| |
Op de barricaden voor basisdemocratie marco - 12.01.2003 23:59
De wereld is meer dan ooit tevoren in beweging, maar dan wel in de verkeerde richting. Een richting die leidt tot groeiende tegenstellingen en confrontaties tussen mensen en ernstige millieuvervuiling. Ondanks enkele jaren van hoopgevend mondiaal antikapitalistisch protest, waarbinnen basisdemocratische bewegingen een voortrekkersrol speelden, lijkt een rechtvaardig en duurzaam perspectief verder weg dan ooit. Het aanzien van politieke partijen en parlementaire democratie is tot een nulpunt gedaald. Basisdemocratische bewegingen weten daar vooralsnog geen slaatje uit te slaan. Het gapend gat tussen burgers en beroepspolitici wordt overal in Europa opgevuld door populistisch rechts. Zij weten hun conservatieve, xenofobe gedachtegoed handig te verpakken in een populistisch anti-regenten verhaal. De vraag dringt zich op hoe basisdemocratische bewegingen het politiek initiatief weer in handen kunnen krijgen en hoe de rusteloze massa kan worden gewonnen voor een anti-autoritair alternatief. Andersglobalisten in het defensief Even leek het de goed kant op te gaan. De serie internationale protesten rond vrijhandelbijeenkomsten met als internationale hoogtepunten de protesten in Seattle (november 1999), Praag (september 2000) en Genua (2001) mobiliseerden miljoenen mensen voor een andere wereld. Hoewel de ideeën over hoe die andere wereld er uit moet zien nogal uiteenlopen, vonden mensen elkaar in een gedeelde kritiek op neoliberalisme, het nieuwe jasje van het kapitalisme. De beweging heeft in korte tijd de gevolgen van economische globalisering op de wereldpolitieke agenda gezet. Ook de diversiteit binnen de andersglobaliseringsbeweging is imposant en inspirerend. De beweging weet de op de been gebrachte mensenmassa echter tot op heden niet te vertalen in duurzame tegenmacht. Al snel blijkt dat de maatschappelijke elites niet van plan zijn zich iets van de andersglobalisten aan te trekken. Ze weten daarentegen de beweging steeds meer voor haar eigen kar te spannen. De protesten werden daardoor steeds vaker manifestaties van onmacht. De gebeurtenissen in Genua, waar een fascistoïde politiemacht inbeukte op demonstranten, met als tragisch dieptepunt de dood van Carlo Guilliani, maakte dit eens te meer duidelijk. Even leek het er op dat het besef, dat de beweging zich op een doodlopende weg bevond, zou leiden tot een wereldwijde heroriëntatie op de te volgen strategie. De door de beweging tijdens de G8 bijeenkomst in Genua gevoerde leus “Wij zijn met 6 miljard, jullie maar met z’n achten” maakte duidelijk dat de macht van het getal begrensdis en dat er meer dan protesten alleen nodig zijn om het kapitalisme te verslaan. Met name na Genua werd binnen de beweging druk gediscussieerd over hoe het verder moest. De gebeurtenissen op elf september maaktenechter aan de meeste discussieseen abrupt eind. De andersglobaliseringsbeweging was zich er namelijk van meet af aan van bewust dat de gevolgen van de onvermijdelijke vergeldingsactie verstrekkend zouden zijn. Er werd niet alleen gevreesd voor een oorlog, men voorzag dat regeringen wereldwijd de kans zouden grijpen om enerzijds de aandacht af te leiden van de op stapel staande economische recessie en tegelijk af te rekenen met andere ‘vijanden van het westen’. “You are either with us or against us” verwoordde Bush de dreiging treffend. Angst maakte zich van de ene op de andere dag meester van de wereld. Aangevoerd door de VS, begonnen regeringen wereldwijd, hun oorlog tegen het terrorisme. Vrijheden en sociale verworvenheden werden van de ene op de ander dag tot gevaar voor de samenleving verklaard. Het ene na het andere land kondigde verregaande maatregelen aan om de ‘veiligheid’ te vergroten. Deze maatregelen treffen met name het armere deel van de wereldbevolking, bovendien wakkerden ze de ontketende angst alleen nog maar verder aan. De eens zo succesvolle