| |
Inschrijvingsperikelen GBA Rotterdam Martijn le Noble - 29.08.2004 23:16
Sinds enige tijd wordt er in Rotterdam geëxperimenteerd met een nieuw beleid ten aanzien van de inschrijving: zonder een huurcontract of een toestemmingsverklaring van de eigenaar of een reeds ingeschreven hoofdbewoner wordt medewerking geweigerd door de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) bij het inschrijven. Men is hier in Fijenoord mee begonnen en dit nieuwe fenomeen steekt nu ook in andere deelgemeenten de kop op. Ronduit naar voor onderhuurders, huurders met een hospitaovereenkomst en krakers. In een artikel in kraakblaadje ‘de Trammelant’ (mei 2004) over deze inschrijvingskwestie wordt Cees Meesters aangehaald en deze medewerker van de GBA legt het belang uit van de strengere voorwaarden in verband met inschrijven, aan de hand van het voorbeeld van panden waar 12 mensen ingeschreven staan. Het gaat volgens hem om economische vluchtelingen in panden waar zelfs de traptreden verhuurd worden. Een merkwaardig voorbeeld, want niet-politieke vluchtelingen met een laag inkomen hebben in de regel geen rechtmatige verblijfsstatus. En zonder rechtsgeldig verblijfsdocument zal het moeilijk zijn om je op welk Nederlands adres dan ook in te schrijven. Het probleem van de huisjesmelkers in verband met economische vluchtelingen, kan dan ook onmogelijk de werkelijke drijfveer zijn achter de extra eisen in de vorm van toestemming van verhuurders, eigenaars of ingeschreven hoofdbewoners bij de inschrijving bij de GBA. Vanwaar deze ervaren medewerker met dit verhaal komt is dus tamelijk vreemd. Een ander probleem dat misschien zou kunnen spelen om tot het nieuwe beleid over te gaan is uitkeringsfraude. Dit roept de nodige vraagtekens op. Welke uitkeringen vallen en staan namelijk eigenlijk met de exacte locatie van verblijf? Het verkrijgen van de meeste uitkeringen is verbonden aan speciale critria waaraan je moet voldoen, zoals langdurige werkloosheid of ziekte. Zodra je aan deze criteria voldoet, maakt het voor de achterliggende bedoeling van de uitkering eigenlijk niet zoveel uit waar je precies woont. Het is overigens doorgaans voor uitkeringen wel noodzakelijk dát je een adres hebt. Vervolgens valt te denken aan de uitwonende beurs in het kader van de studiefinanciering; hierbij kunnen de nieuwe extra eisen mogelijke wel enige fraude tegengaan. Dit is wellicht echter ook op een minder vergaande manier op te lossen. De derde mogelijkheid van uitkeringsfraude die kan samenhangen met het adres van inschrijving betreft de uitkeringen waarbij het van belang is of je alleenstaand of samenwonend bent. Echter als je eventjes uit de losse pols schat hoeveel fraude met deze extra inschrijvingsvoorwaarden de kop in wordt gedrukt, dan is dat op het verwaarloosbare af. Namelijk op het moment dat je gaat samenwonen, kun je in de luie stoel achterover leunen en jezelf op je oude adres ingeschreven laten staan. Pas als je gaat samenwonen, wat juist nadelige gevolgen voor de hoogte van de uitkering pleegt te hebben, dan zou je een toestemmingsverklaring nodig hebben van bijvoorbeeld de verhuurder. Je zou dus zeggen dat bijvoorbeeld, bij alle sociale huurwoningen samenwonenden die zich normaal wel gezamelijk zouden inschrijven dit nu niet meer doen omdat anders de verhuurder op de hoogte zou raken, terwijl maar al te vaak een onderhuurverbod van kracht is. Aan het eind van het verhaal zullen de uitkeringsverlenende instanties dus waarschijnlijk juist meer gaan moeten uitkeren omdat bijvoorbeeld mensen die samenwonen in huurwoningen van sociale verhuurders zich onvermijdelijk minder snel gaan inschrijven op het gezamenlijke adres. Maar weinig