| |
Resist? Het antwoord van Jaap Kruithof en co Peter Tom Jones - 15.05.2003 09:22
Hier volgt het antwoord van 'de bende Kruithof' naar aanleiding van de Resist-discussie. Voor ons is de vrouwen- en de holebi-kwestie GEEN nevenprobleempje! De discussie gaat voort Enkele verduidelijkingen na de reacties op ons opiniestuk: Vooraleer in te gaan op enkele inhoudelijke commentaren op ons opiniestuk ‘Aan de AEL zeggen we: we zullen Resist niet steunen’ (De Morgen, 12/4/2003) willen we onderstrepen dat onze kritiek niet uitsluitend gericht was aan het adres van de AEL, maar zich richtte op de lijst RESIST in haar geheel. Voor ons is de kern van de zaak dat deze lijst een kartel is met de PVDA. Met deze groep hebben wij twee fundamentele problemen. Primo. Deze partij tracht elke nieuwe beweging of elk politiek feit in te palmen als de ultieme hefboom om haar eigen historische onsterfelijkheid van de daken te schreeuwen. En omdat deze zogenaamd revolutionaire partij vindt dat socialistisch links nooit klein en rechtlijnig genoeg kan zijn, steken haar militanten telkens hun energie in het uitzuiveren van elke brede volksstroming. Iedereen die op een of andere manier in verband gebracht kan worden met mensen die politieke verantwoordelijkheid dragen (inclusief de vakbonden), wordt uitgespuwd als ‘klasseverraders’. Dat is noch links noch socialistisch: dat is triestige anti-politiek. Secundo. De PVDA is een partij die zich anno 2003 nog steeds laat kenmerken door een stalinistische praktijk en een dito maatschappijbeeld. De sectaire opstelling die daaruit voortvloeit, belemmert een grotere eenheid van de progressieve linkerzijde in haar verzet tegen verschillende vormen van uitbuiting en tegen het neoliberale globaliseringsmodel. De linkerzijde is aldus in haar geheel slachtoffer van deze houding van de PVDA. Het gaat hier niet om een gewone ideologische discussie zoals die met aanhangers van andere tendensen in de linkerzijde kan gevoerd worden: stalinistische opvattingen komen neer op een ontkoppeling van socialisme en politieke vrijheid, van socialisme en mensenrechten. Dat stalinisme brak in de toenmalige Sovjet-Unie het revolutionaire proces af, het bureaucratisch apparaat greep alle politieke en economische macht. Dat ging gepaard met een massaterreur van zogenaamde ‘zuiveringsgolven’ die miljoenen mensenlevens eisten. In de plaats van een arbeidersdemocratie ontstond een totalitair systeem, waarin het partijapparaat namens de ‘arbeidersklasse’ regeerde en in naam van de opbouw van het ‘socialisme’ alle democratische rechten afbouwde. Het stalinisme betekende een catastrofe voor het socialistische gedachtegoed, het hypothekeerde de geloofwaardigheid en de aantrekkingskracht van het socialisme voor generaties. Dat geldt jammer genoeg tot vandaag, want nog altijd speelt rechts het argument uit dat socialisme uiteindelijk gelijkstaat met stalinisme. We hopen dat ook militanten van de PVDA inzien welk obstakel het stalinisme blijft betekenen voor de opbouw van krachtige progressieve sociale bewegingen. Met de opkomst van de andersglobaliseringsbeweging krijgen we nochtans een nieuwe kans om een eigentijds socialistisch-geïnspireerd ideeëngoed kritisch en op brede schaal in de discussies op te nemen. Met dien verstande dat er dan geen enkele vorm van dubbelzinnigheid meer mag bestaan. We moeten voortdurend onderstrepen dat radicaal-democratische uitgangspunten een voorwaarde zijn om over een andere wereld te denken en er samen voor op te komen, zonder de overheersing van één bepaalde groep. In de strijd voor een rechtvaardige maatschappij zijn dergelijke autoritaire opvattingen een obstakel, zeker als we duidelijk willen maken dat er binnen het kapitalisme geen duurzame oplossingen mogelijk zijn. In tal van commentaren op onze opiniebijdrage (met uitzondering van het Knack-edito ‘De onverwerkte illusie’ (16/4/2003), dat via een aanval op de historische KP de PVDA even de wind uit de zeilen nam), wordt echter de aandacht van deze bekommernissen afgeleid en toegespitst op de houding die we tegenover de AEL zouden aannemen. Helaas stellen we vast dat weinig criticasters zich de moeite hebben getroost ons opiniestuk nauwkeurig te lezen. Dat zou nochtans de eerste voorwaarde moeten zijn om een zinvol debat te voeren. Het