| |
Klimaat, kolen, kernenergie en krimp Achtergronden bij de GroenFront!-campagne - 19.12.2007 23:39
De klimaatcrisis is een feit. De gevolgen worden steeds duidelijker zichtbaar. De ingrijpende veranderingen aan het wereldwijde klimaat zijn ook niet meer te keren. De poolkappen smelten, overstromingen, droogtes, en hittegolven komen steeds vaker voor op aarde en de biodiversiteit is in rap tempo aan het afnemen.
Maar ondanks de slechte situatie, is er nog genoeg om voor te vechten en zijn nog kansen om de gevolgen van de klimaatcrisis af te remmen. Extreme problemen vragen om radicale oplossingen: het is nu krimpen of verzuipen. Klimaatcrisis Tegenwoordig is nagenoeg iedereen het er over eens dat het klimaat in rap tempo aan het veranderen is. De extremen worden steeds groter: meer droogte, meer overstromingen en meer hittegolven. Daarnaast zijn de poolkappen aan het smelten en stijgt het water in de oceanen. Nog meer overstromingen zijn het gevolg. Nog steeds wordt er gediscussieerd of -en zo ja, in welke mate- de mens verantwoordelijk is voor deze klimaatverandering. Academisch is dit misschien een interessante discussie, praktisch gezien is het compleet irrelevant. Als je huis in brand staat, ga je ook niet eerst een discussie opzetten over wat de oorzaak is: je brengt eerst jezelf en anderen in veiligheid en begint daarna direct met blussen. De constatering van brand is voldoende om direct te gaan handelen.
De klimaatcrisis zal directe en indirecte gevolgen hebben voor de biodiversiteit (soortenrijkdom), de wereldwijde voedselvoorziening en zal tevens zorgen voor grote stromen klimaatvluchtelingen. Veranderingen in het klimaat, veranderen ook de overlevingskansen voor de verschillende diersoorten. Hierdoor kan het evenwicht in ecosystemen verstoort raken. Zodra er enkele ?op het eerste oog wellicht onbeduidende- veranderingen binnen zo?n ecosysteem plaatsvinden, kan dat ergens anders in de voedselketen grote gevolgen hebben. Hierbij kun je denken aan het verdwijnen van kleine dieren in de voedselketen, waardoor er voor grotere dieren minder voedsel is. Maar ook juist het verdwijnen van grotere dieren ?bijvoorbeeld als gevolg van langdurige droogte- kan als gevolg hebben dat er voor kleinere dieren geen natuurlijke vijanden meer zijn. Hierdoor kan overpopulatie ontstaan, met alle gevolgen van dien. Bijvoorbeeld het uitbreken van besmettelijke ziektes of het massaal opvreten van voedseloogsten (hongersnood). De mensheid weet al veel van ecosystemen, maar er is helaas nog veel meer wat de mens er niet van weet. Over wat de uiteindelijke gevolgen zijn als enkele (kleine) onderdelen van een ecosysteem veranderen kan wel gespeculeerd worden, maar er kan niets met zekerheid gesteld worden. Wel is duidelijke dat kleine verstoringen aan de fragiele ecosystemen onomkeerbare en desastreuze volgen kunnen hebben.
Klimaatvluchtelingen In 2001 hebben het Rode Kruis en de Rode Halve Maan gezamenlijk een rapport uitgebracht waarin ze vermelden dat er destijds (2001) al meer klimaatvluchtelingen waren dan oorlogsvluchtelingen. Momenteel (2007) lopen de schattingen uiteen van tussen de 25 tot 50 miljoen klimaatvluchtelingen. In 2002 heeft het Rode Kruis een aparte organisatie opgericht ter bestrijding van natuurrampen. Australië verwacht vanaf 2016 grote groepen klimaatvluchtelingen van omringende eilanden die naar verwachting tegen die tijd onder water zijn gelopen door de stijgende zeespiegel. Bij klimaatvluchtelingen moet je echter niet alleen denken aan overstromingsslachtoffers. Inheemse volkeren die vluchten van hun land door dalende voedseloogsten of toenemende bosbranden als gevolg van aanhoudende droogtes zullen tevens het slachtoffer van de klimaatcrisis zijn. Ook zullen vele mensen vluchten voor de gevolgen van overpopulatie van bepaalde diersoorten als gevolg van veranderingen in het klimaat. En dit zijn slechts enkele mogelijke voorbeelden.
Rapport van de Club van Rome Klimaatverandering is niet meer te stoppen, daar zijn we simpelweg te laat voor. De laatste reële kans die we daarvoor hadden was in de jaren ?70 van de vorige eeuw. In 1972 publiceerde De Club van Rome hun bekendste rapport: ?Grenzen aan de groei.? Door dit roemruchte rapport wordt het de moderne wereld duidelijk dat de mensheid niet eeuwig door kan gaan met het plegen van roofbouw op de aarde en het uitputten van de natuurlijke hulpbronnen. Destijds was de conclusie al dat er een radicale omslag nodig was in de manier waarop er met de aarde omgesprongen werd. Dit gebeurde echter niet. De roofbouw, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en vervuiling namen alleen nog maar verder toe.