samenwonenden plegen te proberen het medehuurdersschap te verkrijgen vanwege op de onwil die doorgaans bij verhuurders bestaat om hieraan mee te werken. De reden die aan deze onwil ten grondslag ligt, is dat verhuurders gebaat zijn bij snelle doorstroom van huurders want bij nieuwe huurcontracten kunnen verhuurders hogere aanvangshuren eisen in plaats van de procentuele maximale huurverhogingen. Tenslotte weerhoudt dit experimentele inschrijvingssysteem huisjesmelkers er niet van inschrijvingsadressen te verkopen, zij zullen hun toestemming als eigenaar maar al te graag geven of verkopen. Een huurcontract is dan niet nodig. Het tegengaan van het verschijnsel van de verhuurde traptreden kan eenvoudig aan het licht worden gebracht zonder de nieuwe inschrijvingseisen, simpelweg door te kijken op welke adressen buitensporig veel mensen ingeschreven staan. Voorlopig werkt het beleid van de gemeente het fenomeen van huisjesmelkers in de hand, daar de sociale woningbouw met convenanten aan de corporaties is uitbesteed, hetgeen niet veel echt z’n vruchten afwerpt. Wat zou dan misschien wel de werkelijke drijfveer kunnen zijn achter het idee om het inschrijvingsbeleid te veranderen door eisen van deze extra eisen, behalve bestuurlijke onkunde? Het zal namelijk geen toeval zijn dat Rotterdam als eerste met dit experiment komt. Rotterdam, de proeftuin waar alle onsociale en repressieve maatregelen het eerst worden uitgeprobeerd. Rotterdam, met het stadsbestuur dat zich als voortrekker wil neerzetten bij het - als het ware - herinvoeren van de stadsmuren door zogenoemde kansarmen te weren uit de stad. Deze voorstellen vinden plaats in een bestuurlijk klimaat waarin landelijke beroepspolitici ‘illegalen’ en ‘privaatrechtelijk onbevoegde’ onderverhuuders niet uit elkaar blijken te kunnen houden bij de behandeling van wetvoorstellen, zoals dit toen ook in verband met het nieuwe huurrecht het geval was. Het is onmiskenbaar dat het nieuwe beleid het gevolg is van de inspanningen om het huisvestingsvergunningensysteem strak te gaan handhaven. Degenen die hier het meest van kunnen profiteren, naast hen die kansarmen willen weren, zijn de professionele verhuurders. Het moet namelijk worden aangenomen dat het aantal mensen dat voorheen, in weerwil van een vanuit de verhuurder in de huurovereenkomst opgenomen onderhuurverbod, zonder problemen bij anderen in een huurwoning konden inwonen tamelijk omvangrijk is. Het nieuwe systeem maakt het veel moeilijker om op deze manier aan woonruimte te komen. Dit betekent een onvermijdbaar grotere vraag op de woningmarkt, iets wat de aanbieders van woonruimte verre van erg vinden, omdat alle huurprijsbescherming ten spijt, gemiddeld toch hogere huurprijzen gevraagd zullen gaan worden. Dit alles in de enige grote stad in Nederland waar de woningvoorraad zelfs gedaald is ten opzichte van de voorgaande jaren door te slopen zonder het terugbouwen van voldoende woonruimte. Het moge duidelijk zijn dat de beleidsdoeleinden van de het nieuwe inschrijfsysteem niet op een lijn te stellen zijn met het doel van de Wet houdende regels terzake van de gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens. Dit zou namelijk enkel de bevordering van de doelmatige voorziening van persoonsgegevens moeten zijn. Het is niet onwaarschijnlijk dat hier sprake is van misbruik van bevoegdheid, dat wil zeggen: het aanwenden van bevoegdheid voor een ander doel dan waarvoor deze gegeven is. Het feit dat men in een ‘achterstandswijk’ als Fijenoord van start is gegaan met dit nieuwe project, waarbij men zelfs nog verder is gegaan en er bij elke inschrijving een inspecteur langskomt, geeft blijk van een mooi staaltje van selectieve