Milieuorganisaties doelwit spionage in VS rietje - 19.04.2008 13:16
De Amerikaanse firma Beckett Brown International, die geleid werd door voormalige medewerkers van de Amerikaanse geheime dienst, heeft jarenlang Greenpeace en andere milieuorganisaties bespioneerd in opdracht van grote industriële klanten. Het bedrijf liet agenten infiltreren en doorzocht 's nachts de vuilnis van de organisaties, meldt IPS. Het verhaal is aan het licht gebracht door onderzoeksjournalist James Ridgeway van het Amerikaanse tijdschrift Mother Jones. Ridgeway kon beslag kon leggen op bedrijfsdocumenten van Beckett Brown International (BBI). Daaruit blijkt dat het bedrijf bij de organisaties confidentiële interne documenten verzamelde zoals lijsten van donoren, financiële informatie, persoonsgegevens van de medewerkers en strategische memo's. De informatie was bestemd voor grote pr-bureaus en bedrijven die overhoop lagen met de milieubeweging. Uit de boekhouding van BBI, dat later omgedoopt werd tot S2i, blijkt dat het bedrijf onder meer werkte voor grote public-relationsbedrijven zoals Ketchum, Nichols-Dezenhall Communications, en Mongoven, Biscoe & Duchin, die op hun beurt werkten voor klanten die overhoop lagen met de milieubeweging. Ketchum bijvoorbeeld werkte voor Dow Chemical en Kraft Foods. Ook Halliburton en Monsanto figureren op de klantenlijst van BBI en S2i. BBI specialiseerde zich onder meer in het doorzoeken van afval van de verschillende organisaties. Ridgeways documenten bevatten onder meer een mail waarin S2i de opdracht geeft aan een voormalige militair om de vuilnisemmers van het Center for Food Safety, Friends of the Earth en GE Food Alert te doorzoeken. De drie organisaties beschuldigden fastfoodketen Taco Bell ervan genetisch gewijzigde gewassen (ggo's) te gebruiken die behandeld waren met chemicaliën die niet goedgekeurd waren voor menselijke consumptie. De pr-firma Ketchum, die werkte voor Kraft, de eigenaar van Taco Bell, wilde weten wat de volgende stap van de organisaties zou worden. De e-mail van BBI bevatte de adressen en details over de situatie ter plaatse, zoals camerabewaking en hekken. 'Nummer 1 (het Center for Food Safety), is gesitueerd op de derde verdieping', staat er te lezen. 'Voor de hoofdingang is een magneetkaart nodig. Het steegje is afgesloten met ijzeren hekkens. Er staan zeven containers in de steeg, kies zelf maar'. BBI richtte zich in de late jaren negentig tot 2000 op Greenpeace. Het slaagde erin grote aantallen interne documenten in handen te krijgen, waaronder financiële rapporten en de handleiding voor het alarmsysteem van het kantoor in Washington. Het bedrijf schreef verschillende rapporten voor pr-firma Ketchum die gebaseerd waren op 'vertrouwelijke bronnen'. Volgens Greenpeace directeur Rick Hind, die de documenten analyseerde, ging het in minstens één geval om informatie over geplande activiteiten die angstvallig geheimgehouden waren binnen de organisatie. BBI viste ook uit wie Greenpeace als belangrijkste doelwitten gekozen had in de strijd tegen ggo's en hoe het die strijd zou voeren. Greenpeace had al eerder te maken gehad met spionage, onder meer via inbraken en jobstudenten die informatie doorsluizen, maar de organisatie was er zich niet van bewust dat het op deze schaal en over een jarenlange periode liep. De spionageactiviteiten van BBI/S2i hielden op toen het bedrijf in 2001 uiteenviel na onenigheid tussen de oprichters. Alle hoofdrolspelers zijn echter nog steeds actief in beveiligingsfirma's. bron: http://www.ravagedigitaal.org/2008nieuws/april/23/nws.php Website: http://www.ravagedigitaal.org |