| |
| notitie beleidsuitgangspunten wet kraken | Napoleon - 27.09.2010 17:23
Directie Openbare orde en veiligheid Beleidsuitgangspunten ontruimen van kraakpanden OOV/njs/27 september 2010 Inhoud 1.Inleiding 2.Historie 3.Overige titels voor ontruiming 4.Kraakverbod en beleidsuitgangspunten 5.Ontruiming in de praktijk 6.Samenhang tussen ontruiming van kraakpanden en het bestrijden van leegstand 7.Relevante wetgeving 1. Inleiding Per 1 oktober 2010 wordt de wet Kraken en leegstand (hierna: kraakwet) van kracht. Deze nieuwe wet heeft gevolgen voor het beleid van Amsterdam op het gebied van ontruimingen van kraakpanden. Door de nieuwe wet is kraken als misdrijf strafbaar gesteld en is de strafbaarheid niet meer afhankelijk van de duur van de leegstand. De gevangenisstraffen kunnen worden verhoogd indien er twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen. Tevens kunnen deze straffen verder oplopen als de groep geweld gebruikt. Daarnaast biedt de wet een expliciete grondslag voor het ontruimen van gekraakte panden. Het doel van dit stuk is u uiteen te zetten wat de beleidsuitgangspunten zijn bij het ontruimen van kraakpanden. Aangezien het niet helemaal is in te schatten welke gevolgen deze wet met zich meebrengt, zal met voorschrijdend inzicht bijstelling van het document kunnen plaatsvinden. Let wel: het gaat hierbij om de panden die ontruimd worden middels grootschalig politieoptreden. Alle panden die door de zogenaamde “platte pet” worden ontruimd, kunnen met de inwerkingtreding van de wet op dezelfde wijze ontruimd worden. Alvorens de beleidsuitgangspunten toe te lichten, treft u eerst een korte schets aan van de historie van het ontruimen van kraakpanden. Daarna zet ik in het kort uiteen de overige titels voor ontruiming. Vervolgens wordt de nieuwe wet weergegeven, met aansluitend de beleidsuitgangspunten die gehanteerd worden bij de toepassing van de wet. Daaropvolgend schets ik de samenhang tussen ontruimingen van kraakpanden en het bestrijden van leegstand. Tot slot benoem ik de relevante wetgeving. 2. Historie Ontruimingsbeleid tot 9 oktober 2009 Tot de uitspraak van de Hoge Raad vorig jaar inzake strafrechtelijke ontruimingen, werd in Amsterdam ontruimd op civielrechtelijke titel (a), strafrechtelijke titel (b) of op last van de burgemeester in een noodsituatie (c). a.Als de rechter in een vonnis de vordering tot ontruiming toewijst, rust op de burgemeester een rechtsplicht mee te werken aan de uitvoering van het ontruimingsvonnis. Immers in een rechtsstaat kan niet worden toegestaan dat de executant met eigen geweld zijn recht verwezenlijkt. De uitvoering van een uitspraak van een onafhankelijke rechter kan evenmin afhankelijk worden gesteld van een bestuurlijke of politieke toetsing van het vonnis. b.Ook in geval de officier van justitie van mening is dat er sprake is van overtreding van het Strafrecht (art. 138 danwel art. 429 sexies Sr), kan de burgemeester niet in de overwegingen van het OM treden en rust op de burgemeester de plicht om het besluit van het OM te respecteren en wordt tot ontruiming overgegaan. c.Als er sprake is van een onhoudbare situatie (noodsituatie), bijvoorbeeld door bouwvalligheid, een brandgevaarlijke situatie of de aanwezigheid van asbest in het pand, moet snel worden opgetreden. Bewoning en/of gebruik van het pand is dan immers onverantwoord. Dit betekent dat de krakers onmiddellijk het pand moeten verlaten. Het pand wordt dan op last van de burgemeester ontruimd (noodbevoegdheden). Met uitzondering van de noodsituatie en de panden die zonder ME-inzet ontruimd kunnen worden, zijn verreweg de meeste panden tijdens zogenaamde ontruimingsrondes ontruimd. De ontruimingsrondes zijn in het leven geroepen om zodoende de ordeverstoringen te minimaliseren en de politie-inzet zo optimaal mogelijk te benutten. Immers er was voortdurend onrust in de stad omdat gedurende het gehele jaar ontruimd werd. Daar de burgemeester verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid wordt bij een ontruiming telkens beoordeeld of de ontruiming tot ernstige verstoringen van de openbare orde zal leiden. Daarnaast weegt de burgemeester af of de ontruiming tot onacceptabele risico’s leidt voor het in te zetten (politie)personeel, de omwonenden of de krakers zelf én of de politie-inzet voor de ontruiming verantwoord is met het oog op politie-inzet elders in de stad. Met de komst van de ontruimingsrondes werd de onrust beperkt en de politie-inzet efficiënter ingezet. Ook de rechter heeft geoordeeld dat de burgemeester de ruimte heeft om gelet op de openbare orde en veiligheid in de stad tijdens rondes te ontruimen en niet verplicht is direct te op te treden (zie casus Blauwe Reiger). Daarnaast werd in Amsterdam niet ontruimd voor leegstand, om zo herkraak te voorkomen én te voorkomen dat de politie meermalen wordt ingezet voor de ontruiming van hetzelfde pand. De burgemeester is wel gehouden mee te werken aan de tenuitvoerlegging van een vonnis binnen de door de rechter gestelde termijn. Maar als de eigenaar binnen deze termijn niet aannemelijk kon maken dat hij het pand in gebruik ging nemen, werd de ontruiming van het pand doorgeschoven naar de volgende ronde. Gevolg van dit beleid was dat alle partijen wisten waar zij aan toe waren en elk pand ontruimd werd mits er een titel voor ontruiming was en aangegeven werd hoe het pand direct na ontruiming door de eigenaar in gebruik werd genomen. Ook was duidelijk dat deze ontruimingen tijdens de rondes plaatsvonden. Ontruimingsbeleid na 9 oktober 2009 tot invoering wet Kraken en leegstand De Hoge Raad heeft vorig jaar in zijn arrest geoordeeld dat strafrechtelijk ontruimen op grond van artikel 429 sexies Sr verboden is. Daarmee is een einde gekomen aan de decennialange uitvoeringspraktijk in Amsterdam en aan een vaste rechtspraak van diverse rechtbanken en hoven. De HR redeneert in zijn arrest dat krakers, ook al is dat illegaal gevestigd, huisrecht hebben. Dat huisrecht is een klassiek grondrecht, beschermd door het EVRM en onze eigen grondwet. Een inbreuk moet in een formele wet zijn geregeld. Artikel 429 sexies Sr stelt weliswaar strafbaar het kraken van een pand dat niet langer dan een jaar leegstaat, maar regelt niets over het ontruimen daarvan. Vanzelfsprekend is de uitspraak van de HR gerespecteerd en sindsdien is niet meer op grond van artikel 429 sexies Sr ontruimd. Echter het arrest laat ruimte voor de stelling dat strafrechtelijke ontruimingen op grond van artikel 138 Sr wel mogelijk zijn. In het arrest staat dat als een eigenaar/rechthebbende de woning feitelijk in gebruik heeft, hij degene is die zich op zijn huisrecht kan beroepen. Kortom: als er huisrecht is gevestigd, kan geen nieuw huisrecht gevestigd worden. Krakers tasten derhalve het huisrecht van de eigenaar/rechthebbende aan door het te kraken. In Amsterdam was besloten om strafrechtelijke ontruimingen op grond van 138 Sr voor te zetten. Er werd vastgehouden aan ontruimingsrondes met uitzondering van prangende 138 Sr-zaken, daartegen wordt direct opgetreden Na het arrest van de HR bleef het ontruimingsbeleid van kracht met uitzondering van de strafrechtelijke ontruimingen op