| |
Geneva Accoord, artikel Astrid Essed - 24.11.2003 14:13
In tegenstelling tot de onder Israelische Labour-politici, vredesactivisten en sommige pro-Palestijnse organisaties heersende opinie vind ik het Geneva Accord een schending van het Internationaal Recht. Het Geneva-Accoord Artikel Eind october werd in Geneve het jongste vredesvoorstel voor het Midden-Oosten, het Geneva Accoord, getekend door de Israelische ex-Labourminister van Justitie, Jossi Beillin, een van de archtitecten van de Oslo-accoorden en de Palestijnse ex-minister van Informatie, Yassir Ahmed Rabbo. Vrijwel direct werd het vredesinitiatief door de linkervleugel van de Arbeiderspartij en de Israelische vredesbeweging gepresenteerd als een doorbraak in het vredesproces. Nadere bestudering van de voornaamste punten brent echter aan het licht, dat hier sprake is van een ernstige schending van het Internationaal Recht. De belangrijkste componenten van het Geneva Accoord bevatten: A De terugtrekking van de Israelische troepen uit bezet Palestijns gebied B Het afzien van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen C De regelingen rond de nederzettingen D De demilitarisatie van de nieuwe Palestijnse Staat en de extrene controle door een internationale troepenmacht. A De terugtrekking van ed Israelische troepen uit bezet Palestijns gebied De voorstanders van het Geneva Accoord beroepen zich o.a. op het feit dat bovengenoemd voorstel een belangrijke Israelische concessie is. Nog afgezien van het feit, dat een en ander niet als concessie beschouwd kan worden, maar als de zeer late naleving van de in 1967 unaniem aangenomen VN-Veiligheidsraadsresolutie 242 waarbij Israel werd opgeroepen zich onmiddellijk en onvoorwaardelijk uit de in de juni-oorlog veroverde gebieden terug te trekken, wijst nader onderzoek bovendien uit, dat hier geen sprake is van de volledige naleving van resolutie 242. Er is namelijk een clausule ingebouwd dat Israel, ook na deze terugtrekking, voor een duur van 36 maanden onder auspicien van een internationale troepenmacht ''een kleine militaire eenheid'' in de Jordaanvallei handhaaft waarvan ed duur verlengd zou kunnen worden ''wanneer zich relevante regionale ontwikkelingen voordoen'' De uiterst vage omschrijving van de term ''relevante regionale ontwikkelingen'' doet het vermoeden rijzen, dat Israel eventueel in de toekomts de controle over dit gebied zal willen behouden of verlengen, hetgeen indruist tegen resolutie 242. B Het afzien op het recht van terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen In 1948 werden gedurende de oorlog tussen de nieuw-gestichte Staat Israel en een aantal Arabische landen meer dan 750.000 Palestijnse burgers van huis en haard verdreven door Israelische milities, hetgeen een oorlogsmisdaad is volgens het Internationaal Recht [4de Conventie van Geneve] Ondanks de in de Algemene Vergadering van de VN in 1948 aangenomen resolutie 194 waarbij Israel werd opgeroepen deze mensen in de gelegenheid te stellen naar hun huizen terug te keren, is hieraan door Israel nooit gehoor gegeven, noch is ooit door Israel het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen erkend. Nog los van de praktische uitvoerbaarheid hiervan is het Israel's internationale verplichting in dezen zijn verantwoordelijkheid te nemen en dit recht te erkennen. Het in het Geneva Accoord gedane voorstel, dat de Palestijnen af moeten zien c=van dit recht is niet alleen in hoge mate onrechtvaardig, maar getuigt tevens van een gebrek aan respect voor het Internationaal Recht [resolutie 194 en de 4de Conventie van Geneve] C De regelingen rond de nederzettingen: Weliswaar wordt er in het Geneva Accoord voorgesteld de Joods-Israelische nederzettingen in bezet Palestijns gebied te ontmantelen, in de praktijk geldt dat niet voor alle nederzettingen. Zo wordt er o.a. voorgesteld dat drie nederzettingen in bezet gebied worden geannexeerd door Israel en drie andere grotere nederzettingen als zodanig gehandhaafd blijven en en worden ''geintegreerd'' in een toekomstige Palestijnse Staat. Dit is in strijd met het Internationaal Recht dat stelt dat alle nederzettingen in bezet Palestijns gebied illegaal zijn en als zodanig ontmanteld moeten worden. D Demilitarisatie van de toekomstige Palestijnse Staat en de externe controle door een internationale troepenmacht. Evenmin kunnne de voorstellen betreffende de demilitarisatie van een toekomstige Palestijnse Staat hetgeen inhoudt het verbod op een eigen leger en de extrene controle door een internationale troepenmacht de toetssteen van de internationale rechtscriteria doorstaan. Nog afgezien van het feit, dat de nieuwe Palestijnse Staat zo gemakkelijk kan worden bedreigd door het technologisch zeer geavanceerde Israelische leger is een en ander als schending van het zelfbeschikkingsrecht onaanvaardbaar, dat o.a. inhoudt het recht van zelfverdediging, hetgeen impliceert het bezit van een eigen leger. Ook de zogenaamde extrene controle door een buitenlandse troepenmacht is strijdig met het Internationala Recht, omdat een en andre een nieuwe bezetting impliceert. Dergelijke voorstellen betreffende de belangrijkste items in het Midden-Oostenconflict vervat in het Geneva Accord, kunnen nauwelijks als basis dienen voor een blijvende vredesregeling, aangezien ze in strijd zijn met de meest fundamentele principes van het Internationaal Recht. De enige voorwaarde tot een duurzame vrede in het Midden-Oosten kan slechts gebaseerd zijn op de naleving van internationale rechts en mensenrechtenregels, waarbij de VN-resoluties een belangrijk uitgangspunt zijn. Ieder andere regeling zal uiteindelijk slechts leiden tot ene grotere escalatie van het conflict, getuige alle in het verleden mislukte vredesregelingen. Astrid Essed astridessed@hotmail.com Amsterdam [Z-O] E-Mail: astridessed@hotmail.com |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | | |