Waarom Joesjtsjenko de Oekraiense verkiezingen verloor Bas van der Plas - 25.01.2010 12:34
In de eerste ronde van de Oekraïense presidentsverkiezingen op zondag 17 januari werd zittend president Viktor Joesjtsjenko op vernederende wijze uitgeschakeld. Hij behaalde slechts 5% van de stemmen. De tweede ronde op 7 februari zet twee bittere rivalen tegenover elkaar: Janoekovitsj en Timosjenko. Maar of het Oekraïense volk daar nou gelukkiger mee wordt is de vraag! Oekraïense presidentsverkiezingen 2010 De vernedering van Joesjtsjenko De smadelijke nederlaag van de zittende president Viktor Joesjtsjenko in de eerste ronde van de Oekraïense presidentsverkiezingen op zondag 17 januari is een ernstige aanslag op de strategische belangen van de Verenigde Staten. De VS steunde de greep naar de macht van Joesjtsjenko c.s.door middel van de zogeheten "Oranje Revolutie" in 2004. door Bas van der Plas/INSUDOK Met slechts 5 procent van de stemmen gaven de kiezers een duidelijke afwijzing van de politiek van Joesjtsjenko. De campagne in 2004 baseerde zich nog op een platform van verzet tegen corruptie en de overheersing van het land door oligarchen en hun eigenbelangen, maar na 5 jaar Joesjtsjenko is zijn regering synoniem geworden met corruptie en eigenbelang. De kandidaat met de meeste stemmen bij de verkiezingen van zondag 17 januari was Viktor Janoekovitsj, de man die Joesjtsjenko versloeg in de derde ronde van de stemming in 2004. Met 35 procent van de stemmen lijkt Janoekovitsj door te gaan naar overwinning in de tweede ronde. Daar zal hij geconfronteerd worden met de kandidaat die op de tweede plaats eindigde, Julia Timosjenko, op dit moment nog de minister-president van Oekraïne. Timosjenko haalde 25 procent van de stemmen in de eerste ronde. Maar er is ook wijdverbreid verzet tegen alle kandidaten te constateren, de opkomst is gedaald tot 67 procent van de geregistreerde kiezers, tegen 75 procent in de eerste ronde in 2004. Bijna een miljoen stemmen werd uitgebracht "tegen alle kandidaten" of werden bewust ongeldig gemaakt. staatsgreep De verkiezingsresultaten waren een afwijzing van de zogenaamde Oranje Revolutie, wat de facto een door Washington gesteunde staatsgreep was om een kliek van oligarchen, die nauwe betrekkingen met Rusland hadden, te vervangen door een andere groep die gebonden is aan het VS-imperialisme. Dit alles was onderdeel van een agressieve strategie van Washington om de macht van Rusland te verzwakken in de voormalige Sovjetregio door middel van steun aan een reeks pro-Amerikaanse "hervormings"bewegingen, waaronder de "Bulldozer Revolutie" in Servië (2000), de "Rozenrevolutie" in Georgië (2003), en de mislukte pogingen tot verandering van regime in Wit-Rusland. In elk van deze landen gaven het Amerikaanse State Department en diverse in Washington gevestigde organisaties met nauwe banden met de regering een opleiding en materiële steun aan oppositiegroepen, met name studenten en jongeren. Deze groepen, op hun beurt, zorgden voor brede steun aan de campagnes van de kandidaten die waren gescreend en gesteund door het Witte Huis. Deze pogingen om een "nieuw Europa te creëren," zoals het heette in de woorden van de voormalige minister van Defensie Donald Rumsfeld, van pro-Amerikaanse regimes in de voormalige Sovjet-sfeer, staan op één lijn met de oorlogen van Washington in het Midden-Oosten en Centraal-Azië, die gericht zijn op het veiligstellen van controle over de energiebronnen en doorgangsroutes ten koste van de concurrenten, met name Rusland. De sleutelrol in het beleid van Joesjtsjenko, die is verworpen door een grote meerderheid in tal van peilingen, was het Oekraïense streven naar lidmaatschap van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Hij steunde Washington ook in de oorlogen in Irak en Afghanistan. In 2008 was Joesjtsjenko een uitgesproken voorstander van de door VS gesteunde aanval van Georgië op de pro-Russische separatistische provincie Zuid-Ossetië. Joesjtsjenko heeft tijdens zijn presidentschap gezorgd voor een forse verlaging van de levensstandaard van de bevolking, de werkgelegenheid en de lonen zijn dramatisch gedaald als gevolg van de wereldwijde recessie. De Oekraïense bruto binnenlandse productie daalde met 15 procent in 2009, het financiële stelsel wankelde op de rand van instorting en internationale exportorders voor haar industriële producten daalden. Geconfronteerd met een dreigend failliet werd aan Oekraïne een noodkrediet van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) toegekend, de zware voorwaarden voor terugbetaling zullen ervoor zorgen dat de bevolking zal hebben te betalen voor de economische crisis. het opportunisme van Timosjenko Een leidende figuur in de "Oranje Revolutie," tweede