| |
'VS-leger uit Filippijnen' Arie DeWaarheid.nu - 22.07.2002 23:32
Tienduizenden mensen hebben vandaag in Manilla geprotesteerd tegen de aanwezigheid van het Amerikaanse leger op de Filippijnen. De demonstranten eisten verder goedkopere elektriciteit en meer land om te bewerken. Toen de demonstranten schreeuwden om het aftreden van de Filippijnse president Gloria Macapagal Arroyo dreef de politie ze met gummiknuppel en waterkanon uiteen. Tenminste 16 mensen, waaronder twee journalisten, werden daarbij gewond en 11 gearresteerd. Een beeltenis van Arroyo werd in brand gestoken. Verbrandde effigie van Filippijnse president Arroyo. Manilla, 22 juli 2002. Manilla, 22 juli 2002. Manilla, 22 juli 2002. Manilla, 22 juli 2002. Manilla, 22 juli 2002. Manilla, 22 juli 2002. Manilla, 22 juli 2002. In haar tweede landelijke toespraak vond Arroyo dat al wie zich tegen de aanwezigheid van Amerikaanse troepen op de Filippijnen keert, een handlanger is van de islamitische fundamentalisten van Abu Sayyaf. Zo'n 1000 Amerikaanse militairen die in het zuiden opereren, zijn officieel 'instructeurs en raadgevers' van het Filippijnse leger in de strijd tegen de commando’s van Abu Sayyaf. De regering Bush en het Pentagon grijpen elk voorwendsel aan om hun militaire aanwezigheid in Oost- en Zuid-Azië te versterken. Daaronder ook het bestaan van Abu Sayyaf, actief in het uiterste zuiden van de Filippijnen, op enkele eilandjes in de buurt van Mindanao. Op Mindanao en die eilandjes wonen talrijke moslims die zich behandeld voelen als tweederangsburgers. De meeste Filipino’s zijn arm en uitgebuit, de meeste Moro’s (moslims uit het zuiden) zijn dat nog iets meer. Drie bewegingen voeren al jaren strijd voor een autonoom of zelfs onafhankelijk gebied van de Moro’s: het MNLF (Moro Nationaal Bevrijdingsfront), het MILF (Moro Islamitisch Bevrijdingsfront) en het veel kleinere Abu Sayyaf. Leiders van de groep Abu Sayyaf hadden in het begin van de jaren 1990 nauwe banden met andere moslimfundamentalisten, zoals de groep van Osama bin Laden. Meer heeft Washington niet nodig, ook al werden die banden gesmeed in een tijd dat de Amerikaanse leiders daar absoluut geen problemen in zagen, tot 1992 waren die moslimfundamentalisten immers hun bondgenoten die ze samen met Pakistan en Saudi-Arabië bewapenden en financierden. We kennen het vervolg. Sinds 11 september 2001 speurt Washington de horizon af om op strategische plaatsen troepen te kunnen stationeren. De Filippijnen liggen strategisch, tussen Stille en Indische Oceaan in de buurt van zeer drukke zeevaartroutes en niet ver van China, de strategische rivaal van de VS op langere termijn. Ten tijde van de Amerikaanse oorlog tegen Vietnam (tot 1973) waren de marinebasis van Subic Bay en de luchtmachtbasis Clark, beide op het Filippijnse eiland Luzon, de belangrijkste militaire basissen van de Amerikanen in die oorlog. Nu was er wel één klein formeel probleem voor het inzetten van Amerikaanse troepen op de Filippijnen. In 1991 had de Filippijnse Senaat met een nipte meerderheid van 12 tegen 11 een amendement op de grondwet goedgekeurd dat het stationeren van buitenlandse troepen op het Filippijns grondgebied verbiedt. Maar sinds vorig jaar Joseph Estrada werd afgezet en werd opgevolgd door Gloria Macapagal Arroyo, worden de Amerikaanse belangen beter gediend. De 1000 Amerikaanse militairen die in het zuiden zijn geland, zijn er officieel voor manoeuvres, ze mogen officieel alleen het vuur openen in geval van zelfverdediging. President Macapagal Arroyo negeert de in 1991 geamendeerde grondwet door te verwijzen naar het militair samenwerkingsakkoord van 1951 en naar het "bezoekrecht" dat Ramos de Amerikaanse militairen in 1998 toestond. En haar voornaamste argument is dat al wie zich tegen die Amerikaanse militaire aanwezigheid verzet, natuurlijk een bondgenoot is van de terroristen. Voor Washington zijn ook de communistische guerrilla’s terroristen, zodat ook tegen hen alles is toegelaten uit naam van de universeel zaligmakende "internationale strijd tegen het terrorisme". -- Relevante website: http://www.uitpers.be/archief/nr28/comeback.html |
aanvullingen | | wil nier vervelend doen hoor maar. | 23.07.2002 00:04
arie, geef svp de bronnen van én de foto's (ook al zijn ze copyright free) én je nieuwsbronnen ALTIJD weer. "de waarheid" drijft alleen bij vrije informatiestromingen en niet als iemand daarop een monopolie heeft. dus kan je svp je bronnen geven, want dan kan ik zelf ook linken en misschien zelfs meer info krijgen. Die uitpers-link is een goed begin, zal ik maar zeggen.
