| |
Reisverslag; een week op de West Bank Jeroen - 27.05.2008 07:27
Reisverslag; een week op de West Bank Een week op de West Bank We gaan eind april een weekje op bezoek bij een vriendin die als ‘international volunteer’ op de West Bank werkt. Op het vliegveld van Tel Aviv wordt ons gevraagd wat het doel van onze visite is en waar we zullen verblijven, bij wie, wat ze doet en wat er voor werk of studie gedaan wordt. En hoelang blijven jullie? We verzwijgen dat we naar de West Bank gaan, dat kan een reden zijn om verder door te vragen, een uitgebreide bagage-controle uit te voeren of eenvoudigweg op het vliegtuig terug te worden gezet. Dat overkwam een Amerikaanse vredesactivist begin van de week nog. In de hal van Ben Gurion Airport wordt omgeroepen dat het verboden is om wapens op de vlieghaven te dragen. Welk land moet dat aan haar burgers vragen? Voor de goede orde; Palestijnen mogen nooit of slechts bij hoge uitzondering via dit vliegveld reizen. Als ze Palestina al uitmogen, gaat dat meestal via Jordanië. We worden opgehaald door een Engelse journalist die voor een Palestijns Persbureau werkt, die ons met een huurauto door Jeruzalem stuurt. Het is Pasen en overal lopen groepjes Joods-orthodoxe gezinnen op straat of ze barbecuen in het park. Aan alle lantaarnpalen hangen kleine Israëlische vlaggetjes en aan veel balkons ook vlaggen in verscheidene maten. Bewoners geven gehoor aan de flinke advertenties in de Jerusalem Post. Israël maakt zich op voor de viering van 60 jaar onafhankelijkheid, of beter de verjaardag van het uitroepen van de staat Israël; onafhankelijk kun je Israël nauwelijks noemen met de miljarden dollars jaarlijkse hulp (in 2009 2.55 biljoen dollar, enkel militair) van de Verenigde Staten. De eerste door militairen bemande controlepost (verder checkpoint) richting Oost-Jeruzalem en Betlehem levert direct problemen op; de jonge soldaat laat de huurauto niet door en stelt voor om die bij de checkpoint te parkeren en te voet verder te gaan. Dat is geen optie, dus we keren om. Voorzichtig omdat er allerlei spikes uit de weg steken die bij je enkel langzaam kan nemen. Na een eindje omgereden te hebben komen we bij een tweede checkpoint, die over de hele breedte van een vierbaansweg auto’s controleert. Direct na dat checkpoint is een oprit naar Bethlehem, maar aan de andere kant van de weg. In plaats van een stuk om te rijden, maakt onze chauffeur een U-turn. Vreemd dat er geen afrit is aan onze kant. Later begrijpen we waarom. Op de dag van onze aankomst slaat de vluchtelingenorganisatie van de VN die in de Gazastrook hulp en voedsel verstrekt aan 860.000 vluchtelingen alarm; als Israël niet per direct de levering van brandstof hervat dan kan de VN onmogelijk haar werk doen. De Israëlische autoriteiten zijn wel zo slim om in de komende dagen weer wat brandstof toe te laten, zodat de VN haar werk kan doen. Zo hoeft Israël geen zorg te dragen voor de vluchtelingen en houdt ze toch de handen aan de knoppen om de Gazanen collectief te straffen voor de raketbeschietingen van o.a. de Islamitische Jihad richting Israël, in het bijzonder richting het stadje Sderot. In Beit Hanoun, in het noorden van de Gazastrook, komt een oudere Palestijnse man om het leven als zo’n 30 Israëlische pantserwagens en tanks het stadje binnenvallen en beginnen te schieten. Ze beschermen bulldozers die Palestijns boerengrond vernietigen. De gewapende tak van Hamas, de Al-Qassam brigades, openen op hun beurt het vuur op het Israëlische leger. Elders in de Gaza-strook, in Khan Younis, vuurt een Israëlisch onbemand vliegtuig een raket af; twee Palestijnen van de gewapende tak van de Islamitische Jihad raken gewond. Het is laat op de avond als we aankomen bij het huis van onze vriendin; vanaf haar balkon kijken we uit op een Israëlische nederzetting; een splinternieuw, modern stadje, waar nog steeds meer huizen bijgebouwd worden. Het is in lagen als een fort op een heuvel gebouwd en wordt omringd door de beruchte Muur, die in dit geval een weg is met aan beide zijden hoge prikkeldraadhekken. Over de weg patrouilleert regelmatig een militaire jeep. Muur of niet, het resultaat is hetzelfde, je kan er niet overheen. Onze eerste dag, we verkennen de omgeving wat en zien bussen met Westerse toeristen af en aan rijden naar een van de plaatsen waar engelen zouden zijn neergedaald om de geboorte van Jezus aan te kondigen. Op 3 plaatsen wordt geclaimd dat het daar gebeurd zou zijn; religie als attractie en commerciële melkkoe. Later zouden we dit nog in extremis in Jeruzalem meemaken. Nieuws: bij Ramallah hebben Palestijnse, Israëlische