Over de Pinksterlanddagen, over Safer Spaces Policy, over een onterechte verbanning en de noodzaak van rechtzetting. Afkomstig van http://www.ravotr.nl/2014/04/27/appelschade/
Appelscha is de naam van een dorp. Appelscha is ook een begrip in de anarchistische/ antiautoritaire bewegingen in Nederland. In dat dorp is het kampeerterrein “Tot Vrijheidsbezinning” gelegen, en op dat terrein vinden jaarlijks de Pinksterlanddagen (PL) plaats, een meerdaagse samenkomst van anarchisten en sympathisanten, met lezingen, workshops, muziek en veel gezelligheid. De PL is al zeer lang een traditie. De traditie is echter in gevaar, en daarvan kunnen we nu eens niet de buitenstaanders, de autoriteiten de schuld geven. Het gevaar komt uit eigen kring, vanuit de organisatie zelf. Het is voor mij – naast afstand, kosten en een lichte kampeer-allergie – extra reden om er weg te blijven.
Wat is het geval? Vorig jaar vond er een buitengewoon onaangenaam incident plaats. Eén van de bezoekers is van het terrein gestuurd nadat twee anderen hadden aangegeven dat zijn aanwezigheid hen vanwege eerdere ervaringen een onveilig gevoel gaf. Dat hebben ze aangekaart bij het zogeheten A-team, dat in het leven is geroepen als aanspreekpunt als mensen een probleem hebben met andere mensen op de PL. Het doel van deze voorziening is bijdragen aan “een prettige atmosfeer zonder uitsluiting.” Bij ‘uitsluiting’ kun je denken aan gedrag waarin seksistische, racistische, homofobe, transfobe en andere onderdrukkende uitingen vrouwen, zwarte/ gekleurde mensen, lesbo ‘ en homo ‘s en biseksuelen, transgenders krenken, kleineren en daarmee feitelijk uitsluiten.
Dit soort uitsluiting is in de maatschappij standaard procedure. Maar dit soort uitsluiting is in fundamentele tegenstrijd met het doel van de PL op Appelscha zelf. Dat is immers een anarchistisch samenzijn, van mensen voor wie vrijheid en gelijkwaardigheid kernwaarden zijn. Daar hoort geen racisme, seksisme, homofobie, transfobie, kleinering van mensen met een beperking of iets dergelijks bij. Maar ook anarchisten zijn misvormd door de maatschappij met al haar uitsluitingsmechanismes en vooroordelen. We kunnen er dus helaas niet van uitgaan dat we onder elkaar niet in de fout gaan. En het is te makkelijk, te gemakzuchtig, om dan te zeggen dat degene die doelwit is van repressieve uitingen of gedrag, zelf maar het zelfvertrouwen moet opbrengen om daar tegenin te gaan. Punt is nu juist dat dit soort mechanismes het zelfvertrouwen van mensen die doelwit zijn van zulke mechanismes, systematisch en structureel ondermijnen. Ga als jonge, nog niet er voor uitgekomen homo maar eens dwars in tegen homofobe ‘grappen’ in je klas; je bent waarschijnlijk al veel te blij als die grappen zich niet rechtstreeks tegen jou keren, omdat je nog veilig in de kast zit. Het zelfvertrouwen ontbreekt veelal, en dat wordt door een homofobe sfeer verder ondermijnd. Het is dus legitiem, ja noodzakelijk, om op samenkomsten en activiteiten van radicalen, anti-autoritairen, anarchisten, een soort voorziening op te zetten waarin mensen die geraakt worden door onderdrukkend gedrag gehoor vinden, en waarin tegen zulk gedrag vervolgens stappen worden ondernomen Dat is het doel van wat bekend staat als Safer Spaces Policy: veiligheid scheppen voor leden van de juist de meest kwetsbare, onderdrukte groepen. Een prachtige poging om de beginselen van zo ‘n policy uiteen te zetten wordt gegeven door de Glasgow Anarchist Federation & Friends, in “Safer Spaces Policy”
Safer Spaces Policy is helaas noodzakelijk, omdat respectvol gedrag op basis van gelijkwaardigheid helaas zelfs onder anarchisten nog niet vanzelfsprekend is, hoezeer we er ook allemaal lippendienst aan bewijzen. Slechte gewoonten en gedragspatronen zitten diep, en vallen niet automatisch weg op een kampeerterrein in Appelscha. Safer Spaces Policy verscheen op Appelscha in de vorm van het A-team en haar rol.. Dat de PL dus iets als een A-team in het leven riep, was niet verkeerd, al vraag ik me wel af wie zoiets precies beslist, hoe een A-team wordt gevormd en dergelijke, en hoe de PL als geheel daar enige grip op heeft. Als er namelijk van zulke rechtstreekse grip nergens sprake is, dan is er sprake van opgelegde autoriteit, iets dat in een anarchistisch evenement niet thuishoort.
