| |
Voorwaarts, Kameraden uut Grunning'n!!! Lavrenti Beria - 16.01.2005 10:43
Vanuit de uitgestrekte aardappelveld-goelags van Oost-Grunning'n bereikt ons weer een heldere analyse van de klassenstrijd. In Scheemda begint de Victorie, kameraden! Inleiding De burgerlijk parlementaire democratie verkeert in een grote crisis. Op internationaal niveau zien we de pogingen tot export van dit model jammerlijk falen. De bevolking van het Midden-Oosten verzet zich met grof geweld tegen de door de VS opgelegde staatshervormingen. Ondanks onder westerse druk doorgevoerde verkiezingen houdt een land als Afghanistan vast aan zijn eeuwenoude tribale structuur. De volkeren in de voormalige socialistische landen in Oost-Europa die, als we de burgerlijke propaganda moeten geloven, na decennialange communistische onderdrukking de burgerlijke democratie omhelzen, laten bij verkiezingen verstek gaan. Opkomstpercentages van onder de 30 procent zijn eerder regel dan uitzondering. Bijna al deze landen hadden bij wet bepaald dat verkiezingen slechts geldig zijn bij een opkomst van meer dan 50 procent. Deze bepalingen zijn inmiddels geschrapt om in de toekomst mislukte verkiezingen te voorkomen. Maar ook in de westerse landen waar de burgerlijke democratie tot ontwikkeling is gekomen, zijn er grote problemen. De belangstelling voor de laatst gehouden Europese verkiezingen was in alle deelnemende landen bedroevend laag. Het zegt genoeg dat de Nederlandse regeringsleiders, alleen al omdat de opkomst in Nederland enkele procentpunten hoger was dan de voorlaatste keer, euforisch worden. In de Verenigde Staten, de absolute kampioen van het vrije westen en de democratie, komt bij verkiezingen meestal maar 40 procent tot 50 procent van de geregistreerde kiezers opdagen. De 60 procent die bij de laatst gehouden verkiezingen werd gehaald, wordt vol trots als een record gepresenteerd. Als men in aanmerking neemt dat een onbekend maar waarschijnlijk groot aantal Amerikanen zich om uiteenlopende motieven niet als kiezer laat registreren, wordt het beeld nog ongunstiger. Het is natuurlijk makkelijk om deze toestand toe te schrijven aan onderontwikkeling van een deel van de mensheid. De westerse burgerlijke elite doet dat onbeschaamd. Het komt niet bij hen op dat de groeiende massa's die de burgerlijke democratie de rug toekeren wel eens gelijk zouden kunnen hebben. Wat valt er bij presidentsverkiezingen in de VS nu ook te kiezen als het gaat tussen de ene aan het bedrijfsleven gelieerde multimiljonair die lid is van de Democratische Partij en de andere aan het bedrijfsleven gelieerde multimiljonair die lid is van de Republikeinse Partij? In Oost-Europa kunnen de mensen vaak alleen maar stemmen op maffialeiders, corrupte ex-communisten of marionetten van de VS, veel meer keus is er niet. En de mensen in het Midden-Oosten en Afghanistan zouden wel gek zijn als ze zich de ideologie van het Amerikaanse Herrenvolk lieten opdringen. Een van de wezenskenmerken van deze ideologie is immers het onder het schaamlapje van de strijd tegen het terrorisme begaan van oorlogsmisdaden en afbreken van klassieke mensenrechten. Van sociale mensenrechten, die van veel groter belang zijn, heeft de Amerikaanse bourgeoisie al helemaal geen notie. Als we ons tot Nederland beperken moeten we concluderen dat er ondanks de veelheid aan politieke partijen nauwelijks iets te kiezen valt. Van de partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn is er geen een, zelfs niet de SP, die het liberalisme principieel afwijst. De landelijke politiek kent geen echte onderwerpen meer. De parlementariërs haasten zich naar de camera's en maken een hoop misbaar om de meest triviale gebeurtenissen. Men holt van incident naar