Paul Moussault wie was dat ook al weer? Joe - 02.03.2009 23:44
Op 9 januari 2009 verscheen bij uitgeverij de Papieren Tijger het boek Rood verzetsfront; Aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland - een reconstructie, [ http://www.papierentijger.org/] van de hand van Paul Moussault en Jan Lust. Paul Moussault, waar kennen we die naam toch van, wat was er toch met die man? Hieronder zullen we uiteenzetten wie Paul Moussault ook al weer was. HOE VERLEDEN IS DE VERLEDEN TIJD?? Oproep tot een boycot van de verkoop van het zojuist verschenen van boek van Paul Moussault & Jan Lust over het Rood Verzetsfront. Moussault is vanaf eind jaren zeventig tot eind jaren tachtig actief geweest binnen een club die het Rood Verzets Front (RVF) heette, die aanvankelijk vanuit Hoogeveen, later vanuit Groningen en nog later vanuit Amsterdam opereerde. Het RVF kwam voort uit de radicaal maoïstische beweging de Rode Jeugd. Het RVF hield zich voornamelijk bezig met het uitgeven van brochures met ronkende persverklaringen van gewapende-strijdgroepen in West Europa, het aan de kaak stellen van isolatiefolter op politieke gevangenen, het "Handboek tegen de smeris" en een periodiek verschijnend blad genaamd de Knipselkrant. De Knipselkrant was, zoals de titel al zegt, een bundeling van knipsels, aanvankelijk over een breed scala aan onderwerpen, maar vanaf begin jaren tachtig meer en meer gefocust op verklaringen en discussiestukken van gewapende-strijdgroepen. Aan een redactioneel beleid deed de Knipselkrant over het algemeen niet, dwz de Knipselkrant nam zelf geen stelling, het verspreidde alleen stukken van anderen. Moussault is jarenlang de centrale spil in de `redactie' geweest. Hij had alle touwtjes in handen, hij kreeg de informatie binnen, hij bepaalde wat er wel en niet in het blad kwam waarbij hij radicaal verzet dat in Nederland plaatsvond volstrekt negeerde. De overige medewerkers van de Knipselkrant werden meestal als voetvolk gebruikt, inhoudelijk hadden ze meestal niets in de melk te brokkelen. Heel bot gezegd was de Knipselkrant het soloproject van Moussault. Moussault was (en is) een einzelgänger die zijn eigen koers uitzette, alleen knopen doorhakte en kennis niet wilde delen. Hij monopoliseerde, in vertrouwd stalinistische stijl, de macht en informatie. Hij was zo autoritair als het opereren en de ideologie van de organisaties waarvoor hij warm liep. In 1988 brak er in de Amsterdamse kraakbeweging een enorm conflict uit. Velen van jullie, die de film "De stad was van ons" hebben gezien (de tekst is te lezen op de website: http://www.neha.nl/~staatsarchief/publicaties/destad/hoofdstuk09.php) dan wel het boek Bewegingsleer ( http://thing.desk.nl/bilwet/bilwet/Bewegingsleer/) hebben gelezen, weten waarschijnlijk waar het over gaat. Kort samengevat voor degenen die de film niet zagen. Een groepje veteranen uit de kraakbeweging (uit verschillende Amsterdamse buurten) hadden vanaf 1980 zich een steeds grotere machtspositie (het `bonzendom') opgebouwd. Vanaf een zeker moment is dit groepje (met in de hoofdrollen Theo van der Giessen en Jack van Lieshout) zich gaan tooien met de naam Politieke Vleugel van de Kraakbeweging (PVK). Eind 1987 publiceerde de PVK de brochure "Parels voor de zwijnen. Het verval en verraad binnen de actie-beweging in Nederland", een brochure over het verraad van de Mariënburcht-arrestanten, die veel stof deed opwaaien. Begin oktober 1988 ontstond er in Amsterdam een conflict tussen de PVK en het grootste deel van de kraakgroep in Oost over de invulling van de avonden in het toenmalige kraakcentrum De Eerste Hulp (de voorloper van het latere Bankroet dat eind jaren negenetig ophield te bestaan). De PVK wenste geen vrouwenavond in De Eerste Hulp, aparte vrouwenavonden (of migrantenavonden, enz) zou tot niets anders leidden dan deelstrijd, aldus de PVK. Het conflict rondom De Eerste Hulp werd uiteindelijk op keiharde wijze uitgevochten. De PVK trachtte meerdere malen het Infocafe terug te kraken. Toen dat niet lukte vielen