handhaving. Sterker nog, het is ten zeerste de vraag of er in de eerste plaats een bevoegdheid bestaat die de uitvoering van het nieuwe beleid kan dragen. De nieuwe gestelde eisen zijn immers nergens in de Wet op de gemeentelijke basisadminstratie, noch in het daarbij behorende uitvoerende besluit terug te vinden. De enige eis die uit de hogere regelgeving voortvloeit die betrekking heeft op de inschrijving is de deugdelijke vaststelling van de identiteit van de betrokkene. Nadere invulling van deze regelgeving kan dan ook alleen in dit belang gescheiden. Ook de Koppelingswet heeft de Wet op de gemeentelijke basisadministratie niet zodanig gewijzigd dat er een wettelijke basis is die voldoende ondersteuning vormt voor het nieuwe beleid. Het is merkwaardig dat degene die zich zonder huurcontract of toestemmingsverklaring in wil schrijven, alle regelgeving moet doorlopen waar de bevoegdheid wel niet uit moet blijken. De gemeentelijke ambtenaren zouden moeten aantonen op grond waarvan zij weigeren de inschrijven te laten voltrekken en niet andersom. De erkenning van overheidswege van een ieders verblijfsplaats is in beginsel per slot van rekening een onderdeel van de het grondrecht van burgers zich vrijelijk te kunnen vestigen, zoals neergelegd in diverse internationale verdragen, waaraan slecht middels een formele wet afbreuk kan worden gedaan en dan alleen voor zover noodzakelijk in het belang van bepaalde limitatief opgesomde doelen. Sinds de Koppelingwet van 2001 is het zelfs een verplichting om je in te schrijven en in deze zin zijn weigerachtige ambtenaren doenplegers van een strafbaar feit. Al het vorengaande in aanmerking genomen, redenen te over dus om principiëel in bewaar en eventueel in beroep te gaan tegen ieder besluit houdende een weigering betrokkenen in te schrijven op grond van de nieuwe eisen. Dit kan zodra er een schriftelijk afwijzing is van het verzoek tot inschrijving. Inmiddels blijkt dat er enige onwil bestaat bij de ambtenaren van de GBA om deze schriftelijk afwijzing te verstekken. Ten onrechte omdat het hier betreft een beslissing die zowel financiële als praktische consequenties en het hier dus een publiekrechtelijke rechtshandeling betreft. Wordt deze schriftelijke afwijzing niet verstrekt, dan is het mogelijk een schriftelijke aanvraag te doen bij de GBA of de deelgemeente. Wordt er dan in het geheel niet gereageerd, dan geldt dat (na 8 weken) als een zogenaamde ‘fictieve weigering’ en is bezwaar alsnog mogelijk. Er zijn al reeds gevallen bekend van mensen die zich, vanwege de nieuwe eisen, niet hebben kunnen inschrijven en na een adresonderzoek door het GBA in het geheel zijn uitgeschreven, met alle gevolgen van dien. Door massaal in beroep te gaan kan ook aan het licht worden gebracht hoe groot de verborgen woningnood is en hoezeer het een maatschappelijke realiteit is dat deze groepen mensen bestaan en dat dit nieuwe stukje onsociaal beleid volledig voorbij gaat de belangen van deze groepen van burgers die hiermee onevenredig geschaad worden. E-Mail: martijn@helpdehennep.tk Website: http://www.helpdehennep.tk |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten wonen/kraken | aanvullingen | | rotterdam is niet de eerste | utrecht - 30.08.2004 14:59
In Utrecht is dit al een tijd lang (2 jaar ongeveer) praktijk. Is er informatie ingewonnen hoe andere gemeenten hun inschrijvingbeleid hanteren? Volgens mij is het gewoon landelijk beleid om mensen om huurcontracten of eigendomspapieren te laten overhandigen alvorens over te gaan tot inschrijving op het adres. | Mijn ervaring in Delft | Steven - 02.09.2004 00:04
.. is dat Delft al sinds 1996 huurcontract danwel eigendomspapieren vereist.
