Wanneer: 04/11/2013 - 14:59
Vandaag diende het hoger beroep van de Ubica-arrestanten bij het Gerechtshof in Arnhem. Zowel de negen arrestanten als het Openbaar Ministerie waren in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de politierechter in eerste aanleg. In eerste aanleg waren acht van de arrestanten veroordeeld tot vier weken celstraf, één van de arrestanten was veroordeeld tot zes weken celstraf. Daarnaast zijn alle negen arrestanten veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van zo’n € 15.000,-
Tijdens het hoger beroep dat vandaag diende heeft het Openbaar Ministerie haar eis flink afgezwakt. Tijdens de eerder strafzaak werd de arrestanten zowel (poging tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en openlijke geweldpleging in vereniging ten laste gelegd. De eis hiervoor was vier tot zes maanden celstraf. In hoger beroep werd de arrestanten niet langer (poging tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel ten laste gelegd waarmee de tenlastelegging werd afgezwakt tot openlijke geweldpleging. De strafeis in hoger beroep was twee maanden. Daarnaast werd opnieuw dezelfde schadevergoeding geëist als tijdens de zaak in eerste aanleg.
De advocaten van de arrestanten voerden een fascinerend verweer. Naast formele verweren, bijvoorbeeld met betrekking tot de dagvaardingen, werd ook verweer gevoerd tegen de bewijsbaarheid van de tenlastelegging. Over twee weken volgt de uitspraak in deze zaak. Niet zeker is of dan meteen een inhoudelijke uitspraak wordt gedaan, of dat de zaak wordt aangehouden om meer getuigen te horen.
Zelfs al volgt meteen een vonnis betekend dat nog niet dat de juridische nasleep van de Ubica-ontruiming tot een einde is gekomen. Naast de strafzaken, waarin cassatie sowieso altijd mogelijk is, hebben de gemeente Utrecht en de politie een civiele zaak aangespannen tegen de negen arrestanten aangespannen waarin een schadevergoeding van bijna vijftigduizend euro wordt geëist. Wordt vervolgd, dus.