Maar Safer Spaces Policy is, hoe nodig ook, tegelijk geweldig moeilijk en riskant. Om het te laten werken is grote zorgvuldigheid noodzakelijk, anders worden beweringen veel te snel beschuldigingen, en beschuldigingen vervolgens voor onverkorte waarheid aangenomen. Dan is het gevaar van een ander soort uitsluiting levensgroot. Dan verheft, in de vorm van een A-team, zich een nieuwe autoriteit die zowel aanklager als rechtbank is, en feitelijk gewoon straf uitdeelt, ook al wordt dat woord zorgvuldig vermeden. Safer Spaces Policy ontspoort maar al te makkelijk in deze richting. Precies van zo’n ontsporing was naar mijn mening sprake op Appelscha 2013. En uit de opstelling van de huidige Voorbereidingsgroep in een terugblik op de gang van zaken, blijkt dat het hier om méér dan een incidentele ontsporing gaat. Dat is buitengewoon zorgwekkend.
Hoe valt de toedracht te reconstrueren? Nauwelijks, en dat is vanwege privacy en discretie maar goed ook. Maar er valt wel wat over te zeggen. We weten dat twee mensen bij het A-team stelden dat ze zich onveilig voelden in de aanwezigheid van Maikel. We weten dat zij dat bij het A-team aangaven. We weten dat vervolgens dat twee mensen uit het A-team stapten omdat zij Maikel persoonlijk kenden en daarom de schijn van partijdigheid wilden voorkomen. In hun plaats trad vervolgens een aantal mensen van de Voorbereidingsgroep als A-team op, samen met het ene lid van het oorspronkelijke A-team dat zich niet had teruggetrokken. Dat nieuwe A-team gaf vervolgens aan dat het vertrek van Maikel van het terrein de beste oplossing zou zijn. Maikel werd vervolgens gevraagd te vertrekken, en hij vertrok.
Voordat we verder gaan eerst dit: zoiets heet verbanning. Traditioneel is dat voor anarchisten – die niet in strafrecht geloven, en voor wie het opleggen van boetes, celstraf en dergelijke geen optie is – de zwaarst denkbare sanctie. Als iemand in een gemeenschap zodanig antisociaal (dis-)functioneert en daar op geen enkele manier op aanspreekbaar is, dat wordt zo ‘n iemand uit de gemeenschap gezet. Het is zo ongeveer het equivalent van de doodstraf. Het is een zeer zwaar middel. Nu werd Maikel. natuurlijk niet levenslang uit de gemeenschap gezet, maar ‘slechts’ voor drie dagen van een kampeerterrein gestuurd. Het onderliggende principe is echter weinig anders, en een zwaardere sanctie dan verbanning uit de PL is nauwelijks denkbaar, althans voor vrijheidslievende mensen die de integriteit van de persoon hooghouden. Iemand wegsturen is valide na zware mishandeling, verkrachting, en natuurlijk ook bij politie-infiltratie. Het rondlopen van geweldplegers, verkrachters en infiltranten brengt de veiligheid in zodanig gevaar dat vertrek van zulke mensen nodig kan zijn. Dan gaat het trouwens niet ‘straf’ wegens misdaden want daar gaan we niet over, en dat moeten we niet willen ook. Dan gaat het om niets anders dan de veiligheid van aanwezigen op de PL. En ook dan moet je verdomd zeker zijn van je zaak, dan moet het misschien niet keihard bewezen zijn maar toch wel heel erg aannemelijk gemaakt.