| dit gebeurt toch al overal | nietsnieuwsonderdezon - 03.09.2004 23:50
In Amsterdam gebeurt dit ook al een tijd. Ik denk dat Rotterdam een van de laatste gemeentes is die dit invoert. | meer fraude | nietsnieuwsonderdezon - 03.09.2004 23:56
Wat betreft de opmerkingen over fraude, huursubsidie fraude wordt compleet vergeten als je het over samenwonen en niet ingeschreven staan in het GBA, en daarnaast is het niet fair dat klootzakken die niets kunnen bij onderhuur geld verdienen over de rug van een ander. In Utrecht sporen ze actief op en dit heeft enkele tientallen miljoenen euro's aan fraude opgeleverd. Nogmaals Rotterdam is waarschijnlijk de laatste gemeente waar dit beleid ingevoerd wordt en het is dus geen experiment. | Nou, misschien niet zo nieuw dan! - Correctie | Martijn le Noble - 04.09.2004 20:32
Zo te zien, blijkt dat deze inschrijvingsperikelen niet echt nieuw te noemen zijn. Ik moet eerlijksheidshalve toegeven dat onderzoek naar de situatie in andere gemeenten achterwege is gebleven. Het zou ook zelfs kunnen dat de praktijk van het stellen van de eis om een toestemmingsverklaring van verhuurder, eigenaar of reeds ingeschreven hoofdbewoner ook in Rotterdam toch al enige tijd gaande is. Niettemin wordt deze eis, op een of andere manier, wel als nieuw ervaren en niet op de laatste plaats als hinderlijk. Het beleid is trouwens wel onlangs als nieuw naar buitengebracht via bijvoorbeeld de Maasstad en de Metro. Dus heb ik de indruk dat men verscherpt gaat toezien op de naleving van deze eisen. Iets wat weldegelijk als een nieuw item te kenschetsen is, is dat men van zins is om bij iedere inschrijving/adreswijziging ter plaatse een inspecteur langs te laten komen in de wijk Feyenoord. Om helemaal geen kritische kanttekenigen tegen deze inschrijvingseisen te plaatsen vind ik persoonlijk overigens te ver gaan. Het is na het schrijven van dit artikeltje mij inmiddels duidelijk geworden dat de Gemeente Rotterdam inderdaad het huisvestingsvergunningenbeleid weer wil herinvoeren. Dit is door de landelijke pers, ondermeer de Volkskrant, bekend gemaakt en het werd gepresenteerd alsof het al nieuwe regels betrof. Markant was dat iemand die in het btreffende artikel zijn zegje mocht doen niet schuwde te moraliseren op een manier bijna letterlijk in de trant van ”als je werk hebt, ga je vroeg naar bed”. Niet werd erbij vermeld dat vooralsnog, naar het schijnt, op 1 oktober 2004 hierover gestemd dient te worden door de Gemeenteraad. Hier valt helaas alleen weinig van te verwachten in een bestuurlijk klimaat waarin ex-Groen Links wethouder (en nu voorzitter van de partij) Herman Meier het idee uitdraagt dat er 60.000 goedkope huurwoningen teveel zijn Parterre (GL-R’dam blaadje) nr. 3 - 2004. De plannen voor herinvoering van de huisvestingsvergunningen in Rotterdam zijn gekoppeld aan het idee van weren van kansarmen. In verband hiermee is het interessant te vermelden dat 9 september a.s. Jan Marijnissen van de SP een motie indient ‘over het tegengaan van segregatie in wonen’ 28 689, nr. 20, waarbij het mij nog onduidelijk is welke positie hij daarin zal kiezen. In plannen om kansarmen te weren is Rotterdam inderdaad niet de enige. Wat bij mij bekend is hierover, is dat de coörparties in Utrecht en Nijmegen op het idee gekomen zijn om iedereen zonder een ‘baan’ catagorisch te weigeren . Het betreft hier baanloze huurders die worden geweerd uit de Nijmeegse wijken ‘De Kolping’ en ‘Meijhorst’ en het Utrechtse ‘Kanaaleiland’. Het is niet ondenkbaar dat de bedenkers zich hebben laten inspireren door processen die zich in Rotterdam plaats vinden. Niet onbelangrijk in dit verband is te vermelden dat er maandag 20 september beraadslaagd wordt wat men van Rotterdam kan leren; van 11:00 tot 16:00 zal ‘de Rotterdamwet’ worden besproken. www.parlement.nl Weer terug naar de huisvestingsvergunningen. Een voordeel van de herinvoering van het huisvestingsvergunningensysteem is weer wel dat voor de 13 woningcorporaties de plicht van leegmelding (die volgt uit de Huisvestingswet en het Besluit daarop) na het leegkomen van een huurwoning opnieuw in het leven geroepen wordt. Tenzij middels de ‘Overeenkomst Woonruimteverdeling’ weer een vrijstelling gegeven wordt. Ten slotte wil ik graag benadrukken dat ik mijzelf ook niet echt een fan zou durven noemen van zogenaamde huisjesmelkers. Daarenboven zou ik echter niet op voorhand uitsluiten dat pensions voor economische vluchtelingen in bepaalde condities een invulling zouden kunnen geven aan een bepaalde vorm van solidariteit. Uitbuiting, dat beschouw ik wel als iets onwenselijks. Onderverhuur, hopspitaovereenkomsten en kraken is daarmee niet op een lijn te stellen. Gevallen waarbij deze vormen van woonruimtebetrekking gepaard gaan met uitbuiting zijn eerder uitzondering dan regel, zo houd ik mijzelf intuïef voor. Sinds de woningbouw en woonruimteverdeling vooral de verantwoorlijkheid is gemaakt van woningbouwcoroparties (die 56% van de wooningvoorraad in hun bezit hebben in Rotterdam), lijkt het net alsof het fenomeen van huisjesmelkers niet een probleem is dat de gemeentelijke bestuurders bij zichzelf zouden kunnen zoeken. Ten onrechte, huisjesmelkers worden uit de (woning)nood geboren.
E-Mail: martijn@helpdehennep.tk Website: http://www.helpdehennep.tk | nog wat opmerkingen | nietsnieuwsonderdezon - 05.09.2004 11:41
Woonruimte verdelingsbeleid is in elke gemeente de verantwoordelijkheid van de gemeente en NIET van de woningcorporaties. Dat de gemeente regelmatig doorverwijst naar corporaties is een ander probleem, er wordt overleg gevoerd hierover tussen gemeente en corporaties maar het is echt gemeentelijk beleid. Zover ik weet is er in een kanaleneiland te Utrecht geen specifiek beleid om lage inkomens te weren. Als er wel zo'n beleid zou zijn dan zou dat op www.woningnet.nl moeten staan. Graag zou ik je bron willen zien. Zo'n beleid zou ik aanmoedigen trouwens in de wijk Kanaleneiland, maar dat terzijde. Wel is het zo dat je bewijs moet overleggen dat je de woning kan betalen omdat je niet voor elke woning huursubsidie kan krijgen. Dat is niet meer dan logisch. In de wijk Overvecht in Utrecht en in Bos en Lommer in Amsterdam is/komt er wel een beleid om hoge inkomens voor te laten gaan. Dit om verpaupering tegen te gaan en een evenwichtiger bevolking in deze wijken te krijgen om te voorkomen dat de middenstand uit deze wijken gaat verdwijnen. In de Geuzenbuurt (een deel van Zuilen) in Utrecht is er jarenlang een beleid geweest dat iedereen die daar een woning kreeg werd onderzocht op een crimineel verleden. Als je dat had, kwam je de wijk niet in. Dit in het kader van een buurtaanpak. Ook dit om verpaupering tegen te komen. Eigenlijk moedig ik dit soort experimenten alleen maar aan omdat uiteindelijk iedereen gebaat is bij leefbare wijken en er geen onredelijke eisen aan mensen worden gesteld.
