Drie Indianengemeenschappen van Chiapas halen de Mexicaanse Murielle Coppin - 28.12.2006 18:26
MEXICO -- Tijdens de solidariteistbijeenkomst voor Oaxaca te Oventic, Chiapas, roepen Zapatisten op om “verenigd te blijven” en “niet op te schrikken door de praktijken van de slechte regering” , iets wat in de praktijk onmogelijk blijkt… Terwijl in 37 verschillende landen in Europa en Amerika betogingen en protestakties plaatsvonden ter solidariteit met Oaxaca –opgeroepen vanuit Mexico door het Zapatistenleger voor Nationale Bevrijding (EZLN)-, kwamen zo’n 5.000 Zapatisten bijeen in Oventic, één van de vijf autonome Zapatisten-caracoles, om hun steun te betuigen aan hun broeders van de APPO, het volk van Oaxaca en de bewoners van San Salvador Atenco in de staat van Mexico. Sinds de vroege ochtenduren, zakten honderden camionetas de redila (wagens met open laadruimte die als vervoermiddel dienen) af naar Oventic, het zapatistenhart van de wereld in de Altos de Chiapas. Opgetooid in felgekleurde, traditionele klederdracht keken de Zapatistenvrouwen toe hoe de basketbalteams – de kevers, de wolven, de Oaxaca Boven, enz.- uit verschillende Zapatistendorpen, elkaar uitdaagden in het spel. Op de achtergrond, klonk life-muziek van verschillende muziekgroepen. Om 15.00 beklom een lange rij van 50 Zapatistenindianen, uitgedost als traditionele leiders met bevelstaf en hoeden met gekleurde linten, de tribune: de autoriteiten van de Raad van Goed Bestuur (Junta del Buen Gobierno of JBG in zijn initialen), comandanten van de gewapende groep en de autoriteiten van de autonome rebelse dorpen San Andrés Sakamchén de los Pobres, San Juan de la Libertad, Santa Catarina, Magdalena de la Paz, 16 de febrero en San Juan Apóstol Cancun. De solidariteitsbijeenkomst startte met eer aan de Mexicaanse vlag, het Mexicaans volkslied en de Zapatistenhymne. Na de formele plechtigheden namen een lid van het JBG, comandanta Hortensia en comandante David het woord. Allen eisten ze de onmiddelijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de politiek gevangenen –zowel van Oaxaca als van San Salvador Atenco- , het terugkomen van de verdwenen slachtoffers, het ontslag van de “dief” en “moordenaar” Ulises Ruiz, de gouverneur van de staat Oaxaca, de terugtrekking van de Federale Preventieve Politie (PFP in zijn Spaans initialen) en de bestraffing van alle schuldigen aan schending van de mensenrechten, o.m. illegale aanhouding, foltering, moord en verdwijningen. De eerste spreker deed een oproep aan alle aanwezigen en aan alle sociale nationale en internationale organisaties om samen te werken in deze rechtvaardige strijd: “Laat ons ons niet bedriegen door de strategieën van de slechte regeringen. Laat ons verenigd blijven en ons niet doen opschrikken door de praktijken van de slechte regering noch ons ontmoedigen door de harde situatie waarin we leven….Laat ons onze gevallen broeders van voor en na 1994 niet vergeten noch verraden.” Comandante Hortensia sprak de vrouwen van Oaxaca –vernederd, vervolgd, gevangengenomen en verkracht - aan in naam van alle vrouwen: “We zijn hier samengekomen om te zeggen dat de Zapatistenvrouwen jullie steunen en voelen in jullie pijn, stijd en verzet. Geef niet op. Wij weten dat jullie in de gevangenissen vernederingen lijden, maar jullie geschriften, jullie voorbeeld zullen nooit gevangen blijven.” Comandante David beschreef de aanhangers van de sociale bewegingen in Atenco en Oaxaca als “vrije mannen en vrouwen die strijden naar eigen normen en ideeën” en als “sociale voorvechters van vrijheid, democratie en gerechtigheid.” Hij kondigde ook de eerste bijeenkomst aan tussen de Zapatistenvolkeren en de Volkeren van de wereld dat zal doorgaan in Oventic tussen 30 december en 2 januari. Tot slot riep hij de Zapatisten en “alle eerlijke mensen” op om niet te zwijgen over de geweldpleging, onderdrukking en opsluiting: “We kunnen niet meer aanvaarden dat onze gevangenissen zich vullen met onschuldigen, dat onze aarde met bloed van boeren en aktivisten beklad wordt.” Wat anders wel verzwegen werd vandaag tijdens de solidariteitsbijeenkomst te Oventic, was de negenjarige verjaardag van de massamoord in de kerk van Acteal, gemeente van Chenalhó, Chiapas, waarbij 45 doden vielen, waaronder 21 vrouwen – vier van hen zwanger- en 15 kinderen, terwijl