken, alles aan doen elke vorm van verzet belachelijk te maken of te criminaliseren. Maar weet dat wij bouwen aan een radicaal andere toekomst. Al zal het ons hele leven duren, wij zullen blijven inslaan op de stenen onder jullie standbeelden, tot jullie op dezelfde hoogte staan als de rest van ons.
Dat jullie liegen over de laatste woorden van een slachtoffer van het beleid dat jullie voeren (de economische en politieke heersende klasse) of verdedigen (de intellectuelen) voedt onze woede. Die woede kent geen nationale grenzen. Zittend achter mijn laptop in Amsterdam voel ik de pijn in mijn hart van de mensen in Griekenland die tot dit soort daden worden gedreven. Maar ik besef me ook dat Griekenland slechts het meeste radicale voorbeeld is, en dat ik om me heen ook meer en meer wanhoop zie opkomen bij mensen die in toenemende onzekerheid leven in deze ‘moderne flex-economie’. De elite die we als bevolking tegenover ons hebben is uiteindelijke dezelfde, en zit ingebakken in de verhoudingen in een kapitalistische maatschappij.
Jullie denken misschien dat wij een geïndividualiseerde generatie (en bevolking) zijn, maar meer en meer mensen beseffen zich het belang van collectief verzet. Van de schoonmakers in Nederland tot de revolutionairen in Egypte, van de Indignados in Spanje tot Occupy WallStreet. Wij als bevolking zullen verder moeten bouwen aan vormen van collectief verzet, zodat tot wanhoop gedreven personen als meneer Christoulas weer de hoop voelen dat we tezamen in de nabije toekomst deze wrede elites omver kunnen werpen.
De laatste woorden, die breder van toepassing zijn, zijn voor Dimitris Christoulas. “Op een dag, zo geloof ik, zal de jeugd zonder toekomst de wapens opnemen en de nationale verraders ophangen op het Syntagmaplein, net zoals de Italianen deden met Mussolini in 1945 (op Milaan’s Piazzale Loreto).”