basis van 429 sexies Sr. Ontruimingsbeleid per 1 oktober 2010 Op 1 juni 2010 heeft de Eerste Kamer de wet Kraken en leegstand aangenomen. De wet treedt op 1 oktober 2010 in werking. De kraakwet stelt kraken in alle gevallen strafbaar en creëert een ontruimingsbevoegdheid voor het openbaar ministerie. Daarnaast krijgt de gemeente extra bevoegdheden ten aanzien van de aanpak van leegstand. Alvorens de nieuwe wet en de beleidsuitgangspunten van het ontruimingsbeleid uiteen te zetten, wordt in het volgende hoofdstuk eerst ingegaan op de overige titels voor ontruiming. 3. Overige titels voor ontruiming Door de komst van de kraakwet hoeft de eigenaar niet meer naar de rechter te stappen voor een ontruimingsvonnis. Volstaan kan worden met het doen van aangifte. De Officier van Justitie zal vervolgens de aangifte beoordelen. Daarom is de verwachting dat er in de toekomst (bijna) geen civielrechtelijke ontruimingen meer plaats zullen vinden. Als een eigenaar van een pand toch nog besluit om naar de civiele rechter te stappen, en de rechter oordeelt dat ontruimd kan worden, zal het vonnis net als voor de inwerkingtreding van de wet altijd ten uitvoer worden gelegd. Ook de ontruimingen in noodsituaties, op last van de burgemeester, zullen hoogstwaarschijnlijk afnemen. Immers de burgemeester mag alleen noodbevoegdheden inzetten als er geen reguliere mogelijkheid is hetzelfde te bewerkstelligen. Nu er een kraakverbod is, is altijd strafrechtelijk ontruimen mogelijk en (in principe) geen reden tot het inzetten van noodbevoegheden. Gelet op bovenstaand wordt in deze notitie verder alleen stilgestaan bij het ontruimen op basis van de kraakwet. 4. Kraakverbod en beleidsuitgangspunten Met de inwerkingtreding van de wet Kraken en leegstand geldt er een algemeen kraakverbod. Kraken is in de artikelen 138 en 138 a Sr strafbaar gesteld en overtreding vormt een misdrijf. Artikel 138 Sr behelst de situatie dat een woning of besloten erf nog bij een ander in gebruik is; in artikel 138 a Sr is het gebruik van de woning of het gebouw door de rechthebbende beëindigd. Indien de Officier van Justitie van mening is dat 138 danwel 138 a Sr overtreden is, geeft het OM opdracht tot aanhouding van verdachten. Artikel 551 a Sv geeft de politie en het OM de bevoegdheid om het betreffende pand ook daadwerkelijk te ontruimen. Als de eigenaar danwel de krakers niet eens is/zijn met de beslissing van de OvJ, kan een Kort Geding aangespannen worden. Ook kan een artikel 12 procedure gestart worden bij het Hof. Per geval zal worden beoordeeld of gewacht wordt op de uitspraak. Vanzelfsprekend zal ook in Amsterdam de wet worden uitgevoerd. De bedoeling van de wet is om eigendom en gebruik van onroerend goed effectief te beschermen. Met deze wet kunnen veel kraakacties gemakkelijker worden opgelost. De wet kent geen overgangsrecht. Dit betekent dat per 1 oktober aanstaande alle gekraakte panden strafrechtelijk ontruimd kunnen worden en de krakers kunnen worden aangehouden. Het is echter ondoenlijk om per 1 oktober alle kraakpanden direct te ontruimen. Daarom wordt bij de uitvoering van de wet, met het oog op een efficiënte inzet van politie- en justitiecapaciteit, onderscheid gemaakt in kraakacties die met een hoge, gemiddelde of lage prioriteit aangepakt moeten worden. Tegen kraakacties met een hoge prioriteit zal de politie in beginsel binnen korte tijd – enkele dagen – optreden om de kraak feitelijk te beëindigen door de krakers aan te houden en het pand te ontruimen. Kraakacties met een gemiddelde prioriteit zullen in beginsel door de politie worden