| |
Oaxaca 2009, een kruitvat Christiaan - 02.06.2009 00:10
In juni 2006 vond er in Oaxaca, Mexico een revolutie plaats. Duizenden leraren en sympathisanten gingen de straat op om het vertrek van de gouverneur Ulises te eisen. Het centrum van de stad riepen ze uit tot autonoom, zelfbeheerd gebied. Verboden voor bestuurders en politie. Door de hele stad verspreid waren er barrikades om ze tegen te houden. Met buitenproportioneel geweld maakte de federale politie hier in oktober van dat jaar een einde aan. Deze week waren enkele demonstranten van toen weer aanwezig op de Zocalo (het centrale plein). Nu niet met tenten voor massale volksassemblees en inschrijflijsten voor bezettingen en acties. Ruim twee jaar later staan er een handvol kraampjes om aandacht te vragen voor de vele gevangenen. een van de kraampjes op de zocalo De kraampjes staan er sinds de jaarlijkse lerarendemonstratie van 15 mei jongstleden. Of het door de angst voor de Mexicaanse griep komt of niet, de opkomst tijdens deze demonstratie was historisch laag. Het legde ook de huidige verdeeldheid zeer pijnlijk bloot. Toen na afloop drie jonge punks gearresteerd werden voor het vernielen van gebouwen, het aanbrengen van graffity en het dragen van wapens, was er onder het gros van de demonstranten geen solidariteit te bekennen. Enkel de anarchistische groep VOCAL (Voces Oaxaqueñas Construyendo Autonomia y Libertad, de stem van Oaxaca construerend autonomie en vrijheid) trok naar het politiebureau om de vrijlating van hun kameraden te eisen. De meest machtige vakbond Section 22 hield zich afzijdig. In het verleden hadden ze al vaker aangegeven dat vernielingen en geweld geen onderdeel van de APPO (Asemblea Popular de los Pueblos de los Oaxaca, Volksassemblee van het volk van Oaxaca) en demonstraties uit mag maken. Nu hebben ze beide in een andere hoek van de Zocalo een kraampje staan. Section 22 vraagt aandacht voor de politieke gevangen van de APPO en zeer persistent roepen ze om het vertrek van Ulises. VOCAL deelt pamfletten uit waarin ze Section 22 van verraad betichten, oproepen tot een nieuwe revolutie en steun vragen voor hun kameraden die tijdelijk, na het betalen van een borgtocht, op vrije voeten zijn gesteld. Hun proces afwachtend. In 2006 was het heel anders. Op 15 mei vond de 25ste jaarlijkse lerarendemonstratie plaats om meer loon en betere werkomstandigheden te eisen. Omdat ze geen vertrouwen hadden in de huidige gouverneur Ulises Ruiz Ortiz - die bekend staat om zijn corruptie en die de onafhankelijke krant Noticias de Oaxaca het zwijgen heeft geprobeerd op te leggen (vanwege kritische artikelen over zijn beleid) – wilden ze enkel dat hun eisen ingewilligd werden. Gesprekken met de regering wilden ze niet. De eisen waren een verhoging van het minimumloon en het recht op een vaste baan. Zonder steeds te moeten onderhandelen met staatsdienaren. Omdat het stil bleef vanuit de kant van de regering, bleven ze de Zocalo bezetten. In de vroege ochtend van 14 juni gaf Ruiz de politie de opdracht om die te ontruimen. Hierbij werden 3000 (oproer)politieagenten ingezet die volop traangas gebruikten en met rubberen kogels in de wilde weg schoten. Als een wonder vielen hierbij geen doden, maar ‘slechts’ ruim honderd gewonden. Die avond waren in het hele land beelden op de televisie te zien van agenten die charges uitvoerden op groepen ongewapende burgers, leraren die aan hun haren over de straat gesleept werden en oude vrouwtjes die met stokken de politieagenten te lijf gingen. Een ding was duidelijk, de leraren gaven zich niet gewonnen en vochten terug. Al snel werd de kreet ‘todos somos oaxaca’ geboren, we zijn allemaal Oaxaca. Door de massale steun aan de kant van de demonstranten, kon Ulises bijna niets anders doen dan de politieagenten terugtrekken. Direct namen de leraren het centrum weer in en grote kampementen werden er gebouwd. De stad was overgenomen door het volk. Alle overheidsgebouwen werden bezet, er werd een systeem opgezet om de veiligheid te waarborgen, manieren bedacht om snel informatie te verspreiden en noem het allemaal maar op. Het meest belangrijk was dat er een volksassemblee opgezet werd. Drie dagen nadat de politie geprobeerd had de leraren het centrum uit te drijven, hebben ze samen met een breed scala aan organisaties de APPO in het leven geroepen. Inheemse groeperingen maakten deel uit van dit collectief, evenals anarchisten, communisten, lokale ngo’s en actiegroepen, taxi- en busschauffeurs, vrije media en enkele academici. Bijna heel Oaxaca voelde zich hier onderdeel van uitmaken wat voor een enorme opstand gezorgd heeft. Dit mondde uit in een revolutie. Televisie en radiostations werden bezet en overgenomen. De APPO begon met het uitzenden van hun eigen nieuwsberichten. Op de Zocalo vonden volksraadplegingen plaats met honderden aanwezigen. De algemene oproep was: 1. Het onmiddelijke vertrek van Ulises 2. Burgerlijke ongehoorzaamheid totdat hij opstapt 3. Een constante bezetting van het historische centrum en een marathon aan demonstraties om punt 1 en 2 meer kracht bij te zetten. Daarnaast riep de APPO zichzelf uit als het legitieme bestuur van Oaxaca en vormde een parallel en democratisch bestuursorgaan. Ondertussen kwamen er uit alle dorpen sympathisanten om steun te betuigen aan de strijd. Voor Ulises een rampscenario en hij vertrok al snel naar Mexico-stad en liet zich drie maanden niet meer in de stad zien. De APPO organiseerde de ene na de andere massale demonstratie. ’s Nachts hadden ze hun handen vol aan het beveiligen van de stad. Paramilitairen waren actief een poging te doen om de boel te destabilliseren. Hierbij vielen geregeld gewonden en ook enkele doden. In oktober liep het uit de hand toen bij een blokkade drie doden vielen; waaronder de Amerikaanse Indymedia reporter Brad Will. De toenmalige president Fox, moest zich toen wel in het conflict mengen en stuurde bijna het gehele federale politiekorps op het centrum af om de macht weer over te nemen. Demonstraties en burgelijke ongehoorzaamheid gingen echter gewoon door. Tijdens de laatste grote demonstratie van dat jaar, op 27 november, liep het uit tot een ware veldslag tussen demonstranten en politie. Tientallen huizen, winkels en auto’s werden in de brand gestoken en de politie werd met stenen, ijzeren staven, hout en molotovcocktails bestookt. Aan de kant van de demonstranten vielen hierbij drie doden, honderden gewonden en daarnaast werd er een onbekend aantal mensen (volgens de APPO enkele honderden) gearresteerd. De overgebleven leiders van de APPO moesten ondergronds aan het werk omdat niet enkel de politie met een arrestatiebevel naar ze op zoek was, ook de paramilitairen hadden hun acties geintensifeerd. Sterker nog. Op de radio, die inmiddels weer in handen was van de overheid, werd openlijk opgeroepen huizen van APPO-leiders in brand te steken. Dit ging gepaard met namen en adressen. In het centrum van de stad kwam de rust weer wat terug. De hoteleigenaren en restauranthouders waren hier heel bij mee evenals enkele lokale middenstanders. De leraren proberen nog altijd van alles om het verzet nieuw leven in te blazen. Tot op heden lukt ze dat niet. Daarnaast zien velen inmiddels in dat enkele van de voornaamste APPO-leiders enkel op macht uit zijn met het oog op een politieke loopbaan. De vakbond