| Genocide Laskar Jihad | Perantau - 23.07.2002 00:33
Op de Filippijnen mag het zo zijn, dat een achtergestelde islamitische minderheidsgroep de eigen belangen gewapenderhand tracht te verdedigen tegen een op het westen georiënteerde overheid, in het naburige Indonesië is de situatie precies omgekeerd. Hier vindt met steun van de overheid al jarenlang juist een aggressieve islamisering plaats,waarbij de islam met dwang wordt opgedrongen aan niet-islamitische(lees tweederangs-) bevolkingsgroepen in alle verre uithoeken van de archipel,tot aan Ambon en Irian. Islamitische(lees Javaanse)strijdgroepen krijgen van hogerhand wapens,waarmee ze vele niet-islamieten vermoorden of dwingen zich tot de islam te bekeren. Ik denk, dat de meeste niet-Javanen in de archipel juist blij zijn met deze Amerikaanse militaire presentie vlak aan de grens ,die de bloeddorstige strijdgroepen en hun rijke sponsors in Jakarta mogelijk doet terugdeinzen voor een totale genocide op de oorspronkelijke bevolkingen van o.a.de Molukken,Irian,Kalimantan en Sulawesi, teneinde de puriforme grondwet van 1945 af te schaffen en definitief van Indonesië een islamitische staat te maken,waarin voor andersdenkenden geen plaats is. Ik heb evenzeer mijn bedenkingen tegen de Amerikaanse expansie, maar die heeft niet alleen maar negatieve kanten. De recente bloedbaden in Oost-Timor hebben laten zien, waartoe de islamitische terreur in staat is. Een zekere militaire afschrikking spaart vele mensenlevens.
| Niet Islam, maar Soeharto | aan Perantau - 23.07.2002 09:54
Het is simplistisch, om het geweld in Indonesië als veroorzaakt door christenen tegen moslims te zien. Kijk bijvoorbeeld naar Aceh. De werkelijke oorzaak is de erfenis van de door de VS aan de macht geholpen dictator Soeharto. Deze VS regeringen hebben een traditie "moslim (en andere)fundamentalisten" volop te steunen: van massamoord op al dan niet zogenaamde communisten in Indonesië tot Bin Laden in Afghanistan en Bosnië. | Inderdaad | 23.07.2002 13:08
Het zelfde gaat ook op voor de Philipijnen trouwens.
| Lakar Soeharto? | Perantau - 24.07.2002 02:00
Uiteraard kan een deel van de geweldsexplosies in de Indonesische archipel toegeschreven worden aan kringen rondom de ex-dicator, maar dat doet niets af aan het feit, dat er binnen de overigens gematigde islamitische meerderheid fanatieke moordenaarsgroepen actief zijn, die weinig of geen tegenstand ondervinden van het bevoegd gezag, bij het terroriseren van niet-islamieten in Indonesië,hierbij ruimschoots profiterend van het huidige machtsvacuum. Bijna elke week gaat er wel ergens in de archipel een kerk in vlammen op en dat is echt niet alleen het werk van Soeharto en diens getrouwen. Na het wegvallen van het communisme heeft de Indonesische jeugd aleen de keuze tussen het platte westerse materialisme of de heroiek van een strijdende islam. Gezien de gigantische economische crisis is het eerste perspectief een onhaalbare fictie geworden,waardoor het tweede steeds aantrekkelijker wordt. Vandaar ook de steeds luider wordende roep om afschaffing van de pancasila,die de gelijkwaardigheid van alle godsdienstige groepen in Indonesië waarborgt, ook die,welke een minderheid vormen. In plaats van dat de frustratie wordt afgereageerd de eigen corrupte elite van islamitische leiders en te strijden voor een pluriform en democratisch Indonesië,worden andere etnische en godsdienstige groepen het slachtoffer van deze fanatici. Een zekere mate van internationale druk kan de Indonesische regering bewegen, om meer te doen aan de bescherming van de minderheden,die nu de rekening betalen van én de koude oorlog én de economische crisis.
| |
aanvullingen | |