beëindigd tijdens één van de ontruimingsrondes. Kraakacties met een lage prioriteit zullen worden beëindigd indien politiële en justitiële capaciteit dit toelaten, waarbij op voorhand geen termijn kan worden gegeven waarbinnen dit in elk geval zal gebeuren. Van elke kraakactie zal apart worden beoordeeld met welke prioriteit deze moet worden aangepakt. Kraakacties met een hoge prioriteit zijn bijvoorbeeld de volgende zaken: De kraak van een pand dat feitelijk bewoond wordt, bijvoorbeeld door antikraakwachters; De kraak van een pand dat op andere wijze in gebruik is. Ander gebruik kan inhouden: verbouwingen, schilder- of kluswerkzaamheden, renovatiewerkzaamheden, sloop, gebruik als wisselwoning of opslagruimte; De kraak van een pand waarvan de eigenaar/rechthebbende verblijft in verpleegtehuis of is overleden terwijl de boedelverdeling nog plaats vindt; De situatie dat krakers in een gekraakt pand ernstige beschadigingen aanbrengen en/of het pand zwaar barricaderen; Als zich een noodsituatie voordoet ten aanzien van een gekraakt pand, bijvoorbeeld als er ernstig gevaar voor bewoners en/of omgeving ontstaat. Denk hierbij aan bouwvalligheid, brandgevaar of aanwezigheid gevaarlijke stoffen. Als een kraakpand ernstige, structurele overlast veroorzaakt. Kraakacties met een gemiddelde prioriteit zijn bijvoorbeeld de volgende zaken: Kraakacties die zijn uitgevoerd ten aanzien van een pand dat leeg stond op het moment van de kraak, en de eigenaar ook lange tijd geen plannen had met het pand maar waarvoor inmiddels een nieuw gebruik of bewoning is geregeld (voorheen de panden die op civielrechtelijke titel werden ontruimd); Kraakpanden waarin onvergund activiteiten worden ontplooid die vergunningplichtig zijn of waartegen zou worden opgetreden indien die plaats zouden vinden in een legaal pand, maar optreden niet mogelijk is omdat de krakers dit niet toelaten. Kraakacties met een lage prioriteit zijn bijvoorbeeld de volgende zaken: Kraakacties ten aanzien van leegstaande panden waarvoor door de eigenaar geen plan voor heringebruikname wordt aangedragen; Kraakacties ten aanzien van panden die eerder ontruimd zijn waarna de eigenaar of gebruiker zich niet heeft gehouden aan gemaakte afspraken over de heringebruikname waardoor het pand opnieuw is gekraakt. Deze prioriteitsstelling betekent dat elk gekraakt pand binnen afzienbare tijd ontruimd wordt indien de eigenaar of gebruiker van dat pand aan de redelijke voorwaarde voldoet dat hij het pand na ontruiming direct in gebruik neemt. Sommige panden worden derhalve met hoge prioriteit ontruimd, sommige met gemiddelde en andere met lage prioriteit. Het in gebruik nemen kan op veel verschillende manieren. Bijvoorbeeld door het te gaan verbouwen, onbewoonbaar te maken (in geval van een noodsituatie zoals brandgevaar), te slopen, er antikraak in te zetten, te gaan verhuren, et cetera. Voor de kraakacties met een hoge prioriteit is de ingebruikname al op voorhand duidelijk omdat het huis direct weer bewoond wordt, of de werkzaamheden weer hervat worden. Opgemerkt wordt dat bij inzet van antikraak, de antikraak wel substantieel moet zijn; één antikraker in een flatgebouw is niet afdoende. De afspraak voor heringebruikname wordt, gelet op ervaringen uit het verleden, gemaakt om te voorkomen dat een pand wordt herkraakt, waarbij de politie in korte tijd opnieuw moet optreden om het pand te ontruimen. Per geval zal beoordeeld worden in welke categorie een kraak valt. Bij de beoordeling, bijvoorbeeld van ernstige, structurele overlast, zal de situatie met o.a. politie-informatie onderbouwd