| |
kraken: een bijdrage met de smaak naar meer nn - 25.01.2011 17:07
Kraken: een bijdrage met de smaak naar meer Dit is een tekst over de huidige situatie in Nederland, in de context van de sociale spanning en repressie die de laatste maanden ontstaan zijn rondom het kraakverbod. Het is belangrijk voor ons om te refereren aan de strategie van de staat, terwijl ze de aanval inzet op vele groepen en individuen- omdat we deze nieuwe wet niet als een geïsoleerde campagne tegen krakers zien. Overzicht Het nieuwe kabinet, met haar nieuwe maatregelen, zou niet schokkend moeten zijn. De maatregelen zijn berekende zetten in heel Europa, onderdeel van een meer expliciet en uitgesproken politiek van intolerantie en controle. Deze maatregelen zijn er vooral op gericht de ongewenste delen van de samenleving, de gemarginaliseerde en potentieel oncontroleerbare elementen die doorgaan met het bedreigen van de homogene en onderworpen samenleving, kwijt te raken. De maatregelen laten twee opties over: integratie of eliminatie. Hier en nu is de regering bezig met het voorzetten en uitbreiden van de Nederlandse politiek van de laatste 10 jaar, zei het sneller en agressiever. Het CDA, de VVD en PVV zijn het politieke perspectief voor de komende jaren aan het opbouwen. Maar alle politieke partijen zijn hierbij gebaat, zij hebben allen dezelfde belangen en functies: het systeem van afstomping door ieders strot douwen. Het pad voor de huidige politiek is vrijgemaakt door o.a de PvdA. Door het inzetten van meer (sociale) controle, verkocht als veiligheid, het redden van de banken, het intensiveren van de repressie en het vermenigvuldigen van de xenofobe en elitaire propaganda (illegalenrazzia's, interventieteams bij huurders en uitkeringstrekkers, verplichte inburgeringscursussen en het opsluiten van 'veelplegers' voor 2 jaar, niet zozeer als straf maar als 'correctie'). Nieuwe grenzen en principes worden uitgetekend in het zogenaamde publieke debat. *1 Ze zetten hun maskers af en definieren hun moraal van intolerantie en autoriteit steeds beter. De lijnen tussen burgers worden getrokken, tussen de meewerkenden en de niet-passenden, door hun papieren, hun noden en wensen of financiële mogelijkheden. Verzet kan alleen ten volle ontspruiten door het vinden en inspireren van elkaar in het verzet tegen de bazen en politici. Het groeit met het ontwikkelen van eigen kracht en onderlinge solidariteit. En waarom zouden we het hier hebben over de stand van zaken in deze verrotte politieke wereld, terwijl deze tekst gaat over het verbod op kraken? Omdat geen van hun crises en doelen apart van elkaar gezien kunnen worden. De krakers, stakende schoonmakers en postbodes, huurders, immigranten- het zijn geen op zichzelf staande verhalen en het zijn geen toevallige uitbarstingen. Het klinkt cliché, maar het blijft belangrijk om de verbanden te leggen. Wij zijn, met al onze dromen en gedachten (en dogma's), niet superieur aan pogingen van wie dan ook om hun waardigheid te heroveren. Wij zijn net zo doorsnee en eenzaam als iedereen die je op straat vinden kan. Een ding wat we sowieso gemeen hebben, is dat we allemaal in de maling genomen worden, hoe ze ons ook proberen te overtuigen dat de maatregelen onze eigen vrede en veiligheid dienen: ze zijn altijd in het belang van hun winst en controle. We moeten niet alleen in ons hoofd de verbanden leggen, maar ook echt aanwezig zijn op demo's, in woord en geschrift en in de nachtelijke uurtjes; een aanwezigheid van anarchie en solidariteit. Ook al hebben de tegenspelers nu soms andere namen, zoals de 'uitbuiters' of 'arbeidersklasse', we moeten ons niet in de termen verliezen. Zeker niet met de flexibiliteit van het hedendaagse toneel, door heftige 'publieke' technologie zoals internet. De clou blijft hetzelfde: de weinigen heersen nog steeds over de velen. De staat verklaart niet zomaar de oorlog aan straatterroristen, krakers of (flex)werkers, het is van cruciaal belang voor de om zich heen grijpende klauwen van de staat, het kapitalisme en hun slaven om vijanden te hebben en maken. Ze hebben vijanden nodig om de angst te laten leven in hun discussies en besluiten en zo de (preventieve) repressie op iedereen die niet in hun verstikkende blauwdrukken past op te voeren. Het is een deel van hun bestaansrecht, zo kunnen ze de burgers `beschermen’. Compromissen De discussie over het sluiten van compromissen is een verraderlijke discussie. We zijn er aan gewend het idee van compromis te zien als een noodzakelijk kwaad om in deze wereld te kunnen leven. Als de noodzaak tot compromis komt kijken bij iemands passies en verlangens, die vorm nemen in een collectieve strijd, is het moeilijk een duidelijk verhaal te bewaren. Onze individuele gedachten en daden gaan soms verder dan onszelf en zorgen zo soms voor een confrontatie met anderen. Deze confrontatie is op zichzelf niet slecht, het is een van de vele aspecten die het vuur in ons brandend houdt, het kan uitdagend zijn, inspirerend en constructief. Maar het punt van compromis kan negatief worden, wanneer het erop aan komt de groep te kalmeren en vast te leggen. Op dat moment worden de eigen gedachtes opgeofferd voor de lieve vrede. Op geen enkel moment zal iedereen het over alles eens zijn- toch kunnen we het niet alleen. Maar verwacht van niemand om ontrouw aan zichzelf te zijn. Het is goed als mensen een duidelijk idee ontwikkelen van waar zij zelf staan, en daardoor weten waar zijn of haar grenzen liggen. Vanuit dat punt is het vinden van medeplichtigen, verbintenissen en kameraden veel helderder: tot welk punt je hand in hand gaat, maar ook waar de discussies elkaar tegen spreken en de samenwerking niet verder kan gaan. Heb de ballen om uit te spreken waar je staat, eerlijk maar niet aanvallend. Een statische eenheidsworst, met een identiteit die braaf de grote sprekers volgt, is alles behalve wat we nodig hebben. Liever zijn we met hart en hoofd bezig ons zelf te bevrijden, zonder onszelf te verliezen. Kraakgeschiedenis ...De smeris aan het woord: “Ontruimingen hebben net als de activiteit van het kraken een routine karakter gekregen. De partijen weten van elkaar hoe gewerkt wordt en dat leidt tot een rustig ritueel. In vergelijking met voorbije jaren kan worden gesproken van een succesvolle de-escalatie strategie van de lokale overheid.” *2 Veel aspecten aan het begin van de kraakbeweging zijn behoorlijk inspirerend. Kraken begon in de jaren zestig als een praktische oplossing voor de woningnood en economische problemen: de vastgoedprijzen waren belachelijk hoog, werkeloosheid was wijdverspreid en veel panden stonden leeg weg te rotten. De noodzaak om te wonen en het gebrek aan ingrijpen van de overheid maakte het gemakkelijk het heft in eigen hand te nemen. Het was pragmatisch en dat is het grotendeels gebleven. Er is veel te prijzen aan een zo algemene acceptatie van het onteigenen van de staat en de rijken. Het nemen zonder te vragen, buiten de grenzen van hun wetten, kunnen onderdeel zijn van een radicale strijd. Tijdens het zorgdragen voor eigen behoeftes dienen zich mogelijkheden aan die bedreigend zijn voor degenen met macht.De staat bestaat namelijk in theorie om te voorzien in 'orde en gerechtigheid'. Het verspreiden en groeien van een