| |
15 februari 1966 - Camilo Torres een vriend - 15.02.2006 04:07
- 15 februari 2006 - Veertig jaar geleden stierf Camilo Torres in de lijnen van de ELN, zonder ooit een schot te hebben gelost. Veertig jaar geleden stierf hij, maar vandaag is hij levendiger dan ooit. Camilo "We weten dat honger dodelijk is” zei de priester Camilo Torres. “En als we dat erkennen”, zei hij, “heeft het dan zin om tijd te verspillen over de onsterfelijkheid van de ziel?” Camilo geloofde in het christendom als zijnde het praktiseren van liefde tegenover de ander en hij wilde dat deze liefde effectief was. Hij had een obsessie met de effectieve liefde. Deze obsessie bracht hem ertoe de wapens op te pakken en om deze obsessie stierf hij, in een onbekende hoek van Colombia, vechtend aan de zijde van de guerrilla.” - Eduardo Galeano Jorge Camilo Torres Restrepo werd op 3 februari 1929 geboren in Santa Fe de Bogotá, Colombia in een gegoede familie. Na zijn middelbare school besluit hij het seminario in te gaan en zich te weiden aan een leven dat in het teken staat van het dienen van God. In deze tijd leert hij de sociale realiteit van zijn land van dichterbij kennen en begint hij zich te interesseren voor de armoede problematiek en sociale rechtvaardigheid. In 1954 verlaat hij het seminario als priester en hij vertrekt vervolgens naar Leuven, Belgie om daar sociologie te studeren. Tijdens zijn studie komt hij onder andere in contact met het Algerijnse verzet dat zich in Parijs bevindt en de Europese Christelijke vakbond - de Christelijke Democratie (Democracia Cristiana) -. Zijn studietijd en de nieuwe inzichten en relaties, die hij in deze tijd opdoet vormen een belangrijke basis voor zijn toekomstige strijd voor de onderdrukten. Bij zijn terugkeer in Bogotá in 1959 begint hij zijn werk aan de publieke universiteit La Nacional, eerst als priester en vervolgens als hoofd van de sociologie faculteit. Zijn specifieke onderwijsmethodes maken hem populair onder zijn leerlingen. Hij neemt hen mee naar de arme invasiewijken, die bevolkt worden door de desplazados, de ontheemden, die het geweld op het platteland zijn ontvlucht. De studenten leren van dichtbij het geweld, de armoede en sociale onrechtvaardigheid van hun land kennen en helpen onder andere met het bouwen van woningen en het organiseren van politieke en sociale discussies in de sloppenwijken. Camilo Torres begeeft zich steeds meer op het politieke terrein en heeft mede hierdoor wrijvingen binnen de kerkelijke hierarchie. In 1965 legt hij het priesterlijke ambt opzij en richt hij al zijn aandacht op het nieuw opgericht politieke platform Frente Unido del Pueblo, dat de bestaande politieke machtsblokken confronteert en waarvan hij een van de grondleggers is. Het Ejercito de Liberacion Nacional (ELN) pakt, geinspireerd door de Cubaanse revolutie en gedragen door jonge enthousiaste Colombiaanse studenten, in 1964 de wapens op. Camilo Torres heeft vanaf het begin contact met hen en zegt hen toe om hen in de sociale strijd te steunen vanuit de straten en de universiteit. In de laatste maanden van 1965 legt Camilo Torres de basis voor het tijdschrift Patria Grande, het weekblad van het Frente Unido. Tegelijkertijd draagt zijn charisma en spreekvaardigheid ertoe bij, dat hij in demonstraties en betogingen, duizenden mensen weet te bereiken en langzaam maar zeker groeit hij uit tot een van de belangrijkste politieke figuur binnen de nationale politiek. De sociale onrust, die zijn toespraken en geschreven teksten opwekken maken hem tot een doelwit van de heersende politieke en economische elite. De publieke ruimte is niet langer een plek van waaruit Camilo Torres de massas kan bereiken, maar verworden tot een ruimte waarin hij gevaar loopt. In 1966 besluit hij zich, uit angst en/of vanuit overtuiging, aan te sluiten bij de rijen van de ELN. Bij zijn eerste militante actie, op 15 februari 1966, overvalt Camilo Torres samen met een handvol andere militanten van de ELN, een politie batallon. Van ooggetuigen gaat het verhaal dat hij eerst de ogen sloot van de agent en een klein gebed opzei, voordat hij het geweer van de dode afnam. Op het moment dat Camilo zijn eerste wapen in handen heeft vindt er een schotenwisseling plaats en Camilo Torres sterft ter plekke. De politieke, economische en sociale context, die Camilo Torres ertoe bracht om de wapens veertig jaar geleden op te pakken is niet of nauwelijk veranderd. De concentratie van land in handen van een kleine elite, de uitverkoop van de natuurlijke grondstoffen aan buitenlandse bedrijven, de inmenging van niet alleen de Verenigde Staten maar ook veel Europese landen in de nationale politieke en ecomische aangelegenheden en het ontbreken van publieke ruimtes van waaruit enige sociale, economische of politieke verandering kan ontstaan vormen de context van veertig jaar geleden, alsmede als van vandaag de dag. Vakbondsleiders, mensenrechtenactivisten, advocaten, rechters, studentenleiders, boeren, vrouwen, kinderen worden dagelijks door het nationale leger of illegale structuren die aan haar verbonden zijn, vermoord, opgesloten, of verdwijnen eenvoudigweg. Desondanks gaat de politieke strijd veertig jaar na de dood van Camilo Torres door. Zoals de Chileense protestzanger Victor Jara zong, voordat hij door Pinochet werd vermoord, “Toen ze afdaalden om het geweer van Camilo Torres af te pakken, ontdekten ze dat het volk uit honderdduizenden bestaat. Honderdduizenden Camilo’s die spoedig de wapens zullen oppakken.” Camilo, blijft veertig jaar na zijn dood een voorbeeld voor duizenden over de hele wereld. “Je kan iemand lichamelijk vermoorden, maar zijn ideeen zullen altijd blijven voortleven.” - Mario Benedetti Website: http://www.camilovive.org |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | Geen angst | Arlen - 15.02.2006 15:08
Het aansluiten bij ELN zal zeker niet uit angst gedaan zijn. Aangezien hij al in contact stond met het ELN moet hij zeker geweten hebben met wie hij te doen had. Hij deed mee met gewapende acties, dus moet hij ook hebben geweten dat hij het risico liep om gedood te worden. Iemand die daar voor kiest doe dat uit overtuiging niet uit angst. Als hij puur uit zelf behoud handelde, was hij wel naar het buitenland gevlucht. Het blijft een inspirerende man, van waar we in nederland zeker een voorbeeld aan kunnen nemen wat betreft zijn inzet en motivatie. Niet dat dit een oproep is tot geweld, wij hebben nog andere mogelijkheden | |
aanvullingen | |