| |
{Opinie} Waarden en normen: wonen is een gunst Libby - 11.10.2009 18:08
Het kraakverbod als sluitstuk van een (neo-liebrale en conservatief christelijke) politiek die een basisbehoefte weer tot gunst herleidt. Een mens heeft een aantal basisbehoeften zonder welke hij niet of nauwelijks kan overleven: voedsel, water en beschutting onder de vorm van kleding en onderdak. Niet alleen is er in Nederland, ondanks de materiële overdaad, nog steeds een groep mensen die voor voedsel en kleding afhankelijk is van zogenaamde liefdadigheid, voor wat betreft het voldoen aan de basis levensbehoefte aan onderdak gaat het in Nederland om een substantieel en structureel groeiend onderdeel van de bevolking. Sedert het begin van deze eeuw heeft de overheid het recht op wonen systematisch uitgehold in het voordeel van het maximaliseren van de winst uit beleggingseigendom voor speculanten, institutionele beleggers en corporaties. Deze politieke lijn heeft de Nederlandse samenleving ernstig ontwricht. Vanuit de ideeën achter het terugplooien op het oude waarden- en normenstelsel dat de opeenvolgende regeringen Balkenende onderschreven, werd het streven naar het voorzien in de basisbehoefte aan onderdak, omgezet in een 19de eeuws aandoende marktfilosofie. Daarbij werd het voldoen aan die basisbehoefte herleid tot een gunst waarvoor men blij mag zijn. Blij met een plaatsje in de daklozenopvang of met een anti-kraakovereenkomst waarbij elke vorm van zekerheid ontbreekt, het recht op privacy ernstig aangetast wordt en zelfs in hoge mate inbreuk gemaakt wordt op het recht op zelfbeschikking (geen logees, geen vakantie, geen huisdieren, geen kinderen...) Als men veel geluk heeft kan men ergens een tijdelijk huurcontract lospeuteren in een van de grote stadsvernieuwingsprojecten, in afwachting van sloop of renovatie, als men heel veel geluk heeft kan men zelfs tot vijf jaar op dezelfde plek blijven wonen. Ook huurders met een gewoon huurcontract en huurbescherming mogen blij zijn (of moeten er voor vrezen) dat ze niet in een gesplitste particuliere huurwoning wonen, waar ze weggepest zullen worden, of in een stadsvernieuwinsproject van een corporatie waarbij 100% sociale huur systematisch teruggebracht wordt naar 30%, waardoor de wachttijden voor mensen die nog geen woning hebben, of op een andere manier precair wonen steeds langer worden. De manier waarop men omgaat met huurbescherming en inspraakregels is vaak een aanfluiting van de relevante wetgeving, men creëert onzekerheid en laat mensen in concurrentie gaan over de terugkeer in de 30% overblijvende woningen, een hoop mensen met huurbescherming worden op deze manier in een situatie van onzekerheid over hun basisbehoefte aan onderdak gebracht. Huurders in complexen gebouwd tussen 19de eeuw en de jaren '70 van de vorige eeuw, leven tussen hoop en angst voor renovatieplannen van hun woning, zodra die onderhoudsgebreken beginnen te vertonen die niet meteen meer aangepakt worden. Men is er in geslaagd een groot gedeelte van de huurders bang te krijgen voor het verlies van hun vaste stek, hun plekje in hun eigen buurt binnen hun eigen sociale netwerk, voor het verlies van alle elementen die een onderdak ook tot een thuis maken. Kopers die onder druk van de woningnood en de propagandapraatjes van de overheid tot noodkoop overgaan en tussen hangen en wurgen hun hypotheek proberen te voldoen, wetend dat het zwaard van Damocles onder de vorm van executorale verkoop, huisuitzetting en dakloosheid, hen permanent boven het hoofd hangt. Ook zij mogen elke maand blij zijn dat ze weer het geld bij elkaar konden schrapen om hun hypotheekschuld af te lossen. Als een basisbehoefte praktisch als gunst wordt behandeld, door brede lagen van de bevolking ook als dusdanig wordt gezien en zelfs normaal wordt gevonden, werkt dat desolidariserdend op de samenleving. Het verstoort de sociale cohesie en versterkt egoisme door de concurrentie op te schaarse woningen te stimuleren. Het gevoerde beleid is er niet langer op gericht een tekort aan een basisnood weg te werken, maar stimuleert op een kunstmatige manier het vergroten van dit tekort. Zo wordt de woningnood onder meer kunstmatig versneld door de beleidskeuze voor het privatiseren van sociale woningvoorziening en ze onderhevig te maken aan marktwerking. Verder ook door het fiscaal aantrekkelijk houden van leegstand en door het bevorderen van speculatie en prijsopschroeving aan de hand van het splitsbeleid. Op deze manier werkt het conservatief-christelijke, neoliberale beleid sociale afbraak in de hand. De maatregelen die de overheid neemt om die tendens om te keren, werken de ontstane mechanismen nog verder in de hand, de wijkaanpak en de volgelaarmiddelen versterken de precarisering van het wonen, want ze versnellen de stadvernieuwing en de uitverkoop van betaalbare woningen. Door het herijken van de samenleving op conservatief christelijke en ultraliberale waarden en normen die in de 18de en 19de eeuw de sociale verhoudingen in een status quo probeerden te houden, gebaseerd op het tot gunst maken van vrijwel alle basisbehoeften