Was van zoiets ernstigs hier sprake? Nergens blijkt dat uit. Sterker: nergens wordt ook maar enigszins duidelijk op wat voor ervaring het gevoel van onveiligheid van de twee mensen was gestoeld. Het is ook niet tegen Maikel gezegd in de procedure. Maikel is dus van iets ongrijpbaars beschuldigd, iets waar Maikel zich niet tegen kon verweren, maar waarvoor hij uiteindelijk is weggestuurd. Ja, er is zoiets als privacy: ik hoef niet te weten wat er zich ooit tussen Maikel en de twee wel of niet heeft voorgevallen, áls er al van enig voorval sprake is geweest. Maar Maikel heeft natuurlijk wél het recht om dat te weten. Er is zoiets als hoor en wederhoor. Dat heeft overduidelijk ontbroken, waardoor het de hele maatregel al aan legitimiteit ontbreekt. Alleen al daarom heeft Maikel recht op excuses vanuit het A-team en vanuit de organisatie van de PL als geheel. Dit had nooit zo gemogen. Dit moet nooit meer gebeuren.
Dat is ook de conclusie van een onderzoek dat een onderzoekscommissie van twee mensen, Ellen en Ron, naar de gang van zaken heeft gehouden. Conclusies en de reactie erop van de Voorbereidingsgroep 2014 staan intussen op de website van de Pinksterlanddagen te lezen onder de titel “Onderlinge verstandhouding” . Ron en Ellen hadden zich aangemeld als mogelijk lid van een A-team in 2014 en “kregen de vraag voorgelegd of wij ons hierover wilden buigen…” (namelijk over de gang van zaken rond “het wegsturen van Maikel”), “omdat dit naar de mening van enkele betrokken niet goed was verlopen.” Ze hebben gebeld, gemaild, met mensen gesproken en zeggen: “Maar eerst moet het duidelijk worden en bekend worden gemaakt dat Maikel, op basis van de ons onder ogen gekomen informatie, ten onrechte is weggestuurd. Dit houdt dus in dat de aanklachten tegen hem gedaan geen grond hebben om over te gaan tot zo’n ingrijpende maatregel die vergaande gevolgen heeft voor Maikel, in privé – en politieke sfeer”. En verder: “In het algemeen moeten we vaststellen dat we alleen in heel ernstige gevallen ertoe kunnen overgaan om iemand van het terrein af te sturen. En daar moeten dus harde bewijzen voor zijn en moet er hoor en wederhoor plaats vinden.”
Nu is hard bewijs voor uitingen woordgebruik en niet alt e grove gedragingen vaak nauwelijks realistisch, en soms moet je toch iets gebeuren. Ga maar eens bewijzen dat X die ene opmerking wel of niet heeft gemaakt, dat ene gebaar wel of niet heeft gebezigd. Maar dan geldt nog altijd de vraag van hoor en wederhoor. Sterker: die vraag klemt bij de wat ‘kleinere’ dingen des te meer. En dan zou ik eerder denken aan mediatie, pogingen om gesprekken tussen de betrokken mensen op gang te krijgen, desnoods indirect, via tussenpersonen. De uitkomst kan dan van alles zijn: afspreken dat Maikel weg zou blijven bij bepaalde workshops waar de twee mensen die zich onveilig voelen in zijn nabijheid graag heen willen; overnachten op zo ver mogelijk uit elkaar liggende delen van het terrein; een toezegging aan Maikel vragen dat hij geen enkel contact met de twee zou zoeken. Zo zou je iets kunnen vinden waarin én het gevoel van veiligheid van de twee, en de erkenning dat Maikel zich aan niets aantoonbaar verwijtbaars heeft schuldig gemaakt en dus gewoon op de PL thuishoort, hun plek krijgen.
Maar dan moet er dus worden gecommuniceerd, en niet alleen worden beschuldigd, veroordeeld en weggestuurd. Ik lees echter in de verklaring van de twee mensen die wegens schijn van partijdigheid uit het A-team zijn gestapt: “een last-minute-verzoek van onze kant aan de mensen die op dat moment als A-team functioneerden om nogmaals in gesprek te gaan met Maikel, andere direct betrokken en een ter plekke ontstane “supportersgroep” voor Maikel – zoals dat wel vaker gebeurt in procedures als deze – werd zonder pardon door de toen ontstane “uitzettingsgroep” afgewezen. Het besluit was genomen en Maikel kon vertrekken.” Onthutsend om te lezen, dit verslag: van de kant van Maikel en medestanders kennelijk een poging om te praten; van de andere kant een veto over pogingen die kant op.
Nu maakt iedereen fouten, soms ernstige. Het is zaak daar van te leren, en herhaling te voorkomen. Er zou heel veel gewonnen zijn als de nieuwe Voorbereidingsgroep vierkant achter de conclusies van Ron en Ellen was gaan staan en gezegd hadden: ‘Sorry Maikel, dit had zo nooit gemogen, welkom op de PL 2014!’ Dat was niet alleen voor Maikel fijn geweest: hij had de ellende dan misschien beter kunnen afsluiten. Het was ook beter geweest voor alle deelnemers aan de PL 2014. het had namelijk laten zien dat er op de PL van nu af aan geen plaats meer is voor ongefundeerde beschuldiging, gevolgd door verbanning. Dat had een stuk angst bij potentiële deelnemers weggehaald. Nu niet. Nu kan het gebeuren dat iemand zegt: die Storm, zat die niet lang bij de Internationale Socialisten? Ik voel me bij zo’n ex-trotskist niet veilig, die heeft mij in 2003 te vaak geschoffeerd. Van het terrein af met die gast… Ik ben ooit, in 2006, wel eens geweerd van een podium waar ik zou optreden, omdat ik jaren ervoor, in 2002, ruzie had gehad met de organisator, die achteraf – tegen een ander, niet tegen mij – zei dat ik zou hebben geslagen. Ik en klappen uitdelen, wie mij kent ligt intussen onder de tafel van het lachen, vermoed ik. Maar je kunt niet weten, he? Nu was het zijn feestje, en het was zijn recht om me te weren als hij zich met mij niet okay voelde. Maar hoe had ik kunnen bewijzen dat ik niet heb geslagen? Dit soort beschuldigingen-zonder-bewijs kunnen tot leven gebracht worden en tegen mensen gebruikt, om goede en slechte reden, uit legitieme angst maar ook om oude rekeningen te vereffenen. En iedereen heeft zo wel iets wat tegen haar of hem gebruikt kan worden. Dit zijn dingen waartegen Safer Spaces Policy, door nauwkeurige procedures , bestand moet zijn. Zolang Maikel niet te horen krijgt dat hem onrecht is aangedaan, en zolang er geen garanties rond waarheidsvinding en hoor/ wederhoor in Safer Spaces Policy wordt ingebouwd, is het op de komende PL dus niet veilig. Dat is voor mij doorslaggevend om er dit jaar sowieso niet naar toe te gaan.
Helaas, de Voorbereidingsgroep zegt geen sorry tegen Maikel, en volhardt in het soort houding waarvan Maikel in 2013 de dupe is geworden. Dat blijkt uit de reactie op het rapport van Ellen en Ron. Ja, ze “betreuren” de gang van zaken. Ze zien dat verantwoordelijkheden door elkaar hebben gelopen, dat “de voorbereidingsgroep (…) in 2013 haar taak niet voldoende ingeperkt (heeft)”, waardoor “onduidelijkheid” ontstond in afbakening tussen A-team en voorbereidingsgroep. “We zijn het erover eens dat we in de toekomst ons volledig afzijdig meten houden van onderlinge spanningen, en conflict tussen bezoekers.” Een crisisteam/ A-team moet dus los van de voorbereidingsgroep actief zijn. Daarmee wordt tenminste erkend dat de gang van zaken rond Maikel – waarbij het oorspronkelijke A-team zich grotendeels terugtrok en vervangen werd door een deel van de voorbereidingsgroep – ongelukkig was. En goed inzicht. Maar de kern van wat er mis ging, wordt erdoor niet geraakt en al helemaal niet verholpen. Want in de kern verdedigen ze de gang van zaken.