en internationale vredesactivisten een verlaten militaire post overgenomen en de blokkade van een weg opgeheven. Twee maanden geleden was het Israëlische leger vertrokken, maar de blokkade van het land eromheen bleef. Gewapende Israëlische settlers hebben er vervolgens caravans neergezet (een zogeheten outpost) met de bedoeling op termijn het hele gebied te confisceren en te bebouwen. Israëlische soldaten, nooit ver weg, openden het vuur op de vredesactivisten. Niemand raakt gewond. De activisten worden verjaagd, raken gewond door settlers en worden deels gearresteerd. Op dezelfde dag verklaren leiders van de settlements op de sinds 1967 bezette Golanvlakte dat ze doorgaan met het uitbreiden en bijbouwen van de dorpen en stadjes. Volgens de Jerusalem Post is er net onderhands een regeling met Syrië in de maak, waarbij de Golan teruggegeven zou worden in ruil voor vrede. Voor de orthodoxe settlers heeft de Golan geen religieuze betekenis, wat hen dan wel drijft is onduidelijk. Subsidies? Goedkoop wonen in grote huizen? Een spannend avontuurlijk buitenhuis? Haat? Overigens verklaren allerlei vooraanstaande Rabbijnen dat de Golan nooit aan ‘niet-Joden’ gegeven mag worden. De regering van premier Olmert is trouwens te zwak om uberhaupt dit soort vredesovereenkomsten te sluiten. Het Palestinian Centre for Human Rights brengt haar wekelijkse rapport uit; in de periode van 17-23 april zijn er 15 Palestijnen gedood en 2 kinderen stierven door eerdere wonden na Israëlische aanvallen. Drie van de slachtoffers werden buitenrechtelijk geëxecuteerd, 36 Palestijnen, in meerderheid burgers, inclusief 4 kinderen en een journalist, raakten gewond. Dan een bericht dat wel de internationale media haalde; Twee Israëlische bewakers worden gedood bij een aanval door de gewapende tak van de Islamitische Jihad op een ‘industriële zone’, bedrijvenparken op bezet gebied, waardoor allerlei internationaal geldende regels genegeerd kunnen worden. Er werken voornamelijk Palestijnen. Zaterdag 26 april: we vetrekken in een taxi-busje naar Hebron. De taxi gaat pas rijden als-ie vol is, maar dat is geen probleem, er wordt veel gereisd. In de georganiseerde chaos zit toch een systeem, maar we hebben nog steeds niet door hoe het precies werkt. Eerst bezochten we Ziad, een van de jongens die als ex-gevangene in Nederland op bezoek was om over zijn ervaringen te vertellen. Hij woont in het door de VN gerunde vluchtelingenkamp Aroub vlakbij Hebron. We worden ontvangen in zijn huis en de hele kamer zit vol jongeren. Ziad, een verlegen jongen van 17 jaar en al 4 keer gearresteerd, zat in totaal meer dan een half jaar vast en droomt van een toekomst in Nederland. Maar we leggen uit dat dat niet zo makkelijk is en voelen ons zeer ongemakkelijk bij het gegeven dat wij wel alle kansen van de wereld hebben en hij/zij niet. De hele familie is werkeloos en er is nauwelijks toekomstperspectief. Er zat ook een jongen die pas was getrouwd, maar toen zijn dochter werd geboren werd opgepakt. Het kind zegt nu tegen een andere jongen ‘papa’. Een paar dagen later wordt Ziad voor de vijfde keer opgepakt en mishandeld. Een hopeloze situatie. In Hebron hebben we een begeleidster die ons allerlei feiten verteld over de bizarre situatie daar; enkele honderden voornamelijk Amerikaanse joden hebben, nadat Israëlische soldaten de huizen hebben ontruimd en de bewoners hebben weggestuurd, de huizen in het centrum van Hebron ‘gekraakt’ om maar dicht bij de graven van de aartsvaders- en moeders te zijn. Buiten dat ze zelf gewapend zijn, worden ze ook nog eens bewaakt door een ingewikkelde constructie van Israëlische wachttorens en gecamoufleerde wachtposten op de daken. Zo’n 2000 soldaten bewaken de settlers, wiens doel uiteindelijk is om via het bezetten van huizen vanuit het centrum een corridor te maken richting de nederzetting Kiryat Arba, vlak buiten Hebron. Via het dak van het kantoor van de Christian Peacemakers Team, een groep Amerikaanse vrijwilligers die als een soort buurtwacht tussen settlers, soldaten en Palestijnen springen en zelf ook vaak in elkaar geslagen worden door de zeer agressieve settlers, konden we uitkijken over de verlaten oude binnenstad. Buiten de gekraakte zone is het een bedrijvigheid van jewelste met talloze kledingwinkeltjes, groentestallen en eetkraampjes. Via de smalle steegjes, waar hekken overheen zijn gespannen om de Palestijnen te beschermen tegen vuilnis wat de settlers uit de huizen daarboven naar beneden gooien, lopen we naar de Ibrahimi moskee. Onderweg worden we door de eigenaar van een kledingwinkeltje in keurig engels getracteerd op een sterk politiek verhaal; hij excuseert zich eerst voor de rommel bovenop het hek en zegt dat ze soms de urine niet kunnen ontwijken. Ongebroken verklaard-ie dat ze nooit zullen vertrekken uit de oude binnenstad van Hebron en dat-ie hoopt dat veel Palestijnen gaan proberen zich weer te vestigen daar. Om bij de moskee te komen moeten we 3 checkpoints door, waarvan er 2 door zwaarbewapende soldaten bemand zijn. Onder de soldaten zie je soms Ethiopische mannen of Bedouinen. Zonder dienstverband in het leger kom je nauwelijks aan het werk in Israël, dus velen kiezen eieren voor hun geld. Onze gids heeft al een tijdje contact met een twijfelende soldaat en die staat er vandaag weer. We hebben geen problemen, al worden onze tassen en paspoorten bekeken. In 1994 schoot een Amerikaans-Israëlische arts tijdens het gebed in de moskee 29 moslims dood en verwondde er 125. Sindsdien is het gebouw verdeeld in een moskee en een synagoge en kan het je gebeuren dat je bij het graf van een van de aartsvaderen (ik weet niet meer welke) aan de andere kant van de ruimte oog in oog staat met een orthodoxe jood die dezelfde figuur vereert. Zonder contact met elkaar te hebben. Bizar. Verder worden om het centrum heen om de haverklap wegen afgesloten of controleposten opgeworpen als de settlers weer eens bewegen moeten. Het schijnt overigens dat de meeste settlers voor de overheid werken en dus vaak over de speciaal voor hen aangelegde wegen richting Israël moeten reizen. Wat bezielt deze ambtenaren? We liepen nog een cameraploeg van Netwerk tegen het lijf, zij maakten een reportage over ‘spookstad’ Hebron, zie op www.uitzendinggemist.nl, de uitzending van 2 mei. We mogen bij een Palestijnse familie nog even het dak op en staan recht tegenover een militaire wachtpost op het dak ernaast. Het huis grenst aan die van de settlers en de moeder verbiedt haar kinderen voor het raam te staan, uit angst voor geweld van de settlers. Ze mag haar huis niet afsluiten, want de soldaten gebruiken het als opstapje en doorgang naar het dak. Ook gebruiken de soldaten af en toe een kamer in het huis om uit te rusten en die kamer kan de familie niet meer gebruiken. Zij wonen met z’n allen in 1 kamer. Toch vertrekken ze niet. Om de situatie wat draaglijker te maken verkopen de dochters dvd’tjes met de film ‘In the Spider’s Web’. We kopen er 3. Later in de week wordt in Hebron een Palestijns weeshuis voor meisjes, dat al sinds 1985 bestaat, 110 kinderen huisvest en werk geeft aan 15 weeskinderen en dat al een tijdje met sluiting bedreigd werd door het Israëlisch leger, door soldaten binnengevallen en slopen ze het naai-atelier, alle deuren en toegangshekken en nemen ze de naaimachines, het meubilair en alle kleren van de wezen in beslag. Er werd gevreesd dat het hele weeshuis zou worden gesloten, maar dat zou wellicht een probleem opleveren voor het Israëlisch bestuur. Slopen van het naai-atelier en het lamleggen van de inkomstenbron van de wezen is dan vervolgens een actie die net niet ver genoeg gaat voor (internationale) reactie. Zondag reizen we naar Ramallah, waar we een aantal checkpoint passeren waar verveelde jongens en meisjes van het Israëlische leger met Gucci-(of weet ik veel wat voor merk) zonnebrillen en half afgezakte broeken nonchalant met hun M-16 (of weet ik veel wat voor mitrailleur) op de heup in de zon staan te lachen met elkaar. Zodra er echter een busje gecontroleerd moet worden, gaat het gezicht op arrogant onweer en worden er korte bevelen gegeven. In Ramallah zijn twee attracties; een hyperactieve verkeersagent, die druk gebarend pirouetjes draait en zo het verkeer bij een voetgangersovergang regelt. Typ bij Youtube ‘Ramallah traffic’ in en je ziet wat filmpjes. Andere attractie is het graf van Arafat (tja, je bent er toch), waar je relaxt grapjes kan maken met de Palestijnse soldaten daar. We kwamen echter niet naar Ramallah voor de attracties, maar om Mo te ontmoeten, een jonge Palestijn die bij een bank werkt. Hij woont in A Tira, een klein dorpje, dat ongelukkigerwijs tussen de Muur en de Groene Lijn, de wapenstilstandgrens uit 1948, is terechtgekomen. De Groene Lijn is geen grens als in de klassieke zin van het woord, maar enkel een lijn op een kaart. Het traject van de Muur wijkt nogal af van die van de Groene Lijn, omdat Israël settlements bij Israël wil trekken en daar de Muur omheen wil zetten en dat ook doet. Pal tegenover Mo’s dorp ligt een settlement en er ligt ook nog eens een settler’s snelweg tussen. De school van het dorp ligt echter aan de andere kant van de weg, in de settlement (de Muur kronkelt daar ook weer omheen) zodat de kinderen van het dorp door een tunnel onder de snelweg door naar school moeten. De enige toegangsweg van het dorp is ’s ochtends en ’s avonds twee uur open en daarna wordt er door een militaire jeep een aantal betonblokken op de weg gelegd. Er mogen geen andere Palestijnen op bezoek komen, enkel buitenlanders. Een strategie van langzaam wegpesten dus. We hebben in het huis van Mo overnacht (vader, moeder, 3 zussen, 2 broertjes). Oja, de paar dagen die we hier nu zijn hebben we een ongelofelijke gastvrijheid van de Palestijnen genoten; in winkels krijg je koffie of thee, in de taxi-busjes wordt er tegen je aangekletst, op straat wordt je altijd vriendelijk geholpen. Er wordt ook veel gelachen, ondanks de armoede en de ellende van de bezetting. De Palestijnen die we hebben ontmoet lijken bijzonder veerkrachtig en humoristisch. ’s Ochtends (maandag) sloot de weg uit het dorp eerder en moesten we een weg nemen, waar in het Westen niemand z’n moderne taxi-busje over zou laten rijden; een smal onverhard, rotsachtig kronkelend bergweggetje, waar de chauffeur de bus meer af liet glijden dan dat er echt gereden werd. Naar boven zou volgens ons niet hebben gekund. Enfin, een dikke anderhalf uur omrijden, om de eigenlijke 20 minuten naar Ramallah af te leggen. Waarom? Nieuws: in de Gazastrook in Beit Hanoun komen tijdens het ontbijt 4 kinderen en hun moeder door een explosie om het leven. Hun huis werd beschoten door Israëlische tanks, maar de Israëli’s beweren dat ze schoten op een Palestijnse activist en dat die explosieven bij zich had waardoor de ontploffing werd veroorzaakt. In the Jerusalem Post duiken later luchtfoto’s op die het Israëlische verhaal moeten ondersteunen. Niemand in Palestina gelooft dat verhaal; zij hebben geen satellietbeelden om te laten zien. Later op de dag voeren Israëlische gevechtsvliegtuigen nog aanvallen uit boven Gaza, waarbij 4 Palestijnse activisten gewond raken. Ondertussen wordt er via Egypte onderhandeld over een staakt het vuren-aanbod van een half jaar door Hamas. In het vluchtelingenkamp van Nur Shams worden 2 jonge Palestijnen opgepakt, eentje van hen was net 2 maanden vrij na 3,5 jaar te hebben vastgezeten. Drie dagen daarvoor werden in Tulkarem 3 Palestijnen opgepakt nadat een Israëlische troepenmacht het kamp was binnengetrokken. Een paar dagen later worden er in Tulkarem weer 2 Palestijnen opgepakt en de interieurs van het huis van een van hen vernield. Op de terugweg naar Betlehem langs de bierbrouwerij in Taybeh gereden; een interessant initiatief in een moslimland, al is Taybeh een christelijk dorpje. De kleine brouwerij brouwt natuurzuiver bier en werkt aan een alcoholvrije versie. De ingrediënten (behalve het water natuurlijk) komen echter uit het buitenland, evenals bijvoorbeeld de flessen en het verpakkingsmateriaal. De import daarvan stuit nogal eens op problemen, maar ze gaan stug door en geloven in hun goede product. Taybeh-bier wordt ook via licensie in België gebrouwen en binnenkort is het ook op meerdere plaatsen in Nederland beschikbaar. Het is een van de weinige manieren om de Palestijnse economie te ondersteunen! Dinsdag 29 april naar Jeruzalem, wat mij betreft de meest broeierige en hallucinante plek op aarde en bijna een religieus attractiepark, ware de situatie niet zo serieus en bloederig. Eerst met de taxi naar het Jeruzalem-checkpoint in de Muur; omgeven door prikkeldraad, door de eerste check. Dan kom je in een enorme hangar, met allerlei hekken en ijzeren draaideuren. Daarboven zijn loopplanken voor de soldaten. Het is rustig, maar alle draaideuren zijn dicht. Er klinkt af en toe een geschreeuwd bevel door de vele megafoons en iedereen verplaatst zich dan naar een andere draaideur. Dat gaat zo eventjes door. In de rij staat ook Mustafa Barghouti, een Palestijns parlementslid en initiatiefnemer van de Palestinian National Initiative, een organisatie die de Palestijnen moet gaan verenigen. Hij roept onder andere op de ‘Annapolis’-onderhandelingen te staken totdat Israël actie onderneemt de beschietingen en blokkade in Gaza te beëindigen, de bouw en uitbreiding van settlements te bevriezen en de roadblocks en checkpoints op de West Bank op te heffen. Als de draaideuren eindelijk draaien, bagage op de band en zelf door de metaaldetector. Daarna nog een paspoortcheck, waarbij sommige Palestijnen hun hand op een vingerafdruklezer moeten leggen. Israël staat overigens bekend om de export van hun ‘beveiligingsmateriaal’, niet vreemd als je zo’n grote proeftuin hebt om alle soorten en maten uit te proberen… Oost-Jeruzalem is dan het Palestijnse deel, maar ook daar zijn de onvermijdelijke settlers. In gebarricadeerde woningen, versierd met Israëlische vlaggen, wonen ze, gewapend en wel, tussen 14.000 Palestijnen. Op straat lopen de settlers gewapend rond, soms met een revolver op de heup, soms met een mitrailleur op de buik. Palestijnen, christenen, Armeniërs, Grieks-orthodoxen en de talrijke toeristen kijken er al niet meer van op. Ook als er een Israëlische klas langskomt, waarvan een aantal leerlingen gewapend is, zijn wij de enigen die omkijken. Wat is dit? We vangen kort delen van een speech op van een groepsleidster die een groep kinderen rondleidt; de bezette gebieden worden aangeduid als bevrijde gebieden en een aantal notoire oorlogmisdadigers wordt geciteerd als helden. In Via Dolorosa, waar Jezus zijn laatste tocht zou hebben afgelegd voordat-ie aan het kruis werd gespijkerd, zijn 9 plaatsen gemarkeerd waar iets gebeurde; Jezus viel, Jezus dronk, Jezus troostte omstanders etc. Drommen toeristen lopen er luidruchtig langs. Ook in de kerk waar de steen ligt waar Jezus op zou hebben gelegen toen-ie van het kruis werd afgehaald, is het drukte en herrie van belang. Iedere christelijke sekte die je kan bedenken loopt daar rond, hele uitzetten, kleren, lakens en theedoeken, kruisjes, bidprentjes worden op de steen gelegd en gewreven zodat het gezegend is (en beter verkoopbaar?). Een zwijgende (vanwege zijn eed) priester probeert tevergeefs druk gebarend te verhinderen dat er foto’s worden genomen van een onduidelijk prentje in een kapelletje. Dan naar de klaagmuur, waarnaast nog steeds opgravingen worden gedaan om toch maar de beweringen dat het de muur van Solomons Tempel is te kunnen onderbouwen. Het blijkt tot nu toe de Tempel van Herod te zijn, maar een en ander wordt opgevangen door de verklaring dat de heiligheid de muur van Solomons Tempel nooit verlaten heeft. De hele orthodoxen lopen met hun gezicht naar de muur gekeerd achterwaarts terug, anderen lijkt dat niet uit te maken. Voor de klaagmuur is een groot plein, hier stonden eerst huizen van Palestijnen. De opgang naar de Al Aksa moskee, dat is dus niet diegene met die gouden koepel kwamen we achter, was dicht. Snel weg uit dat gekkenhuis. Nog even over die settlers in Jeruzalem; Sharon had het plan opgevat om 26 zogenaamde poorten te maken, dat wil zeggen huizen te bezetten en bij te bouwen, in Oost-Jeruzalem om als een lint contact te maken met de grootste nederzetting op de West Bank, Ma’ale Adumim. Daar rijden we morgen langs. ’s Avonds een politieke info-avond met als thema ‘Decolonizing Architecture’. Een ‘What-If?’-powerpointpresentatie over hoe de Palestijnen verlaten militaire bases en ‘koloniën’ (nederzettingen) en hun infrastructuur kunnen gebruiken en herdefiniëren. Het lijkt wat theoretisch, maar er worden soms bases verlaten of kleine nederzettingen ontruimd. En tenslotte werden in 2005 alle nederzettingen in Gaza ontruimd, maar toen werd alles door het Israëlische leger gesloopt. Dekolonisatie is voor de initiatiefnemers van het project het ontmantelen van de bestaande structuren van financiële, militaire en juridische dominantie en betekent niet per se dat bevolkingsgroepen gedeporteerd moeten worden. Zolang er maar geen ongelijkheid meer bestaat. Ze lieten allerlei voorbeelden zijn van het omturnen van de individualistische, gefortificeerde nederzettingen naar collectieve dorpen, simpelweg door wegen om te leggen en gebouwen met elkaar te verbinden. Interessant gedachtenexperiment. Nieuws: in Hebron bekogelen gewapende settlers huizen en auto’s van Palestijnen met stenen en flessen. Ook probeerden ze huizen in brand te steken, maar bewoners wisten hen te verjagen. In Gaza sterft een vrouw omdat ze het gebied niet mag verlaten voor een behandeling voor kanker in een Israëlisch ziekenhuis. Reden die de Israëli’s geven zijn de feestdagen. Sinds de blokkade van Gaza in juni 2007 zijn er al 139 Palestijnen gestorven vanwege gebrek aan medische hulp. In Jeet in het noorden van de West Bank ontdekt een boer dat bijna al z’n 1.400 olijfbomen zijn ontworteld. Hij verdenkt settlers uit de nabijgelegen nederzetting Kedumim van de verwoesting. Zijn familie is totaal afhankelijk van de opbrengsten uit de olijfoogst en andere producten van de olijfboom. Het Rode Kruis had eerder al een groot aantal bomen gepland en ook de Israëlische Rabbijnen voor Mensenrechten hadden 500 bomen gedoneerd. De gewapende tak van Fatah, de Al-Aqsa brigades verwondden een Israëlische soldaat vlakbij Nablus. In het vluchtelingenkamp Askar worden 10 jonge Palestijnen opgepakt door het Israëlische leger. In Nablus en Ramallah worden 4 leden van Hamas opgepakt door de aan Fatah gerelateerde Palestijnse politie. Koninginnedag. Een dagje naar de Dode Zee. We rijden langs Ma’ale Adumim, de grootste nederzetting dus, maar volgens Israël nog niet groot genoeg; in 2010 moeten hier 75.000 mensen wonen. Op de heuvels rechts van ons slingert een oneindig lint van huizen in Amerikaanse stijl, een soort mansions. Deze nederzetting snijdt de West Bank in tweeën en is het resultaat van een brief van Bush in 2004, de zogenaamde ‘Brief van verzekeringen’, waarin de VS Israël verzekeren dat in geen enkele vredesovereenkomst Israël zich achter de grenzen van 1967 zal hoeven terug te trekken en dit wordt ook onmogelijk gemaakt door de grote nederzettingenblokken, zoals Ma’ale Adumim. We passeren ontwortelde olijfboomvelden bij kruispunten van settlers-wegen. Het landschap is verder prachtig; glooiende oranjebruine heuvels, velden met palmbomen… In de Dode Zee, het laagst gelegen meer van de wereld (bijna 420 meter onder zeeniveau), blijf je dus drijven. Er zit 26% meer zout in dan in normaal zeewater. Als je wondjes hebt, of je hebt je net geschoren, kan het behoorlijk bijten dus. Badgasten smeren zich helemaal in met pikzwarte modder, dat schijnt te helpen tegen huidziektes. Ook vullen ze flessen met modder en water om mee naar huis te nemen. Vreemde plek. Nieuws: Israël laat een kleine hoeveelheid hulpgoederen (10 vrachtwagens) Gaza in. In Ramallah wordt een activist van Fatah opgepakt door undercover-agenten van het Israëlische leger. Hij zou al 5 jaar worden gezocht, waarvoor werd niet bekend. In het zuiden van Gaza komt bij een Israëlische luchtaanval op een metaalbewerkingswinkeltje een activist van de Islamitische Jihad om het leven en raken 3 anderen gewond. Op 1 mei vetrekken we voor een tweedaags bezoek aan Jenin en Nablus. Jenin werd wereldnieuws toen in 2002 het Israëlisch leger operatie ‘verdedigingsschild’ lanceerde in het vluchtelingenkamp van Jenin, omdat zij de inwoners verantwoordelijk hielden voor zelfmoordaanslagen in Israël, zoals die op het Park Hotel in Netanya in maart 2002 waar 30 Israëli’s omkwamen en 140 gewonden vielen. In Jenin werden minstens 52 Palestijnen door het Israëlisch leger gedood, 140 huizen totaal gesloopt en 200 onbewoonbaar gemaakt, waardoor 4000 mensen dakloos raakten. Er werd teruggeschoten en 13 Israëlische militairen vonden in een hinderlaag de dood. In Jenin bezochten we het Freedom Theatre, een door jongeren gerunde theaterschool, waar kinderen uit de vluchtelingenkampen kunnen leren dansen en toneelspelen, maar ook Engelse les of computercursussen kunnen doen. Ze hebben een aantal prachtige ruimtes tot hun beschikking, zoals een goed ingerichte computerruimte en een theaterzaal met tribunes. Boven het gebouw worden nu ruimtes ingericht als gastenverblijf. Eén van de jongens die er werkt vertelt ’s avonds tijdens het eten hoe hij al een hele politiek carrière achter de rug heeft; bij Fatah gezeten, 4 jaar bij Hamas en 1 jaar bij de Islamitische Jihad. Hij is er naar eigen zeggen zelf uitgestapt, maar werd nog wel tijden gevraagd terug te komen. Hij heeft de verleiding van het paradijs met de maagden kunnen weerstaan, zei-ie lachend. Nieuws: zes Palestijnen worden door Israëlische soldaten gearresteerd in de buurt van Jenin, ze zouden stenen naar patrouilles hebben gegooid. Tegelijkertijd in een afzonderlijke operatie belegerden 15 militaire voertuigen van het Israëlische leger het gebouw van de organisatie Prisoners Support Society, voordat ze het gebouw bestormden en alle computers en andere apparatuur in beslag namen. In Gaza sterft vandaag een ziek kind van 4 maanden oud omdat Israël hem niet voor behandeling naar een ziekenhuis buiten Gaza laat gaan. Hij is nummer 140 sinds juni 2007. Een raket geschoten uit een onbemand vliegtuig van de Israëlische luchtmacht dood iemand van de gewapende tak van Hamas en verwond 1 kind. Een ander kind raakt gewond bij beschietingen door Israëlische soldaten in Khan Younis. In het vluchtelingenkamp Al Azza bij Bethlehem wordt een 27-jarige Palestijn gearresteerd (ontvoerd zoals dat steevast in de Palestijnse media wordt genoemd) en naar een onbekende locatie gebracht. In het dorpje Fahmah, vlakbij Jenin worden 5 kinderen tussen de 13 en 16 jaar ontvoerd. Op vrijdag in Nablus ontmoeten we Ala van een theatergroep met clowns. Clowns zijn een onbekend fenomeen op de West Bank en hij organiseert voorstellingen, verjaardagsfeestjes en zorgt voor de aankleding van de clowns en de dierenpakken. Hij is erg enthousiast en zoekt hulp voor de financiering van een project. We lopen wat rond in de prachtige oude stad, bekijken hoe de plaatselijke specialiteit Kanafeh wordt gemaakt (geitenkaas met kruiden en paneermeel, als een grote pannekoek) en worden uitgenodigd bij een vriend van Ala, wiens moeder eten gaat maken voor ons. Hun huis ligt in een wirwar van steegjes en terloops wordt verteld dat als Israëlische soldaten hier binnenvallen ze altijd een bewoner als levend schild voor zich uitduwen. Sinds de tweede Intifadah (2000-2005) was Nablus een brandpunt in het conflict en de 2 vluchtelingenkampen Balata en Askar waren berucht voor de productie van raketten volgens het Israëlisch leger. Tijdens de tweede Intifadah werden 522 inwoners van Nablus gedood en raakten er 3.104 gewond. In 2002, ten tijde van de Israëlische legeroperatie in Jenin, vielen in Nablus 80 doden. Historische gebouwen werden voor een groot deel beschadigd door Israëlische bulldozers. Op de terugweg naar Bethlehem rijden we langs het Canaan Fair Trade-bedrijf bij Jenin. De Amerikaanse Palestijn Naser Aburfaha heeft hier een exportbedrijf voor biologische olijfolie (en andere producten) opgezet en zo’n 600 boeren in de buurt van Jenin werken in coöperatieven op een milieuvriendelijke manier aan de productie van olijfolie, olijven, tahin, couscous, het kruidenmengsel Za’atar en krijgen daar een eerlijke prijs voor betaald. Fantastisch initiatief! We kenden het product al en verkochten het op kleine schaal al in Nederland maar gaan dat nu wat groter aanpakken. Zeer inspirerend, hoe Canaan tegen de stroom in doorgaat. Ze hebben te maken met problemen met waterputten, invoer van flessen, kosten voor inspectie en beveiliging in de Israëlische haven. Meer hierover binnenkort in een uitgebreid artikel en interview. Nieuws: in Bil’in wordt elke week tegen de Israëlische Muur geprotesteerd en elke vrijdag worden er grote hoeveelheden traangas op de demonstranten afgeschoten. Ook in Bethlehem en Al-Khader demonstreren honderden Palestijnen vreedzaam tegen de Muur. Vlakbij Hebron, in het dorpje Tuwani, vallen met automatische geweren bewapende settlers twee Italianen en diverse Palestijnen aan. Ze eisen dat ze uit het dorp vertrekken omdat het land waar het dorp opstaat van hen is. Israëlische soldaten staan erbij en kijken toe. De Palestijnse politie levert een Israëlische burger over aan het Israëlisch leger; hij zou per ongeluk Hebron zijn ingereisd. Reizen in gebieden (Area A) die onder Palestijnse controle staan (behalve bij legeroperaties dus) is voor Israëlische burgers (geen kolonisten) verboden. Op zaterdag 3 mei wordt een Palestijnse man bij een checkpoint vlakbij Hebron doodgeschoten door een Israëlische soldaat. Hij zou een mes hebben gehad waarmee hij een soldaat had willen steken. In Gaza overleeft een leider van de gewapende tak van de Popular Front for the Liberation of Palestine een aanslag door undercover-agenten van het Israëlische leger. Een lid van de Islamitische Jihad bezwijkt op zaterdag aan zijn verwondingen die hij woensdag opliep bij een granaatbeschieting in Rafah. In Hebron vallen settlers de Amerikaanse generaal Fraser aan door met hun auto in te rijden op het konvooi. Na een vechtpartij tussen settlers en de bodyguards van Fraser keert hij terug naar Jeruzalem. Hij kwam kijken hoe het met de uitvoering van de ‘road map peace plan’ zat. Ben benieuwd naar zijn rapport. 3 mei is ook de dag van de persvrijheid en er wordt dan ook stilgestaan bij de 6 Palestijnse journalisten die zonder aanklacht in Israëlische gevangenissen zitten. Die avond een politieke info-avond over de campagne ‘Right to enter’; Palestijnen uit het buitenland die terug willen keren naar Palestina om bijvoorbeeld te werken en bedrijven op te zetten ondervinden grote moeilijkheden zich in Palestina te vestigen. Er ontbreekt een visumbeleid, dus klagen en bezwaar maken is lastig, zo niet onmogelijk. Er is geen duidelijke procedure, er worden geen redenen gegeven bij weigering en geen uitleg. Zelfs consulaten en ambassades zijn hun personeel geregeld na 3 maanden kwijt. Er werd ook gesproken over de Investment Conference die eind mei wordt gehouden (zie http://www.pic-palestine.ps) maar wat als die slaagt? Goederen krijgen ook geen toestemming ingevoerd te worden, en hoe kom je als bedrijf aan een vestigingsvergunning? Er zijn op dit moment maar liefst 200.000 Palestijnen die terugwillen naar Palestina (bewonderingswaardig!) en met de huidige toewijzingssnelheid (5000 per jaar) duurt het nog 40 jaar voordat die allemaal binnen zijn. Er wordt een stevige campagne gevoerd om dat te verbeteren, zie http://www.righttoenter.ps Op de dag van ons vertrek komt de Amerikaanse minister Rice aan in Jeruzalem. Geen nieuws. Wel pakt het Israëlisch leger 25 Palestijnen in de West Bank op, maar dat is eigenlijk ook geen nieuws. Er vallen 3 gewonden tijdens een schotenwisseling tussen de Palestijnse politie en leden van de Islamitische Jihad in Qabatiya, vlakbij Jenin. Ook pakt de Palestijnse politie, recentelijk versterkt met 600 door de VS in Jordanië getrainde agenten, 12 leden van Hamas op ten oosten van Nablus. Deze versterking moet leiden tot een sterker Fatah en moeten Hamas en Islamitische Jihad uitschakelen op de West Bank. Als dat naar tevredenheid van Israël gaat, dan zouden ze wat roadblocks en checkpoints opheffen. Wat ze overigens al zouden doen, ook naar aanleiding van Annapolis. Maar wat blijkt uit een rapport van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’tselem dat vandaag uitkomt? Eind maart 2008 heeft Israël volgens eigen zeggen 61 ‘fysieke obstructies’, dat wil zeggen bergen aarde, betonblokken en stenenhopen, weggehaald. Maar onderzoek van B’tselem toont aan dat de meeste van die blokkades door Palestijnen zelf al waren weggehaald en sommigen al in februari. Andere blokkades die het leger wel weghaalde waren blokkades naar privé-land en hadden weinig invloed op de bewegingsvrijheid van Palestijnen in het algemeen, waar het toch in eerste instantie om ging. In het noorden van de West Bank ging het leger zelfs zo ver om blokkades weer terug te plaatsen, foto’s te nemen en ze vervolgens weer weg te halen. B’tselem telde eind vorig jaar 486 wegversperringen en 99 permanente checkpoints op de West Bank en 300 kilometer asfalt is verboden terrein voor Palestijnen. Het laatste nieuws: Bush komt 60 jaar Israël vieren met een buitenproportionele delegatie; gebruikelijk is om met 6 mensen te komen, maar Bush heeft maar liefst 21 Joodse leiders uit de VS in zijn kielzog. Vijftien van hen zijn donateur van de Republikeinen. Het Al Mezan Centrum voor mensenrechten brengt haar maandelijkse rapport over Gaza uit: in april doodden Israëlische troepen 69 Palestijnen, waaronder 20 kinderen en 16 vrouwen. Er werden 127 Palestijnen ontvoerd, waarvan er nog 17 in de gevangenis zitten, 372 vierkante meter land werd vernield alsmede 15 huizen. In april werd maar de helft van de benodigde brandstof voor de electriciteitscentrale Gaza binnengelaten en enkel 30% van de benodigde hoeveelheid gas om op te koken en waar Israël eerder dagelijks 500.000 liter benzine toeliet was dat in april 135.000 liter per dag. En dan is er nog het enorme verlies aan inkomsten en voedsel dat de vissers van Gaza lijden door de illegale zeeblokkade; Israël pakt kilometers zee van het internationaal overeengekomen visgebied. Ironisch dat enkele kilometers verderop een Nederlands fregat de kust van Libanon bewaakt tegen wapensmokkelaars van Hezbollah. Midden in de nacht vertrekken we uit Bethlehem, de enorme ijzeren poort in de Muur bij checkpoint Jeruzalem is dicht. We bonken, schreeuwen en fluiten op onze vingers en de poort gaat open. Een slaperige militair stuurt ons de verkeerde kant op en we staan een tijdje te schreeuwen in een lege hangar. Dan besluiten we buitenom te lopen, de Israëlische soldate in het wachthokje zit met de rug naar ons toe. Vanwege de uitgebreide controles op Ben Gurion Airport moeten we 3 uur voordat we vliegen aanwezig zijn en dat is maar goed ook; voordat onze bagage normaal gescand wordt, moeten we eerst een aantal vragen beantwoorden, ongeveer dezelfde als toen we aankwamen. Maar tijdens het overhoop halen van onze bagage ging het terloops gewoon door; waar heb je die souvenirs gekocht? Waarom ga je weg nu het onafhankelijkheidsfeest losbarst? Gelukkig kon ik een paar feesten uit de Jeruzalem Post opnoemen en dat was goed. Bij de laatste check worden we in de rij plots aangesproken door een dame die een rits vragen stelt, onze antwoorden kennelijk bevredigend vindt en weer verdergaat. Ook bij de incheckgate wordt een (donkere) mede-passagier van ons nog aangesproken door een beveiligingsbeambte die van een PA een hele rij persoonlijke vragen op hem afvuurt en die afvinkt. Kennelijk tevreden gaat ze op zoek naar een volgende verdachte. Als het vliegtuig opstijgt voel ik me pas veilig. Israël onafhankelijk? Het land zit compleet gegijzeld in een onnodige bezetting van de West Bank, de belegering van Gaza, de paranoia controlewaanzin, de checkpoints en de macht van de settlersbeweging. Jeroen E-Mail: alertafa@xs4all.nl |
Read more about: vrijheid, repressie & mensenrechten | supplements | |