De wereld heeft geen behoefte aan leiders, maar aan een leidend beginsel, ter bestrijding van de wereldproblemen.
Leiderloze revoltes als teken van streven naar mondiale eenheid.
Het wenkende perspectief dat in de leiderloze revoltes als de Arabische Lente, de Jasmijnrevolutie, de Occupy-beweging, de recente demonstraties in Brazilië tegen Dilma Rousseff en in Turkije tegen Erdogan besloten ligt, is te omschrijven als ‘eenheid in verscheidenheid’. Voor de realisatie daarvan zijn primair geen leiders nodig maar wel een leidend beginsel. Een universele (niet aan plaats- en tijdgebonden) gedachte die geen tweespalt veroorzaakt, maar tot eenheid leidt. Religie en ideologie lenen zich hier niet voor, in tegenstelling tot de idee van de aarde als één groot levend organisme. Eén zelfregulerende oeroude organische giga-eenheid waar wij - als mensheid - niet boven staan, maar gedwongen (we hebben er immers niet vrijwillig voor gekozen!) deel van uitmaken. Om dit opgelegde organische samenleven voor een ieder, waar ook ter wereld, draaglijk te maken is de creatie van een rechtvaardig mondiaal beleid op organische (i.p.v. religieuze of ideologische) grondslag, een eerste vereiste. Het daarvoor benodigde mondiale beleidscentrum bestaat gelukkig al: “De Verenigde Naties”. Tot de creatie van ‘eenheid in verscheidenheid’, de rechtvaardige mondiale samenleving, zal onze volkerenorganisatie niet in staat zijn, zolang religie en ideologie de drijvende krachten blijven achter het beleid van de 192 VN-lidstaten.
Kortom, zolang de parlementaire democratie niet in alle openheid ter discussie wordt gesteld in VN-verband, waartoe Nederland als VN-lid het initiatief zou kunnen nemen, zal het adequaat bestrijden van de wereldproblemen op wereldschaal niet van de grond kunnen! komen en verdwijnt het mensenrechten- of vredesideaal langzaam maar zeker definitief achter de door de partijpolitiek versnipperde horizon.