| |
open brief aan de tegenbbeweging schrijverster - 11.05.2007 00:30
Ik schrijf deze tekst als een soort van open brief. Een oproep aan de andersglobalistische beweging in haar geheel, vakbonden en NGO's inkluis. Ik schrijf ze ook als open brief aan overheden, media en bedrijven, gewoon om te zeggen dat we leven... en dat wij dat nooit zullen opgeven. Wij leven ne, wij leefden gisteren en morgen zullen wij hetzelfde doen. Vanuit het hart van de andersglobalistische bewegingen wordt al jaren de illegitimiteit van de bijeenkomst van de zeven rijkste landen en Rusland geopperd. Een bijeenkomst waarin de machtige én happy few van onze planeet bepalen hoe zij deze planeet zullen leiden kàn niet democratisch zijn. De laatste jaren valt er echter een kentering waar te nemen. Door een zeer verzorgde PR-campagne van de G8 en haar entourage slaagt ze erin om te beweren het goede na te streven: het goede onder slogans als ‘make poverty history’ en de bevordering van de democratie. Om haar woorden kracht bij te zetten heeft de top derde wereldlanden omhelst en hen uitgenodigd aan te schuiven aan het banket en aan de onderhandelingstafel. Het gevolg is dat de andersglobalistische beweging dreigde uiteen te vallen in een groep die de legitimiteit van een dergelijke bijeenkomst niet wenst te erkennen en een groep die vriendelijk vragen begon te stellen. Ik schrijf vanuit het kloppend hart van die eerste beweging. Ik erken de legitiemiteit niet en, meer zelfs, ik beschouw ook organen als de WTO, de Wereldbank en het IMF als dragers van ondemocratisch gedachtengoed. De reden hiervoor is te vinden in de onevenwichtige verdeling op wereldvlak en het is die reden die ook de PR campagne van de G8 ontmaskerd. Wanneer een kat met een muis aan een onderhandelingstafel kruipt dan mag die bijeenkomst nog zo fantastisch zijn, de macht blijft ongelijk. De kat blijft de kat en de muis blijft de muis. Wanneer een derde wereldland met leiders van de groep van 8 rond de tafel gaat zitten als eenling, dan kan zij niet anders dan geïmponeerd worden. Een derde wereldland weet dat ze in de ogen van het IMF en de werldbank schulden heeft, een derde wereldland weet dat haar economische positie haar onderhandelingspositie tot op het bot aanvreet. Zij kan dan ook niet anders dan toezeggingen doen en haar hachje redden door handelscontracten te ondertekenen die voor haarzelf én/of voor andere derdewereldlanden nieuwe problemen betekenen. Handelscontracten die de zwakke positie van deze landen herbevestigen en verstevigen. Ook op ecologisch vlak betekend deze top niet veel goeds. In deze tijden wordt het duidelijk dat een eeuwige economische groei niet hand in hand kan gaan met een ecologisch discours. Indien wij onze wereld met haar huidige biodiversiteit, haar huidig klimaat en haar huidige leefbaarheid willen behouden, dan voldoet het niet om in de marge van de economische groei naar oplossingen te zoeken. Er zijn grotere ambities nodig en de filosofie van de oneindige groei zal moeten worden verlaten. Dit hoeft niet te betekenen dat de vooruitgang die de mens heeft geboekt in haar bestaansgeschiedenis moet worden verlaten. Het betekent enkel dat de berekening van de vooruitgang vanuit een ander perspectief moet worden bekeken. Momenteel betekend economische vooruitgang immers niet meer noodzakelijk dat de samenleving er vruchten van plukt. Veel activiteiten die een relevantie hebben op economische schaal, ontbreken die relevantie wanneer er wordt gekeken naar de verrijking van het leven van de mens. Dit is een zeer summiere samenvatting van de redenen waarom ik mezelf beschouw als deel van de tegenbeweging. Wij gaan