| |
HFR en isotoopproductie in Petten Stichting Laka - 17.02.2009 12:43
Naar aanleiding van ons bericht van 13 februari op Indymedia werden vragen gesteld over het gebruik van de Hoge Flux Reactor voor de productie van medische isotopen, inclusief de geschiedenis daarvan. Hieronder gaan we nader in de op de vragen die zijn gesteld. In de cyclotron (een cirkelvormige deeltjesversneller) van het IKO (Instituut voor Kernfysisch Onderzoek) in Amsterdam begint de Philips-Roxane groep in november 1949 met de productie van commerciële (medische) isotopen en vanaf 1952 zijn er ook reactor-isotopen verkrijgbaar. Ook lang nadat (vanaf 1958) Philips-Duphar een andere grotere behuizing krijgt op het huidige terrein van het Energieonderzoekscentrum ECN (toen nog Reactorcentrum RCN), duurt de productie nog voort bij het IKO. Nederland tekent 25 juni 1961 een overeenkomst met Euratom (de Kernenergie Autoriteit van de EU) om de HFR over te dragen aan Euratom als GCO (Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek). Die overeenkomst is nog steeds van kracht, al heet de exploitant van de HFR sinds 2001 niet ECN, maar Nuclear Research Group (NRG). Op 15 april 1964 werd op het terrein van het RCN (huidige ECN) in Petten de eerste paal geslagen voor een laboratorium van Philips-Duphar waar men radio-isotopen gaat maken voor medische diagnostiek. Daarmee zijn er drie gebruikers van het terrein: het RCN zelf, het Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek (GCO - Euratom) en Philips-Duphar. Daarbij zal het ook lang blijven. In 1969 vraagt en krijgt Philips steun van het Rijk als men dreigt de productie stop te zetten. In juni 1978 is de Raad van Bestuur van Philips er in geslaagd een koper te vinden voor de Duphar-tak. Philips-Duphar produceert op het ECN terrein medische isotopen. De koper is Mallinckrodt. Op 30 maart 1992 tekent ECN een langdurig contract met Mallinckrodt voor de productie van Molybdeen-99, veruit de belangrijkste farmaceutische isotoop die wereldwijd wordt geproduceerd. De ECN gaat Mo-99 produceren door de bestraling van uranium en creëert labfaciliteiten om het molybdeen van het uranium te scheiden. Mallinckrodt verkoopt het vervalproduct van Mo-99 (dat een halfwaardetijd heeft van 6 uur), Technetium-99, voor medische doeleinden. De molybdeenfabriek in Petten is 15 april 1996 af en start met de testperiode. De bouw is “tientallen miljoenen“ duurder dan gepland en het afval moet meteen naar de Covra (Borsele), ECN heeft geen toestemming voor tussenopslag. De ECN heeft een contract afgesloten om in Dounreay (UK) - de inmiddels gesloten opwerkingsfabriek - uranium ’targets’ te leasen voor de productie van Molybdeen. Deze targets gaan dan ook weer terug naar Dounreay voor opwerking, nadat er in Petten het Mo-99 is uitgehaald. Door de slechte naam van Dounreay is er veel kritiek op het contract, maar minister Wijers (EZ) “ziet geen reden actie te ondernemen.“ De testfase van de fabriek in Petten voor Mo-productie verloopt niet zonder problemen, in oktober van datzelfde jaar zijn er “twee of drie keer“ atmosferische lozingen. Te weinig om te melden, zegt Mallinckrodt, want onder de norm. Waarschijnlijk is de fabriek in maart 1997 echt gaan produceren. Op 2 mei 1997 blijkt dat een container met molybdeen in een vliegtuig van de KLM lekt. De KLM laat dit de passagiers pas anderhalve maand later weten (nadat met intrekken van de transportvergunning wordt gedreigd) en een Engelse krant met de onthulling komt. De Molybdeen is afkomstig van de nieuwe fabriek van Mallinckrodt op het ECN in Petten. Aan de buitenkant van de container wordt het vervalproduct technetium gevonden. “Dat hoort daar niet te zitten“, aldus het bedrijf. KLM stopt tijdelijk met het vervoer. De meter die de straling moet controleren van uitgaande pakketjes bij Mallinckrodt, blijkt eind juni al vanaf februari kapot te zijn, maar “het kan onmogelijk vaker zijn voorgekomen“ zegt het bedrijf. Enkele dagen later blijkt er opnieuw een pakketje te hoge straling te hebben. In het kader van de Kernenergiewet heeft de HFR sinds 11 januari 2005 een nieuwe vergunning en de NRG wordt de nieuwe vergunningshouder. De Europese Unie – Euratom - blijft wel eigenaar van de reactor. De huidige vergunninghouder (GCO – Euratom) en NRG hebben eind december 2003 een aanvraag gedaan voor een nieuwe vergunning. Het gaat om het omschakelen van de reactor van hoogverrijkt uranium naar brandstof met laagverrijkt uranium, financiële garanties voor ontmanteling, een Milieueffectrapportage en een nieuw veiligheidsrapport. Het overgrote deel van molybdeen wordt geproduceerd door de vier producenten in Canada, België, Nederland en Zuid-Afrika, respectievelijk MDS Nordion (40%), IRE (20%), Mallinckrodt (25%) en NTP (10%). Op NTP na maken deze producenten gebruik van