incident. "Politici reageren onophoudelijk op gevarieerde berichtgeving in de media en ze zijn niet langer nieuwsmakers, maar de volgers van het nieuws uit kranten en/of tv-rubrieken", aldus het redactioneel commentaar in NRC Handelsblad van 10 april 2004. Aan wetgeving en controle, de wezenlijke taken van volksvertegenwoordigers, komt men niet toe. De term "dramademocratie" is al gevallen. -------------------------------------------------------------------------------- "What kind of democracy is it that requires one to be a millionair to be able to have all the resources with which to speak and persuade the people to vote for you. And then the candidate does not remember those who voted for him until the next elections four or five years later; he does not think about them ever again; he forgets them". Fidel Castro tijdens de Wereld Solidariteitsconferentie in 1994. ("Wat voor een soort democratie is het die van iemand vereist om miljonair te zijn teneinde over de middelen te kunnen beschikken om te spreken en de mensen er van te overtuigen op je te stemmen. En dan herinnert de kandidaat zich hen die voor hem gestemd hebben niet meer tot de volgende verkiezingen 4 of 5 jaar later; hij denkt nooit meer aan hen; hij vergeet hen".) -------------------------------------------------------------------------------- Voor communisten is dit alles geen verrassing. In tegenstelling tot de liberalen, die de huidige ontwikkelingsfase van de westerse maatschappij als het einde van de geschiedenis zien (Fukuyama), gaan communisten er van uit dat de burgerlijke democratie slechts een voorloper kan zijn van een betere vorm van democratie, namelijk socialistische democratie. Hoewel formeel iedereen in een burgerlijke democratie zijn bijdrage kan leveren, blijkt in de praktijk dat slechts diegenen die over ruime financiële middelen beschikken de dienst uitmaken. Kosten nog moeiten worden gespaard om eens in de 4 jaar stemmen te halen, waarna de gekozenen zich voor de volgende 4 jaar niks meer van hun kiezers aantrekken. In de VS kosten verkiezingscampagnes honderden miljoenen dollars. Wie dat geld zelf niet kan ophoesten, krijgt het van het bedrijfsleven. En dan geldt: "wiens brood men eet, wiens woord men spreekt". De burgerlijke parlementaire democratie graaft haar eigen graf. Overigens wil dat niet zeggen dat burgerlijke democratie automatisch overgaat in socialistische democratie. De totale vernietiging van de democratie ten gevolge van het in kracht weer toenemende fascisme is heel goed mogelijk. De kans daarop is groot omdat de fascistische ideologie niet, zoals voorheen, voor het grootste deel wordt uitgedragen door speciaal daartoe in het leven geroepen partijen. Het fascisme tast ook de thans opererende burgerlijke partijen als een kankergezwel van binnenuit aan. Om toch maar vooral op te vallen en in het gevlei bij de kiezers te komen, verkopen politici ondoordachte en extreemrechtse standpunten, zijn ze bereid hun eigen grondwet af te vallen en wakkeren ze schaamteloos de tegenstellingen tussen verschillende bevolkingsgroepen aan. De weinige politici die tegen dit soort ontwikkelingen hun stem verheffen, bijvoorbeeld Dijkstal (VVD) en Wallage (PvdA), worden door nota bene hun eigen partijgenoten weggehoond. ------------------------------------ FASCISME IS RAMPZALIG, ALTIJD, VOOR IEDEREEN! Een Russisch karikatuur. Hitler stuurt zijn soldaten de dood in. Hun opmars zal eindigen in de sneeuw. Het hakenkruis wordt een grafkruis. ------------------------------------- "Die Psyche der breiten Masse isst nicht empfänglich für alles Halbe und Schwache"(1) schreef Hilter in Mein Kampf. Hij schreef ook dat het de kunst was "die Aufmerksamkeit eines Volkes nicht zu zersplittern, sondern