niet in onderhandeling met instituties die niet democratisch zijn, die elke vorm van rationaliteit verliezen in een angstvallig streven naar winstmaximalisatie. Ik maak deel uit van een beweging die vanuit de context van het menselijk samenleven op zoek gaat naar een andere wereld binnen de wereld van vandaag. Voor het oog van lenzen is het vaak niet zichbaar, maar wij zijn doordrongen van de zoektocht naar nieuwe vormen van respecteren, delen, werken en leven en zijn daarenboven niet angstig om in deze zoektocht lessen uit het verleden te integreren. Wij pretenderen niet dat wij meteen waarheden vinden, maar wij kunnen met het hand op het hart stellen dat onze dromen vervat zijn in ons dagdagelijkse, in de hoop. Deze tegenbeweging afdoen als terroristisch en ze aanvallen gewoon omdat ze duidelijk tegenkanting biedt aan de machtige factoren in onze samenleving is dan ook een grote fout. Niet alleen wordt de zoektocht naar een ware samen-leving vanuit de basis gekortwiekt, ook wordt er gepoogd de hoop te vermoorden. Gisteren werd duidelijk een aannslag gepleegd op de hoop en op het verzet dat een constructieve factor de kop ingedrukt. In mijn gevoel zijn dat donkere dagen. Na het verhogen van controlemechanismen, het verhogen van verborgen camera’s, het in het leven roepen van verregaande privacyschendingen door te zwaaien met terrorismedreiging is dat een soort van accumulatie. Het is een optelsom van de voorbije evoluties en trends inzake staatsveiligheid. De wetten die in het leven werden geroepen om van deze wereld een veilige plaats te maken worden nu tegen de mensen gebruikt. Wat wij al voorspelden, en wat we niet mochten zeggen wegens het heilige woord veiligheid, wordt nu bewaarheid. Het streven naar veiligheid maakt onze wereld onveilig. Onze constructieve daden voor de opbouw van een nieuwe wereld worden gecriminaliseerd, bedreigd en vernietigd. Het gevoel dat mij omhelst is soms gelijk te stellen met angst. De staat neemt zichzelf en de grote namen uit het bedrijfsleven in bescherming en gebruikt daarvoor onverbloembare repressie. De gevoelens die mij tekenen zijn bitter, zij herinneren mij aan dagen uit verre verledens. Uit de tijden dat mijn grootouders mijn leeftijd hadden. Toch is het niet enkel de angst die mijn hart vult. Mijn hart blijft ook bloeien en de dagen van constructief bouwen gaan door. De gebeurtenissen van 9 mei waarschuwen mij en vertellen dat wij voort moeten gaan. Onze vingers liggen op de wonde en dat doet pijn, maar het zegt ook dat we hier moeten verderwerken. Mijn hoop wordt groter met de dag. Voor onze beweging mogen de gebeurtenissen het teken zijn dat wij terug op zoek moeten gaan naar eenheid. Wij moeten terug de bruggen bouwen die ons oproepen samen te werken, uit te wisselen en steun te betuigen. Bij deze blijft mijn oproep dan ook niet steken in de autonome groepen binnen onze beweging, bij de People Global Action-netwerken en de vastberaden dromersters. Mijn oproep gaat ook uit naar de NGO’s en de gezette vakbonden. Het is tijd dat we opnieuw elkaar durven ontmoeten en dat we openlijk onze steun durven uiten. Reacties van die aard moeten ons geen angst inboezemen, ze moeten tonen dat repressie wordt beantwoord met vastberadenheid en dat een echt samenleven echt bestaat. Vandaag, 10 mei 2007 is de hoop niet vermoord. De hoop is klaarwakker en omdat wij dat willen zal ze nooit meer zwijgen. In onze hoofden, in onze levens, in de junidagen van Duitsland, bij politieke gevangenen van gisteren en vandaag en in onze morgens, nooit zal de hoop dood zijn. |
Lees meer over: G8 globalisering vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | |