Amsterdam heeft eigen inlichtingendienst Rens - 12.07.2008 14:52
Informatiehuishouding Radicalisering werkt aan dossiers over salafisten, maar ook 'links-radicalen' en dierenactivisten. Hoewel het niet geheim is, heeft het nauwelijks de aandacht getrokken: Amsterdam heeft sinds 2005 een eigen inlichtingendienst, de Informatiehuishouding Radicalisering (IHH). Het is een onderdeel van de Directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van de gemeente Amsterdam, en wordt geleid door mw. Maureen Sarucco, directeur Openbare Orde - en Overheidsmanager van het Jaar, 2007: http://www.minbzk.nl/109678/maureen-sarucco-10e De IHH is een gemeentelijke inlichtingendienst, die informatie verzamelt over radicale personen, vooral Islamisten maar ook anderen. Het houdt dossiers bij over personen, die bij de gemeente aangemeld zijn als "radicaal". Het is een geheel nieuwe dienst, in aanvulling op de bestaande diensten, zoals de AIVD en de lokale politie-inlichtingendiensten. De IHH doet hetzelfde als de AIVD: het houdt dossiers bij over "radicalen" vanwege hun denkbeelden of overtuiging. Evenals de AIVD, treedt de IHH niet op tegen strafbare feiten: dat wordt aan de politie overgelaten. De IHH gaat echter verder dan traditionele inlichtingendiensten: het treedt op tegen de individuele radicalen, vanwege van hun radicalisme. Het kan ze sancties opleggen, voorzover dat onder gemeentelijk beleid valt - het kan in principe een bijstandsuitkering stopzetten. Het werkt ook samen met derde partijen om maatregelen op te leggen. Daarbij hoeft geen strafbaar feit gepleegd te worden: het is de radicale houding die bestreden wordt. In het Beleidskader staat dat de IHH "informatie verzamelt om interventies mogelijk te maken". De afwijkende werkwijze komt voort uit de voornaamste doelgroep, radicaliserende Moslim-jongeren. Een traditionele inlichtingendienst, zoals de AIVD, belt niet aan bij de vijanden van de staat, om ze op andere gedachten te brengen. Amsterdam wil wel op deze manier ingrijpen bij Moslim-jongeren, in een vroeg stadium van radicalisering. Wie niet horen wil moet voelen, daarom zijn er ook sancties. De IHH is echter niet uitsluitend gericht tegen Moslims, en houdt dossiers bij over alle vormen van radicalisme. Alle activisten kunnen in de IHH belanden (zonder dat ze dat weten uiteraard). De sancties, die ontworpen zijn voor Moslim-jongeren kunnen dan ook op hun toegepast worden. De brede doelgroep duidt erop, dat de IHH uiteindelijk over enige honderden mensen een dossier zal bijhouden. BRONNEN Een deel van het Amsterdams beleid volgt het landelijk beleid tegen radicalisering. Deze is opgenomen in de Handreiking Terrorismebestrijding op Lokaal Niveau (NCTb, maart 2006), en het 'Actieplan polarisatie en radicalisering 2007 – 2011' van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Amsterdams anti-radicaliseringsbeleid, en de oprichting van de IHH, zijn vooral gebaseerd op een onderzoek van de politicoloog Jean Tillie. Samen met Marieke Slootman schreef hij in 2006 "Processen van radicalisering: Waarom sommige Amsterdamse moslims radicaal worden". De gemeente verwijst voortdurend naar dit onderzoek in de stukken over radicalisering. Tillie en Slootman werken bij het Instituut voor Migratie- en Etnische Studies van de Universiteit van Amsterdam. De IHH is ingesteld op basis van drie stukken: - de nota 'Wij Amsterdammers II' http://www.pas.amsterdam.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/35908/wijamsterdammersii1.pdf - het 'Actieplan polarisatie en radicalisering 2007 – 2011', - het 'Beleidskader van de gemeentelijke informatiehuishouding radicalisering' (OOV, 2006). Dit is op 16 november 2006 besproken in de commissie Algemene Zaken, onder nummer BD2006-005359, en is in principe openbaar. De werkwijze van de IHH wordt verder omschreven in "Amsterdam tegen radicalisering" (15 november 2007). Dit werd opgesteld door het Platform Amsterdam Samen, de IHH, en Marco Zannoni van het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. Volgens dit stuk is de IHH al in 2005 van start gegaan. Het staat online bij het PAS: http://www.pas.amsterdam.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/35908/amsterdamtegenradicalisering.pdf AANMELDING De IHH werkt op basis van meldingen vanuit de gemeente en stadsdelen. Alle ambtenaren en bestuurders kunnen een persoon of groep bij de IHH als "radicaal" aanmelden. Gewone burgers kunnen dat nog niet, maar er zijn plannen om ook bijvoorbeeld jongerenwerkers en buurthuizen meldingen te laten doen. De aanmelding is geheim: de betrokkene wordt niet geïnformeerd. Er zijn drie verdere bronnen van meldingen: 1. de politie 2. het Amsterdams Onderwijsadviespunt Radicalisering (AOR). Deze houdt lijsten bij, van Amsterdamse scholieren met radicale ideeën. Het is ondergebracht bij het VIOS-expertisecentrum, Burgemeester Hogguerstraat 2a, 1064 EB Amsterdam. http://www.hetccv.nl/binaries/ccv/dossiers/samenleven-en-wonen/radicalisering/amsterdam_adviespunt_radicalisering.pdf 3. de Denktanks Sociale Cohesie, een per stadsdeel. Daarvan zijn drie in bedrijf, de rest is nog in oprichting. De Denktanks zijn ook bedacht door Jean Tillie: ze zijn vooral als praatclub bedoeld, maar ze signaleren ook groepen en individuen die de sociale cohesie bedreigen. Het adres voor meldingen