Het bloedbad in Fallujah Alan Woods - 02.05.2003 20:35
De hele wereld kan nu de ware aard van de Brits-Amerikaanse bezetting van Irak zien. Maandag werden minstens dertien mensen gedood in Fallujah en een ongekend aantal mensen verwond. Woensdag vielen er nogmaals twee doden. "Het is ongeveer twintig jaar geleden dat ik hier voor het laatst was en ik kijk er naar uit onze jongens in de ogen te kijken en hen te vertellen wat een schitterend werk ze geleverd hebben." (Donald Rumsfeld, in Bagdad woensdag) De hele wereld kan nu de ware aard van de Brits-Amerikaanse bezetting van Irak zien. Maandag werden minstens dertien mensen gedood en een ongekend aantal mensen verwond. De Amerikaanse soldaten openden het vuur op een menigte ongewapende demonstranten die protesteerden tegen de bezetting van een lokale school door het Amerikaanse leger. Hoewel de Amerikanen beweren dat de demonstranten als eerste schoten, is daar geen enkel bewijs van. De BBC toonde aangrijpende beelden van de plaats waar de slachting plaats vond, in Fallujah, een stoffig, zonnig moslim truckerstadje, een goede vijftig kilometer van Bagdad. De BBC-correspondent ter plaatse twijfelde er absoluut niet aan dat de Amerikaanse soldaten lukraak in de massa hadden geschoten. Ze raakten daarbij huizen in een woonwijk en doodden burgers die zich in hun huis bevonden en die niet eens aan het protest hadden deelgenomen. Er was daarentegen geen enkel kogelspoor op het schoolgebouw te bespeuren en geen enkele Amerikaanse soldaat raakte gewond. Het ging om een afslachting, klaar en duidelijk. Irakese artsen en stadsambtenaren zeggen dat dertien mensen gedood werden en veel meer gewond raakten. Het Amerikaanse leger spreekt van tien doden, maar geeft toe dat het juiste aantal misschien dertien is. Het uiteindelijke aantal doden kan nog heel wat oplopen. Het verslag in de Britse krant The Independent van woensdag beschrijft de rotzooi op de plek: "Grote plekken gestold bloed. Verdwaalde schoenen, kwijtgeraakt tijdens de gruwel. Boze Irakese buren en huilende familieleden vertellen het verhaal van het simpelweg vermoorden van jonge mannen, wiens enige misdaad was dat ze eisten dat hun zwaar gewapende nieuwe meesters hun woonwijk verlieten." De aaneenschakeling van gebeurtenissen voorafgaand aan de schietpartij zou er als volgt hebben uitgezien: maandag, om iets na negen uur 's avonds, verschijnt een groep van tweehonderd mensen voor de school die enkele dagen eerder door honderd Amerikaanse soldaten was ingenomen. De onmiddellijke reden voor de mars was de eis dat de troepen de school verlieten omdat de mensen ze wilden heropenen. Het gaat echter wel om een weerspiegeling van het algemene gevoel dat bij de Irakezen leeft: dat de indringers hun land moeten verlaten. De Amerikanen beweren dat ze aangevallen werden en schoten uit zelfverdediging op een menigte waarvan 25 mensen gewapend waren met geweren. Er zijn echter sterke twijfels omtrent de Amerikaanse versie en een volledig gebrek aan bewijzen om hun versie te staven. The Independent citeert de woorden van Ahmed al-Essawi, vijftien jaar, in arm en been geschoten, die zegt geen wapens te hebben gezien: "We probeerden allemaal weg te rennen. Ze schoten onmiddellijk op ons. De soldaten waren erg bang. Er waren geen waarschuwingsschoten en ik hoorde geen mededelingen uit de luidsprekers komen." Ahmed Karim, een eenentwintigjarige smid, in de dij geschoten, zegt ook geen wapens te hebben gezien: "We riepen 'er is geen God dan Allah.' We kwamen bij de school aan, waar we hoopten met de soldaten te spreken, maar ze begonnen in het wild te schieten. Ik denk dat ze wisten dat we ongewapend waren, maar dat ze kozen voor dit machtsvertoon zodat we zouden stoppen met betogen." Hoessein Ali Awari, een arbeider die woont aan de overkant van de straat waar het protest plaatsvond, zag geen wapens in de menigte. Hij zegt