ze met zes mensen linkse boekwinkel Slagerszicht & Infocentrum Frontline (in die tijd aan de Albert Cuypstraat gevestigd) binnen en sloegen daar alles kort en klein en braken één iemand zijn arm. Uit de verklaring van Slagerszicht/Frontline: "Vlak voor sluitingstijd werden we `getrakteerd' op een korte maar heftige aanval. De groep [de PVK] wist binnen enkele minuten het pand om te toveren in een grote puinhoop. Gewapend met knuppels werden boekenkasten omver getrokken, ruiten ingeslagen, een typemachine, radio's telefoon en een kopieerapparaat vernield" [uit: Bewegingsleer, Ravijn, Amsterdam, 1990]. Er werd voor ¦10.000,- (€ 4500,-) schade aangericht. Vervolgens vielen ze, gewapend met knuppels en traangas, de Eerste Hulp nogmaals aan en nadat ze daar weggeslagen waren door de mensen van kraakgroep Oost en sympathisanten uit andere buurten, ontvoerden ze een sympathisant van kraakgroep Oost. Deze persoon, die ook in de film De stad was van ons zijn verhaal verteld, werd op hardhandige wijze verhoord en bedreigd met electro-shocks. De drie weken daarna gingen de schermutselingen met de PVK door. Leden van de PVK scheurden in groepjes in auto's door de stad en bedreigden op allerlei plekken mensen waarvan zij vermoeden dat die sympathiseerden met de Eerste Hulp. Diverse mensen werden het ziekenhuis ingeslagen. Uiteindelijk vindt 28 oktober 1988 de eindconfrontatie plaats. Vanuit een stedelijk vergadering van de kraakgroepen gaat een grote groep mensen, met steun van mensen van buiten Amsterdam, langs de woningen van de diverse PVK-leden. Hun auto's worden compleet gesloopt en een aantal woningen worden stevig `verbouwd'. Een aantal leden van de PVK wordt het ziekenhuis ingeslagen. Met dit stedelijk optreden kwam er een eind aan het optreden en de invloed van de PVK. Wat heeft die PVK nu met Paul Moussault te maken zullen jullie denken. Moussault was kort voor het conflict met de PVK definitief uitbrak, naar Amsterdam verhuisd en in de Staatsliedenbuurt gaan wonen. Hij werkte daar nauw samen met de PVK. Moussault behoorde tot de ploeg die zowel Slagerszicht/Frontline en de Eerste Hulp binnenviel. Ook in `zijn' blad de Knipselkrant koos Moussault de kant van de PVK. Na de eindconfrontatie met de PVK, was de PVK definitief uitgekotst door de scene in Amsterdam en daarbuiten. Slagerszicht/Frontline riep na de confrontatie in oktober '88 internationaal op tot een boycot van de PVK, het Rood Verzets Front en de Knipselkrant. Daar werd door de scene in heel Europa gevolg aan gegeven. Die boycot is nooit herroepen. Daar is ook geen enkele reden toe geweest. Immers de meeste leden van de PVK, noch Moussault hebben zich ooit gedistantieerd van hun handelswijze in de jaren tachtig. Een van de redenen voor die boycot was ook de duistere rol die Moussault had gespeeld na de arrestatie op 25 mei 1988 van H.A. - een toenmalige kameraad van hem, die bij de Duitse grensovergang Helmstedt werd opgepakt met een koffer vol exemplaren van het in Duitsland verboden boek Widerstand heißt Angriff. Hoewel Moussault al vrij snel op de hoogte was van deze arrestatie heeft hij het eerst zes weken stil proberen te houden en vervolgens zoveel mogelijk dwars gelegen bij het opzetten van een steuncampagne voor H.A. Moussault weet het, na maanden van traineren, zelfs tot een lastercampagne in de Knipselkrant tegen de nog steeds vast zittende H.A. te brengen. Impliciet verklaart het RVF, via het door Moussault opgestelde perscommuniqué, dat H.A. met hen in verbinding heeft gestaan, daarmee de zaak van de Duitse smeris in de kaart spelend. Over verraad gesproken! De reden waarom we deze oude geschiedenis weer ophalen is dat Paul Moussault nu blijkbaar, samen met een zekere Jan Lust – wat mogelijkerwijs een pseudoniem is voor Moussault zelf, aangezien hij de laatste twintig jaar meestal alleen opereert - een boek geredigeerd heeft over een geschiedenis van het Rood Verzetsfront. De Knipselkrant heeft altijd weinig aandacht besteed aan ontwikkelingen in Nederland, wat de ondertitel (“aanzetten tot stadsguerrilla”) van het zojuist verschenen boek bovendien ook nog eens in een volstrekt belachelijk daglicht stelt. Anderzijds kan je misschien ook concluderen dat Moussault met zijn blad een vergelijkbare rol speelde als het latere ’t Info van de hand van de Zaanse politieprovocateur en informant Lex Hester. Het aanzetten tot..., nooit zelf stelling nemen en informatiemonopolist spelen. Vanaf begin jaren tachtig was Moussault de spil in het RVF en werden de mensen die meewerkten eigenlijk enkel geïnstrumentaliseerd door hem. Het RVF had als collectief eigenlijk al opgehouden te bestaan rond 1980. Diverse leden van het RVF uit de begin tijd (tweede helft jaren zeventig) willen al sinds decennia niets meer met Moussault te maken hebben en distantiëren zich zelfs van hem. Deze kernleden zullen dan ook zeer zeker niet meegewerkt hebben aan de totstandkoming van dit boek. Moussault’s optreden in het verleden en zijn politieke stellingname lijken mij al genoeg grond om zijn boek links te laten liggen en de verkoop ervan te boycotten. Het boek is zijn reconstructie van zijn politieke egotrip. Net zo goed als hij in het verleden mensen heeft geïnstrumentaliseerd, instrumentaliseert hij nu de geschiedenis en zijn uitgever. Het is stuitend om te zien dat Uitgeverij de Papieren Tijger het manuscript van deze manipulator uit heeft gegeven. De uitgever van de Papieren Tijger gaat lang genoeg mee om te weten dat Paul Moussault in 1988 in de ban is gedaan. En niet ten onrechte. Waarom zou je iemand een podium bieden die zelf jarenlang heeft gepropageerd dat mensen en structuren die niet op zijn lijn zitten zonder scrupules fysiek uitgeschakeld mogen worden (of het nu om de Mariënburcht-arrestanten gaat, of om de Belg Peter Borman, of om de overvallen op de Eerste Hulp en Slagerszicht)? En ook de Utrechtse boekhandel De Rooie Rat weet heel goed wie Moussault is en wat hij gedaan heeft, maar ook zij bieden hem een podium door op 29 maart aanstaande een debat met hem en rond zijn boek te organiseren. Onbegrijpelijk. Anderhalf jaar geleden wist Paul Moussault te melden, toen hij in de Amsterdamse boekhandel Het Fort van Sjakoo wederom (na jarenlange afwezigheid wegens een winkelverbod) te horen kreeg dat hij ondanks zijn kortgeknipte, zwartgeverfde haar, nog steeds niet welkom was in die boekhandel, dat zijn optreden in 1988 “een tactische fout” was geweest. Dat kenmerkt helemaal zijn denkwijze van toen en nu. Hij had een inschattingsfout gemaakt voor wat betreft de krachtsverhoudingen en dat was alles. Politiek gezien meende hij dus helemaal niets verkeerd gedaan te hebben. Voor wie nog wat meer (uit journalistieke hoek) wil weten over het Rood Verzetsfront en De Rode Jeugd, zie o.a.: het artikel van Antoine Verbij in de Groene Amsterdammer over het RVF: http://www.groene.nl/2005/12/De_angst_voor_een_duitse_politiestaat/9 (wat tevens als hoofdstuk is opgenomen in zijn boek Tien rode jaren; Links radicalisme in Nederland 1970-1980, Ambo, Amsterdam, 2005. En het boek ‘n Hollandse stadsguerrilla”; Terugblik op de Rode Jeugd van Frans Dekkers en Daan Dijksman (Uitgeverij Balans, Amsterdam, 1988) En verder is er in het IISG ( http://www.iisg.nl) uiteraard een zo goed als complete collectie aanwezig van de uitgaven van het RVF en de Knipselkrant. Voor wie meer wil weten over de PVK affaire, zie o.a.: Bilwet, Bewegingsleer: Kraken aan gene zijde van de media, roofdruk van 2e herziene druk, verkrijgbaar bij het Fort van Sjakoo ( http://www.sjakoo.nl), 2008. Zonder auteur, De stad was van ons, 28 Vraaggesprekken met krakers en kraaksters, Uitgeverij de Snotneus, Amsterdam, 1998. (Alleen nog af en toe antiquarisch te vinden) Eric van Duivenvoorden: Een voet tussen de deur; Geschiedenis van de kraakbeweging 1964-1999, Arbeiderspers, Amsterdam, 2000. (Alleen nog af en toe antiquarisch te vinden) En natuurlijk de bladen uit die tijd: De Zwarte, Bluf, Aanzet. Allen in te zien in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis ( http://www.iisg.nl). |