| |
Welkom in een opwarmende wereld Peter Tom Jones & Dirk Barrez - 28.07.2006 10:53
Opiniestuk verschenen in de Vlaamse krant {De Morgen} (28/7/2006) naar aanleiding van de recente hittegolven, de klimaatdestabilisatie en het gebrek aan politiek wil om hieraan iets te doen. Tot enkele jaren geleden had het schrijven en spreken over klimaatwijziging iets abstracts. Ging het niet vooral over fenomenen die zich (eventueel) in een verre toekomst zouden voordoen: aanzienlijke temperatuur- en zeespiegelstijgingen, verstoring van de watercyclus en de voedselvoorziening, uitsterving van soorten, en, nog abstracter, de uitschakeling van de Golfstroom, de desintegratie van de West-Antarctische ijskap, het verdwijnen van het Groenlandijs etc? Inmiddels beginnen de gevolgen van de opwarming zich langzaam te onderscheiden van de ruis der natuurlijke wisselvalligheid. Het rookgordijn dat door de laatste generatie klimaatontkenners werd opgetrokken rond deze kwestie maakt aanstalten te verdwijnen. De mist trekt op en de zon breekt, letterlijk, door. Juni en juli 2006 vergasten België inmiddels al op drie hittegolven. Dit is op zich helemaal niet verrassend. In het kielzog van de verzengende zomer van 2003 die in Europa naar schatting 20.000 ‘extra doden’ opleverde, voorspelden drie wetenschappers in een beruchte publicatie in Nature dat tijdens de komende vier decennia de kans op een hittegolf van het niveau van die van 2003 honderd keer groter zou worden in Europa. De wetenschappelijke consensus Laten we de wetenschappelijke consensus nog eens kort samenvatten. Dat is nog steeds nodig want de waarheid dringt onvoldoende door, noch bij brede lagen van de bevolking, noch bij tal van opiniemakers. Door het creëren van een virtuele wereld lijken we collectief de realiteit te verdringen. De feiten dus, niets anders dan de feiten. Allereerst staat het vast dat de aarde warmer wordt, dat geven zelfs klimaatsceptici toe. Noch de schaal, noch de snelheid van de plotse temperatuurstijging vanaf het einde van de twintigste eeuw kan bovendien worden verklaard door alleen natuurlijke factoren in rekening te brengen. De mens is grotendeels medeverantwoordelijk voor de huidige opwarming. En ten derde leert de klimaatwetenschap ons dat de zogenaamde ‘zwakke opwarmingshypothese’ met de dag onwaarschijnlijker wordt. Het klimaat zal gebukt gaan onder een drievoudig probleem. Door de toename van de atmosferische CO2-concentratie, zal de opwarming zich doorzetten. Daarenboven zullen we minder ‘profiteren’ van het koelende effect van aërosoldeeltjes die ons de voorbije decennia beschermd hebben voor een grotere opwarming dan diegene die werd waargenomen. Omdat we nu (door schonere technologie) minder van die deeltjes uitstoten, zal de opwarming in de 21e eeuw niet langer tegengewerkt worden door dat koelende effect. Hier bovenop waarschuwen wetenschappers voor een verhoogde broeikasgasuitstoot als gevolg van de zogenaamde positieve koolstofterugkoppeling. Hogere temperaturen leiden tot de uitstoot van extra CO2 en methaan, waardoor de temperatuur verder toeneemt. Bijzondere aandacht gaat uit naar de impact van klimaatwijzigingen op instabiele koolstofmagazijnen als moeraslanden, turfgronden en permafrostgebieden. Observaties tonen bijvoorbeeld aan dat in het uiterste Noorden van Zweden de gemiddelde wintertemperatuur met ongeveer 5,5°C is toegenomen tijdens de voorbije eeuw. Een analoge opwarming werd vastgesteld in de rest van de Noordpool die een cruciale rol zal spelen in de toekomstige klimaatevoluties. Vandaag constateert men dat permafrost in Siberië ontdooit, gletsjers in Groenland versnellen, en boreale wouden in Rusland en Canada naar het Noorden opschuiven. Slotsom: de wetenschappelijke conclusie in het klimaatdebat stelt dat de te verwachten opwarming (tegen 2100) ‘zeer waarschijnlijk’ boven de 2°C zal liggen. Naarmate de temperatuurstijging de 2°C-drempelwaarde verder achter zich laat, vergroot de kans op fundamenteel ontwrichtende klimaatgevolgen. Om de gevolgen binnen