dat toen de schietpartij begon, paniekerige manifestanten, dekking zochten in zijn tuin, waaronder een zeventienjarige jongen die later stierf. "Het was afschuwelijk. Ik denk dat de Amerikanen, zo bang van ons, Irakezen waren dat ze bereid waren alles te doen. Er waren gewonde mensen die schreeuwden om hulp hier voor het huis. Toen ik naar buiten wou gaan om hen te helpen, zeiden ze dat ik terug naar binnen moest, anders zouden ze schieten." Ook Hassan, een negentienjarige student, die weigert zijn volledige naam te geven, heeft geen wapens gezien. "We hadden één foto van Saddam, slechts één. We waren met heel wat, ongeveer met tweehonderd. We waren ongewapend en er werd met niets gegooid. Er werd geschoten in de omgeving, maar dat was ver weg. Ik weet niet waarom de Amerikanen begonnen te schieten. Toen ze hun wapens afvuurden, renden we weg." Naast deze ooggetuigenverklaringen moet ook rekening gehouden worden met het harde bewijs van ter plaatse. De Amerikaanse troepen waren van de 84ste Airborne Division. Ze werden laat vorige week ingezet om het plunderen en de handel in wapens te stoppen. Ze schoten op de massa vanuit Fallujahs al-Kaat lagere en secundaire school. Een vaalgeel betonnen gebouw, met twee verdiepingen en de lengte van zeven huizen. Ze schoten vanuit de voorkant van de bovenste verdieping en vanop het dak. Ze schoten op mensen aan de overkant van de straat, een afstand van verschillende tientallen meters. Volgens de Amerikaanse woordvoerder, luitenant-kolonel Eric Nantz, werden de troepen beschoten en werden er stenen naar hen gegooid. Ze probeerden de menigte tot bedaren te brengen door de luidsprekers, maar tevergeefs, zo zegt hij. Onder bedreiging schoten ze terug. The Independent becommentarieert: "Nochtans zijn er geen kogelgaten zichtbaar aan de voorkant van de school, noch zijn er andere tekenen te zien die wijzen op een vuurgevecht. De plek is ongeschonden. De huizen aan de overkant, de nummers 5, 7, 9 en 13, daarentegen, zijn doorzeefd met machinegeweren. Je ziet dat stukken beton ter grootte van een hand zijn weggevallen en je ziet gaten zo diep als een balpen. Gevraagd naar het ontbreken van kogelsporen in de school, antwoordt Lt-Kol. Nantz dat de Irakezen boven de hoofden van de soldaten hadden geschoten. Er werden ons twee kogelgaten in een bovenraam getoond en enkele sporen in een muur, maar deze bevonden zich aan een geheel andere zijde van de school. "Er zijn andere verontrustende vragen. Lt-Kol. Nantz zegt dat de Amerikaanse troepen beschoten werden vanuit een huis aan de overkant van de straat. Verschillende lichte machinegeweren werden getoond, die de Amerikanen, volgens henzelf, vonden op de plek van de schietpartij. Als dit het geval is, gaat het om een Irakese zelfmoordmissie: eenieder die de plek zou aanvallen vanuit een vaste positie binnen de veertig meter zou geen kans op overleven hebben. "De Amerikaanse bewering dat er 25 geweren in de menigte waren, zou ook aantonen dat de manifestanten ofwel dood wilden, ofwel achterlijk waren. De Irakezen hebben de afgelopen weken geleerd dat ze neergeschoten kunnen worden wanneer ze er niet in slagen hun auto tijdig te doen stoppen bij een door Amerikanen bemande controlepost. Gedurende de nacht naar een Amerikaanse buitenpost wandelen, gewapend en anti-Amerikaanse liederen zingend, dat zou getuigen van krankzinnigheid." De conclusie is duidelijk: niemand betwijfelt dat de Amerikaanse troepen een bloedbad aanrichtten onder de Irakese burgers. De gebeurtenis hier beschreven toont de walgelijke valsheid van de leugenachtige propaganda van het Pentagon over de 'bevrijding'. Het Amerikaanse leger gedraagt zich als een leger van buitenlandse bezetters, wat het ook is. De Amerikaanse en Britse propagandamachine herhaalt voortdurend dat de massademonstraties in Irak aantonen dat het 'bevrijdende' leger van de ‘coalitie’ democratische