voor de overgrote meerderheid van de bevolking, wordt de samenleving op het vlak van maatschappelijke verhoudingen zo'n twee eeuwen teruggeslingerd in de tijd. Dit etische reveil was onmogelijk zonder het ondergraven van basisbehoeften. De behoefte aan beschutting door een dak boven het hoofd was het makkelijkst weer te ondergraven, gezien het probleem van de woningnood nog niet helemaal opgelost was en vrij gemakkelijk weer kon worden vergroot door het opdrijven van marktwerking, vooral omdat gespeeld wordt met een reële, niet kunstmatig gecreëerde behoefte. Daardoor ontstaat angst en onzekerheid, zijn (al dan niet etnische of religieuze groepen) mensen makkelijk tegen elkaar uit te spelen en wordt meer controle en repressie geaccepteerd omdat het maatschappelijk onbehagen en de concurrentie tussen individuen en groepen in toenemende mate tot uiting komt in fysieke conflicten. Tegelijk met het herinvoeren van deze eeuwenoude waarden en normen wordt benadrukt dat het streven naar een sociaal rechtvaardige samenleving waarin aan ieders basisbehoefte wordt voldaan achterhaald, ouderwets, niet meer van deze tijd en totaal mislukt is. Deze redenering speelt in de kaart van rechts-populisten en rechts-extremisten om hun politieke agenda door te drukken, inspelend op de hoop op een gevoel van veiligheid wat niet gegarandeerd kan worden door het opdrijven van controle en repressie. Zij roepen binnen die vicieuze cirkel dat het nog lang niet genoeg is en bevestigen dat sociale rechtvaardigheid een mythe is terwijl extreem doorvoeren van afhankelijkheidsrelaties gecombineerd met repressie en controle tot meer solidariteit zal leiden. De klus lijkt geklaard, Nederlands is klaar voor het volgen van de neoliberale lijn en het herstel van conservatieve normen en waarden die de machtsverhoudingen verankeren en de bevolking weer zelf laat geloven dat ze hun plaats moeten kennen, blij mogen zijn met wat ze hebben, in het besef dat het hen elk ogenblik kan worden ontnomen, onder dreiging van strenge sancties als ze hiertegen in opstand zouden durven komen. En dan zit aan het rafelrandje van die samenleving nog een groepje mensen die weigeren om in deze desolidariserende, asociale logica mee te gaan, die weigeren te geloven dat neoliberale politiek het toonbeeld is van vooruitgang of moderniteit en zich niet laten wijsmaken dat een sociale, solidaire samenleving voorbijgestreefd en ouderwets is. Krakers worden, passend binnen de rhetoriek van wonen als gunst en controle als antwoord op het niet voldoen aan essentiele behoeften, afgeschilderd als een stel agressieve associalen die zich uit eigenbelang niet aan de regels houden en voordringen op de huisvestingsmarkt. Dat argument wordt gebruikt om nu over te gaan tot het verbieden van kraken. Krakers hebben echter wel nog idealen en die staan haaks op het accepteren van een basisnood als gunst en repressie/controle als veiligheid. Krakers gaan er vanuit dat in een moderne, ontwikkelde, echt democratische samenleving basisbehoefen geen gunst maar een recht zijn en dat het stimuleren van een kunstmatig tekort daaraan moreel verwerpelijk is. Nu de woningnood nog meer gaat toenemen, de bedreiging van de bestaanszekerheid groter wordt en als controle en repressie geen antwoord blijken te bieden voor de nood aan onderdak, is het een kwestie van tijd voor mensen de logica die hen in een onderdanige, onzekere positie plaatst, gaan verwerpen en het voldoen aan de basisbehoefte aan onderdak als recht gaan claimen. Het verbod op kraken is het sluitstuk van de politiek die erop gericht is om de bevolking (bestaans)onzeker en onder de duim te houden en kritische geluiden die tegen deze tendens ingaan te criminaliseren en monddood te maken. Kraken moet doorgaan, niet omdat krakers lief zijn en leuke sociale of culturele projecten opzetten, niet omdat ze door hun weggeefwinkels soms meespelen in de redenering dat het lapmiddel van de liefdadigheid een oplossing is voor het voldoen aan basisbehoeften. Kraken moet doorgaan om aan te tonen dat de neoliberale logica en haar christelijke waarden en normen geen ondoorbreekbare wetmatigheid is. Kraken moet doorgaan om het idee te onderstrepen dat het voldoen aan de basisbehoefte aan een dak boven het hoofd een basisrecht moet zijn dat belangrijker is dan het creëren van economische groei (en verrijking van een kleine groep individuen) door de schaarste aan woningen kunstmatig te vergroten door leegstand. Kraken moet doorgaan met claimen dat een andere wereld mogelijk is, een wereld waarin het wel mogelijk is om iedereente huisvesten, omdat het voldoen aan basisbehoeften een recht moet zijn en geen gunst. Een wereld waar veiligheid en zekerheid worden geboden door solidariteit en onderlinge hulp in plaats van door overdreven controle en repressie. Kraken moet doorgaan om de bestaansonzekere meerderheid te laten zien dat er een alternatief is. Kraken moet doorgaan omdat wonen een basisbehoefte is en het maken van (speculatieve) winst niet. |
Read more about: vrijheid, repressie & mensenrechten wonen/kraken | supplements | |