en hoopgevende andersglobaliseringsbeweging verklaarde aanvankelijk nog dat de oorlogsdreiging haar juist sterker zou maken. Het tegendeel was echter waar, na elf september liep de beweging meer dan ooit achter de feiten aan. Waar de andersglobalisten vóór Genua nog een belangrijke stempel wist te drukken op het politieke debat waren zij na elf september volledig in de verdediging gedwongen. Aan de broodnodige heroriëntatie van de te volgen strategie kwamen de andersglobalisten niet meer toe. Drie-eenheid Een deel van de basisdemocratische andersglobalisten richtte na elf september zich op de anti oorlogsbeweging. De oorlog wordt - en niet geheel ten onrechte - door velen gezien als verlengstuk van westerse neoliberale politiek, waar wisselend met economische en militaire middelen gestreden wordt om de politieke en economische hegemonie. Hoe begrijpelijk deze overstap naar de anti oorlogsbeweging ook moge zijn, het leidde wel tot herhaling en variaties op de praktijk en gevoerde strategieën van de andersglobaliseringsbeweging waarvan de houdbaarheidsdatum inmiddels is overschreden. Demonstraties en acties, soms internationaal gecoördineerd, voeren binnen anti-oorlogsbeweging de boventoon, terwijl de ervaringen van de andersglobaliseringsbeweging laten zien dat alleen ‘reageren’ niet voldoende is. Je kunt met een reactieve politieke strategie wel nare ontwikkelingen openbaren en deze daardoor mogelijk enigszins afremmen, maar voor het bereiken van een fundamenteel andere politiek moeten vooral de fundamenten van de ‘oude politiek’ worden bestreden en vervangen door iets beters. Zolang nationale staten op aarde de dienst uit maken zullen oorlogen elkaar opvolgen, zoals kapitalisme pas echt goed tot haar recht komt in een parlementaire democratie. Het gaat hier om een drie-eenheid die de afgelopen eeuw niet alleen tal van oorlogen heeft veroorzaakt, maar die ook uitbuiting organiseert en institutionaliseert. Dit leert ons één eeuw parlementair kapitalisme, wat overigens niet wil zeggen dat er niet door andere politieke systemen oorlogen zijn gevoerd. Het gaat er daarom niet om een groter stuk van de cake op te eisen, maar om het recept te veranderen. Daarvoor zullen we buiten het parlementaire en reactieve kaders moeten treden om ons eigen terrein te creëren, waar we de oorzaken van oorlogen en uitbuiting kunnen bestrijden. Dit vraagt om een herdefiniëring van het begrip ‘politiek’, waardoor politiek iets van, voor en door iedereen wordt in plaats van een zaak voor beroepshotemetoten. Concreet zou dit kunnen met behulp van (nog op te zetten) parallelle – basisdemocratische – organisaties, die door haar organisatorische opzet en praktijk toegankelijk zijn voor grote groepen mensen. Deze organisaties zouden hun activiteiten vooral (maar niet enkel) moeten richten op het identificeren van de belangrijkste punten waarop maatschappelijke onvrede bestaat, of met andere woorden mensen te organiseren zijn. Op deze terreinen zouden basisdemocratische alternatieven kunnen worden geformuleerd en middels directe actie worden gerealiseerd of afgedwongen. Eigenlijk is het knap onbegrijpelijk dat er binnen het anti-autoritaire deel van de andersglobaliseringsbeweging nagenoeg geen aandacht wordt geschonken aan het promoten van basisdemocratie als alternatief voor autoritaire, kapitalistisch staatsstructuren. Ondanks de indrukwekkende hoeveelheid energie en originaliteit die de afgelopen jaren door de basisdemocratische bewegingen wereldwijd ten toon is gespreid, is weinig gedaan om de basis en voorwaarde van ons alternatief aan de mens te brengen, namelijk basisdemocratische controle en besluitvorming over de manier dat we het samen leven organiseren. Er wordt weliswaar veelvuldig gewezen op het ondemocratische karakter van met name vrijhandelsorganisaties (waar staten hun handelsbeleid op elkaar afstemmen) en de ondemocratische gevolgen van vrijhandel. Toch voert ook bij