aan de IHH staat overigens gewoon online, bij een andere gemeentelijke website: e-mail aan adviespunt@bda.amsterdam.nl - of telefoonnummers 020 552 2684, 020 552 3353 of 020 552 3572. Tot aan de herfst van 2007 had de IHH meer dan zeventig meldingen ontvangen, waarvan 40 over personen, 14 over organisaties, en 11 over losse groepen. Zeven meldingen gingen over teksten op internet. Volgens de gemeente gaat het vooral over islamistische radicalisering, met vier meldingen over mogelijk rechtsradicalisme, en twee over Turkse politieke organisaties. Vier meldingen werden in de categorie ‘overig’ geplaatst. Kort daarna was het aantal meldingen opgelopen tot 80, daarover zijn geen details beschikbaar. KOSTEN De IHH had een begroting van € 1 055 000, over 2005 en 2006. In 2007 was dat € 475 000. Het plan Wij Amsterdammers II heeft een begroting van €8 miljoen. WERKWIJZE VAN DE IHH Nadat een melding is binnengekomen, wordt de gesignaleerde persoon ingedeeld op grond van politieke overtuiging, bijvoorbeeld 'Salafist', 'Rechts Radicaal', 'Links Radicaal'. Het Beleidskader van de gemeentelijke informatiehuishouding radicalisering noemt (onder anderen) de volgende ideologieën als radicaal (pagina 34 en 35): theocratie, extreem links, extreem rechts, radicaal Islamisme, anti-globalisme, dierenrechtactivisme, het streven naar rechtspraak in eigen kring, het bepleiten van de afschaffing van grond- of mensenrechten, en anti-integratieve tendensen. De melding zelf wordt niet gecontroleerd op waarheid, en de betrokkene wordt niet geconfronteerd met de inhoud van de melding. Er wordt altijd direct een dossier aangemaakt over de betrokkene. Vervolgens gaat standaard een e-mail naar de politie, om te vragen of de persoon bekend is. Als dat wel zo, dan stuurt de politie details uit het dossier. De IHH heeft dus indirect toegang tot politiegegevens. Omgekeerd weet de politie dat de betrokkene aangemeld is als 'radicaal'. Na het antwoord van de politie wordt het geval besproken in een casus-overleg. Hierbij zijn vooral gemeentelijke diensten aanwezig: de Directie Openbare Orde, de Directie Stedelijke Bestuursadvisering, de Directie Communicatie, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, en het Platform Amsterdam Samen. Ook een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie is aanwezig. Daarnaast kunnen, per geval, derde partijen deelnemen aan het overleg. De politie, stadsdelen en het AOR worden specifiek genoemd als 'partners'. Uiteraard is dit overleg ook geheim. De betrokkene wordt niet geïnformeerd over het bestaan daarvan, laat staan dat hij of zij zich kan verdedigen. INGRIJPEN Het casusoverleg bepaalt wat er met de radicale persoon gebeurt, dat wil zeggen los van de mogelijke vervolging van strafbare feiten. Voor het optreden tegen Moslim-jongeren loopt er een pilot-project in Slotervaart: Actieplan Slotervaart: Het tegengaan van radicalisering (Februari 2007) http://www.slotervaart.amsterdam.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/80537/actieplanslotervaarttegengaanvanradicalisering1.pdf Deze is heel specifiek op jongeren gericht, die vaak nog op school zitten: de school wordt ingelicht over de radicalisering, de ouders worden thuis opgezocht, ze krijgen desnoods een verplichte cursus opvoeding, het moskee-bestuur wordt ingeschakeld, de jongere moet een sociale vaardigheidstraining volgen, of verplicht sporten onder toezicht van een Moslim-jongerenwerker, enzovoort. 'Lonsdale-jongeren' worden ook wel eens genoemd in de stukken over radicalisering, maar Amsterdam heeft geen projecten lopen op dat gebied. De gemeente vindt dat rechts-radicalisme in Amsterdam een marginaal verschijnsel vormt. Er staat niets op papier over de aanpak van de overige genoemde radicalen, zoals anti-globalisten. Het Beleidskader van de IHH onderscheidt preventieve interventies, curatieve interventies, en repressieve interventies. Naast vervolging wordt slechts 'het stopzetten van subsidies' genoemd als repressieve interventie. PRIVACY EN INZAGE De Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) sluit in principe uit, dat een gemeente op deze wijze dossiers aanlegt over de religieuze of politieke overtuiging van inwoners. Ook het bijhouden van geheime bestanden is in principe voorbehouden aan politie, Justitie, en de AIVD. Als de overheid informatie verwerkt, dan moet dat normaal gesproken aan de betrokkene meegedeeld worden. Er moet ook inzage verleend worden, en de overheid moet fouten in de bestanden rechtzetten. De IHH trekt zich niets aan van deze bepalingen. Verzoeken tot inzage in een dossier, op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, worden niet in behandeling genomen. Daardoor is de inhoud niet controleerbaar. De gemeente heeft een eigen privacy-waakhond, de Registratiecommissie Amsterdam. Deze houdt toezicht op de uitvoering van de WBP, en behandelt klachten van burgers. De Commissie weigert echter om klachten over de IHH te behandelen, omdat de burgemeester daaraan geen medewerking wil verlenen. Op landelijk niveau is er het College Bescherming Persoonsgegevens. Het CBP is op de hoogte van het bestaan van de IHH, maar weigert eveneens om klachten daarover te behandelen. Een reden daarvoor geven ze niet, maar waarschijnlijk willen ze de "terreurbestrijding" niet voor de voeten lopen. |