overwinningen heeft gehaald. Zulke betogingen zouden nooit hebben kunnen doorgaan onder het duivelse dictatorschap van Saddam. Er zou op de menigte geschoten zijn geweest... De mensen in Irak hebben een uitstekende les gekregen over de 'democratie' van de imperialisten. Die geven helemaal niet om democratie of om het lot van de gewone mens. Heel de propaganda over 'slimme bommen' en het vermijden van burgerslachtoffers wordt nu ontmaskerd als een cynische leugen. Tijdens de oorlog doodden de Amerikanen Irakese burgers vanuit de lucht, maar zagen ze de gezichten van hun slachtoffers niet. Het vermoorden van burgers kon worden afgedaan als 'betreurenswaardige ongelukken'. Nu niet meer. De bezetters hebben een volledige minachting voor de mensen die ze naar eigen zeggen bevrijd hebben. Het zijn schietgrage bruten die de Irakezen als een minderwaardig ras zien, enkel geschikt om overheerst te worden, onderdrukt en geplunderd. Als ze weerstand bieden, worden ze neergeschoten als honden. Dit is het lelijke gezicht van het imperialisme, zo vertrouwd voor de mensen uit het Midden-Oosten, Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Dit is geen geïsoleerd incident. Vorige week werden in Mosoel zeker tien Irakezen neergeschoten door Amerikaanse troepen. Woensdagochtend werd gemeld dat nog eens twee Irakese burgers door de Amerikanen neergeschoten waren. De imperialisten kunnen nochtans geen heel volk op deze manier neerhalen. Het Irakese volk zal deze wreedheid niet snel vergeten. De massale oppositie tegen de Britse en Amerikaanse bezetting zal immers toenemen na de slachtpartij in Fallujah. Napoleon merkte ooit op dat je niet op bajonetten kan zitten. De imperialisten kunnen niet tot in den treuren een natie van 25 miljoen mensen onderdrukken. Elk incident zoals dat in Fallujah zal verzet oproepen en de Irakese sympathie voor gewapende strijd tegen imperialisten doen toenemen. Dit soort van verzet is zich aan het ontwikkelen en veralgemenen. In de afgelopen week werd er onophoudelijk op Amerikaanse troepen geschoten. Een aanval op een Amerikaanse wapenarsenaal in Bagdad leidde tot een explosie waarbij minstens tien doden vielen. Stenen werpen naar troepen – een heel symbolische vorm van verzet ontleend aan de Palestijnen – is algemeen verspreid. Het masker van 'democratie' en 'bevrijding' valt af en toont een gruwelijke aangezicht: buitenlandse bezetting en gewelddadige onderdrukking. De taal van de Amerikaanse strijdkrachten begint meer en meer te lijken op die van de Israëli's, die de Westbank en de Gazastrook bezetten. Ze klagen dat ze moesten schieten op stenenwerpers, want de Irakese jongeren zouden tussen de stenen ook handgranaten kunnen verbergen, iets wat ze eenmaal deden in Ramadi enkele dagen geleden, zo beweert men. Ze spreken over mensen die hen beschieten vanuit menigten van betogende burgers. Ze leven in angst voor autobommen en zelfmoordcommando's. Deze feiten leggen volledig de mythe bloot die Bush en Blair verkondigen, de mythe dat de Irakezen de coalitietroepen als bevrijders zouden onthalen. Ze willen doen uitschijnen dat de meerderheid van de Irakezen hen welgezind is, maar dat een kleine groep fanatiekelingen vastberaden is rel te schoppen. We hebben hetzelfde liedje al zo vaak gehoord… van de Israëli's. Hoe de Irakezen algemeen over de bezetting denken horen we niet van een 'fanatiekeling', maar van de directeur van de school waar het bloedbad werd aangericht. Onder de manifestanten bevonden zich veel van zijn studenten. The Independent rapporteert dat deze man, toen hij iets over de schietpartij vernam, zich meteen naar het ziekenhuis haastte om bloed te geven: "De man spreekt zacht, maar met mistige ogen waarin woede en verdriet vallen af te lezen. Nu, zegt hij rustig, is hij bereid te sterven als 'martelaar', om wraak te nemen op de Amerikanen." Website: http://www.vonk.org |