de westerse basisdemocratische bewegingen de kritiek op, en de actie tégen altijd de boventoon. Een helder en nadrukkelijk pleidooi voor radicale democratisering van de maatschappij en economie, praktisch kracht bijgezet met de opbouw van toegankelijke basisdemocratische organisaties, ontbrak helemaal of sneeuwde onder in anti-betogen(2). Hiervoor is niet één specifieke oorzaak aan te wijzen. Binnen de anarchistische beweging bijvoorbeeld wordt traditioneel sowieso heel verschillend gedacht over de mate en vorm waarop formele organisaties wenselijk is, maar er zijn ook een aantal moderne beweging-trends die helpen begrijpen waarom de strijd tegen, de strijd vóór domineert. Twee daarvan zijn het activisme en de rol van inter-netwerken. Trends in beweging Activisme is ongetwijfeld één van de meest beeldbepalende bezigheden van de westerse basisdemocratische bewegingen. Activisme heeft tot doel om met buitenparlementaire middelen (het stellen van een daad) een politiek doel na te streven. Nederland telt nogal wat mensen die zich structureel met activisme bezig houden. De activisten komen bijeen in en rond zogenaamde ‘actiegroepen’. De actiegroepen hebben dikwijls een wisselende samenstelling en de interne organisatiewijze is voornamelijk informeel (3). Van een formeel lidmaatschap en formele organisatie structuur is zelden sprake. Om actief te kunnen worden in een actiegroep moet je worden geïntroduceerd door iemand die al lid is, anders rest je weinig anders dan wachten totdat er een openbare actie wordt aangekondigd om daar contacten proberen te leggen. Deze manier van werken maakt het lastig voor autoriteiten om inzicht te krijgen in en controle over het doen en laten van de actiegroepen. Het is tegelijk ook het grootste nadeel van de actiegroep. De organisatorische opzet, met informaliteit als belangrijkste organisatiemodus, maakt de meeste actiegroepen ontoegankelijk, ondoorzichtig en elitair. Het gesloten karakter van een actiegroep wordt vaak gerechtvaardigd met het argument dat de geheimzinnigheid bij sommige acties nu eenmaal een vereiste is. Dat valt op zichzelf natuurlijk niet te bestrijden, maar de consequentie is wel dat de politieke arena door activisme eerder wordt vernauwd dan verbreed. Je zou kunnen zeggen dat de hierboven omschreven soort actiegroepen een nieuwe categorie beroepspolitici creëeren, terwijl het toegankelijk maken van ‘politiek’ voor nu nog uitgesloten, juist een belangrijk doel van de basisdemocratische beweging zou moeten zijn. Mogelijk is een deel van de activisme-cultuur (als stijl van politiek bedrijven en vaak ook leven) te verklaren door het gegeven dat de meeste acties toch vooral uit een luxe positie worden gevoerd. Het gaat hier, in tegenstelling tot het verarmde Zuiden, zelden om acuut lijfsbehoud. (4) Een tweede belangrijke trend binnen de andersglobaliseringsbeweging is de almaar toenemende rol van het internet. Behalve kennisuitwisseling, via onder meer webpagina’s, heeft met name het ‘internetwerken’ sinds half jaren negentig een vogelvlucht genomen. Een ondoorzichtig woud aan uitermate vloeiende en informele internet communicatie- en samenwerkingsplatforms bepalen, voor een groot deel de praktijk van de andersglobaliseringsbeweging. Zonder de voor een relatief grote groep mensen betaalbare toepassingsmogelijkheden van het internet, dat sociale bewegingen wereldwijd met elkaar verbindt, had de mensheid waarschijnlijk nooit van de andersglobaliseringsbeweging gehoord. Hoewel het internet ogenschijnlijk onbeperkte mogelijkheden biedt, kleven aan het huidige gebruik een fikse reeks nadelen, waarvan we de belangrijkste noemen. In de praktijk blijkt namelijk dat actieve deelname aan, internetwerken die met de andersglobaliseringsbeweging zijn verbonden, een zaak is voor een selecte groep professionele desktop activisten, oftewel activisten die hoofdzakelijk hun politieke activiteiten on-line vormgeven. Het ligt voor de hand dat het hier om vooral om ‘redelijk welgestelde blanke mannen’ (met veel vrije tijd) gaat. Vrouwen, werkenden en niet-westerlingen zijn veel minder on-line, waardoor hun veel communicatie en informatie gewoonweg ontgaat. Mensen en sociale bewegingen in het Zuiden bungelen ergens onderaan wat betreft internet gebruik.