plaats kandidaat Julia Timosjenko, was inmiddels een bittere rivaal van Joesjtsjenko geworden, die haar eind 2005 ontsloeg als minister-president. De twee kwamen tot een voorzichtige parlementaire alliantie in 2007, maar bleven voortdurend in conflict, beschuldigen elkaar van corruptie, autoritarisme en verraad. De belangen van de Oekraïense grote bedrijven, die nog steeds nauw verbonden zijn met Rusland, vooral in de energiesector, verkeren in de gunst van zowel Timosjenko als Janoekovitsj, die zich beijveren voor het herstellen van de betrekkingen met Moskou. Deze relatie met Moskou was ernstig beschadigd tijdens het presidentschap van Joesjtsjenko. Beide kandidaten hebben in feite hetzelfde beleid tegen het Oekraïens lidmaatschap van de NAVO, met Janoekovitsj uitgesproken afwijzing, terwijl Timosjenko erop aandringt dat de toetreding tot de militaire alliantie onderwerp wordt van een referendum. Timosjenko en Janoekovitsj zijn ook voorstanders van nauwere betrekkingen met de Europese Unie (EU), de grootste handelspartner van het land. Duitsland heeft zich stilzwijgend verzet tegen lidmaatschap van Oekraïne in de NAVO omdat dit wellicht de groeiende economische en strategische betrekkingen met Rusland zal destabiliseren. De gelijkenis van het beleid van Timosjenko en Janoekovitsj ten aanzien van Rusland en de NAVO is een scherpe ommezwaai in vergelijking met de campagne van 2004. Tijdens de "Oranje Revolutie" bediende Timosjenko zich vaak van anti-Russische retoriek in een oproep om steun aan zowel het Oekraïense chauvinisme als aan Washington. Zij behield deze lijn nog in een artikel dat werd gepubliceerd in de editie van mei-juni 2007 van het Amerikaanse tijdschrift Buitenlandse Zaken, waarin zij er bij de VS en de EU op aandrong krachtig te reageren op "het reeds lang bestaande expansionisme van Rusland." In 2008, in een reactie op de dalende positie van het VS-imperialisme in de regio, alsmede het feit dat Washington nog steeds Joesjtsjenko steunde, nam Timosjenko een verzoenende houding aan ten opzichte van Moskou. Het debacle van augustus 2008 in de oorlog tussen Georgië en Rusland toonde de beperkingen van het VS-imperialisme aan de Oekraïense elite. De overweldigende Russische militaire reactie op de Georgische aanval op Zuid-Ossetië was een duidelijk teken dat Moskou haar belangen in de voormalige Sovjet-regio zou blijven laten gelden, ongeacht de steun aan Tbilisi of Kiev door de Verenigde Staten. In tegenstelling tot de openlijke steun van Joesjtsjenko aan Saakasjvili, zelfs door het leveren van Oekraïense wapens aan Georgië, weigerde Timosjenko de Russische tegenaanval te veroordelen. Timosjenko werd daarvoor het volgende jaar beloond, toen in januari 2009 het Kremlin haar uitnodigde voor besprekingen met de Russische premier Vladimir Poetin, die een voorlopig einde brachten aan het grote geschil tussen de twee landen over de betalingen en de prijzen voor aardgas. bittere rivalen Janoekovitsj en Timosjenko blijven evenwel bittere rivalen, ondanks de gelijkenis van de twee kandidaten op het gebied van buitenlands beleid, en het feit dat, wie er ook wint, het IMF en de EU grotendeels het binnenlands economisch beleid zullen bepalen. De tegenstellingen tussen hen beiden weerspiegelen zich in hun persoonlijke belangen en die van de rivaliserende kliek van oligarchen om hen heen. Janoekovitsj is een vertegenwoordiger van de industriëlen gevestigd in de regio Donetsk in het oosten van het land, die profiteerden van een voorkeurspositie bij de privatisering van voormalige Sovjet-ondernemingen in de jaren 1990. Timosjenko wil de macht van de staat gebruiken om de controle over veel van deze bedrijven aan haar rivalen te onttrekken, in het voordeel van haar aanhangers in Oekraïne, haar clan van oligarchen. Met dergelijke tegenstrijdige belangen, en ter voorbereiding op een uitslag in de tweede ronde van een vrijwel gelijke uitslag, hebben beide kampen elkaar bij voorbaat al van voorbereiding tot electorale fraude beschuldigd. Hoewel de Oekraïense en internationale waarnemers verklaarden dat de eerste ronde van de verkiezingen verliep volgens aanvaardbare normen, beschuldigde Timosjenko haar rivaal van de voorbereiding van een "monsterlijke" verkiezingsfraude. Van zijn kant werd door Janoekovitsj gesuggereerd dat de premier probeerde de voorzitter van de kiescommissie en het ministerie van Binnenlandse Zaken te beïnvloeden over de uitslag van de stemming. Maar evenals in 2004, valt aan beide zijden een gebrek aan een serieus streven naar democratie waar te nemen, een symptoom van de grote sociale kloof die de Oekraïense elite scheidt van de brede massa van de bevolking. E-Mail: insudok@yandex.ru Website: http://www.insudok.nl |