| |
“Ze kunnen mijn wil niet breken”. Adri Nieuwhof - 14.05.2007 08:27
Hani Amer woont met zijn vrouw en kinderen in het dorpje Mas-ha, in het district Qalqilya. Zijn zoontje van zes jaar oud is de jongste van de zes kinderen. Volgens Hani Amer heeft Israël sinds 1970 zeker 7.000.000 vierkante meter land geconfisqueerd, dat is tachtig procent van het oppervlak van Mas-ha. Op dit land is de joodse nederzetting Elkana gebouwd. Hani Amer walking near the wall which runs next to his home in Mas'ha. Amer Madi A sign posted on the fence near the Elkana settlement. (Amer Madi) Het Internationaal Gerechtshof oordeelde in juli 2004 dat alle joodse nederzettingen die in Palestijns gebied zijn gebouwd, illegaal zijn en moeten worden ontmanteld. Tot nu toe hebben Hani Amer en zijn gezin weerstand geboden aan alle pogingen om hen weg te jagen. Hun huis is nu volledig omgeven door de muur en hoge hekken. Ook al is de familie ongeveer alles kwijtgeraakt bij hun verzet tegen de muur, toch is Hani Amer vastbesloten om te blijven. Een bezoek aan de Hani Amer familie Twee vrijwilligers van de Stop de Muur Campagne hebben ons bezoek aan Hani Amer geregeld. Een uur nadat we uit Ramallah zijn vertrokken, komen we aan op een plaats die op een zwaar bewaakt industrieterrein lijkt. Het is de geblokkeerde toegangsweg naar de joodse nederzetting Elkana. De weg die vroeger het dorp Mas-ha met Nablus verbond, is enige jaren geleden door het Israëlische leger met een wegversperring afgesloten. Inmiddels zijn hier diverse hekken voor in de plaats gekomen. Achter de hekken staat Hani Amer op ons te wachten, zodra hij ons ziet komt hij ons begroeten. Het eerste hek met zware metalen spijlen staat recht voor ons, het is twee meter hoog en bovenaan afgewerkt met rollen prikkeldraad. Het hek sluit de weg volledig af en de enige sleutel van dit hek was in handen van het Israëlische leger. Na succesvolle protesten van Hani Amer is het slot van het hek verwijderd. Na vier meter wordt de weg door een tweede hek versperd, dit keer door een solide metalen hek van één meter hoog. Op dit geel geverfde hek zien we een rood bord met een witte hand die ons gebiedt te stoppen. Daarna komen we bij de muur, die ter hoogte van de weg uit een hoog metalen hek bestaat, dat is uitgerust met sensoren. Direct achter het hek bevindt zich de zandweg die elke dag wordt geveegd, zodat het Israëlische leger verse voetafdrukken kan herkennen. De muur is op het land van Hani Amer gebouwd en staat op nog geen twintig meter van zijn huis. Naast zijn huis rijst de acht meter hoge grijze betonnen muur op. Waar de metalen afscheiding in de betonnen muur overgaat, is een stevig smal metalen hek aangebracht dat ook geel is geverfd. Hani Amer beschikt zelf over de sleutel van dit hek. Elke keer als hij het opent, staat hij oog in oog met de boodschap die de Israëlische soldaten op de muur hebben gekalkt, een gele Davidster en daaronder Israël. We moeten de zandweg oversteken naar de asfaltweg die achter de muur ligt en we zien opnieuw een hoog hek met een rood waarschuwingsbord: 'levensgevaarlijk militair terrein. Iedereen die dit hek passeert of beschadigt riskeert zijn leven'. Binnen een half uur zijn onze voetafdrukken verdwenen, twee trekkers komen langs op hun dagelijkse veegronde. Een verhaal van verzet Hani Amer vertelt ons dat de joodse nederzetting vanuit de nabijgelegen militaire basis is gegroeid. Deze basis is achtereenvolgens gebruikt door de legers van Groot-Brittannië, Jordanië en tenslotte Israël. In de tachtiger jaren vestigden zich de eerste kolonisten met hun caravans op de basis. Geleidelijk breidde de nederzetting zich uit en tachtig procent van Mas-ha valt nu binnen de muur, inclusief de natuurlijke waterbron die door het Israëlische leger in 1967 werd vernield. De dorpelingen hebben geprobeerd om de de bron te herstellen, maar zij kregen geen toestemming om electriciteit aan te leggen voor de waterpomp. 