moeten kunnen worden. Gelet op een efficiënte inzet van de politie- en justitiecapaciteit en de handhaving van de orde en rust in de stad zal voor de zaken die met een gemiddelde prioriteit worden vastgehouden aan ontruimingsrondes. Afhankelijk van het aanbod, vindt een ronde plaats met een minimum van 3 rondes per jaar. De verwachting is dat er in de komende periode een toename van het aantal te ontruimen panden zal zijn, wat een verhoging van het aantal rondes betekent. In urgente gevallen zal ook tussentijdse inzet plaatsvinden. Ook na de inwerkingtreding van de nieuwe kraakwet geldt dat de burgemeester de verantwoordelijkheid heeft te beoordelen of de ontruiming tot ernstige verstoringen van de openbare orde zal leiden. Daarnaast weegt de burgemeester af of de ontruiming tot onacceptabele risico’s leidt voor het in te zetten (politie)personeel, de omwonende of de krakers zelf en of de politie-inzet voor de ontruiming van het kraakpand verantwoord is met het oog op politie-inzet elders in de stad. Over het moment van optreden zal daarom, ook nu, telkens in driehoeksverband overlegd worden en kan de burgemeester beoordelen wanneer dat gelet op de situatie in de stad en de capaciteit van de politie plaats kan vinden. Als er weerstand wordt verwacht bij de ontruiming, worden omwonende in beginsel middels een bewonersbrief ingelicht. 5. Ontruiming in de praktijk In principe is een ieder bevoegd tot aanhouding bij de constatering van een strafbaar feit op heterdaad, zo ook bij de artikelen 138 en 138 a Sr die kraken strafbaar stellen. De bevoegdheid om een pand te ontruimen ligt echter uitsluitend bij politie en justitie. In de praktijk zal het daarom zo zijn dat bij ontdekken van het misdrijf “kraken” er alleen door de politie zal worden aangehouden en ontruimd. Er doen zich twee scenario’s voor: 1. het strafbare feit (de kraak) wordt ten tijde van – of kort daarna ontdekt; 2. het strafbare feit (de kraak) wordt langere tijd nadat deze heeft plaatsgevonden ontdekt. Ad 1: de politie is bevoegd om direct op te treden. Echter: steeds zal vooraf de afweging moeten plaatsvinden of het optreden opportuun is, gelet op de veiligheid van de politiemensen, de te verwachten tegenstand en de mate van verstoring van de openbare orde. In de praktijk zal dit er toe leiden dat de politie in zijn algemeenheid niet direct zal optreden bij ontdekking van een kraak op heterdaad, maar per geval voor ontruiming met de driehoekspartners zal overleggen. Ad 2: in opdracht van de OvJ worden de krakers aangehouden en het pand ontruimd. Voor het beleid inzake dit soort ontruimingen, verwijs ik naar de beleidsuitgangspunten onder hoofdstuk 4. Omdat kraken strafbaar is als misdrijf, zal bij ontruiming altijd overgegaan worden tot aanhouding van diegenen die zich in het pand bevinden. In tegenstelling tot voorheen hoeft er geen vordering tot verwijdering uit het pand meer plaats te vinden, immers: zij die zich in het pand bevinden zijn al wederrechtelijk binnen en plegen een misdrijf. Dat betekent dat ook diegenen die bij de komst van de politie het gekraakte pand verlaten zullen worden aangehouden op basis van de nieuwe wet. Als de politie een kraakactie op heterdaad constateert, zal er in de regel een verdenking zijn ten aanzien van de artikelen 138 of 138 a Sr. Om het bestanddeel “wederrechtelijk” in die artikelen te bewijzen, is het doen van een aangifte echter nog steeds nodig. De eigenaar/gebruiker dient kort gezegd aan te geven dat hij niet wil dat de krakers in zijn huis zitten. Daarnaast is de aangifte van belang om de prioriteit van de kraakzaak te kunnen bepalen. 