beweging die tegelijkertijd een gebrek aan controle en bestaansrecht van de staat blootlegt, maakt ze nerveus. Dit concept van kraken, als een bedreiging voor de staat, kan genegeerd worden, wonen is een noodzaak om te leven, niet echt een vervulling van onze wildste en radicaalste wensen. Maar het kan een begin zijn om de noodzaak van het bestaan van de staat te laten wankelen. Elke daad die ons losrukt van onze afhankelijkheid aan de staat en haar zelfgenomen macht, is een daad die in zichzelf al iets anders belooft dan wat hun wereld te bieden heeft. Een diversiteit aan tactieken Door het legaliseren van kraken met de typische poldermodel insteek heeft de staat niet voor de confrontatie gekozen, maar voor een situatie waarin het kraken kon bestaan binnen haar wetten. Dit heeft alle radicale mogelijkheden van de kraakbeweging in de kiem gesmoord. Het vermijden van de directe confrontatie heeft z'n vruchten afgeworpen. Het gaf de rechters en de smeris een beter overzicht over de kraakpanden. Maar op politiek-strategisch niveau bij de krakers zorgde het voor een groeiend vertrouwen in de staat en de acceptatie van de stelling dat de staat wel veel problemen met zich meebrengt, maar ook veel oplossingen. Dit versterkt ook de verleiding om het systeem binnen het systeem te willen veranderen, want het eigenlijke slopen van het systeem lijkt eerder een wilde droom. Het gaat verder dan pacificatie: de legalisatie van kraken was een succesvolle antirevolutionaire stap. Het was de verandering van een eventueel radicale beweging in een beweging waar het praten met de smeris, politici en de media, tactieken zijn die zin lijken te hebben. Dit heeft alle ruimte gegeven aan reformistische politiek om te groeien en tot een verdedigbare tactiek om makkelijk te kunnen blijven kraken. (Reformistische tactiek betekend voor ons alle verzet en organisatie die binnen het netwerk van de staat, gebruikmakende van haar protocollen en instituties functioneert, maar vooral ook binnen de grenzen en de wetten van de staat.) Sinds 1 oktober is het beleid van pacificatie en tolerantie is nogal expliciet omgezet in een oorlogsverklaring tegen kraken. Daarom lijkt het op dit moment, terwijl er zo'n gevarieerde groep mensen, krakers, tegelijkertijd geraakt wordt door repressie en collectief de straat opgaat met hun eigen motieven, nogal onhandig om vast te lopen op wat ons onderscheid, in plaats van te zoeken naar wat ons verenigt. Maar wat die overeenkomsten precies zijn moet wel duidelijk blijven. Zodat niemand probeert voor iemand anders te spreken en we gebruik kunnen maken van het feit dat verschillende strategieën elkaar ontmoeten en versterken. Maar het is een illusie dat kraken ons veel verder verenigt dan in het beslissen over onze eigen woonsituatie. De sociale kanten van het kraken (ik kraak, jij kraakt, biertje?) zorgt soms voor een slechts spontane solidariteit, zo neemt het de vorm aan van een scene of gang in plaats van die van een sociale beweging. Het no-matter-what voor elkaar opkomen is iets wat we verwachten. Het kan oplossingen bieden tegen bijvoorbeeld ontruimingen, maar het is nogal beperkt als het hierbij blijft, wanneer we het hebben over de verspreiding van de sociale strijd. De punten waar onze paden kruisen zijn solidariteit en ondersteuning, twee dingen die van groot belang zijn wanneer de repressie toeslaat. Een aanval op een van onze huizen, is een aanval op al onze huizen. Om de repressieve krachten duidelijk te maken dat hun schoonmaak spelletjes in dit land niet begroet zullen worden met onderdanigheid. En dat elke daad anderen kan inspireren hun leven