'We begrijpen dat zij ook deze 2.000.000 vierkante meter land van ons willen afnemen', concludeert Hani Amer. Hani Amer's verhaal van verlies van bezit begint in 1991, toen een deel van zijn huis werd vernield omdat het 'te dicht bij het asfalt' gebouwd zou zijn. Deze reden was moeilijk te begrijpen, omdat het huis middenin een landbouwgebied lag. In 1994 werd het restaurant dat hij bezat vernield. In 2003 en 2004 werden de kwekerij en de winkel in landbouwartikelen door Israël in beslag genomen om de bouw vande muur mogelijk te maken. Het huis van Hani Amer staat op het land van wat eens een bloeiende kwekerij was. Hij wijst ons de plek aan waar eens zijn winkel stond. Hani Amer investeerde 55.000 US dollars, die hij had verdiend met de verkoop van zijn huis in de stad, in een kippenfokkerij die hij bouwde op het land dat nu binnen de muur ligt. In 2004 vernielde het Israëlische leger de kippenfokkerij. Hani Amer heeft in het verleden bevelen tot vernietiging aangevochten in de rechtbank. In de rechtszaal verklaarde hij, 'Ik weet dat ik deze zaak ga verliezen. Ik ben hier echter om te bewijzen wat jullie zijn. Jullie zijn geen staat. Jullie zijn een dievenbende', en vervolgens verliet hij de zaal. Meer bedreigingen In het begin probeerde de Israëlische overheid Hani Amer's medewerking te kopen door grote bedragen te bieden voor zijn bezittingen, maar Hani Amer ging hier niet op in. Op een keer legde hij uit aan een Israëlische officier wat hem bewoog, 'Jouw levensopvatting is anders. Het maakt mij gelukkig om met mijn land te praten, te leven met het land en de bomen. Dat is onbetaalbaar'. Het leger ging op een andere tactiek over toen Hani Amer weigerde om zijn land 'vrijwillig' te verlaten. Men dreigde hem dat hij niet kon blijven. Volgens Hani Amer zei een Israëlische officier, 'We zullen je breken, als je onze mooie aanbiedingen niet accepteert. We kunnen iemand sturen die op de nederzetting gaat schieten en dan hebben we de officiële beschuldiging tegen jou al klaar liggen. Dan zal je huis plat worden gegooid, omdat je bekend staat als een terrorist. Kort nadat de muur was opgetrokken, sloot het Israëlische leger het hek af terwijl een van Hani Amer's zonen nog buiten was. Zij werden voor een week van elkaar gescheiden. Vrienden gooiden eten en andere benodigdheden over het hek. Hani Amer heeft nu zelf de sleutel van 'zijn gele hek', en het enorme hek aan het begin blijft open, het slot is eraf gezaagd. Altijd wanneer mensen op bezoek komen, is het leger in de buurt. Zij worden gewaarschuwd door de sensoren op het hek van de muur. Soms vallen ze hem of het bezoek lastig, net als deze keer. Twee Israëlische militairen roepen naar Hani Amer vanachter een enorm hek, dat het huis van Hani Amer van de nederzetting scheidt. Zij stellen hem vragen en na een tijdje willen ze ook met de buitenlandse gaste spreken. Ik loop het twintig meter lange pad af naar het hek. Zij staan aan de andere kant met hun geweren, spiegelende zonnebrillen en hun legergroene jeep. Ik kijk ze recht aan terwijl ze me vragen waarom ik hier ben. Ik zeg dat ik op bezoek ben bij Hani Amer. Zij bijten mij toe geen foto's van de nederzetting te maken. Zij weten niet dat het al te laat is voor hun bevel. De kolonisten wonen in hun mooie villa's op twintig meter afstand van Hani Amer's huis, op het land van de dorpelingen van Mas-ha. Zij nemen ook hun aandeel in de bedreigingen van Hani Amer's gezin. 's Nachts gooien ze stenen en houden het gezin uit hun slaap. Soms raken hierdoor de zonnepanelen voor warm water op het dak beschadigd. En als de kinderen in de tuin spelen, gaan de kolonisten soms met stenen gooien. Met allebei zijn handen op zijn hart zegt Hani Amer, 'Ik ben vooral bang voor de veiligheid van mijn kinderen, maar ik zal mijn verzet niet opgeven. Al is de hele wereld tegen mij gekeerd en wil tegen mij vechten, men zal me niet klein krijgen. Het is gemakkelijk om me te doden, maar het is onmogelijk mijn wil om hier te blijven te breken.' Adri Nieuwhof en Amer Madi zijn consultants uit respectievelijk Nederland en Palestina |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | uit dit artikel zijn aanvullingen verplaatst naar de ruispagina | |