Waarom Bush zegevierde Thomas Frank (vertaling PTJ) - 07.11.2004 15:38
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de Amerikaanse webstek Znet onder de titel ’Why They Won’. De (vrije) vertaling naar het Nederlands is van de hand van Peter Tom Jones (voor het Ya Basta!-collectief). Waarom Bush zegevierde Thomas Frank (vertaling Peter Tom Jones) 6/11/2004 Bij het aanschouwen van de smeulende ruďnes der verkiezingen, doen Democraten er goed aan een poging te wagen de ononderbroken invloed van de ‘cultuuroorlogen’ te begrijpen. Zesendertig jaar geleden kwam President Richard Nixon op voor een nobele ‘zwijgende meerderheid’, terwijl zijn vice-president, Spiro Agnew, de liberals [Amerikaans voor progressieven, ptj] beschuldigde van het nieuws te verdraaien. Bijna in elke verkiezing sindsdien werd het liberalism belasterd als een vlag-verbrandende, hoogverraad-koesterende, upper-class gekunsteldheid. Ditmaal gingen kiezers er prat op dat ‘waarden’ nog gewichtiger waren dan de economie en zelfs de oorlog in Irak. En toch beschikken Democraten thans nog steeds niet over een coherent kader om deze chronische jammerklacht onder ogen te zien, en nog veel minder om deze te begrijpen. Integendeel, zij wringen zich in allerlei bochten; zij passen zich aan en verklaren zich als bekeerlingen tot het Republikeinse geloof in de markt; zij onderschrijven NAFTA en de hervormingen in de sociale zekerheid; zij trachten zelfs nog oorlogszuchtiger te zijn dan de Republikeinse militaristen. En zij verliezen. En zij verliezen eens te meer. Ondertussen, daar in Red America [Rood is de verkiezingskleur van de Republikeinen, ptj], voltrekt zich de rechts-populistische revolte met rasse schreden, terwijl de razernij ten aanzien van de ‘progressieve elite’ geenszins wordt afgezwakt door de verzoeningsgezinde gebaren vanwege Democraten of het verloop der tijd. Net zoals het geval is bij tal van zo’n bewegingen, is ook deze langdurende conservatieve revolte niet gespeend van tegenstellingen. Het is de opstand van de gewone mensen waarvan het economisch effect op lange termijn er nochtans in bestaat dat de reeds welvarende mensen nog rijker worden terwijl de levenskansen van net diegenen die in opstand komen, achteruitgaan. Het is een reactie tegen de massacultuur die evenwel weigert de elementaire instellingen van het Amerikaanse bedrijfsleven in vraag te stellen, terwijl die laatste de massacultuur net maken wat zij is. Het betreft een revolutie dewelke zinnens is de aristocraten omver te werpen… door hen belastingverlagingen te schenken. En toch. Niemand kan de kracht van deze conservatieve rebellie ontkennen. Zij stelt een manier van praten voor over een leven waarin we allemaal het slachtoffer zijn van een hooghartige bovenklasse – de liberals – die het aandurft om onze films te maken, onze kranten te publiceren, onze kinderen te onderwijzen, en daarbij van bovenaf oordelen velt. Deze progressieven zeggen ons hoe we ons leven moeten leiden, zonder enige consideratie van onze waarden en tradities. De cultuuroorlogen vormen, met andere woorden, een manier om een referentiekader te scheppen voor het immer machtige subject van de sociale klasse. Zij bieden de Republikeinen de mogelijkheid om de spreken in naam van de vergeten man op straat zonder evenwel enige problemen te veroorzaken voor hun belangrijkste clientčle: big business. Ten aanzien van deze militante, gekrenkte, wild om zich heen slaande filosofie, kozen de Democraten de weg van… ja van wat? Zij laten zich opmerken door een zacht centrum-denken, een politieke stellingname die ruimte creëert voor zowel het ene als het andere electoraat, die er zorg voor draagt om niemand voor de borst te stoten, en er zelfs van afziet om de president fundamenteel te bekritiseren tijdens hun conventie. En ondanks verwoede pogingen om mensen aan te zetten om deel te nemen aan de stembusgang, en ondanks een enorm rijk gevulde schatkist, verloren de Democraten de strijd reeds voor deze goed en wel onderweg was. Erger nog: terwijl de conservatieven volop inspeelden op de achterstelling van de ‘gewone man’ in tijden van globalisering [vergelijk met de strategie van het Vlaams Blok in België, ptj], hadden de Democraten dit veld zo goed als verlaten. Gedurende aanzienlijk tijd was het centristische Democratische establishment in Washington vol van de notie dat, aangezien het industriële tijdperk op zijn laatste benen loopt, de partij zich niet langer moet inlaten met de traditionele fabrieksarbeiders en hun problemen; de ‘professionele klasse’ zou voortaan de leidraad moeten vormen voor de bepaling van de electorale strategie. Gedurende de campagne van 2004, ontvingen deze nieuwe, business-vriendelijke Democraten sterk gemediatiseerde steun van idealistische tycoons wiens trendy managementtheorieën zij openlijk omarmden. Zij beschouwden zichzelf als de ‘Metro-partij’ van de hippe miljardairs die volop verwikkeld zijn in een soort kosmische strijd met de ouderwetse miljardairs van de Republikeinse ‘Retro-partij’. Dit jaar was het nochtans een uitgelezen kans om de Republikeinen een Trumaneske afstraffing te geven, gezien de veelvuldige bedrijfsschandalen die zij stilzwijgend toestonden of op bepaalde manieren zelfs mogelijk maakten. Door zo’n kritische positie in te nemen hadden de Democraten een antwoord of zelfs een afdoende remedie kunnen vinden op het kwade populisme, dat zoals eerder gesteld de kwestie van de ‘waarden’ voedt en tegelijkertijd de volkse basis ervoor weet te mobiliseren. Om de (valse) toenaderingspogingen van de Republikeinen tot de handarbeiders de pas af te snijden, moeten de Democraten er resoluut voor kiezen om het culturele populisme te confronteren met een onvervalst economisch populisme. Zij moeten hun eigen strijdbaarheid opfrissen in plaats van het te onderdrukken; de tegenstellingen tussen de partijen benadrukken in plaats van ze onder de mat te vegen; de contradicties van de cultuuroorlogen in de verf zetten in plaats van ze te negeren; en vrijuit spreken over wie er wint en verliest ten gevolge van een conservatief economisch beleid. Helaas is het meer waarschijnlijk dat de Democratische bureaucratie het voorbije debacle simpelweg ziet als een reden te meer om de inspanningen om een rechtsere koers te varen meer kracht bij te zetten. Zij zullen zwichten voor, bijvoorbeeld, de privatisering van de sociale zekerheid of de ‘hervorming’ van de inkomensbelasting en verder zullen zij luidop blijven dromen om de partij te worden van de verlichte bedrijfsklasse. En zij zullen binnen twee of vier jaar eens te meer de verbijstering nabij zijn wanneer zij vaststellen dat de conservatieve populisten van Red America, armer en nijdiger dan ooit, de ‘partij van het volk’ een volgende mokerslag zullen toedienen. Thomas Frank (auteur van onder andere What’s the Matter with Kansas? How Conservatives Won the Heart of America.) (vertaling Peter Tom Jones, Ya Basta!-collectief) Oorspronkelijk artikel (6/11/2004): http://www.zmag.org/content/showarticle.cfm?SectionID=90&ItemID=6588 Vertaling: http://www.yabasta.be/article.php3?id_article=161 E-Mail: info@yabasta.be Website: http://www.yabasta.be |