COP8: de grote thema’s en de kleine letters nina - 19.03.2006 22:17
Vanavond begint COP8 van het VN Biodiversiteitsverdrag met een poshe borrel in de botanische tuinen van Curitiba. Voordat ik verder ga met inzichten vanuit de bijeenkomst van het netwerk voor een GMO-vrij Latijns Amerika, een paar grote thema’s en kleine letters uit het programma van COP8. Ten eerste, Terminator technologie. De technologie, in eerste instantie ontwikkeld door Delta Pineland en bedoeld om zaden steriel te maken, stuitte op enorme weerstand vanuit boeren- en inheemse groepen. In 2000 besloten landen binnen de CBD daarom tot een de facto moratorium op dit type toepassingen van gentechnologie, in VN termen genaamd GURTS (Genetic Use Restriction Technologies), of in termen van de industrie TPS (Technology Protection Systems). De zadenindustrie voerde als argument aan dat deze technologie gebruikt kan worden als patentbescherming in de praktijk. Als zaden steriel zijn, hoef je je geen zorgen te maken dat een boer het zal hergebruiken. Dit moratorium staat nu onder vuur van de gebruikelijke groep landen, met name Canada, die in Granada een paar maanden geleden pleitten voor een ‘case by case’ benadering. Een terminator-toepassing zal dan net als alle andere GMO’s een wetenschappelijke risk assessment ondergaan. NGO’s eisen juist dat er vooral naar de sociale, economische en culturele gevolgen wordt gekeken. Een internationale campagne is van start gegaan onder de noemer Ban Terminator Campaign, www.banterminator.org Verder, access and benefit sharing (ABS) en artikel 8(j) over het belang van de bescherming van traditionele kennis over biodiversiteit en genetische hulpbronnen. Met name de kennis van inheemse bevolkingsgroepen wordt hiermee bedoeld. Veel heeft het dan ook te maken met bepalingen over de deelname van inheemse groepen aan de CBD onderhandelingen. Met deelname hebben de meeste landen geen probleem, maar wel met effectieve deelname. Australie bijvoorbeeld eist dat als inheemse groepen aan tafel mogen zitten in onderhandelingspositie (dus net als landen), dat de industrie dat dan ook moet mogen. Er gaat het gerucht dat er een Canadees voorstel komt dat vertegenwoordigers van inheemse groepen alleen die status mogen krijgen als ze deel uitmaken van een nationale delegatie, wat heel erg slecht zal uitpakken voor veel groepen. Het is uiteindelijk de bedoeling dat er een soort protocol of verdrag komt t.a.v. ABS, dat regelt onder welke voorwaarden bedrijven of instanties toegang moeten krijgen tot de genetische hulpbronnen van een land. Voor NGO’s ook van groot belang, en op de officiele agenda, is een nieuw moratorium en wel op genetisch gemanipuleerde bomen. Omdat bomen een veel langere levensduur hebben, hun pollen ook veel verder verspreiden, en de effecten pas op veel langere termijn te meten zijn, pleit het Global Justice Ecology Project voor een moratorium. Er wordt vooral geexperimenteerd met populieren en pijnbomen, met name BT versies. Nog een ander onderwerp is de stimulans die de CBD wil geven aan deelname van bedrijven aan officiele delegaties, met als reden dat deze bedrijven ‘technische expertise’ kunnen leveren voor het behoud van biodiversiteit (!). Naar zeggen zaten er veel Monsanto medewerkers in de Braziliaanse MOP3 delegatie, en zit Shell nu in de Nederlandse delegatie. Dus meer bedrijven deelname is al helemaal niet gewenst. Daar komt bij dat de CBD nu al twee bijeenkomsten heeft gehouden (een in Londen en een in Sao Paulo) over bedrijven en biodiversiteit, en is er aan het eind van COP8 een speciaal ontbijt waar zakenlieden en ministers elkaar kunnen treffen. Iets vergelijkbaars voor NGO’s of inheemse groepen is er uiteraard niet. Maar ook de kleine letters van de agenda moeten niet vergeten worden. Pas net verschenen is een dik pakket ontwerpbesluiten over ‘incentives measures’, ‘cross cutting issues’, ‘cooperation with other international agreements’ en ‘technology transfer’. Onder de eerste wordt genoemd het samenstellen van soortenlijsten in alle landen, met als voorbeeld de ‘Catalogue of Life’. Dit moet volgens critici onder ‘access and benefit sharing’ vallen, en kritisch gevolgd worden. Onder ‘cooperation with other international agreements’ valt o.a. GATS (het WTO verdrag over diensten) het commercieel waarderen van de ‘milieudiensten’ van biodiversiteit. Een groep moet samengesteld worden om hierover na te denken, waaronder een ‘international science organisation’. Veel zal ervan afhangen wie hiervoor genomineerd wordt. |