In het licht van de voortschrijdende mondialisering is de EU een gepasseerd station.
Op de opiniepagina van Trouw van 12 maart, vraagt Nelleke Noordervliet zich af wat voor Europa we eigenlijk willen. Als één van de mogelijkheden verwijst ze naar een Baron van Münchhausen-Europa, dat zich aan de haren uit het moeras trekt en de samenwerking opnieuw uitvindt. Volgens mij de enig bruikbare politieke troefkaart. Voor het uitspelen daarvan is het alleen nodig dat Brussel zich realiseert dat de naoorlogs tijd van europeanisering, waarvan de EU het product is, langzaam maar zeker is overgegaan in de huidige tijd van mondialisering, die verwijst naar een mondiale Unie. Voor die verwijzing kunnen we wel onze ogen sluiten, maar zij is simpelweg niet terug te draaien, met alle hoopgevende wereldomvattende maatschappelijke consequenties van dien.
Vandaar dat de vraag niet is óf maar wanneer die mondiale Unie, waar de VN model voor staat, uit de verf zal komen. Over de exacte datum daarvan is uiteraard geen zinnig woord te zeggen. Alleen is nu al wel zonneklaar dat dát moment alles te maken heeft met bewustwording, ofwel het besef dat evolutionair gezien de EU al een gepasseerd station is. Met als consequentie dat de totstandkoming van de mondiale Unie onder VN-vlag, waar de tijd meer dan rijp voor is, wordt gefrustreerd door een EU die in het verleden blijft hangen. Historisch gezien gelukkig een onmogelijkheid. Vandaar dat er alle reden voor is de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien, indachtig Bob Dylon's: “The Times They Are A-Changin”. Tegen de voortschrijdende tijd is immers geen kruid gewassen!