Rinus van Schendelen Anonym - 22.03.2002 11:48
Een paar stukjes over Van Schendelen, formateur in Rotterdam. Hij doet vooral onderzoek naar lobbies, in het bijzonder de effectiviteit van lobbies van het bedrijfleven in Europa. Uit Management Team: "Het superministerie zoals politicoloog Rinus van Schendelen dat in Management Team 17 van dit jaar propageert, is dus al helemaal niet aan de orde. Hij pleit voor een brede ´koepel waarin alles dat met marktzaken heeft te maken wordt ondergebracht´. Daarin zou ook Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kunnen worden ondergebracht en Volkshuisvesting zonder de V, maar met de B van Bouwzaken. Jorritsma: "In Engeland vallen meerdere ministeries onder een superminister. Dat kan alleen maar in een systeem waar slechts één partij aan de macht is. In Nederland moet altijd een coalitie worden gesloten, waarbij wordt onderhandeld over hoeveel ministers elke partij mag leveren. Dit type ideeën zie je vaak in het programma van D66 verschijnen. Maar het leidt vaak tot niets. Bovendien ben ik er veel te praktisch voor aangelegd." Prof.dr. M.P.C.M. van Schendelen: Onderneming, maatschappij en overheid Rinus van Schendelen is hoogleraar politicologie. Hij bestudeert vraagstukken aangaande de relatie tussen overheid en bedrijfsleven, belangenbehartiging en de manier waarop wetgeving en het politiek systeem in de samenleving ingericht zijn. Hij zal ingaan op de vraag hoe het bedrijfsleven, en vooral het MKB, invloed kan uitoefenen op de politieke besluitvorming, en hoe het relatief gesloten Nederlands systeem zich verhoudt tot de openlijke gang van zaken in de Europese Unie. "Je moet je huiswerk goed maken. Analyseer je vechtarena. Wie zijn je tegenstanders, wie zijn je medestanders en hoe ga je het spel spelen?" Van Schendelen staat ook op de sprekerslijst van Focus Conferences (op de 88e plaats) naast zo ongeveer alle groten van het kleine kapitalistische Nederland. Aan het woord is prof. dr. Rinus van Schendelen, hoogleraar politicologie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Hij zegt ´geen samenhangend beeld´ te kunnen geven van het lobbyvermogen van de zorgsector, maar heeft wel een aantal indrukken. Zo acht hij de slagkracht van bijvoorbeeld de KNMG, als heterogeen samengestelde organisatie, klein. ´Alle partijen zitten wel aan tafel, maar dan voornamelijk om elkaar te beloeren.´ Het echte lobbywerk vindt volgens Van Schendelen plaats in homogene clubs, zoals de Orde. Hij vindt het een sterk punt van de Orde dat in het lobbytraject aansluiting is gezocht bij de ziekenhuizen. ´Dat zie je sowieso steeds meer,´ stelt hij vast, ´dat partijen per onderwerp andere partners zoeken. Dat vergroot de slagkracht. Het aantal wisselende contacten neemt duidelijk toe en, is dan de vraag, krijg je daar geen enge ziektes van? Nee, als je je huiswerk goed doet niet.´ Wat is nou een verstandige aanpak in lobbyland: de stille diplomatie (KNMP) of de tamtam (LHV)? Van Schendelen durft het niet te zeggen. ´Soms is de ene manier succesvol, en dan weer de andere.´ Wel stelt hij vast dat de apothekerslobby veel steviger is dan die van de huisartsen. Van Schendelen: ´Dat vind ik eigenlijk raar. Beide beroepsgroepen werken toch als een soort van middenstander. Die zijn lastig te organiseren. Het is knap dat het de KNMP lukt.´ Waardering kan hij ook opbrengen voor de lobby van farmaceuten en verzekeraars. ´Die pakken dat gewoon professioneel aan.´ |