(5) Bovenstaande heeft het gevolg dat diegenen die het meest te lijden hebben onder uitbuiting en onderdrukking vrijwel geen deel kunnen uit maken van de belangrijkste internationale coördinatieplatforms die zich inzetten voor (ook) hun bevrijding. Wanneer we er van uit gaan dat “de bevrijding van de arbeidersklasse alleen het werk kan zijn van de arbeidersklasse zelf” (citaat van Marx) is dit een hoogst verontrustend gegeven. Er kleven echter meer nadelen aan de verschuiving van ‘de strijd’ naar het virtuele. In de praktijk blijkt dat zich sinds de internetrevolutie een groot deel van de besluitvormingsprocessen zich hebben verplaats naar het internet, net als de communicatie en discussie die aan besluitvorming voorafgaat. Dit geldt overigens nog het meest voor internationale samenwerkingsverbanden, waar vanwege de afstanden tussen deelnemende organisaties het internet de belangrijkste communicatie- en coördinatieplatform is. Het gevolg van deze trend is elitevorming en uitholling van de traditionele momenten voor en wijzen van, basisdemocratische besluitvorming. Eén dollar één stem is wordt zo vervangen door één modem één stem terwijl dat toch niet de bedoeling kan zijn. De weg is het doel Met activisme en netwerken is niets mis, zolang het maar binnen basisdemocratische kaders plaatsvindt en geen doel op zich wordt. Wanneer tegenmacht opbouwen het doel is,zullen we ons basisdemocratisch alternatief voor kapitalisme en autoritarisme ook moeten belichamen in onze eigen organisaties. De weg is het doel (citaat van Tao). Elitair activisme en de uitholling van basisdemocratische besluitvormingsprocessen door het internet mogen niet plaats vinden. Het opbouwen van duurzame basisdemocratische tegenmacht kan bovendien niet met netwerken en activisme alleen, maar schreeuwt om toegankelijke basisdemocratische organisaties. Anarchisten kunnen hun inspirerende en richtinggevende rol binnen de bredere andersglobaliseringsbeweging alleen dan herwinnen, wanneer zij hun theorie en praktijk vernieuwen en de ideologisch losgeslagen mensenmassa weet te organiseren binnen een nieuw soort samenwerkingsverbanden. Oud links was en is niet in staat dit te doen, daarvoor is zij door eigen toedoen teveel in diskrediet geraakt. De tijd dringt want het moge duidelijk zijn dat voorlopig alleen populistisch rechts garen spint bij de ontideologisering. De nieuw te vormen organisaties zouden zich niet alleen moeten beperken tot de traditionele radicaal linkse strijdpunten, maar zich moeten manifesteren op alle voor het samenleven belangrijke gebieden - en omdat niet regeren vooruitzien is, zouden zij uiteindelijk tezamen de staat moeten kunnen vervangen. De organisaties moeten een thuis kunnen bieden aan de grote en groeiende groep mensen die genoeg hebben van marktpartijpolitiek, en die noch in de arbeiders- en verzorgingstaat een alternatief zien. Er vallen een aantal belangrijke lessen te leren van de andersglobaliseringsbeweging. Zo is één van de aantrekkelijke kanten van deze beweging dat het zoekt naar samenwerkingsvormen die, binnen een niet al te nauw politiek en organisatorisch kader, ruimte geven aan verschillende culturen van (samen-) leven en (samen-) werken. Dit streven heeft haar de afgelopen jaren geen windeieren gelegd en zou behalve in de andersglobalistennetwerken ook binnen de te vormen basisdemocratische organisaties uiting moeten krijgen. Wat betreft de te ontplooien activiteiten zullen deze naast het actievoeren tegen zich vooral moeten bezighouden met het organiseren van directe actie (6) vóór. Te denken valt aan het ontwikkelen, in praktijk brengen