| Bronvermelding | Martijn le Noble - 07.09.2004 13:45
Er is mij om de bronvermelding gevraagd ten aanzien het weren van mensen zonder baan voor sociale huurwoningen op Kanaaleiland in Utrecht: Woonbondig juni 2004, nr 5, pagina 11. Daargelaten de merites van het verlangen van inkomengegevens door woningcorporaties in het algemeen, wil ik graag opmerken dat de daaromtrent gevolgde redenering van auteur ?nietsnieuwsonderdezon? niet geheel zuiver is. Wanneer huursubsidie niet mogelijk is, heeft dit veeleer te maken met het feit dat de huurprijs van de betreffende woning te hoog is in verhouding met het bijbehorende inkomen of dat het inkomen te hoog voor de woning. Met andere woorden: als men niet in aanmerking komt voor huursubsidie, houdt dit verband met het feit dat men de woning juist wel kan betalen. En als de huurprijs van de woning te hoog is voor de betreffende woning dan is dat een zaak tussen de overheid als huursubsidieverstrekker en de aanvrager. Huursubsidie heeft hoogstens als latent effect dat deze voor de verhuurders een extra zekerheid kan bieden dat de huursommen ingevorderd kunnen worden. De beoogde strekking van de huursubsidieregeling is om lagere inkomensgroepen te beschermen en niet zozeer de woningcorporaties. De praktijk van het betrekken van een crimineel verleden bij het toewijzen van huurwoningen aan woningzoekenden, waar ik overigens niet van op de hoogte was, lijkt mij verre van wenselijk en zelfs onrechtmatig. Corporaties of gemeenten in de vorm van huisvestingsvergunningverstrekkers zijn geen rechters en in het Nederlands strafrechtsbestel geldt als beginsel dat men voor hetzelfde feit maar één keer gestraft mag worden. Dit laatste ondermeer omdat de strafrechter bij het bepalen van de straf rekening al een keer rekening heeft gehouden met de de evenredigheid tussen de straf en de mate van schuld aan het delict. Het is bovendien stigmatiserend te noemen wanneer het strafrechtelijke verleden aan de persoon van de woningzoekende wordt opgehangen en bovenal bepaald niet constructief. Naast het betrekken van van een crimineel verleden lijkt mij ook het stellen van minimuminkomens, dit in plaats van maximuminkomens, niet wenselijk en ook in strijd met de strekking van artikel 22 lid 2 van de Grondwet. Sociale huurwoningen zijn voor lagere inkomensgroepen bestemd en dienen niet ingezet te worden om meer middenhogere inkomens naar een bepaalde plek te lokken. Als mensen uit lagere inkomensgroepen geweerd worden, zijn ze genoodzaakt om uit te wijken naar andere plekken, in het geval van de plannen in Rotterdam dus naar de randgemeenten. Het laat zich raden dat de randgemeenten de toestroom van woningzoekenden niet aan zullen kunnen. Behalve dat weren van ?kansarmen? onsociaal is, heb ik mijn twijfels bij de veronderstelling van vele beleidsmakers dat een dergelijk beleid werkelijk een effectief instrument om meer middenklasse te krijgen. Misschien wil de auteur ?nietsnieuwsonderdezon? met de bron van een onderzoek komen waar dit uit zou kunnen blijken?