immer auf einen einzigen Gegner zu konzentrieren"(2). Als dat niet gebeurt "wird sich sofort die Objektivität einstellen und die Frage aufwerfen, ob wirklich alle anderen unrecht haben und nur das eigene Volk oder die eigene Bewegung allein sich im Rechte befinde"(3). Hij zou zich rot lachen als hij in staat zou zijn in het huidige Nederland een krant op te slaan. Daarin staan immers nauwelijks nog berichten over sociaal onrecht, bewapeningsproblematiek, milieuvervuiling en dergelijke. Wel is op iedere pagina te lezen hoe politici en opiniemakers die lid zijn van grote algemeen geaccepteerde burgerlijke partijen "keihard" tekeer gaan tegen alles wat maar naar Islam riekt. De eerste moskeeën brandden al. De VCP maakt zich grote zorgen over de jongste ontwikkelingen. Communisten zullen de burgerlijke democratie, tot het moment waarop zich de mogelijkheid voordoet om een socialistische democratie te vestigen, blijven verdedigen. Een krachtige burgerlijke democratie vormt een buffer tegen fascisme. Burgerlijke democratie biedt verder de mogelijkheid het aan het liberalisme inherente probleem van sociale onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen. Een wanhopige poging tot verbetering De vorengeschetste ontwikkelingen hebben uiteraard grote gevolgen voor de lokale politiek. Ook in Scheemda neemt de belangstelling en het draagvlak voor politieke besluiten af. De opkomstpercentages voor de gemeenteraadsverkiezingen geven een duidelijk beeld: 1989 72,03 procent, 1994 73,31 procent, 1998 70,09 procent en 2002 64,45 procent. Ten einde deze trend te keren, heeft de vorige paarse regering het dualisme uit de mottenballen gehaald. De vraag of de Nederlandse constitutionele monarchie dualistisch of monistisch moet zijn, werd in de loop der tijden verschillend beantwoord. Opvallend daarbij is dat deze keuze nauwelijks afhing van politieke voorkeuren. Zo was de liberaal Thorbecke overtuigd voorstander van een dualistisch stelsel terwijl een andere liberaal, Van Houten, enkele jaren later net zo overtuigd voorstander van een monistisch stelsel was. In de geschiedenis van de Nederlandse parlementaire democratie was er nu eens sprake van duidelijk monisme, dan weer van dualisme. In het "Handboek van het Nederlandse Staatsrecht" van van der Pot-Donner, 14e druk 2001, lezen we: "Regering en kamer zijn zoals het bij het parlementair stelsel past, dichter bij elkaar gekomen en hebben elk de specifieke functies die het dualisme hen toedenkt, enigszins verloren. De regering of overheid staat niet meer tegenover de het volk vertegenwoordigende kamer, maar regering en kamer staan beiden als overheid tegenover het volk. Zo wordt het tenminste door het publiek wel begrepen en de politieke partijen hebben er de handen vol aan om hier bruggen te slaan". Blijkbaar wil de gevestigde politiek de crisis in de burgerlijke parlementaire democratie nu oplossen middels een scheutje dualisme. Werkt dit? Terecht merkte het laatste kabinet Kok in het "Kabinetsstandpunt dualisme en lokale democratie" op: "(-) zonder een werkelijke cultuurverandering zou het doorvoeren van een dualistisch bestuursmodel blijven bij een zuiver juridische exercitie". Dat er de laatste jaren in de gemeente Scheemda sprake is van een juridische exercitie mag wel duidelijk zijn. Er zijn nieuwe taken en overlegvormen bijgekomen en nieuwe functionarissen aangesteld. Maar de gewenste cultuurverandering is uitgebleven. Dat is ook geen wonder. Hiervoor al kwamen we tot de conclusie dat bijna alle partijen de liberale ideologie omarmen. De politiek staat daarmee geheel in dienst van de eigenaren van de productiemiddelen (de Blauwe Stad is een schoolvoorbeeld). Wie het anders wil, staat er buiten maar zal ook