te wraken tegen de miserabele toestand waarin een paar schoften over jouw leven beslissen... We willen graag meer discussie over dilemma's die we zo minimaal bespreken. Bijvoorbeeld de valstrik van media-participatie, wat eigenlijk simpelweg gaat over communicatie en het bereiken van mensen door het schrijven van een claim, persbericht of verklaring. Maar door het gebruiken van hun kanalen kan dit alleen gedaan worden in overeenstemming met hun standaard van moraal en sensatie- dat laat je net zulke sprookjes vertellen zoals zij het doen. Meedoen aan het mediaspektakel is op die manier meedoen aan deze maatschappij, die bestaat uit het absurde theater van je studie, carrière, je luxe huis, auto en televisie. Je strijd voeren door of met de media vervangt eigenlijk vaak het veel krachtiger maar ook geduldiger werk, om op straat aanwezig te zijn en face-to-face gesprekken te voeren. Zo vergroten we de vervreemding, als we door hun sensationele kanalen communiceren in plaats van met onze eigen ongedirigeerde woorden. Eisen Verzoeken om het recht op wonen en tegen de criminalisering van onze levensstijlen, impliceert het volgen en accepteren van hun moralen. Als de staat een huisje voor je regelt en je niet-crimineel verklaart, zou je dan je bek en je handen thuis houden? Wij besluiten liever zelf wat we nodig hebben en nemen. En zonder naïef te zijn over wat het betekent in deze maatschappij om te proberen buiten de wet te leven; we willen niet dat onze behoeftes en wensen gedefinieerd en gebonden zijn aan wat verboden is en wat niet. Dat betekent flippen wanneer ze voor jou of je vrienden komen, we pikken het niet als wie dan ook- smeris, baas, stadsdeel of huisbaas- ons hierin dwars zit. Want zij zijn nou juist onderdeel van alles wat we kapot willen maken, ze verdienen onze gehoorzaamheid niet. Maar terug naar het recht op wonen of de eis op het ongedaan maken van het kraakverbod. We willen wat overwegingen maken omtrent het idee van eisen stellen en wat die eisen versterken en begrenzen in een sociale beweging. Sociale strijd heeft meestal een min of meer specifieke eis, er wordt gevochten om 'dat ene' te bereiken. Het vergroot de saamhorigheid, ook al zit er meestal behoorlijk wat variatie achter de individuele beweegredenen voor een bepaalde eis. De eisen leveren soms ook grenzen op, in tegenstelling tot de eis voor totale vrijheid. Ten eerste impliceren eisen, hoe onrealistisch ze ook mogen zijn (elke dag ontbijt op bed, het paleis..), een bereidheid om de dialoog aan te gaan met een vijand, een erkenning van hun macht om het probleem op te lossen. Ten tweede kan een eis ook het einde van een strijd vastleggen, namelijk als en wanneer de eis wordt ingewilligd de strijd geen bestaansreden meer heeft. Aan zoiets refereren we als deelstrijd, een strijd waar totale vrijheid niet is waar we om vragen, maar misschien een stap in die richting. Daarom kunnen we zelfs in deze deelstrijden ons zicht op het ‘einddoel’ niet verliezen. We kunnen de deelstrijd gebruiken om medeplichtigen te vinden en te experimenteren met verschillende methodes. Want een belangrijk aspect van deelstrijd is dat het een beginpunt van een proces kan zijn, persoonlijk en collectief. Een proces waar 'vaardigheden' en vertrouwen in jezelf en je vrienden tijdens confrontaties niet uit de lucht komen vallen, maar logische ontwikkelingen zijn tijdens het vinden van onze eigen woorden en tactieken. In dit proces kunnen we uitvinden dat elke beperking van onze vrijheid inherent is aan de overheersing van deze maatschappij. Anderen te vinden, te voelen dat we niet alleen zijn in onze woede