Wetsvoorstel
Steeds vaker gebruiken pandeigenaren een strafrechtelijke procedure om krakers uit te zetten.
Waar voorheen een civielrechtelijke procedure de standaard was, waarin een rechter weegt of er plannen zijn met het pand vs het woonrecht van de krakers.
In een strafrechtelijke procedure, zou dit ook moeten gebeuren maar gebeurt dit niet. Lees maar eens op rechtspraak de laatste paar strafrechelijke ontruimingen / rechtszaken tegen de staat op dit vlak door: De rechter zegt gewoon, woonrecht is niet voldoende, we laten het lekker leegstaan als de eigenaar dat wil.
Wat gaat de kraakbeweging doen om deze switch van civielrechtelijke naar strafrechtelijke zaken te beeindigen?
Om aan het licht te brengen dat deze zaken deze de staat niet serieus genomen worden door de landsadvocaat noch de rechter?
Wat gaan we doen tegen de kraakpogingen waar de politie de boel illegaal ontruimd zonder rechtszaak?
En last but not least, om aan te vechten dat de recent voorgestelde anti-kraakwet, waarmee men binnen 3 dagen wil ontruimen, er komt in die vorm?
Gaan we dan maar massaal kraken en herkraken?
Het is tijd voor actie... Word wakker krakend nederland
Samenvatting advies initiatiefwetsvoorstel
Gepubliceerd op 18 september 2020
https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@122597/advies-handhaving-kra...
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Koerhuis en Van Toorenburg over de handhaving van het kraakverbod. Het advies is op 18 september 2020 openbaar gemaakt.
Inhoud van het wetsvoorstel
Met dit wetsvoorstel willen de initiatiefnemers de handhaving van het kraakverbod verstevigen en snellere huisuitzetting van krakers mogelijk maken. Nu krijgen krakers de kans om een kort geding aan te spannen, voordat uitzetting kan plaatsvinden. Pas als de rechter oordeelt dat de voorgenomen uitzetting niet onrechtmatig is, kan die uitzetting ook daadwerkelijk plaatsvinden. Alleen in bijzondere omstandigheden kunnen krakers meteen worden uitgezet, zonder tussenkomst van de rechter. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de openbare orde in het geding is.
De initiatiefnemers stellen voor om een verkorte procedure in het leven te roepen. Hierbij moet de rechter-commissaris binnen drie dagen beoordelen of uitzetting rechtmatig is. Daarna kunnen de krakers worden uitgezet.
Noodzaak en effectiviteit van het voorstel
De Afdeling advisering begrijpt de wens van de initiatiefnemers om de handhaving van het kraakverbod zo effectief mogelijk te maken. Het is echter niet duidelijk of met dit voorstel daadwerkelijk een zodanige tijdswinst wordt geboekt, dat inrichting van een geheel nieuwe procedure gerechtvaardigd is. De initiatiefnemers geven bijvoorbeeld niet aan hoelang het nu duurt om krakers uit te zetten en of er in de bestaande procedure nog tijdswinst te behalen valt. Ook is niet duidelijk of de voorgestelde nieuwe procedure sneller zal gaan. Een vordering bij de rechter-commissaris moet immers worden voorbereid en de procedure moet met voldoende waarborgen worden omkleed. Als de rechter-commissaris een machtiging afgeeft, dan moet de uitzetting op gemeentelijk niveau worden voorbereid. Daarbij staat niet vast dat de daadwerkelijke ontruiming snel kan plaatsvinden. Daarom luidt het advies om de introductie van een geheel nieuwe procedure beter te motiveren, en als dit niet mogelijk is, te heroverwegen.
Procedurele waarborgen
Huisuitzetting is een beperking van het huisrecht, vastgelegd in artikel 10 en 12 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), ook wanneer sprake is van kraken. De Hoge Raad heeft in 2011 geoordeeld dat een rechter daarom in beginsel vóór uitzetting moet toetsen of een dergelijke beperking in het concrete geval proportioneel is. De initiatiefnemers beleggen deze proportionaliteitstoets nu bij de rechter-commissaris. Maar uit artikel 13 van het EVRM volgt dat ook in een dergelijke procedure er voldoende procedurele waarborgen moeten zijn. Zo zal de rechter-commissaris de krakers moeten horen, tenzij dit echt niet mogelijk is. Om onduidelijkheid hierover te voorkomen, moet in het voorstel worden bepaald in welke situaties de rechter-commissaris niet hoeft te horen. Daarnaast moeten de krakers de mogelijkheid hebben om het dossier te kunnen inzien en moeten zij zich bij de rechter-commissaris kunnen laten bijstaan door een advocaat. Daarom wordt geadviseerd de minimumwaarborgen in het wetsvoorstel op te nemen, of in de toelichting uit te leggen hoe aan deze eisen zal worden voldaan.