tot de conclusie komen dat het bedrijven van parlementaire politiek niet altijd belangrijk is. Communisten hechten uit traditie dan ook meer belang aan buitenparlementair werk. Dat verklaart ook waarom het probleem dualisme-monisme voor de VCP niet relevant is. Een principieel communist staat immers altijd tegenover een overheid die gedomineerd wordt door kapitaalbelangen. Politieke cultuur De politieke cultuur wordt in de gemeente Scheemda bepaald door een aantal kenmerken. Voor de goede orde moeten we opmerken dat het er in andere gemeenten niet beter, in sommige gevallen zelfs slechter aan toegaat. Een belangrijk kenmerk is het bedrijven van achterkamertjespolitiek. In overleg tussen ambtenaren, kapitaalkrachtige belanghebbenden van binnen of buiten de gemeente die hun wil kunnen doorzetten en het college van burgemeester en wethouders worden de contouren uitgezet. De positie van de wethouders is hierin overigens uiterst zwak, vaak weten ze van elkaar niet eens met wie ze overleggen en wat er uit is gekomen. Vervolgens is het de taak van de burgemeester om eventuele weerstanden in de raad te peilen. Dit gebeurde tot de invoering van het dualisme in het fractievoorzitteroverleg, nu heeft het raadspresidium deze functie toebedeeld gekregen. Als de reacties van de fractievoorzitters lauw zijn, en dat is voor 99 procent het geval, is de zaak beklonken en heeft de raad niks meer in te brengen. Het is tekenend dat het bijna altijd de fractievoorzitter van de VCP is die kanttekeningen plaatst bij zowel de gevolgde procedure als bij de inhoud van de te nemen besluiten. Het is evenzeer tekenend dat de burgemeester een en ander aanhoort en dan reageert met een kort "OK" of iets dergelijks. Voor het doordrijven van een beslissing is het immers voldoende te weten dat de andere fractievoorzitters het met de beslissing eens zijn, er geen belang aan hechten of, hetgeen nog vaker voorkomt, met hun ogen open zitten te slapen. Indien de burgemeester, zoals het voormalige kabinet Kok dat bedoelde, in een cultuurverandering zou zijn geïnteresseerd, zou ze voor een andere besluitvormingsprocedure kiezen. Overigens is het aan de gemeenteraad om hierin verandering aan te brengen. Als de burgemeester door afwezigheid eens niet in staat is het raadspresidium voor te zitten, gaat het allemaal niet anders. Zo wilde haar vervanger, het gemeenteraadslid Drent (PvdA), eens een poging ondernemen om tot afspraken te komen aangaande de bejegening van een nieuwe journalist van het Dagblad van het Noorden. De poging liep spaak door het verzet van de VCP-fractievoorzitter. We komen tot de conclusie dat het raadspresidium, dat als formele taak heeft het opstellen van de raadsagenda, is verworden tot een instrument tot het bedrijven van achterkamertjes politiek. Hetzelfde gaat op voor enkele ingestelde werkgroepen. In de werkgroep "Kwaliteit van het democratisch proces" gaat het niet over de kwaliteit van het democratisch proces, maar wordt schaamteloos het creëren van Groot Winschoten voorbereid. Een ander belangrijk cultuurkenmerk is het afschuiven van verantwoordelijkheid. De angst om zich aan een ingewikkeld onderwerp de vingers te branden staat voorop. Veel onderwerpen die aan de orde komen, blijven daarom inhoudelijk onbesproken. Het afschuiven van verantwoordelijkheid komt ook tot uiting in het oprichten van steeds meer bovengemeentelijke bestuursorganen. Als de VCP bijvoorbeeld kritiek heeft op het functioneren van de IGSD, blijft de raad angstvallig stil en verwijst het college naar het bestuur van dit bovengemeentelijk orgaan. Als politieke partij hebben we via de middelen die het burgerlijk parlementair stelsel biedt echter geen invloed op dit bestuur. Op het niveau van het