Vleespotten van Europa blijven lokken Francis Vanden Berghe - 03.07.2002 23:53
Drie miljoen illegale immigranten in de Europese Unie. En naar schatting komen daar jaarlijks een half miljoen bij. Van China tot Oost-Europa, en van Noord-Afrika tot Latijns-Amerika dromen miljoenen jongeren van de vleespotten van het rijke Europa. Ze willen niet zozeer ontkomen aan politieke onderdrukking in hun land, als wel aan de armoede en de uitzichtloosheid. Daarom zijn het geen politieke, maar wel economische vluchtelingen. Op de Europese top in het Spaanse Sevilla, eind juni, bevestigden de Europese leiders hun neiging om het probleem veeleer met politionele maatregelen te beantwoorden en zo tot een meer gecontroleerde influx van economische vluchtelingen te komen. Zo’n influx is in het belang van de westerse bedrijfswereld: hij oefent in Europa een neerwaartse druk uit op de lonen, en vormt in arme landen een sociale veiligheidsklep voor regeringen die de belangen van die bedrijfswereld garanderen. Op de top in Sevilla besloten de Europese leiders nauwere samenwerking om de EU-grenzen te controleren. Ze willen nog dit jaar nieuwe maatregelen invoeren om illegalen naar hun land van herkomst terug te sturen. En tegen eind 2003 willen ze een gemeenschappelijk asielbeleid. Niemand zal ontkennen dat veel van die maatregelen hoognodig zijn. Vooral de strijd tegen de maffia’s van de mensensmokkel, die vanuit Oost-Europa, Noord-Afrika, Azië en Latijns-Amerika opereren maar wereldwijd actief zijn, is dringend. Een voorstel van Spanje, Groot-Brittannië en Italië om Europese hulp te binden aan de inspanningen van arme landen om de uittocht van illegalen te bestrijden en om teruggestuurde illegalen weer op te nemen, heeft het niet gehaald. Tegenstanders namen het niet dat hulpprogramma’s op die manier zouden worden gebruikt als een vorm van chantage. Maar overheersend was de vrees dat zo’n sancties de ontwikkeling van arme landen remmen, en daardoor de illegale migratiestroom aanwakkeren. Hoewel vragen kunnen worden gesteld bij de efficiëntie van de hulpprogramma’s voor de ontwikkeling van arme landen, toch bleek dat de Europese leiders goed beseften waar de drijvende kracht ligt die de illegale stroom veroorzaakt: bij de armoede, onderontwikkeling en uitzichtloosheid in vele landen. Neem nu Marokko. Daar proberen elk jaar naar schatting 100.000 mensen clandestien de Straat van Gibraltar over te steken, naar Spanje. Afpersing en bedreiging door de mensensmokkelaars die deze overtocht organiseren, kan hen niet afschrikken. Dat bij die overtocht op vijf jaar tijd naar schatting 10.000 illegalen zijn omgekomen, doet hen evenmin afzien van hun plan om het "beloofde land" te bereiken. Vooral jongeren willen weg uit een land waar één inwoner op vijf in absolute armoede leeft (minder dan 1 euro per dag) en waar velen nog leven onder half-feodale, agrarische en patriarchale structuren. Dat veel jongeren die als een knellend harnas ervaren, heeft vooral te maken met hun toegenomen contacten, via landgenoten, TV, internet en film, met Europese zeden en gewoonten. Wie honger heeft zoekt eten. Of neem Nigeria, een land dat rijk zou moeten zijn, maar waar de rijkdom in handen blijft van een uiterst corrupte, met westerse belangen verbonden "elite". ,,Niets houdt iemand die honger lijdt ervan af om eten te zoeken,’’ zegt een 23-jarige Nigeriaanse die al enkele malen illegaal heeft geprobeerd een beter bestaan in Europa te vinden en zich nu in Spanje schuilhoudt. "Wie thuis levend begraven is, riskeert niets meer, ook niet zijn leven. Gelooft men in Europa werkelijk dat ook maar één Afrikaan zijn continent zou verlaten als hij dat niet echt moét?" Of neem Latijns-Amerika, waar de "neoliberalisering" van de economie onder de zogeheten "nieuwe democratieën" miljoenen tot uitwijking heeft gebracht, vooral naar de Verenigde Staten en Spanje. Ruim 2,5 miljoen van de twaalf miljoen Ecuadorianen is uitgeweken om aan de toenemende armoede en bestaansonzekerheid te ontkomen. (Ze gingen vooral naar de VS, Spanje en Italië). Naar schatting tien miljoen Mexicanen leven in de VS, viermaal méér dan twintig jaar geleden. In Argentinië, door neoliberale ideologen jaren geprezen als "model", staan mensen in bosjes aan te schuiven bij ambassades in de hoop naar Europa of de VS te kunnen gaan. De emigratie vermindert in de Latins-Amerikaanse thuislanden het gevaar voor een "sociale explosie". De migranten vormen geen "last" meer, de dollars die ze naar hun families in Latijns-Amerika opsturen (20 miljard jaarlijks volgens de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank IDB) verlichten de problemen van de lokale regimes. In zes Latijns-Amerikaanse staten vormen die teruggestuurde gelden meer dan tien procent van het bnp. Salvadoraanse emigranten stuurden vorig jaar zowat 2 miljard dollar naar huis. De IDB schat dat Latijns-Amerikaanse emigranten het komend decennium tot 300 miljard dollar naar huis zullen sturen. Ze merkt daarbij op dat die injectie van deviezen de armoede kan helpen verlichten, maar betwijfelt of ze een motor voor ontwikkeling kan worden. De miljoenen jongeren die van Europa of de VS dromen, hebben kennelijk de hoop opgegeven om in eigen land de veranderingen af te dwingen die hen een beter bestaan kunnen opleveren. Zo’n veranderingen vormen nochtans de sleutel tot de oplossing voor het probleem van de illegale migratie. Maar ze veronderstellen een langdurige, moeizame strijd tegen lokale regimes die baat hebben bij het in stand houden van de huidige toestand, en die voor hun beleid vaak op steun van het Westen kunnen rekenen. Ze veronderstellen ook een strijd in de hoofden van de kandidaat-migranten zelf, omdat die veel feodaal-agrarische tradities van hun land meedragen: denk maar aan het gebrek aan scheiding tussen godsdienst en staat, achterstelling van de vrouw, patriarchale familieverhoudingen, huwelijkstradities of lage hygiënische normen. Als die migranten naar Europa komen, zorgen die traditionele zeden en opvattingen vaak voor wrijvingen met de lokale bevolking. Dan vormen ze al snel een voedingsbodem vormen voor het politiek succes van Europese extreem-rechtse partijen. Beperken en gedogen. De leiders van de EU blijven ambivalent bij de illegale immigratie. Aangespoord door het electoraal succes van extreem-rechtse partijen, grijpen ze naar politionele methodes om de illegale toevloed in te dijken. Tegelijk willen ze een gecontroleerde toevloed aanhouden. Illegaal in Europa werken is zelden de vrije keuze van de migrant. Zoiets als illegale immigratie kan niet bestaan als er niet tegelijk beperkingen én een graad van gedogen bestaan. Dat gedogen heeft te maken met de voordelen die ondernemers op de arbeidsmarkt in Europa en de VS hebben bij een toestroom van illegalen. Die trekken volgens Georges Tapinos van het Institut d’Etudes Politiques in Parijs het meeste voordeel uit de illegale immigratie. Ze genieten van de neerwaartse druk op lonen en sociale zekerheid die uitgaat van illegalen, die door hun status moeilijk misbruiken kunnen aanklagen. Als het om multinationale ondernemers gaat, zoals leiders van computer-, olie- of wapenconcerns, hebben die er ook belang bij dat bevriende regimes in arme landen niet in last komen door de druk die uitgaat van werklozen en de bevolkingstoename. Dan biedt uitwijking van het "surplus" soelaas. Dat helpt ook verklaren waarom de illegale uitwijking uit landen als Marokko en Nigeria kan rekenen op medeplichtigheid van heel wat overheidskringen. (Uitpers, juli-augustus 2002) |