Section 22 heeft de meeste macht uitgevoerd binnen de APPO. En de vakbonden in Mexico staan bekend als een van de meest corrupte ter wereld. De leiders worden vaak ‘gekocht’ door een onderneming of door de regering. Ook de rol van de vakbonden in Oaxaca is uiterst controversieel. Enkele leiders worden verdacht nauwe banden met Ulises te onderhouden. Leden worden onder druk gezet om demonstraties te bezoeken. Doen ze dat niet, dan volgen er sancties. Wat hieronder verstaan wordt is mij onbekend. Maar het schijnt te varieren van het inleveren van vrije dagen tot het moeten opknappen van rotkarweitjes. Trouwe en volgzame leden krijgen subsidies voor het kopen van een huis of andere interessante bonussen. De situatie is uiterst gecompliceerd en bijna alles speelt zich achter gesloten deuren af. Het leven in Oaxaca is nooit makkelijk geweest. Sinds de Spanjaarden de Azteken verslagen hebben in de zestiende eeuw hebben de inwonders de ene na de andere tegenslag moeten verwerken. Allereerst natuurrampen. Enkele forse aardbevingen hebben honderden mensen van het leven beroofd. Daarnaast is democratie nog altijd een onbekend begrip. Vele decennialang is het de PRI (Partido Revolucionario Institucional, institutionele revolutionaire partij) die hier de macht in handen heeft. En ze willen dit kosten wat het kost behouden. Hierbij maken ze gebruik van alle mogelijke vormen van geweld. Desondanks kent Oaxaca een rijke geschiedenis aan sociaal verzet. Zo kwamen de leraren al eerder in de jaren ’80 massaal in opstand om een beter loon te eisen en als verzet tegen de corrupte vakbonden. De overheid beloofde na uitgebreide onderhandelingen betere omstandigheden, maar zijn die tot op heden niet nagekomen. Evenmin heeft de revolutie van 2006 de leraren meer geld of betere werkomstandigheden opgeleverd. Demonstraties, wegblokkades en stakingen gaan nog steeds door. Sowieso is over het algemeen het leven er na 2006 niet veel beter op geworden. Eerder slechter. Zo neemt armoede alarmerend toe. Normaal gaan er jaarlijks een geschat aantal van 150.000 mannen naar de Verenigde Staten om als ‘illegal alien’ aan de slag te gaan. Met de economische recessie is deze markt in elkaar gezakt. Momenteel leeft ruim 75 procent van de mensen in Oaxaca onder de armoedegrens. En zonder enig vooruitzicht. Slechts enkele topmanagers, politici en vakbondsbestuurders weten hun zakken te vullen. Het is dan ook wachten totdat een nieuwe opstand zoals we die van de EPR (El Ejército Revolucionario del Pueblo, revolutionair volksleger) kennen zich manifesteerd. Want voor velen is het duidelijk dat de corruptie en onderdrukking enkel met geweld bestreden kan worden. Een gewapende opstand op korte termijn is dan ook zeker niet uitgesloten. Website: http://www.christiaanverweij.nl |
Read more about: Oaxaca | supplements | Dan maar zinloos geweld, of...? | MM - 13.06.2009 23:31
Mensen, waar zijn we mee bezig? Mijn zinnige en geweldloze bijdrage verplaatst naar de ruispagina, terwijl in bovenstaand artikel wordt opgeropen tot geweld. Nou goed; stuur dan die wapens maar. Men zal echter verliezen, want de andere partij heeft veel betere wapens en beschikt overminstensnet zoveel mensen. Bovendien is dan duidelijk dat men met 'terroristen' van doen heeft en wint de tegenpartij de steun van het volk (die men ook al redelijk gewonnen had bij de revolte van Oaxaca). Kan men soms niet verder denken dan primair reagerend? Er is genoeg opleidingsniveau en realiteitsbesef onder activisten. Slechts een goed uitgewerkte startegie heeft kans van slagen; mijn versie daarvan heb ik in de eerdere (nu ruispagina) reactie genoemd. | |
supplements | |