en promoten van basisdemocratie alternatieven. Tenslotte moeten onze organisaties ook plaatsen zijn om te dansen en te vieren, niet alleen op de uiteindelijke overwinning, maar ook op feit dat we samen strijden en samen zijn, want dat is in deze donkere dagen al heel wat. Marco noten: (1) Anarchisten zijn voor basisdemocratie en verbinden hieraan een specifieke politieke stelingname (bijvoorbeeld ten aanzien van de staat) (2) Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. Zo zijn er de afgelopen twee jaar in de VS initiatieven genomen om regionale anarchistische federaties te vormen. Ook bestaan sinds lange tijd anti-autoritaire stromingen zoals het anarcho-syndicalisme en het communalisme. Allen streven ze een uitgewerkte alternatief maatschappelijke organisatiemodel na. (3) Lees ook eens de ‘Tirannie van structuurloosheid’: http://squat.net/eurodusnie/articles/dusnieuws/2002/tirannie.htm (4) Lees ook 'Give up activism': http://www.eco-action.org/dod/no9/activism.htm het postscript dat daarna is geschreven en trouwens de kritiek grotendeels weer terugneemt. Erg flauw en onterecht mijns inziens. (5) Lees ook: Kommunikatietechnologie. Gouden kalf of paard van Troje? http://squat.net/eurodusnie/articles/dusnieuws/2000/troje.htm (6) Met directe actie bedoelen we actievormen die gericht zijn om via buitenparlementaire wegen direct resultaten te boeken. Dusnieuws 39, januari 2003. . E-Mail: info@eurodusnie.nl Website: http://eurodusnie.nl |
Lees meer over: globalisering | aanvullingen | | DE ANDERE WERELD LAAT OP ZICH WACHTEN | viva - 13.01.2003 00:04
lees ook: DE ANDERE WERELD LAAT OP ZICH WACHTEN (Door: Freek Kallenberg) De succesvolle opmars van de wereldwijde globaliseringsbeweging is het resultaat van een tweetandige strategie. Ondemocratische instellingen worden op transnationaal niveau aangevallen terwijl op lokaal niveau democratische ruimte wordt geschapen waarin een 'andere wereld' kan worden opgebouwd. Nu alle aandacht uitgaat naar de protesten komt er van die opbouw weinig terecht. Raakt de beweging tandeloos? http://belgium.indymedia.org/front.php3?article_id=44872&group=webcast | tom de graaf hoera. | irene - 13.01.2003 16:36
Misschien is deze opmerking zo langzamerhand cliché te noemen, maar…. Als ik in een negatieve bui denk aan basis-democratie, denk ik aan de oeverloze vergadercultuur in de actiewereld, dat is, niets meer dan sociaal darwinisme. Informeel bestaan er wel degelijk verschillen in het "gewicht" van de deelnemers, vaak onbespreekbaar en taboe. Verschillen in charisma, emotionele en of verbale dominantie voorkomen dat niet elk individu de trein kan stoppen. Consensus in zijn zuivere vorm is alleen mogelijk in kleine groepen met mensen die ongeveer op 1 lijn zitten en zoniet, dan is het vaak ongewenst; tijdrovend, ondoelmatig en brengt schade toe aan het sociale klimaat omdat iedereen het eens moet zijn, ook al is hij of zij het niet. Wel is het waar dat je op hierboven genoemde manier openheid kan creëren, maar dit is helaas geen garantie voor de kwaliteit. Kwaliteit bereik je misschien als de persoonlijke verhoudingen netzo belangrijk zijn als de gewenste politieke verhoudingen maar dan bega je een lange weg en ga je tegen de hele evolutie in! blah
| Irene, je hebt gelijk ... | Ernst - 14.01.2003 12:37
... er is verschil in invloed en "gewicht", dus het is zaak, mijns inziens, zoveel mogelijk te formaliseren zodat verantwoordelijkheden duidelijk komen te liggen, en informatie zo toegankelijk mogelijk te maken - want daar zit vaak de bottle-neck. Verantwoording afleggen en gecontroleerd vertrouwen. En consensus is niet verplicht wat mij betreft ...
| hiep hoi irene | niet zo ter zake doende - 16.01.2003 05:33
mijn naam is niet ter zake doende omdat i deze ruimte alleen wil gebruiken om irene toe te jubelen. jubel jubel jubel PS: Wie de schoen past, trekke hem aan of hak gvd eindelijk eens een hieltje af. | |
aanvullingen | |