E-Mail: martijn@helpdehennep.tk Website: http://www.helpdehennep.tk | reactie | nietsnieuwsonderdezon - 11.09.2004 21:10
Beste Martijn, Wat betreft het experiment in -de overigens autochtone volkswijk - Geuzenwijk Utrecht. Daar moest inderdaad een speciale ontheffing voor worden gevraagd. Geloof me het was nodig, en de buurtbewoners waren de grootste voorstanders. Van iedere kandidaat bewoner werden de gegevens gecheckt door de politie die dan "nee" of "ja" zei. Meer informatie werd er niet verstrekt. Criminelen konden wel gewoon in de rest van Utrecht terecht alleen niet in dat kleine wijk. Wat toewijzingsbeleid qua huur/huursubsidie betreft, Eén-en tweepersoonshuishoudens ouder dan 23 jaar kunnen bij toewijzing van de woning in ieder geval huursubsidie krijgen tot een rekenhuur van 466,58 euro. Drie-en meer persoonshuishoudens kunnen bij toewijzing van de woning in ieder geval huursubsidie krijgen tot een rekenhuur van 499,92. De maximale huursubsidiegrens en sociale huurwoninggrens is 597,54 euro. De gemeente kan beslissen welke groepen bij toewijzing van de woning tot deze grens huursubsidie kunnen ontvangen. Zoals je ziet is er dus ruimte voor een gemeentelijk beleid hierin. Het weren van kansarmen uit bepaalde buurten die door hun hoeven dreigen te gaan of al gegaan zijn, is volkomen legitiem. Het is jammer dat hier niet meer gebruikt van wordt gemaakt door gemeenten. Zeker in de Rotterdamse situatie - waar trouwens van oudsher veel particuliere verhuur was - is dit hard nodig. Een samenwerkingsverband tussen de randgemeenten en Rotterdam was al veel eerder nodig geweest. De randgemeenten moeten ook een deel van het "plebs" van Rotterdam overnemen. Een wijk kan maar zoveel kansarmen hebben, voor de uittocht van kansrijken (het cement van de samenleving) gaat beginnen. Daarna begint de verloedering. Maar ik begrijp dat je de familie Tokkie een ruimte bij je in je kraakpand gaat aanbieden?
| Reactie | Martijn le Noble - 15.09.2004 14:28
Om niet helemaal off-topic te raken, wil ik de volgende reactie graag beperken tot het verhaal over het weren van kansarmen/criminelen. Dit namelijk omdat het verscherpte inschrijvingsbeleid bij de GBA samenhangt met de ideeën om het huisvestingsvergunningen weer in te voeren en strak te gaan handhaven en vooral wordt ingegeven door de zogenaamde noodzaak om woningzoekenden te kunnen weren. Persoonlijk vind ik het een merkwaardige praktijk zoals over de Geuzenwijk in Utrecht wordt beschreven. Kennelijk trad de politie als een ballotagecommissie op bij het toewijzen van woningen. Behalve dat de politie geen rechtsprekende functie heeft en spanning met het 'men mag maar een keer gstraft worden'-beginsel optreedt, werd er op een nogal informele manier besloten over de toewijzing van de woningen. Of kreeg men wel een gemotiveerde beslissing op schrift? En werd naar misdrijven gekeken of werden er gegevens uit de algemene documentatieregisters bij gehaald? Was bekend welke ambtenaren in kwestie betrokken waren bij het onderzoek, konden ze gewraakt worden? Is openbaar hoeveel woningzoekenden op deze wijze zijn geweigerd? Volgens mij is de ontheffing waar hierboven naar wordt gerefereerd onrechtmatig, in strijd met het hogere recht. In mijn beleving zijn er praktisch weinig effectieve middelen om beleidsmatig 'verloedering' tegen te gaan. Je kunt 'de verloedering' niet wegmaken, hoogstens de indruk wekken bij kiezers dat dit kan. Het enige wat je wel in de hand hebt, is hoe je die verloedering percipiëert en hoe je vervolgens daar weer mee omgaat. Het laatste stukje van het vorige bericht is een onjuiste weergave van de feiten. Rotterdam en Amsterdam behoren tot de twee gemeenten in Nederland met de meeste woningcoörporaties. In Rotterdam is 56% van de gehele woningvooraad in handen van de zogenoemde sociale verhuurders, volgens de cijfers van het CBS. E-Mail: martijn@helpdehennep.tk Website: http://www.helpdehennep.tk | |
aanvullingen | |