de perken te houden, moet er alleszins een drastische daling komen van (vooral) de wereldwijde CO2-uitstoot, in de ordegrootte van 60 à 80% tijdens de komende decennia. Omdat de opwarming sowieso een feit is, zullen we ook financiële middelen moeten vrijmaken om aanpassingsmaatregelen mogelijk te maken. Dit is vooral noodzakelijk om de schade in de ‘ontwikkelingslanden’ – die niet verantwoordelijk zijn voor het klimaatprobleem – te beperken. Welkom in het klimaatspel Tot daar wat er zou moeten gebeuren. In de realiteit stelt men echter vast dat er weinig beweegt om een nieuw en krachtdadig mondiaal klimaatakkoord (post-Kyoto) uit de brand te slepen. Hoe komt dat? Het mondiale klimaat is een publiek goed. De aarde is bijgevolg kwetsbaar voor overexploitatie, de ‘tragedie van de vrije toegang’. In de sociale wetenschappen heeft men de speltheorie ontwikkeld om na te gaan hoe men zo’n tragedie kan voorkomen. In een typisch ‘publiek goed-spel’ kunnen de verschillende spelers tegelijkertijd investeren in projecten. De totale investering wordt bijgevolg verhoogd door de persoon die het spel leidt. De opbrengst van de besteding wordt vervolgens gelijkmatig verdeeld onder alle spelers. In zo’n spel loont het niet voor een individu om te investeren. De beste strategie (die van de vrijbuiter) is om zelf niets te doen maar wel te profiteren van de financiële inspanningen van de anderen (cf. VS in Kyoto-akkoord). Als echter alle spelers tegelijkertijd zouden investeren, dan zou de groep er in zijn totaliteit beter aan toe zijn. Zulke samenwerking tussen de spelers kan kunstmatig gecreëerd worden door de regels van het spel te veranderen. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid te geven aan spelers om elkaar te bestraffen of te belonen op basis van hun gedrag. In dat geval stelt men vast dat het totaal geïnvesteerde gedrag snel in omvang toeneemt. In een bijzonder klimaatspel dat eerder werd gepubliceerd in Nature werden de regels verder gewijzigd. De opbrengsten werden nu niet teruggegeven aan de spelers maar werden in een klimaatfonds gestort. Tegen de verwachtingen in bleek dat ook in dit geval een hoog niveau aan investeringen werd gehaald. De experimenten toonden aan dat reputatie essentieel is. In spelrondes waar de investeringen anoniem dienden te gebeuren, werd minder geïnvesteerd dan in de rondes waar de inspanningen wereldkundig werden gemaakt. De centrale boodschap van deze studie is dat individueel gedrag, in alle gevallen waar het relevant is voor het publieke goed, moet worden bekendgemaakt. Hoe zou dit alles in de echte wereld kunnen werken? Bedrijven zouden kunnen worden gerangschikt volgens hun emissies en hun investeringen in klimaatbescherming. De grote kosten die kunnen ontstaan als gevolg van de opwarming moeten worden gecommuniceerd, zelfs als niet alle details bekend zijn. En zelfs kleine inspanningen kunnen helpen, zoals een beperkte daling van de kamertemperatuur tijdens de winter of het promoten van openbaar transport in plaats van privé-vervoer. Het is evident dat de onwil bij vele individuen, bedrijven en natiestaten groot is. En cynici zullen beweren dat extrapolatie van kleinschalige spelexperimenten naar het complexe wereldtoneel een brug te ver is. Maar, of je het nu leuk vindt of niet, wij zijn allemaal betrokken partij in het zeer reële spel van globale opwarming. Het is één van de weinige wedstrijden die we ons niet kunnen veroorloven te verliezen. Peter Tom Jones, postdoctoraal onderzoeker KULeuven en o.a. auteur van Terra Incognita. Globalisering, ecologie en rechtvaardige duurzaamheid (samen met Roger Jacobs) (www.academiapress.be) en de milieuwetenschappelijke rubriek ‘Terra Incognita’ in Oikos Dirk Barrez, journalist en o.a. auteur van Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw en van de elektronische nieuwsbrief PALA over onze globaliserende wereld (www.pala.be) E-Mail: peter.jones@mtm.kuleuven.be Website: http://www.yabasta.be |
Lees meer over: globalisering natuur, dier en mens | aanvullingen | |