landsbestuur wordt een en ander steeds duidelijker. Quango's (quasi autonome non gouvernementele organisaties) en zbo's (zelfstandige bestuursorganen) zorgen voor steeds grotere problemen, niet alleen op bestuurlijk maar vooral ook op financieel gebied. Het is niet voor niets dat er op het Ministerie van Financiën de grootste bezwaren tegen deze bestuursorganen leven. Het doorsnee gemeenteraadslid spreidt verder een buitensporig vertrouwen in het ambtenarenapparaat ten toon. In zijn roman Anna Karenina schrijft Tolstoj over een ambtelijk rapport: "Op alle vragen was op voortreffelijke wijze antwoord gegeven en deze antwoorden waren aan geen twijfel onderhevig, daar ze niet het resultaat waren van menselijk denken, wat niet onfeilbaar is, maar van ambtelijke arbeid". De gemeenteraad van Scheemda heeft zich dit citaat, ontdaan van het voor Tolstoj kenmerkende sarcasme, tot lijfspreuk gemaakt. Afgezien van de VCP komt het maar nauwelijks voor dat een partij eens op zoek gaat naar andere bronnen en mogelijkheden. Welk raadslid neemt eens een wetboek ter hand om zelfstandig uit te zoeken hoe iets geregeld is? Welk raadslid trekt eens gewoon de gemeente in om zijn/haar licht op te steken bij mensen die direct betrokken zijn en vaak verstand van zaken hebben? Welk raadslid heeft oog voor instanties buiten de gemeente waarmee politieke doelen gehaald kunnen worden? In de eerder genoemde IGSD-affaire heeft de VCP successen geboekt omdat de partij door directe contacten met uitkeringsgerechtigden op de hoogte is van de problemen en door het inschakelen van de bestuursrechter en het dreigen met rapportage aan het ministerie ontwikkelingen bij de IGSD in gang kon zetten. Het is nu zo dat de partij in direct overleg met positief ingestelde ambtenaren veel kwesties oplost die eerder aanleiding gaven tot grote spanningen tussen de IGSD en zijn cliënten. De rest van de gemeenteraad komt aan dit alles, door eigen toedoen, niet te pas. De cultuur van het "vragenstellen" is verder opmerkelijk. Wie in het normale leven iets vraagt, weet iets niet en wil een antwoord. In de politiek is het stellen van een vraag echter iets geheel anders. Raadsleden stellen vaak vragen omdat ze het niet met een standpunt eens zijn en dat niet in duidelijke bewoordingen willen zeggen. Vandaar ook dat de meeste raadsleden het onderscheid tussen raadscommissies, die bij uitstek geschikt zijn om ontbrekende informatie op te vragen, en raadsvergaderingen, waar politieke standpunten helder moeten worden, niet kunnen maken. Een van de meest belangrijke onderwerpen voor het doorsnee raadslid is de om de 4 jaar weer terugkerende vraag wie wethouder wordt. De recente en zeer riante loonsverhoging voor de wethouders speelt daarbij een zeer ongunstige rol. Zelfs binnen fracties ontbrandt de strijd wie deze felbegeerde post mag innemen. Deze strijd is een belangrijke reden waarom persoonlijke verhoudingen tussen sommige raadsleden al jaren verziekt zijn. Het is kenmerkend dat politieke overwegingen daarbij geen enkele rol spelen. Dat een politieke partij met goed oppositievoeren wel eens meer resultaat kan hebben dan met het bezetten van bestuursposten, is maar bij weinigen doorgedrongen. De houding die tegenover de jeugd wordt aangenomen is uiterst ambivalent. Enerzijds erkent natuurlijk iedereen het grote belang van betrokkenheid van jongeren bij de politiek. Anderzijds worden de concrete belangen die de jeugd in de gemeente heeft niet eens gezien, laat staan dat men er iets mee doet. In het concept van de nota burgerparticipatie wordt er van uit gegaan dat jongeren op een manier "die leuk is" bij de politiek betrokken moeten worden. Alsof politiek zo leuk is. Verder wordt hen voorgehouden dat ze kunnen