organiseren van een hysterische heksenjacht (voor wie dit interesseert, zie Indymedia Belgium), tracht de essentie van het debat weg te moffelen achter scheldpartijen (cfr. islamofoben, racisten, paternalisten, eurocentristen, vetbetaalde intellectuelen, bange blanke burgers, mogelijke Vlaams-Blokstemmers…). Op dat bedenkelijke niveau wensen wij het debat niet te voeren: onze staat van dienst als militanten binnen tal van sociale en politieke basisbewegingen moet hier dan maar voor zichzelf spreken. Dit type van reacties is een indirecte bevestiging van wat we in een essentieel deel van onze opinie aanklaagden: het is meteen materiaal om de functionering van de hedendaagse stalinistische ideologie te begrijpen. Voor alle duidelijkheid bevestigen we nogmaals onze steun aan de AEL waar het gaat om hun strijd tegen elke vorm van discriminatie en marginalisering. We herhalen dat we ons tegen de criminalisering van deze strekking verzetten en dat we hun autonome organisatie in hun strijd voor gelijke rechten oprecht waarderen. We voegen hieraan toe dat we, als daarover twijfel zou gerezen zijn, met gelijke rechten ook verwijzen naar het statuut dat ‘allochtonen’ toekomt evenals hun recht op waardigheid. We hebben het evident genoemd dat deze strijd ook via het neerleggen van een eigen lijst kan geschieden. Meer nog, we hebben erover nagedacht of we dit project zouden steunen en hebben een standpunt ingenomen omdat we deze kwestie zeer gewichtig vinden. Dit is geen blijk van afwijzing, maar veeleer van appreciatie van de zelforganisatie van jongeren die voortkomen uit de immigratie. Met paternalisme heeft dit geen uitstaans. Het toejuichen van deze zelforganisatie impliceert echter niet dat we geen recht meer hebben om kritiek te uiten, of dat we ons zonder meer achter een politiek programma moeten scharen. We hebben inderdaad vragen over het progressieve gehalte van verscheidene uitspraken van de AEL en wensen daarover een brede dialoog te voeren. Helaas wordt deze dialoog thans flink bemoeilijkt door de keuze van de AEL om met de PVDA scheep te gaan. Een dergelijke discussie is nochtans nodig om te zien waarover we het precies eens of oneens zijn: het is geen teken van misprijzen opheldering te vragen over een aantal thema’s die voor links van zeer groot belang zijn. Als progressieven waarderen wij nog steeds een aantal ontvoogdende verworvenheden van de Verlichting. Wij stellen ons vragen bij de schijnbaar ook in de linkerzijde aanwezig zijnde tendens naar cultuurrelativisme (anything goes). Dit belangrijke debat willen we trouwens eveneens aangaan met andere bewegingen van ‘allochtonen’, want het is uiteraard niet zo dat de AEL de eerste of de enige autonome radicale beweging van ‘allochtonen’ van Arabische oorsprong is. Waar we onder meer duidelijkheid over willen vragen - we hebben immers gemerkt dat het discours van de AEL regelmatig fluctueert naargelang het publiek - is de verhouding tussen het publieke en de privé in de ideologie van de AEL. In dit verband vormt het gebruik van de religie als vector van emancipatie uiteraard de sleutelkwestie. Wat betekent het jongeren te organiseren in een emancipatiebeweging met een Arabisch-nationalistische Islamideologie in het hedendaagse Europa? Daarom stellen we vragen over de verhouding tussen religie en staat. Op basis van de balans van de vrouwenemancipatie beweging (ook van de westerse) gaan we ervan uit dat het formeel burgerlijk recht in de publieke sfeer geen afdoend antwoord is om de rechten van de vrouwen in de privé-sfeer te waarborgen. Rechten zoals de mogelijkheid een individueel levensplan te ontwikkelen, los van opgelegde identiteiten, of ze nu van volkse, seksuele of godsdienstige aard zijn, moeten voor alle individuen in een rechtsstaat gewaarborgd worden. We hopen het erover eens te zijn dat het toekennen van specifieke culturele rechten (zoals de hoofddoekkwestie), die noodzakelijk zijn om in te gaan tegen bepaalde vooroordelen, niet tegenstrijdig kan zijn met de verdediging van individuele rechten binnen de privé-sfeer (cfr. gelijke seksuele rechten of gelijke erfenisrechten voor mannen en vrouwen), en evenmin met de rechten van andere minderheden (holebi’s bijv.). Het is evident dat de Islam niet homogeen is en dat de Koran volgens de