Terugblik op pol-militaire carriere Sharon Astrid Essed - 12.01.2006 04:09
In mijn terugblik op de politiek-militaire carriere van de Israelische premier Sharon belicht ik niet alleen zijn blokkade van een op het Internationaal Recht gebaseerde vrede in het Midden-Oosten, maar tevens het onderbelichte aspect van zijn grote scala aan mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, teruggaand op de jaren 50 Terugblik op enkele aspecten uit de politiek-militaire carriere van Sharon Inleiding: Beste lezers, Zoals u ongetwijfeld zult weten is sinds de ziekenhuisopname van premier Sharon zowel door de media als onder politici een discussie gestart tav de echte of vermeende bijdrage van premier Sharon aan de vrede van het Midden-Oosten Aanleiding vormt veelal de uitvoering van het Gaza-disengagementplan, waarbij de in Gaza aanwezige nederzettingen vorig jaar zij ontmanteld; alsmede vier nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever Met het standpunt echter, dat Sharon zou hebben bijgedragen aan de vrede in het Midden-Oosten, ben ik het in het geheel niet eens, zoals ik in onderstaande zal uiteenzetten Eveneens besteed ik aandacht aan de gedurende zijn politieke en militaire carriere gepleegde mensenrechtenschendingen, hetgeen ten onrechte ondergesneeuwd dreigt te worden in de discussie tav zijn echte of vermeende vredesbijdragen Ik vind het echter van groot belang, dat de uit gebrek aan elementair respect voor mensenrechtenregels voortkomende mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden van Sharon niet worden vergeten Vriendelijke groeten Astrid Essed Terugblik op enkele aspecten van de politiek-militaire carriere van Sharon: A De bijdrage van Sharon aan de intensivering van het Midden-Oosten-conflict: In tegenstelling tot door sommige media en politici gedane uitspraken, heeft mi Sharon niet bijgedragen tot de vrede in het Midden-Oosten, maar tot intensivering van het conflict Naar mijn mening namelijk is een werkelijke vrede niet alleen gebaseerd op de naleving van de mensenrechtenregels betr een humane behandeling van ieder mens, zonder aanzien des persoons en afkomst, maar eveneens gebaseerd op een ander belangrijk internationaal erkend recht, namelijk het recht op leven in vrijheid en zelfbeschikking, zonder de aanwezigheid van een bezettingsmacht. In verband met het Midden-Oostenconflict houdt dit in de naleving van het Internationaal Recht Bezetting: Zoals u echter zult weten is er nog steeds sprake van de reeds 38 jaar durende bezetting van de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, het Gaza-gebied en Oost-Jeruzalem ondanks de dd 1967 aangenomen VN-Veiligheidsraadsresolutie, die Israel opriep zich terug te trekken uit de in de juni-oorlog dd 1967 veroverde gebieden, waaronder o.a. de bovengenoemde Palestijnse gebieden Muurbouw: Er is door premier Sharon niet alleen geen enkele serieuze vredesonderhandeling geentameerd om aan deze bezetting een daadwerkelijk einde te maken, hij heeft de deze bezettingspolitiek nog versterkt door de de facto annexatie van bezet Palestijns gebied door de het startsein te geven tot de nu bijna voltooide Israelische Muurbouw, die dwars doorloopt door grote delen van bezet Palestijns gebied. Nog afgezien van deze de facto annexatie van bezet Palestijns gebied zijn de directe consequenties voor de Palestijnse burgerbevolking huis en landonteigeningen aangezien niet alleen de Palestijnse landbouwgrond en een groot aantal Palestijnse huizen worden vernietigd ten behoeve van de funderingen van de Muur, maar met name een niet onaanzienlijk deel van de landbouwgrond nu ten westen van de Muur gelegen is. Daarenboven is het bezette Oost-Jeruzalem nu eveneens van de Westelijke Jordaanoever afgesneden, aangezien de aangrenzende nederzettingen door de Muurbouw nu de facto in Israel liggen. Deze isolatie van Oost-Jeruzalem past in de Israëlische plannen voor een definitieve claim op Jeruzalem als hoofdstad van Israel. Ondanks de uitspraak dd 9-7-2004 van het Internationaal Gerechtshof, die deze Muurbouw heeft veroordeeld, voornamelijk op grond van de route dwars door bezet gebied, is deze Muurbouw door de regering Sharon gewoon gecontinueerd Nederzettingenpolitiek: Daarenboven heeft premier Sharon eveneens de uitbreiding van de nederzettingenbouw met name in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem gecontinueerd. Weliswaar heeft hij opdracht gegeven, de nederzettingen in Gaza te ontruimen, waarmee hij voor een klein deel Israel's internationaalrechtelijke verplichtingen is nagekomen gezien de internationaalrechtelijk illegale positie van de nederzettingen [zie artikel 49, 4e Conventie van Geneve]. Daarenboven echter betreft het niet alleen de ontruiming van slechts een klein deel van het totaal van de nederzettingen in bezet Palestijns gebied [er was in Gaza slechts sprake van 16 nederzettingen tegenover meer dan 140 in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem], bovendien is er eveneens sprake van een gecontinueerde uitbreiding van de nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem Het is evident, dat met de voortzetting van de Muurbouw en de gecontinueerde uitbreidingen van de nederzettingen in bezet gebied de kans op een levensvatbare Palestijnse Staat niet alleen tot vrijwel nul gereduceerd wordt, maar dat hierdoor daarenboven de bezetting wordt gecontinueerd, aangezien de aanwezigheid van de nederzettingen eveneens impliceert een intensieve bewaking door het Israelische leger, waarmee de aanwezigheid van het Israelische leger in dezen wordt gehandhaafd Uit bovenstaande concludeer ik derhalve, dat premier Sharon niet alleen geen wezenlijke bijdrage aan een werkelijke vrede in het Midden-Oosten, gebaseerd op het Internationaal Recht, geleverd heeft, maar daarenboven in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de intensivering van het conflict. B Mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden tijdens de politiek-militaire carriere van Sharon: Een helaas hedendaagse onderbelichte kant van de carriere van Sharon is zijn verantwoordelijkheid voor een scala aan mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, zdie zowel tijdens zijn militaire carriere als tijdens zijn ministerscchap en premierschap hebben plaatsgehad Ter illustratie hiervan geef ik u bij dezen een onthullend interview met Sharon weer, dat door de Israelische schrijver Amoz Ozz van hem was afgenomen dd 17-12-1982, in opdracht van het dagblad Davar Ziehier het interview: Ariel Sharon op 17 December 1982, in een interview met de Israelische schrijver Amoz Oz voor het dagblad Davar: "The Dirty Work of Zionism is not Yet Finished" "You can call me anything you like. Call me a monster or a murderer... Better a live Judeo-Nazi than a dead saint... Even if you prove to me that the present war in Lebanon is a dirty immoral war, I don't care... We shall start another war, kill and destroy more and more, until they will have had enough... Let them tremble, let them call us a mad state. Let them understand that we are a wild country, dangerous to our surroundings, not normal, that we might go crazy if one of our children is murdered, just one! If anyone even raises his hand against us we'll take away half his land and burn the other half, including the oil. We might use nuclear arms... Even today I am willing to volunteer to do the dirty work for Israel, to kill as many Arabs as necessary, to deport them, to expel and burn them, to have everyone hate us.... And I don't mind if after the job is done you put me in front of a Nuremberg Trial and then jail me for life. Hang me if you want, as a war criminal... What you don't understand is that the dirty work of Zionism is not finished yet, far from it." Ambassador Philip Habib (President Ronald Reagan's Special Middle East Envoy in 1982) over Sharon: "Sharon was a killer obsessed with hatred of Palestinians. I had promised Arafat that his people would not get any harm. Sharon, however, ignored this commitment entirely. Sharon's word is worth nil." Dit interview heeft betrekking op de tegen de heer Sharon in zijn hoedanigheid van minister van Defensie gelanceerde beschuldigingen tav zijn verantwoordelijkheid voor het bloedbad in Sabra en Chatillah Hierop kom ik nader terug Overzicht van de belangrijkste mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden onder verantwoordelijkheid van Sharon: Alvorens hierop nader in te gaan wil ik nadrukkelijk wijzen op het grondprincipe van de 4e Conventie van Geneve, waarin wordt gesteld, dat er bij iedere militaire aanval een uitdrukkelijk onderscheid gemaakt dient te worden tussen combatanten [militairen en strijders] en non-combatanten [burgers] Wanneer er sprake is van een elkaar overlappende situatie [bijv de aanwezigheid van strijders in een vluchtelingenkamp, dorp, stad of ander door burgers bewoond gebied], dan dienen door de betreffende strijdkrachten alle voorzorgsmaatregelen in acht genomen te worden ter bescherming van de burgerbevolking Met onderstaande zal ik aantonen, dat aan de naleving van bovenstaande regels onder het commando van Sharon in de bij mij bekende gevallen geen enkel gehoor is gegeven 1 El-Bureigh, vluchtelingenkamp in Gaza, 1953 Bij een militaire aanval op genoemd vluchtelingenkamp zijn onder het commando van Sharon, die het bevel voerde over de paramilitaire eenheid 101, tussen de 15 a 50 burgers gedood [noot 1] Ik geef hierbij weer het getuigenis van de Nederlandse VN waarnemer Generaal van Bennike: Dutch UN observer Gen. Van Bennike declared “bombs thrown through the windows of huts in which refugees were sleeping and, as they fled, they were attacked by small arms and automatic weapons” [noot 2] 2 Qibya, dorp op de Westelijke Jordaanoever, october 1953 Bij een militaire aanval op een dorp in de Westelijke Jordaanoever werden onder het commando van Sharon [die nog steeds de eenheid 101 onder zijn bevel had] meer dan 69 burgers gedood en 40 huizen verwoest [dit laatste is verboden volgens artikel 53, 4e Conventie van Geneve] Volgens getuigenissen van VN-waarnemers, die kort na de militaire aanval arriveerden waren er handgranaten in huizen gegooid en was er eveneens in huizen geschoten met automatische wapens [noot 3] De VN-veiligheidsraad kondigde resolutie 101 af waarin de actie in Qibya "ten strengste" werd "afgekeurd" en in overtreding was met o.m. het VN-Handvest [noot 4] 3 Aanvallen op Bedoeinen In 1955 kreeg Sharon een officiële berisping, omdat hij logistieke steun had verleend aan vier jonge Israëli’s die willekeurige aanvallen uitvoerden op Bedoeïenen vanwege een wraakneming ivm Arabische aanvallen op Israelische nederzettingen [noot 5 ] 4 Militaire acties in Gaza in de zeventiger jaren Bij militaire acties in Gaza in de zeventiger jaren, waarbij Sharon [die inmiddels tot generaal was opgeklommen] het bevel voerde over het Zuidelijke Commando, maakte hij zich systematisch schuldig aan mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden zoals het willekeurig schieten op burgers, het vernietigen van huizen, het deporteren van mensen uit hun leefgebied [een schending van artikel 49, 4e Conventie van Geneve] en het standrechtelijk executeren van gevangenen Een en ander was onderdeel van een welbewust door hem uitgevoerd legerbeleid van buitengerechtelijke executies [zie noot 1 en 2] Ik wil u in dit verband het volgende voorbeeld geven: Gaza, augustus 1971 Alleen al in 1971 werden in Gaza 2000 huizen vernietigd met als gevolg dakloosheid voor meer dan 16000 mensen Honderden mensen werden gearresteerd of gedeporteerd en er vonden in het kader van de welbewuste legerpolitiek van buitengerechtelijke executies meer dan 104 executies plaats 5 Onverantwoorde risico's tav zijn eigen soldaten Overigens dient opgemerkt te worden, dat Sharon eveneens tav zijn eigen soldaten onverantwoorde risico's nam Tijdens de Suez-crisis in 1956 werd hij door vier officieren ervan beschuldigd, jonge mannen naar de dood te leiden ''voor zijn eigen eer en glorie'' Moshe Dayan, de toenmalige stafchef van het Israelische leger, schorste hem tijdelijk vanwege de inbreuk op de discipline. Sharon had namelijk als commandant van een parachutistenbrigade tegen de orders in, overigens tevergeefs, getracht om de Mitlapas te veroveren, hetgeen aan 40 soldaten van zijn eenheid het leven kostte. [noot 5 en 6] In 1974 nam Sharon afscheid in het leger en zou er een begin gemaakt worden met zijn politieke carriere 6 Sabra en Shatilla De ernstigste oorlogsmisdaad , die Sharon kan worden toegeschreven is de dd september 1982 gepleegde genocide in de Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon, Sabra en Shatila, die aan 700 [raming Israel] tot meer dan 200 Palestijnse burgers [raming Palestijnse Rode Halve Maan, zusterorganisatie van het Rode Kruis] het leven kostte. Zoals u ongetwijfelfd zult weten, was Israel dd 6-6 1982 Libanon binnengevallen met als oogmerk het beeindigen van het in Libanon aanwezige PLO verzet tegen het Israelische leger. Deze militaire aanvalsoorlog had plaats tijdens de regering Begin, waarin Sharon minister van Defensie was Deze oorlog werd gekenmerkd door een groot aantal Israelische oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen, die grotendeels gelegen waren in het gebruik van anti-personele wapens als fragmentatiebommen, met als gevolg tienduizenden burgerslachtoffers Na de bezetting van het overige deel van Libanon omsingelde het Israelische leger West-Beiroet, waar de PLO zich gevestigd. Tenslotte kwam er dd 18-6 onder auspicien van de Amerikaanse gezant voor het Midden-Oosten, de reeds genoemde heer Habib, een staakt het vuren tot stand, waarbij de PLO onder toezicht van een multinationale troepenmacht Beiroet zou verlaten Verder kregen de Palestijnse leiders van de VS de verzekering, dat de veiligheid van de Palestijnse burgers zou worden gegarandeerd. Daarop verliet de PLO dd 1-9-1982 Libanon en ging in ballingschap in Tunis Na vertrek van de multinationale vredesmacht bezette Israel West-Beiroet Hiermee was vanaf half september geheel Libanon veroverd door het Israelische leger en was Israel de jure en de facto bezettende macht, met de daaraan verbonden verplichtingen volgens de 4e Conventie van Geneve In deze periode stelde Sharon de ''christelijke'' falangisten, de bondgenoten van Israel en gezworen vijanden van de Palestijnen, als ''beschermers'' aan over de twee Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatillah, die door het gedwongen vertrek van de PLO, beroofd waren van de PLO-bescherming Het is evident, dat Sharon, gezien de uiterst slechte relatie tussen de ''christen'' falangisten en de Palestijnen, waarbij niet alleen sprake was geweest van een jarenlange burgeroorlog [reeds voor de Israelische inval in Libanon], maar eveneens van over en weer gepleegde mensenrechtenschendingen, van te voren kon weten, dat deze bewaking van de vluchtelingenkampen door de falangisten, vrijwel zeker in een ramp zou uitlopen, hetgeen dan ook gebeurde: Op 16 september [enkele dagen na de moord op de christen-falangistische gekozen president Bashir Gemayel dd 14-9] trok een groep ''christen'' falangisten de vluchtelingenkampen Sabra en Chatillah binnen en richtte een massaslachting aan onder de Palestijnse burgerbevolking, die aan tussen de 800 en 2000 mensen het leven kostte. Ondanks het feit, dat hij tijdens het plaatsvinden van deze genocide een groot aantal waarschuwingen heeft ontvangen van zowel Israelische officieren, Israelische journalisten, VN-vertegenwoordigers, heeft Sharon geweigerd in te grijpen Internationale veroordeling: Het is evident, dat de internationale verontwaardiging cq geschoktheid tav deze gruwelijke gebeurtenissen groot was Zo kwam er vrijwel direct een veroordeling van deze massamoord dmv VN-Veiligheidsraadsresolutie 521 dd 19-9-1982 Deze veroordeling werd gevolgd door een VN-Algemene Vergaderingsresolutie dd 16-12-1982, die deze massamoord definieerde als ''genocide'' Eveneens werden deze gruwelijke gebeurtenissen ten scherpste veroordeeld door de internationale politieke leiders. Israelische veroordeling: De verontwaardiging en geschoktheid onder de Israelische bevolking was zeer groot. Onder druk van door de Israelische vredesbeweging ''Vrede Nu'' georganiseerde demonstratie, waaraan meer dan 400.000 mensen deelnamen en waarbij o.a. het ontslag van Sharon als minister van Defensie geeist werd, werd een speciale commissie benoemd, die als de ''Commissie Kahane'' de geschiedenis zou ingaan De taakstelling van deze commissie was ''om "alle feiten en oorzaken te onderzoeken die verbonden zijn aan de gruwelijke daden, gepleegd door Libanese strijdkrachten, tegen civiele bevolking in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila". Overigens had deze Commissie slechts een politiek en geen juridisch mandaat De bevindingen van deze commissie, die haar rapportage uitbracht dd 7-2-1983 verwezen weliswaar niet naar directe betrokkenheid van het Israelische leger aan het bloedbad, maar verweet het Israelische leger wel nalatigheid in haar optreden na constatering van het plaatsvindende bloedbad. Daarenboven werd Sharon veroordeeld vanwege indirecte verantwoordelijkheid voor het bloedbad en nalatigheid tav het niet-hebben voorzien van wraakacties door de ''christelijke'' falangisten Aftreden Sharon als minister van Defensie: Een en ander resulteerde in zijn aftreden als minister van Defensie In plaats daarvan echter werd hij aangesteld als minister zonder portefeuille. Vanaf 1984 tot 1990 zou hij functionneren als minister van Handel en Industrie, waarna diverse ministeriele en politieke functies zouden volgen, uitmondend in zijn aanstelling tot premier in 2001 Reactie van Sharon: De reactie op de zowel Israelische als internationale veroordelingen kwamen neer op het feit, dat hij niet op de hoogte geweest zou zijn van het bloedbad. Een ander punt in zijn verdediging berustte op het feit, dat de ''christelijke'' falangisten de enige verantwoordelijkheid hiervoor droegen vanwege hun actieve deelname aan het bloedbad Overwegende het eerste punt van zijn verdediging is reeds aangetoond, dat hij aan het vanuit diverse hoek gedane dringende verzoek tot optreden tegen de slachting, geen gehoor gegeven heeft. Van wellicht nog fundamenteler belang is het feit, dat Israel vanaf de verovering van Beiroet de bezettende macht was in geheel Libanon Een van de grondregels van de 4e Conventie is dienaangaande, dat een bezettende macht de hoofdverantwoordelijkheid draagt voor de veiligheid, het welzijn en de welvaart van ''beschermde personen'' [mensen, die leven onder een bezetting] Aangezien het gehele gebied ergo onder controle stond van het Israelische leger, dat daarenboven de vluchtelingenkampen Sabra en Chatillah had omsingeld, was de toenmalige minister van Defensie, Sharon, samen met uiteraard de directe aanstichters, hoofdverantwoordelijk voor deze gruwelijke gebeurtenissen Zie noot 6 t/m 10 7 Mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden ten tijde van zijn premierschap Ook vanaf het moment van zijn aanstelling als premier 2001 werd zijn politiek-militaire beleid voor een belangrijk deel gekenmerkt door een scala van structureel gepleegde mensenrchtenschendingen cq oorlogsmisdaden Zo is er tijdens de twee grote Israelische militaire offensieven dd 2002 sprake geweest van ernstige mensenrechtenschendingen zoals standrechtelijke executies, het gebruik van Palestijnen als ''menselijk schild'', met met F-16's en Apache-helicopters bombarderen van vluchtelingenkampen zoals Jenin en Nablus, het willekeurig schieten op ongewapende menigten, het schieten op ambulance-auto's, de verhindering van het ophalen door ambulance-personeel van gewonden, waardoor dezen veelal doodbloedden in de straten, het martelen en mishandelen van gevangenen en het op grote schaal vernietigen van huizen, soms met de mensen er nog in. Eveneens is er sprake geweest van gas en stroomafsnijding van door het Israelische leger belegerde en binnengetrokken Palestijnse steden en het onaanvaardbaar lang continueren van een uitgaansverbod [soms langer dan 12 dagen], hetgeen met name voor zieke mensen en kinderen in ernstige mate problematisch was, gezien het risico, neergeschoten te worden bij het verlaten van het huis Een andere algemenere praktijk, die nog steeds voortduurt zijn de internationaalrechtelijk verboden liquidaties [als executies zonder vorm van proces] op leiders en activisten van Palestijnse politieke bewegingen zoals Hamas, Jihad, Al-Aqsa Martelaren Brigades en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina Daarenboven komen bij dergelijke militaire acties, die veelal de vorm aannemen van frontale beschietingen op auto's en luchtaanvallen dmv gevechtshelicopters, veelal in drukke straten, marktpleinen of op woongebieden zoals huizen en flatgebouwen, in vele gevallen nietsvermoedende voorbijgangers of mede-bewoners om het leven Ook na genoemde militaire operaties zijn dergelijke internationaal veroordeelde praktijken voortgezet in de vorm van geregelde militaire aanvallen op vluchtelingenkampen, dorpen en steden [noot 5] Met name de geregelde militaire acties in Gaza in 2004 waren in dit verband zeer berucht Sharon zelf verklaarde nav het begin van de twee grote Israelische militaire offensieven dd 2002 het volgende ''''The Palestinians must be hit and it must be very painful. We must cause them losses, victims, so that they feel the heavy price''. [Onderdeel van een persverklaring Sharon dd 5-3-2002] Noot 11 Op de politiek-humanitaire implicaties van de onder Sharon's hoofdverantwoordelijkheid plaatsvindende Muurbouw en de gecontinueerde nederzettingenpolitiek heb ik reeds in mijn vorige bijdrage gewezen Conclusie: Uit bovenstaande moge duidelijk zijn, dat Sharon zowel tijdens zijn militaire als politieke carriere heeft getuigd van een stuitend gebrek aan naleving van de meest elementaire mensenrechtenprincipes en verdragen Israel is verdragspartij van o.a. de Conventies van Geneve, het VN-Anti-folterverdrag dd 1984 en de belangrijkste internationale mensenrechtenverdragen en is als zodanig ergo gehouden aan de naleving daarvan Dat een en ander geldt voor iedere in Israel functionnerende politicus en militair, dus ook voor Sharon, moge duidelijk zijn. Ik vond het in dezen van belang, op bovenstaande feitelijkheden uit de carriere van de heer Sharon te wijzen, aangezien deze feiten ondergesneeuwd dreigen te worden in zowel internet, media-politieke en persoonlijke discussies ten aanzien van de al dan niet aanwezige bijdrage aan de vrede door premier Sharon Astrid Essed Bronnenmateriaal: noot 1 Jan Elshout: Facts Sheets on Ariel Sharon, dd sept 2001 noot 2 Alexander Cockburn “Wild Justice. The Crimes of Ariel Sharon” NY Press, vol. 14, nr. 5, 2001 noot 3 Casey Patric Reilly “From Qibya to Rafah: Sharon’s 50 year war against the Palestinian people”, Arab Media Watch 16-10-2003 noot 4 Encyclopedia The Free Dictionary, Qibya paragraph noot 5 Ludo den Brabander “Israël: waanzin aan de macht”, Uitpers maart 2001 noot 6 Wikipedia: Ariel Sharon Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Ariel_Sharon noot 7 Wikipedia Sabra en Shatila Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Sabra_en_Shatila noot 8 Robert Fisk: Sabra en Shatilla Zie http://www.countercurrents.org/pa-fisk180903.htm noot 9 Sabra en Sjatilla: De aanklacht tegen Sharon in Belgie Zie http://www.sabra-shatila.be/aanklacht/a ... ekstNL.htm noot 10: Jan Elshout: Facts Sheets on Ariel Sharon, dd sept 2001 noot 11 Tav Israelische mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden tijdens en na de twee grote Israelische militaire offensieven: Zie onderstaande rapportages van Amnesty International, Human Rights Watch en de Israelische mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch http://web.amnesty.org/library/Index/EN ... of=ENG-ISR http://www.btselem.org/English/Firearms/ http://hrw.org/english/docs/2002/04/18/isrlpa3858.htm http://www.amnesty.nl/landeninfo/lan_isra.shtml http://web.amnesty.org/report2005/isr-summary-eng |