meebeslissen in een jongerenraad. Puur bedrog, iedereen kan immers weten dat zo'n jongerenraad geen enkele beslissingsbevoegdheid heeft. Als laatste cultuurkenmerk willen we de structurele overbelasting van de raadsleden noemen, althans van die raadsleden die zich voldoende op de hoogte willen houden. De overbelasting wordt veroorzaakt door het opzettelijk slecht plannen van besluitvormingsmomenten. Men komt aan een inhoudelijke behandeling van onderwerpen niet toe wanneer belangrijke besluitvormingsmomenten kort na elkaar of op het laatste moment voor het aflopen van een wettelijk vastgestelde termijn plaatsvinden. Wie lid is van een kleine fractie, medeverantwoordelijk is voor een gezin, een betaalde baan heeft en actief is in het verenigingsleven, komt door de veelheid van vergaderingen en bijeenkomsten aan het invullen van het raadslidmaatschap nauwelijks toe. Dit gegeven heeft tot gevolg dat er voor mensen die midden in de samenleving staan een barrière wordt opgeworpen om raadslid te worden en te blijven. Het is niet te verwachten dat deze cultuur snel zal veranderen. Veel raadsleden hebben geen enkele moeite met de gang van zaken. Zolang hun ijdelheid maar voldoende gestreeld wordt en ze zich aan hun verantwoordelijkheden kunnen onttrekken, is het al lang best. Dat de hele gemeentepolitiek inmiddels door een groeiend aantal mensen niet meer voor vol wordt aangezien, ontgaat hen. Oude structuur voldeed prima Uit het voorgaande bleek al dat een communistische partij die haar revolutionaire uitgangspunten serieus neemt, geen behoefte heeft aan dualisme. In 1989 kregen de communisten 474 stemmen in de gemeente, dat was goed voor één raadszetel. Bij de verkiezingen van 1994 was er forse winst, we gingen naar 695 stemmen. De trend zette zich in 1998 door, met 1002 stemmen kwamen we op 2 zetels. Bij de laatst gehouden verkiezingen gaven 1067 mensen hun stem aan de VCP en 110 aan de NCPN. Als de communisten die stemmen bij elkaar hadden kunnen optellen, en bij de volgende verkiezingen zal dat wel lukken, hadden ze nu 3 zetels gehad. Deze gestage vergroting van onze kiezersaanhang laat zien dat het niet gaat om populistische actiestemmen, maar om een structurele verbreding van onze basis. Ook op het formele vlak maakt het voor de VCP niet uit of een gemeenteraad monistisch of dualistisch is. Het dualisme zou de mogelijkheden tot het voeren van oppositie makkelijker moeten maken. Daarom is bijvoorbeeld het raadspresidium ingesteld dat partijen de mogelijkheid moet geven de agenda voor de gemeenteraadsvergadering te beïnvloeden. Die mogelijkheid bestond echter onder het oude monistische stelsel ook. Op grond van artikel 74 lid 2 Gemeentewet kon en kan iedereen middels een schrijven naar de gemeenteraad een onderwerp op de agenda krijgen. De raadsleden zouden in het nieuwe stelsel beter geïnformeerd worden. Voor invoering van het dualisme werd er wel eens moeilijk gedaan als er door de VCP inzage in ambtelijke stukken werd gevraagd. Dat is niet veranderd, recentelijk nog maakte zelfs de fractievoorzitter van het CDA bezwaar tegen het opvragen van gegevens door de VCP. Hij stelde zich op het standpunt dat dit slechts bij uitzondering moet kunnen. Wat schieten we dan op met het dualisme? Als men de Wet Openbaarheid van bestuur als richtsnoer neemt, en die gold ook al voor invoering van het dualisme, is het duidelijk dat bestuursorganen verplicht zijn aan iedereen die daarom vraagt informatie te verstrekken. Op deze regel zijn slechts enkele nauw omschreven uitzonderingen mogelijk. De ambtelijke ondersteuning waar raadsleden onder het dualisme recht op hebben, is eveneens een farce. Men kan moeilijk verwachten dat ambtenaren die een bepaald beleid opzetten en uitvoeren