gebruiken interpreteerbaar is naargelang de sociale formatie. Dit neemt niet weg dat er in verschillende Arabische landen waar de islam officieel of feitelijk de staatsgodsdienst is, sprake is van reële vrouwenonderdrukking en van repressie jegens seksuele identiteiten die buiten de Islamnorm vallen. Hoewel dit uiteraard niet op het conto van de AEL kan geschreven worden, vraagt dit om verduidelijking, zeker wanneer de AEL het Islamitisch-Arabisch nationalisme als religieus-politieke cement wenst te gebruiken. In deze context is het interessant om te melden dat er in Frankrijk een brede beweging van moslimmeisjes is opgekomen die zichzelf ‘Ni putes, ni soumises’ (‘noch slet, noch sloor’) noemen. Op 8 maart demonstreerden ze met duizenden in de straten van Parijs: ze kwamen op voor hun individuele vrijheid, tegen de inmenging en de vaak verstikkende controle van hun broers (‘le grand frère’) die hen vooral als een object van familie-eer zien. Wij stellen ons ook een aantal vragen bij pleidooien van de AEL voor de combinatie van een formeel burgerlijk recht in de publieke sfeer én een specifiek familierecht in de privé-sfeer op basis van de geloofsovertuiging. Onze vraag luidt dan ook: betekent dit dan dat gelijke rechten voor alle burgers niet gelden in de private sfeer? Tegelijk vinden we dat de term ‘excuus-Truzen’ – ‘allochtone’ politica’s op zogenaamd gevestigde partijen - al te dikwijls wordt gehanteerd in de kringen van Resist. Waarom zouden ‘allochtone’ politici als politieke burgers in dit land niet het recht hebben in democratische partijen te werken, zonder onmiddellijk als excuus-Truus te worden bestempeld. Hebben vrouwen zoals Fatma Pehlivan (SP.A) en Meryem Kaçar (Agalev) dan geen waardevolle strijd geleverd voor het migrantenstemrecht? Liep de ‘excuus-Truus’ Meryem Kaçar niet als enige ‘allochtone’ politica mee naar het Europees Parlement in een demonstratie voor de Koerden (niet zo evident voor Kaçar’s Turkse achterban)? Nam ze in haar eigen stad Gent niet deel aan twee betogingen ter verdediging van de Roma-zigeuners terwijl verschillende Turkse organisaties duizenden handtekeningen aan de burgemeester overhandigden en ermee dreigden op het Blok te stemmen als de Roma niet uitgewezen werden. Zou het niet wenselijk zijn indien alle democratische politici even dapper zouden zijn als Kaçar? Dit alles betekent zeker niet dat onze opiniestukken moeten beschouwd worden als een stemoproep voor de traditionele linkse partijen, zoals her en der werd gesuggereerd. Als pleitbezorgers van een combatieve linkerzijde, zijn we ervan overtuigd dat de strijd voor een radicaal-democratisch project veel méér is dan alleen verkiezingen en electorale initiatieven. Wat de opbouw van een democratisch, sociaal-rechtvaardig en ecologisch duurzaam alternatief betreft, denken we dat dit wellicht een werk van lange adem zal zijn, waarbij het erop aankomt om vandaag, hier en nu, van onderop brede basisbewegingen en tegenmachten op te bouwen als bouwstenen voor een geloofwaardig alternatief tegenover de partijen en bewegingen die de hedendaagse neoliberale globalisering niet fundamenteel in vraag stellen. Ondertekenaars: Jaap Kruithof, (moraalfilosoof) Jo De Leeuw, (lerares moraal) Eric Goeman (voorzitter Democratie 2000) Ludo Abicht (filosoof) Peter Tom Jones, (postdoctoraal onderzoeker KUL) Freddy De Pauw, (journalist) Herman Luyckx, (vakbondssecretaris) Jenny Walry (auteur) Filip De Bodt (Uilekot) Benhadi Khalil (leraar Islamitische godsdienst) Anke Hintjens, (actieve burger) Patrick Cohen, (actieve burger) Rita Mulier, (actieve burger) Jos Geudens, (leraar) Johny Lenaerts, (publicist, vertaler) Roger Jacobs, (educatief medewerker) Jo Labens, (Coördinator Gewenst Kind Vzw.) Gie van den Berghe, (ethicus, historicus) Frank Stappaerts, (journalist) Michel Vanhoorne, (Ereprof. UGent) Jaak Perquy, (filosoof) Erna Walraeve, (actieve burger) Kitty Roggeman, (voormalig lector Hogeschool Antwerpen) Koen Dille, (voormalig docent hoger onderwijs) Guido Vanham (CODIP) Louis De Bruyn (bio-ir; lector plantenteelt en milieubeheer) Anne Mandel-Sprimont (actieve burger) Sven Lauwers (actieve burger) Jan Van Reusel (activist) Iris Keiser (actieve burger) E-Mail: pjones@mec.ua.pt |
Lees meer over: zonder rubriek | aanvullingen | | |