6. Samenhang tussen ontruiming van kraakpanden en het bestrijden van leegstand In de memorie van toelichting van de Wet kraken en leegstand wordt geconcludeerd dat er voor woonruimte in principe al voldoende instrumentarium beschikbaar is om leegstand tegen te gaan. De gemeente Amsterdam bestrijdt de leegstand van woningen op basis van de Huisvestingswet, de Leegstandwet en de Wet Gemeentelijke Basis Administratie via bestuursrechtelijke weg. Door invoering van de nieuwe Wet kraken en leegstand wordt dit bestuursrechtelijk instrumentarium uitgebreid. De Wet kraken en leegstand biedt, door middel van een wijziging van de Huisvestingswet, namelijk de mogelijkheid om een bestuurlijke boete in te zetten bij de meldingsplicht voor de daartoe in de huisvestingsverordening aangewezen woningen (vergunningplichtige huurwoningen). Hier kon in de voormalige situatie overigens al een last onder dwangsom voor worden opgelegd. Er moet nog worden bepaald of van de nieuwe mogelijkheid om de bestuurlijke boete in te zetten gebruik zal worden gemaakt. Het college komt hier separaat op terug. Met betrekking tot de aanpak van leegstand van kantoren, het volgende: Een gezonde kantorenmarkt kent een leegstand van 4-8%. Deze frictieleegstand is nodig om verhuizingen, verhuur en verkoop mogelijk te maken. In Amsterdam staat circa 17% van de kantoorvloeren leeg. Dit komt neer op 1,3 miljoen vierkante meter, waarvan ongeveer de helft structureel leegstaat. De gemeente zet zoveel mogelijk middelen in om deze leegstand terug te brengen. In dat kader wordt gewerkt aan een actieplan bestrijding leegstand kantoren. De Wet Kraken en Leegstand biedt de mogelijkheid tot het vaststellen van een leegstandverordening voor leegstaande gebouwen of gedeelten daarvan, niet zijnde woonruimte. Gedacht wordt dit instrument gebiedsgericht in te zetten. Nadere voorstellen hiervoor worden dit najaar aan de raad voorgelegd. 7.Relevante wetgeving Artikel 138 Sr: 1.Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. 2.Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen. 3.Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 4.De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen. Artikel 138a Sr: 1. Hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft, wordt, als schuldig aan kraken, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. 2. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 3. De in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen. Artikel 551a Sv: In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 138, 138a en 139 van het Wetboek van Strafrecht kan iedere opsporings-ambtenaar de desbetreffende plaats betreden. Zij zijn bevoegd alle personen die daar wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle voorwerpen die daar ter plaatse worden aangetroffen, te verwijderen of te doen verwijderen.
| wat is wat | nn - 27.09.2010 21:34
Feitelijke onjuistheden ("De kraak van een pand dat feitelijk bewoond wordt, bijvoorbeeld door antikraakwachters" - dacht dat ze het alleen maar beheerden / bewaakten?) en feitelijke domheden ("Het in gebruik nemen kan op veel verschillende manieren. Bijvoorbeeld door het (...) onbewoonbaar te maken"). Mooi stukje provocatie van de gemeente als je 't mij vraagt | Bluf | NN - 27.09.2010 22:24
Met een beetje tussen de regels doorlezen is het vrij duidelijk dat dit voornamelijk bluf is om de boeroepers van VVD tevreden te stellen. Het enige dat concreet lijkt te veranderen is dat er ipv 3 nu 6 ontruimingsrondes per jaar zullen zijn. | |
supplements | |