agenten van de toenmalige gouverneur Julio César Ruiz Ferro toekeken en niets ondernamen behalve de lijken opborgen na het bloedbad. Deze misdaad tegen de mensheid vond plaats in de context van de “oorlog van lage intensiteit” tegen de EZLN toen de toenmalige regering van Ernesto Zedillo (1994-2000, van de Partij van de Institutionele Revoluti, PRI in zijn Spaans initialen) paramilitaire groepen inzette om de golf van sympathiserende Indianengemeenschappen met de Zapatistenbeweging tegen te houden. Als gevolg van de gruwel en uit vrees voor meer paramilitaire agressie, verlieten 8000 mensen toen hun huizen om als desplazados in kampen te gaan wonen in het naburige dorp Polhó. Vandaag kwamen honderden inwoners van Chenalhó bijeen om te bidden voor het graf van de overleden leden van de civiele groepering Las Abejas (de Bijen). In aanwezigheid van de bekende bischop van San Cristóbal de las Casas, Samuel Ruiz, eisten ze de “officiële vergetelheid” op te geven. Ze klaagden dat “er maar halve gerechigheid is in de zaak en dat de criminelen onschendbaarheid genieten omdat degenen die het onderzoek leidden dezelfde zijn als degenen die het bloedbad organiseerden”. De op 8 december aangetreden gouverneur van Chiapas, Juan Sabines Guerrero (van de Partij van de Democratische Revolutie, PRD in zijn Spaanse initialen), kondigde de creatie aan van een speciaal comité om de zaak te onderzoeken, de dossiers van de aangeklaagden te heropenen en de dossiers van de veroordeelden te herzien. Vandaag, tot slot, ontving het Centrum van Mensenrechten Bartolomé de las Casas, San Cristóbal de las Casas, Chiapas, een fax waarin de Fundación Lacandona en de Organisatie ter Defensie van Boeren-en Indianenrechten (Opddic, opgericht door de PRI-ist Pedro Chulín die ook de paramilitaire groep Revolutionaire Antizapatistische Indianenbeweging –Mira- aanmoedigde met de steun van de exgouverneur Roberto Albores Guillén) de aanslag van 13 oktober op de gemeenschap Viejo Velasco Suárez, aan de rand van het Lacandoonwoud, opeisten waarbij 3 Indianen het leven verloren. : “De gebeurtenissen van 13 november is een teken dat de Lacandoongemeenschap zelf beslissingen zal nemen tegen de aanranders…Het is tijd om de waarheid te zeggen. Wij zijn de echte eigenaars van de terreinen van de Lacandoon-gemeenschap met documenten getekend door vorige en huidige regeringen en niet die enkelingen die met bivakmuts rondlopen om niet herkend te worden.” De boodschap is onrustwekkend want er zijn bewijzen dat de Lacandoongemeenschap over wapens bezit, officiele ondersteuning geniet, sinds lang geässocieerd zijn met Opddic en militair getraind zijn. De Lacandoon-Indianen, verspreid over de gemeenschappen Lacanjá, Nahá en Metzabok) werden inderdaad in de jaren ‘70-‘80, onder de regering van Luís Echevarría Alvarez als officiële machthebbers erkend over zo’n 500.000 hectares natuurreservaat (Montes Azules) met als conditie de economische rechten over de gronden aan de regering te laten, een ecologisch excuus van de regering om zo monopolie te krijgen over houtwinning en andere natuurlijke rijkdommen. In de volgende regering van José López Portillo, kregen de herplaatste tzeltal en chol kolonen ook het recht deel te vormen van de Comunidad Lacandón. Sindsdien hebben er zich continu schermutselingen plaatsgevonden tussen de Lacandoongemeenschap en de andere kolonen die aan de Usumacinta, de grote grensrivier tussen Guatemala en Mexico, wonen. In 1984, als gevolg van een akkoord met de regering, werd de gemeenschap Viejo Velasco Suárez opgericht. Het akkoord van 1984 wordt echter gemanipuleerd en niet nageleefd. De 3 gemeenschappen Viejo Velasco Suárez, Flor de Cacao en San Jacinto Lacanja, worden sinds jaren bedreigd ontruimd te worden. Veel heeft te zien met de mooie houtsoorten die zich op hun gronden bevinden en die de Lacandoongemeenschap wil uitbuiten, met de plannen van de regeringen om in de rivier Usumacinta hidro-elektrische dammen te bouwen in het kader van het plan Puebla-Panamá of omwille van het feit dat Viejo Velasco Suárez een base de apoyo (steunbasis) is van de EZLN. Bronnen: La Jornada Narco News Bijeenkomst in Oventic www.narconews.com dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op http://www.indymedia.be/nl/node/6407 E-Mail: mariposa-ontheroad@hotmail.com |