Eerst schetsen ze de procedure in het algemeen. Er kunnen “een of meerdere personen aangeven zich niet veilig te voelen omdat iemand (…) hun grenzen heeft overschreden”. Dan is het zaak dat iemand in een A-team “degene die naar je toekomt respecteert, aanhoort wat diegene kan en wil vertellen (want het gaat vaak over zeer traumatische ervaringen waarover men moeilijk over praat) en zorgt voor een veilige omgeving voor diegene.” So far, so good. Luisteren, respect, veiligheid.. Vervolgens wordt er gekeken naar oplossingen: “Soms is de meest praktische (oplossing ) de tijdelijke om degene die de schade heeft aangericht te vragen om te vertrekken.” Maar kijk eens wat hier gebeurt! Er hoeft dus niet vastgesteld te worden of iemand wel hun grenzen heeft overschreden, er wordt meteen al gesproken over “degene die de schade heeft aangericht”, alsof dat bij voorbaat een uitgemaakte zaak is. Er wordt verwezen naar het onbetwistbare feit dat grensoverschrijdend gedrag traumatiserend kan zijn, en moeilijk om over te praten, dat daar moed voor nodig is. Helemaal waar. Maar het hele idee dat het grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden, wordt al meteen als vaststaand feit aangenomen. De perceptie van degenen die erdoor zeggen gekwetst te zijn, wordt meteen al als waarheid aangenomen. De mogelijkheid van een misverstand wordt niet eens overwogen, om over ernstiger scenario’s maar te zwijgen.
Het doel van dit alles is prijzenswaardig: er moet een “veilige omgeving worden gecreëerd”. Het vervolg is dubieus: “en in sommige gevallen kan dat enkel als degene die de schade heeft aangebracht (tijdelijk) vertrekt.” Als dat al geldt, dan toch alleen als werkelijk vast is komen te staan dat de schade daadwerkelijk is aangericht door die persoon. Nergens in de geschetste procedure komt echter zulke waarheidsvinding ter sprake. Het pure feit dat mensen zeggen: mijn grenzen zijn overschreden door persoon X’ , is al voldoende. Als dit de kern is van het in dit verband wel eens naar voren geschoven Power of Definition-idee – degene die zegt dat haar/ zijn grenzen zijn overschreden, degene die iemand beschuldigt van onderdrukkend gedrag, wordt bij voorbaat in het gelijk gesteld, want haar of hem komt de exclusieve macht om de situatie te definiëren toe – , dan wil ik met dat idee dus niets te maken hebben. Het is een recept voor beschuldigen zonder bewijs, voor uitsluiting uit goede maar ook uit slechte motieven. Het is een concept waarmee autoriteit wordt bestreden met autoriteit, en daarmee strijdig met ieder vrijheidslievend radicalisme.
Dat iemand die klaagt over grensoverschrijdend of onderdrukkend gedrag nooit weggewimpeld mag worden, dat zo iemand heel serieus genomen moet worden, en dat het uitgangspunt moet zijn dat zo’n iemand niet maar wat roept maar dat zij/ hij werkelijk kwetsing heeft beleefd, dat is goed, juist en rechtvaardig. Dat is de rationele kern waarop het Power of Definition-idee zich kennelijk baseert en waarvan het een ontspoorde vervorming is. Het is een contraproductieve overreactie. Ja, iedereen die zich gekrenkt voelt, heeft recht op gehoor en op support in haar of zijn gekrenktheid. Maar dat is iets anders dan de beschuldigde bij voorbaat schuldig te verklaren, zonder hoor en wederhoor, en zonder maar een begin van eerlijke waarheidsvinding. Gevoelens zijn rechtmatig, maar dat wil niet zeggen dat over de gebeurtenissen die eraan ten grondslag lagen geen hele uiteenlopende inzichten denkbaar zijn.
Dat is de algemene aanpak, die hier is toegepast: mensen voelen zich onveilig bij iemand, kaarten dat aan en vervolgens wordt die iemand weggestuurd. “Het verzoek aan M. om te vertrekken is op deze manier tot stand gekomen.” M. is dus Maikel. Dat betekent dat er dus genoegen is genomen met het pure feit dat twee mensen Maikel ‘s aanwezigheid ervoeren als inbreuk op hun veiligheid. Ervaring en perceptie van grensoverschrijding wordt zelf als bewijs gehanteerd voor zulk gedrag. Degene die klaagt heeft bij voorbaat gelijk, de aangeklaagde is bij voorbaat schuldig. Dit is geen vooruitgang vergeleken bij de burgerlijk-juridische rechtsgang. Dit is een achteruitgang.
De Voorbereidingsgroep zegt als reactie op Ellen en Ron nog: “Het was de onderzoekscommissie niet gevraagd om te beoordelen of de mensen die in vertrouwen naar het A-team toegingen, daar wel voldoende redenen voor hadden.” Maar dat heeft de onderzoekscommissie dan niet ook gedaan, Ze heeft slechts vastgesteld dat nergens uit bleek dat de redenen zwaar genoeg waren om Maikel tijdelijk te verbannen. “Waarheidsbevinding en harde bewijzen zijn geen termen die op deze situaties van toepassing zijn”. Als waarheidsvinding en bewijsvoering er niet toe doen, dan kan iedereen iedereen aanklagen op basis van gevoel, echt of beweerd, oprecht of geveinsd. “Het is dan ook niet aan een externe partij om iets te concluderen over het ervaren gevoel, en dat was ook expliciet zo afgesproken.” Misplaatst, dit argument. De onderzoekscommissie, Ron en Ellen dus, concluderen niets over dat gevoel zelf. De twee zeggen alleen dat er geen bewijs bij dat gevoel werd geleverd, bij de herkomst ervan en bij de verantwoordelijkheid van Maikel voor het ontstaan van dat gevoel, geen bewijs dat voldoende was om Maikel weg te sturen. Dat stelde de onderzoekscommissie vast, precies omdat ze wèl aan waarheidsvinding deed, en niet aan beoordeling van de door de onderzoekscommissie helemaal niet betwiste beleving van de twee mensen.
Dan zegt de Voorbereidingsgroep nog: “Tot slot kunnen wij ons niet vinden in de juridische toonzetting en de dingende aanbevelingen.” Tja, dwingende aanbevelingen is al kromtaal. Aanbevelingen zijn per definitie al niet dwingend, het zijn slechts adviezen. Maar kennelijk wordt een met enige stelligheid gebrachte onderbouwde mening al ervaren als dwingend. Belangrijker is de afwijzing van de “juridische toonzetting”. Het feit dat de Voorbereidingsgroep niets wilde weten van waarheidsvinding, bewijsvoering of welke weging van klachten dan ook, geeft aan waar het wringt. Rechtsprincipes als hoor en wederhoor, niemand schuldig verklaren zonder serieuze bewijsvoering, niemand in de beklaagdenbank zetten zonder tenminste te zeggen waarvan iemand wordt beschuldigd, zijn voor de voorbereidingsgroep kennelijk niet geldig of zoiets. Maar als de juridische rechtsprincipes er niet toe doen, welke dan wel? De aanklager heeft bij voorbaat gelijk, de beschuldigde is bij voorbaat schuldig? Als dát de regels worden in een vrije maatschappij , dan verkies ik de burgerlijke rechtsorde. Maar ik neem daar geen genoegen mee. Een werkelijk vrije maatschappij kan maar beter leren de juridische rechtsprincipes op te pikken en aan te scherpen, voorbij de burgerlijke autoritaire kaders waarin ze nu nog functioneren. We willen het toch béter doen dan de gemiddelde liberaal, en toch niet slechter? We willen toch minstens rechtszekerheid, geen willekeur? We willen toch géén staat, en geen politiestaat?
Eerherstel voor Maikel zit er wat betreft de Voorbereidingsgroep niet in. “We kunnen (niet ingaan op de eis tot naamzuivering voor M. Daarmee ridiculiseer je hetgeen dat de mensen die het A-team om hulp hebben gevraagd hebben verteld over wat zij hebben meegemaakt.” Dit is zelf ridicuul, deze redenering. Eerherstel betekent alleen maar dat er geen bewijs is dat Maikel iets kwalijks heeft bedreven dat ernstig genoeg is voor uitsluiting van de PL, dat er dus geen valide grond voor verbanning. Over de aard van wat er wel of niet heeft plaatsgevonden wordt aldus geen enkel oordeel uitgesproken. Er wordt geen gevoel belachelijk gemaakt, er wordt alleen gezegd: ‘wat wij horen is heel verdrietig, maar we kunnen de waarheid erachter niet achterhalen en vinden het achteraf dan ook niet terecht om Maikel weg te sturen.’
Maar er wordt met een denkbaar besluit om Maikel naamzuivering te gunnen natuurlijk wel iets geridiculiseerd: het besluit om Maikel weg te sturen wordt er door onderuit gehaald als zijnde niet of onvoldoende gefundeerd. Net als de onzorgvuldige procedure, en net als degenen die de kern van die procedure blijven verdedigen, zoals de Voorbereidingsgroep 2014 door Maikels naamzuivering onderuit zou worden gehaald. Naamzuivering van Maikel betekent erkenning dat hem onrecht is aangedaan, het betekent erkenning dat er een fout is gemaakt. Dat betekent gezichtsverlies, kennelijk ook voor de Voorbereidingsgroep 2014, en dat wil ze kennelijk ontlopen. De verwerping van de eis tot naamzuivering is typerend. Het is de klassieke reactie van een gevestigde autoriteit die onder vuur komt te liggen en zich daartegen afschermt. Wie daar genoegen mee neemt, buigt aldus voor autoriteit.
In dat beeld past ook een ander juweeltje uit de tekst van de Voorbereidingsgroep. “Over de zwaarte en proportionaliteit van de ingreep valt te twisten, over onze bedoelingen niet.” Nergens trekken Ron en Ellen de goede trouw van de Voorbereidingsgroep in twijfel. Vanwaar dan die hautaine uitspraak dat aan “onze bedoelingen” niet getwijfeld mag worden? Ook die bedoelingen kunnen toch voorwerp zijn van discussie? Het is alsof de Voorbereidingsgroep zich boven dit soort discussie verheven acht. Ik zou het zelf niet in mijn hoofd halen om van mijzelf te zeggen dat mijn motieven boven twijfel zijn verheven. Dat moeten anderen maar beoordelen, en de discussie daarover kent geen enkele beperking bij voorbaat. Dat lijkt me een opstelling die de Voorbereidingsgroep ook had gesierd: beoordeel ons, onze daden én onze motieven, in alle vrijheid op grond van wat je ons hebt zien zeggen en doen.
Zeggen dat “aan onze bedoelingen” geen twijfel mag bestaan getuigt van een arrogante houding, passend bij een groep die zich kennelijk als instituut beschouwt dat niet in, maar uiteindelijk boven de PL functioneert. Met anarchisme heeft die houding weinig te maken, en de veiligheid die er eventueel mee wordt bereikt, is de veiligheid van een, gelukkig ongewapende, politiestaat. Ook die worden doorgaans geleid door lieden aan wiens motieven we nimmer geacht worden te twijfelen. Ik mag hopen dat de Voorbereidingsgroep dit bij nader inzien zo ook niet wil en alsnog van haar voetstuk stapt. Ik ben er echter niet gerust op.
Peter Storm
Tags: appelscha PL Safer Spaces Policy