tegen deze goeddeels verrotte wereld, kan de vonk zijn voor eindeloos veel nieuwe mogelijkheden om het bestaande af te breken. Aanval Ook al zien we onze strijd niet beperkt tot het kraken, het is duidelijk dat dit moment getekend wordt door een zekere druk op de kraak-ketel. We zien de aanval op onze levens als een constante aanval die in vele vormen werkt, zowel subtiel als direct. We moeten ons elke dag verdedigen en wij zijn niet de enigen. Daarom is er ook het constante belang van onze aanval, we moeten altijd proberen de eerste stap te zetten. Dat is niet een gevoel dat voortkomt uit de natte dromen van wat militante hooligans; we moeten ons namelijk al zo lang verdedigen voor een minimale hoeveelheid waardigheid. We hebben niet het gevoel dat we gemaakt zijn om hiermee te leven, als onze harten en hoofden ons vertellen dat we meer willen en nodig hebben dan dat deze wereld ons vertelt, zullen we dat laten zien. Meestal echter voelen we de neiging, vooral in de kraakscene, om tevreden te zijn met de kruimels die ze ons toewerpen, omdat het nou eenmaal makkelijker is gedoogd te wonen dan in een fort, net zoals het makkelijker is binnen hun grenzen te denken dan je eigen te trekken. Dit alles te hebben gezegd, willen we de tegenstellingen die het kraken soms met zich meebrengt niet ontkennen. Wonen is constant, een veilige plek en kraken kan dat ook zijn- maar soms is het kraken een slagveld, onder permanente druk en bedreiging. Het dubbele hoort bij de keuze die we gemaakt hebben om te proberen op onze voorwaarden te leven. Sociale strijd Een van de meest spannende punten aan de huidige situatie rond het kraken, is de perspectieven die het biedt om de discussie over dit ene onderwerp, naar een bredere discussie over de revolte tegen het totale systeem van controle en uitbuiting te brengen. Het was te verwachten dat in een maatschappij waar solidariteit tussen mensen vrijwel verdwenen is, mensen niet bepaald het brandende verlangen naar opstand voelen als zij niet zelf direct aangevallen worden. In dit geval is een wet de vonk tot een nieuwe dynamiek. Weten wat ons direct en persoonlijk aanvalt, betekent dat we niet kunnen vergeten dat dit monsterlijke systeem altijd wel ergens iemand te grazen neemt. We moeten de nieuwe wet dus in die context plaatsen. Het is het product van een systeem dat alleen kan gedijen met mensen die onderdanig zijn op alle vlakken. De discussie over vrij en gratis wonen, zou onderdeel moeten zijn van de discussie over het los willen breken van alle vormen waarmee het kapitalisme en de staat proberen macht over onze levens te hebben. We willen geen statische homogene revolutionaire massa, met pretentieuze en uitgekauwde statements en acties, dat is saai en niet bevrijdend. Individuen die individuen vinden in pogingen om alles wat hen onderdrukt kapot te maken is een van de beste dingen die we kunnen ervaren. We zouden niet te bevooroordeeld moeten zijn in wie onze (tijdelijke) medeplichtigen zijn, terwijl we flyers uitdelen of de straat openbreken. Het maakt niet uit of je naast je een hooligan of een student hebt, een dogmatische activist of een“kut marokkaan”. De inhoud van de strijd is belangrijk; we willen een echte bedreiging vormen tegen het systeem dat geen plaats heeft voor hen die slaven noch meesters willen zijn. We willen niet preken, maar elkaar begrijpen door te discussiëren. En dat is wat een sociale strijd ons geven kan, een ruimte waar individuen elkaar vinden in gezamelijke opstand... Vanuit hier kan alles groeien... EN WE GEVEN NIET OM JULLIE WETTEN Laten we onze dogma's en onbetwiste tradities bij het