een politieke partij in zijn oppositie tegen datzelfde beleid zullen steunen. Als een partij oppositie wil voeren, zal ze dat op eigen kracht moeten doen. Onder de noemer van het dualisme is het verder de bedoeling dat de raad op geïnstitutionaliseerde wijze contact zoekt met de bevolking. Een goed functionerende fractie zou daar toch geen behoefte aan moeten hebben. De VCP-fractie had en heeft goede contacten met de inwoners van de gemeente. Zij weten ons te vinden en wij hen. Wie de contacten met de bevolking institutionaliseert, spant het paard achter de wagen. Alleen ten aanzien van de nog in te stellen rekenkamer willen we een voorbehoud maken. Het is niet uitgesloten dat een goed functionerende rekenkamer een positieve bijdrage gaat leveren. Conclusie De VCP heeft, ondanks dat ze in grootte de derde partij in de gemeente is, maar een kleine fractie. De meeste fractieleden en fractiemedewerkers hebben naast hun raads- en raadscommissiewerk nog andere belangrijke taken, zowel binnen als buiten de partij. We moeten woekeren met onze tijd en energie. Ondanks dat we vanaf het begin onze ernstige twijfels bij de dualisering hebben gehad, hebben we de dualisering een kans gegeven. Dualisering brengt ons echter niks positiefs. Nu is het moment aangebroken waarop wij resoluut kiezen voor de taken die wij belangrijk vinden. De eerder opgesomde successen komen ons immers niet aanwaaien, daar moet hard voor gewerkt worden. We hebben besloten om niet meer mee te doen aan alle vormen van overleg die uit het dualisme voortkomen. Dat wil zeggen dat we niet meer deelnemen aan het raadspresidium en de werkgroepen. We wensen ook geen door raad en college geïnstitutionaliseerd contact met de bevolking. In 1904 formuleerde Lenin enkele fundamentele stellingen aangaande de partijorganisatie. Eén van die stellingen luidt: "De partij is de belichaming van de verbintenis van de voorhoede der arbeidersklasse met de miljoenenmassa's van de arbeidersklasse. Welk een uitstekende voorhoede de partij ook moge zijn en hoe goed zij ook georganiseerd moge zijn, toch zal zij niet kunnen leven en zich ontwikkelen zonder verbindingen met de partijloze massa's, zonder deze verbindingen te vermenigvuldigen en sterker te maken. Een partij, opgesloten in zichzelf, afgezonderd van de massa's en die de verbindingen met haar klasse heeft verloren of ze ook maar zwakker heeft laten worden, zulk een partij moet het vertrouwen en de steun van de massa's verliezen, en moet bijgevolg onafwendbaar te gronde gaan. Om ten volle levenskrachtig te zijn en zich te kunnen ontwikkelen moet de partij haar verbindingen met de massa's uitbreiden en het vertrouwen van de miljoenen van haar klasse winnen." De politieke ontwikkelingen in de gemeente Scheemda laten zien dat het vasthouden aan deze fundamentele stelling van Lenin meer perspectief biedt dan het dualisme. Gin dikke boern'n, maer kapitalisten opsnoeren! Januari 2005. -------------------------------------------------------------------- "Wij communisten betreden het burgerlijke parlement om ook van die tribune van het door en door verrotte kapitalistische stelsel het bedrog te onthullen dat tegenover de arbeiders en de werkende massa's wordt gepleegd". Lenin. -------------------------------------------------------------------- http://www.vcp.nu/vcpnieuws/democratie_dualisme.htm -------------------------------------------------------------------- En naar aanleiding van deze VCP-nota in DvhN: Communisten staken abrupt politiek overleg http://213.136.13.165/Pagina/0,7109,26-1-2-4108-2384556-1264-1694811-,00.html of http://tinyurl.com/4s73v E-Mail: l.beria@yahoo.com Website: http://www.vcp.nu |
Lees meer over: globalisering wereldcrisis | aanvullingen | | |