hoogverrijkt uranium (93% U-235) uit de Verenigde Staten. Mallinckrodt/NRG gebruikt per jaar minimaal 8,9 kg HEU voor isotoopproductie. Voor het ontwerp van een 1 kiloton explosief heeft men bij toegang tot hoogwaardige technologie 2,5 kg HEU nodig en bij toegang tot laagwaardige technologie 8 kg HEU. De hoeveelheid HEU die in Petten wordt gebruikt is dus aantrekkelijk voor terroristen. Bovendien eindigt 97% van het oorspronkelijke hoogverrijkt uranium (HEU) als afval. Wereldwijd hoopt zich jaarlijks tientallen kilogrammen HEU-afval op als gevolg van Mo-99 productie. Dit hoogverrijkt uranium zou kunnen worden herwonnen voor hergebruikt, maar geen enkele producent heeft daadwerkelijke plannen om dat te doen. Dat betekent dat er mogelijk voldoende splijtstof in Petten aanwezig is voor één of meerdere 20 kt kernbommen. Het is niet duidelijk waar het HEU-afval ligt opgeslagen. In Canada (100 kilo) is dat bij de exploitant in Chalk River, dus in Nederland vermoedelijk in Petten. Al het andere afval gaat na enige tijd naar de COVRA, samen met het radioactieve afval van NRG. De kosten van transport en opslag worden verrekend over Mallinckrodt en NRG. Ofschoon geen cijfers bekend zijn, wordt uit de informatie op de site van NRG duidelijk dat medische isotoopproductie de belangrijkste functie is van de toepassingen van neutronenbundel van de reactor. Verder speelt de HFR een prominente rol in internationaal onderzoek, bijvoorbeeld naar materialen voor fusiereactoren en splijtstof voor nieuwe reactoren. Dat laatste gaat vermoedelijk om enige tientallen procenten. Bij de aanvankelijke voorzieningen bij de planning van de bouw van een nieuwe HFR, de Pallas (die vanaf 2016 in bedrijf moet zijn, NRG noemt zelf dat streefjaar 'optimistisch') werd er van uit gegaan dat 70% gebruikt zou worden voor de productie van medische isotopen. In 2006 is dat percentage naar beneden bijgesteld. In een recent artikel in het wetenschappelijke journaal Nature verklaart een onderzoeker van Canada's nationale deeltjes- en kernfysisch laboratorium dat de Canadese regering op zoek moet gaan naar manieren medische isotopen te leveren zonder kernreactoren. Volgens deze onder zoeker, Thomas Ruth, voldoet het huidige systeem van de leveringen van medische isotopen niet aan de wensen van ziekenhuizen. Reactoren in Canada en Nederland die regelmatig buiten bedrijf zijn veroorzaken tekorten in de wereldwijde aanvoer van radio-isotopen. "Er zijn geen korte-termijn of zelfs lange-termijn oplossingen die een betrouwbare en adequate toevoer in Europa en de VS kunnen garanderen," schrijft hij. Hij stelt twee alternatieve methode voor die de Canadese regering moet bekijken. De eerste methode is het gebruik van een deeltjesversneller waarin fotonen het relatief stabiele uranium isotoop 238 beschieten. Wetenschappers hebben vastgesteld dat deze toestellen gebouwd kunnen worden. Verder onderzoek moet de conclusies van deze wetenschappers verifiëren, zodat er daadwerkelijk aan begonnen kan worden. Zijn tweede voorstel is veel meer gebruik te maken van 'positron emission tomography' (PET) scans. Ofschoon deze PET scans isotopen gebruiken met een kortere levensduur dan de reactor-geproduceerde isotopen, kunnen ze worden gemaakt in cyclotrons die in de ziekenhuizen zelf worden bediend. Bovendien kunnen deze apparaten veel goedkoper worden. In de VS maken tot nu toe slechts 15% van de ziekenhuizen met een medische isotopen faciliteit gebruik van PET scans. Ruth's artikel in Nature is gebaseerd op een studie die vorig jaar oktober in Vancouver verscheen. Daarin wordt berekend dat de constructie van een versneller 2 tot 3 jaar duurt en ergens tussen de 50 en 125 miljoen Canadese dollars zal kosten. De Canadese regering heeft net C$351 miljoen begroot voor een nieuwe kernreactor. Er is dus kennelijk geen belangstelling voor methodes die veiliger, schoner, en goedkoper medische isotopen kunnen produceren. De producent in Petten heet nog Mallinckrodt, maar binnenkort vind een naamsverandering plaats. De nieuwe naam is Covidien. Het is onderdeel van het Amerikaanse bedrijf Tyco Healthcare Group LP (sinds 1999) met ca. 35.000 werknemers. De jaarlijkse omzet wordt geschat op US$ 2,68 miljard. Veel van de bovenstaande informatie is afkomstig van de nieuwe website van Laka, Kernenergie in Nederland: www.kernenergieinnederland.nl Door te zoeken op het trefwoord HFR kan meer informatie worden verkregen over de HFR. E-Mail: info@laka.org Website: http://www.laka.org |
Read more about: natuur, dier en mens vrijheid, repressie & mensenrechten zonder rubriek | supplements | Dank! | Natasha - 17.02.2009 20:27
Dank voor dit uitgebreide overzicht, goed om het zo op een rijtje te hebben. En de website is echt een aanrader. Niet alleen voor AKB'ers met nostalgie :)! | |
supplements | |