vuilnis smijten en zowel de individuele als collectieve rebellie tegen de overheersing bouwen. Tot snel daar buiten! De engelse en nederlandse versie van deze tekst verschillen een beetje van elkaar. De schrijvers van deze tekst blijven graag anoniem. We hebben het liever over wat er gezegd wordt dan door wie. Het is belangrijk om vertrouwen in elkaar te kunnen hebben, dus hopen we dat deze tekst niet verloren gaat in roddels en vooroordelen die ieders veiligheid kunnen schaden. *1 Hannie van Leeuwen sprak op het CDA-congres over deelname aan het nieuwe kabinet de volgende woorden: 'Ik ben al 65 jaar lid van het CDA, maar 65 jaar geleden heb ik ook een belofte gedaan. De belofte dat ik nooit te laf zou zijn om de herinnering, de herinnering aan hen die de strijd trouw zijn gebleven, zelfs tot in de dood, hoog te houden.' Behalve haar naïeve geloof, zowel in god als in democratie, kunnen we meer leren van haar woorden. Het helpt namelijk om een beeld te schetsen van hoe schaamteloos ver de gespannen politiek van vandaag gaat. Een doorgewinterde democrate twijfelt aan de (non)ethiek van de nieuwe regering, ook voor de mensen aan de binnenkant is de tijd en de toon veranderd. (fuckyoutube maar toch:) www.youtube.com/watch?v=VczMy2gD_yY *2 Een onderzoek naar kraken door de smeris 'kraken anno 2009', pag.41, www.politieenwetenschap.nl |
aanvullingen | tja | och - 26.01.2011 00:46
"We willen geen statische homogene revolutionaire massa, met pretentieuze en uitgekauwde statements en acties, dat is saai en niet bevrijdend." Toch staat bovengaande bol van de (al dan niet uitgesproken) opvattingen over hoe het dan wél zou moeten. Een riedeltje waar we al vaker van gehoord hebben, sinds de invoering van het kraakverbod, en de opmaat daarnaartoe. Kennelijk vinden sommigen het wel een fijn idee om weer lekker in de marge van de illegaliteit gedrukt te worden, vanwaaruit men dan oh zo revolutionair, eh, wat precies kan gaan doen. Ruimschoots overschatten van de geschiktheid van de eigen situatie voor dergelijke projecten lijkt hieraan ook niet vreemd. (Ziet u de revolutie -- nogmaals, welke eigenlijk? -- al gloren? Ik dus persoonlijk net wat minder.) Om te kunnen duiden hoe e.e.a. te plaatsen, zou het evengoed wel prettig zijn om bij benadering iets van een indicatie te hebben uit welke hoek dergelijke stukjes komen. Zoals nu gepresenteerd, is er weinig over te zeggen. Zou kunnen variëren van lichtelijk overspannen fantasieën van wat lieden die een vergeeld pamfletje te veel hebben gelezen; tot regelrechte provocatie van overheidsdienaren in enige functie. Alweer: Zeker rondom de feitelijke invoering van het kraakverbod werd bijv. een Indymedia ineens overspoeld met allerlei halfwassen oproepen voor een veelal niet al te best gedefinieerde militantie en wat dies meer zij. Agents provocateurs, zeker, althans het zou ze niet misstaan hebben. Maar gewoon een beetje de weg kwijt is natuurlijk nooit uitgesloten. | a | iemand anders - 26.01.2011 10:29
Het is maar gewoon een idee hoor, maar het zou natuurlijk net zo goed kunnen dat de legaliteit ons (de kraakbeweging) heeft gemarginaliseerd. Juist omdat het legaal was, verdween de noodzaak het verhaal van een pand, het achterliggende idee van kraken, en eventueel ook het verhaal van de totaalstrijd duidelijk te maken, in de media te brengen, enzovoorts. De politie bellen en een bed neerzetten was in principe genoeg. Natuurlijk wil ik niet beweren dat er niet meer is gebeurd (een buurtbrief was bijvoorbeeld gebruikelijk) maar nu zijn mensen wel gedwongen. Zoiets zou een positieve uitwerking kunnen hebben. | |
aanvullingen | |