Naar aanleiding van een nieuw rapport, genaamd ''Wie Zwijgt Stemt Toe: Het gebrek aan Nederlandse steun voor vervolgde Saudische mensenrechtenverdedigers'' organiseerde Amnesty International op 29 september in De Balie in Amsterdam een debat tussen Nederlandse politici en Saudi-Arabische mensenrechtenactivisten.
In het rapport komt naar voren hoe de Nederlandse regering stilzwijgend toekijkt op de mensenrechtenschendingen. Nederland negeert haar eigen beleid én laat de Saudische mensenrechtenverdedigers in de kou staan. Aangetoond wordt dat bijvoorbeeld in andere landen wel druk wordt uitgeoefend na mensenrechtenschendingen, maar in Saudi Arabië niet.
In Saudi Arabië worden met steeds meer regelmaat activisten aangeklaagd en gevangengezet, met gevangenisstraffen tot vijftien jaar.
Drie Saudische activisten waren voor deze gelegenheid naar Nederland gekomen, waaronder Abdelaziz Al-Husain die vorig jaar naar de VS vluchtte nadat hij in zijn thuisland vervolgd zou gaan worden. Zij hebben de civiele organisatie Adala opgericht die opkomt voor mensenrechten in Saudi-Arabië. In hun functie als advocaat steunen zij aangeklaagde activisten. De aanklachten van de staat vallen veelal in het kader van ''het imago van de staat schaden'' en ''de heerser ongehoorzamen''.
Als voornaamste reden voor het ontbreken van kritiek van Nederland naar Saudi Arabië toe, wordt de economische macht die Saudi Arabië geniet wegens hun olievoorraad genoemd. De activisten nemen de Nederlandse overheid deze vorm van stille diplomatie kwalijk. Een effectieve 'soft power' methode zou volgens hen al een verschil kunnen maken. Wanneer Europese diplomaten en advocaten hun gezicht laten zien bij de rechtzaken tegen activisten, of in ieder geval een verzoek indienen om hierbij aanwezig te zijn, is dit al een klein gebaar naar Saudi Arabië toe dat Europa niet compleet de ogen dicht heeft voor het bemoeilijken van de taak van deze mensenrechtactivisten.
Wat de rol van ambassades betreft voegde moderator Petra Stienen, Arabiste en zelf diplomaat geweest in het Midden Oosten, toe dat ambassades een beperkte invloed kunnen uitoefenen omdat daar maar een beperkt aantal mensen werken.
In de volle zaal werd druk gedebateerd over het spanningsveld tussen het verdedigen van mensenrechten en het economisch belang van Nederland. Drie politici namen hieraan deel: Sjoerd Sjoerdsma (D66), Harry van Bommel (SP) en Han ten Broeke (VVD).
Han ten Broeke beweerde droog dat een onafhankelijkheid van olie, dus een totale omslag naar alternatieve energie, een uitkomst is. Realistischer was zijn antwoord op de vraag hoe het op dit moment moet. Was er sprake van een double standard betreffende zakendoen met een land dat mensenrechten schaadt? Hij verklaarde ''liever een double standard dan geen standard'' te zien. Deze opmerking bracht iedereen, vooral Midden-Oosten expert Paul Aarts en Harry van Bommel, in verontwaardige stemming. Maar met deze provocerende opmerking had hij wel de aard van het dilemma te pakken: zonder dimplomatieke soft power kan ervan uitgegaan worden dat internationale druk averechts zal werken.
Harry van Bommel stelde dat de Europeaan, mocht er door kritisch optreden naar Saudi Arabië toe een oliecrisis ontstaan, het ervoor over moet hebben een paar euro extra voor hun benzine te betalen. Iets waar Ten Broeke uiteraard minder over te spreken was.
Een bezoeker merkte op dat 'corporate responsibility' van internationale bedrijven ook veranderingen teweeg kan brengen, maar dat dit onderwerp op deze avond niet genoeg aan bod was gekomen. Wel werd Shell genoemd met een nieuw rapport, waar volgens Stienen 49 keer het woord mensenrechten in voorkwam. Natuurlijk waren de meningen verdeeld over het effect dat Shell wil bereiken met zo'n rapport.
De drie politici kwamen tot de conclusie dat er één standaard is; namelijk de mensenrechten standaard. Er zijn vele manieren om deze standaard te bereiken, en verschillende landen moeten verschillend benaderd worden. Maar dat met betrekking tot Saudi Arabië Nederland een wel hele stille vorm van diplomatie heeft aangenomen is door het Amnesty rapport duidelijk geworden.
Na afloop vroeg ik de twee activisten die nog in Saudi Arabië wonen, Sadek en Waleed, hoe veilig zij zich daar voelen. Sadek antwoordde met de veelzeggende uitleg dat zij hadden besloten om niet allebei te spreken deze avond; Sadek voerde samen met Abdelaziz het woord. Mocht het gebeuren dat Sadek in Saudi Arabië opgepakt of aangeklaagd zou worden wegens zijn uitspraken dan kon Waleed hem juridisch bijstaan, omdat hij vanavond niet gesproken had.
Ik denk terug aan deze mannen en hun terloopse opmerking, en hun dagelijks werk om hun onveilig land veiliger te maken. Zolang er mensenrechtenstrijders actief zijn, is het de taak van landen die het belang van mensenrechten onderschrijven, hen te steunen.
http://www.amnesty.nl/nieuwsportaal/nieuws/kom-naar-het-debat-saudi-arab...
https://www.amnesty.nl/actiecentrum/acties/schrijfactie-november-saudi-a...
File: wie_zwijgt_stemt_toe-amnestyrapport.pdf