De publicatie van ?Grenzen aan de groei? kan ook gezien worden als het startpunt van de huidge milieubeweging(en). En uiteraard zijn er sindsdien successen geboekt: het gat in de ozonlaag is geen issue meer, de waterkwaliteit in meren en rivieren is verbeterd, er wordt geen kernafval meer gedumpt in de oceanen en het milieubewustzijn (awareness) is vele malen vergroot. Toch is het niet gelukt ?toen de mogelijkheid er nog was- om daadwerkelijk de klimaatcrisis te keren. Nu is het te laat. De inzet is niet langer om de klimaatcrisis te keren, maar om de schade beperkt te houden.
Is dit alles nu een reden om depressief te worden en het bijltje erbij neer te gooien? Absoluut niet! Er is nog steeds genoeg om voor te vechten. De natuur is enorm veerkrachtig en kan - over verloop van lange tijd - herstellen van de gelede schade. De natuur heeft eerdere grote 'aanslagen' overleeft: tijdens het Krijt-tijdperk (140 tot 65 miljoen jaar geleden) zijn de meeste levende wezens uitgestorven. Toch heeft de natuur zich uiteindelijk herstelt. De vraag is echter of je zo'n crisis in alle heftigheid wilt meemaken. Of dat je juist wilt vechten om deze crisis nog zo veel mogelijk af te remmen. Dat is de keuze waar de huidige generaties op aarde voor staan. Het is niet langer een toekomstscenario: De klimaatcrisis is hier en nu.
Van dinosauriërs naar fossiele brandstoffen De klimaatcrisis wordt beïnvloed door (de uitstoot van) broeikasgassen. Het gaat dan voornamelijk om waterdamp, CO2 (koolstofdioxide) en CH4 (methaan). Deze gassen komen allemaal vrij bij verbranding. Met name de verbranding van fossiele brandstoffen draagt voor een groot deel bij aan de (hoge) concentraties van deze broeikasgassen in de lucht. Koolstof (C) komt voor in alle organische ('levende') stoffen. Over vele miljoenen jaren zijn er meerdere aardlagen gevormd met daarin de restanten van dieren en planten (organische stoffen). In deze aardlagen werden de organische restanten omgezet in turf, bruinkool, steenkool, aardolie en aardgas. Turf, bruinkool en steenkool liggen uiteindelijk in het verlengde van elkaar: Turf zijn organische resten gevormd in moeras-achtig gebied. Dit werd in Nederland in de omstreken van Hoogeveen gewonnen. Maar als je die organische resten niet zou winnen en er komt na verloop van tijd meer druk op te staan, dan ontstaat bruinkool. Laat je deze ontwikkelingen nog langer doorgaan, dan heb je steenkool. Moeras-achtig gebied is een must voor deze ontwikkeling. Steenkool werd in Nederland uitsluitend gewonnen in Zuid Limburg. Het chemie-concern DSM (Dutch State Mines) uit Sittard-Geleen is hier nog een overblijfsel van. In België werd het in eerste instantie vooral gewonnen in Wallonië en later ook in Belgisch Limburg.
Aardolie en aardgas is op een andere manier ontstaan: op een zuurstofarme zeebodem. Organische resten die op een zuurstofarme zeebodem terecht kwamen vormende daar kerogeen (of aardwas). Door het gebrek aan -of door de minimale aanwezigheid van- zuurstof ontwikkelde de organische resten zich daar anders dan dan in moeras-achtig gebied. Als kerogeen wordt blootgesteld aan temperaturen van tegen de 100 graden Celsius, vallen de grote moleculen in kleinere uiteen en vormt zich aardolie. Bij nog hogere temperaturen wordt het grotendeels omgezet tot aardgas. Volgens de natuurkundige 'Algemene gaswet' stijgt de temperatuur als de druk toeneemt. Door het ontstaan van aardlagen, is er steeds meer druk komen te staan op het kerogeen en hierdoor zijn aardolie en aardag onstaan. In West Europa wordt olie vooral gewonnen in de Noordzee. Hier vindt men de olie in de Krijt-aardlagen. Oftewel in de periode/aardlaag waarin de meeste levende wezens (organisch materiaal) stierven (zie ook het bovenstaande stuk over de Krijt-periode).
Er ligt dus voor vele miljoenen jaren aan organische resten -omgezet in fossiele brandstoffen- onder de grond. Sinds de industriële revolutie (+/- 1800) is de mensheid begonnen met het op grote schaal gebruiken van deze fossiele brandstoffen. De voorraden fossiele brandstoffen die er miljoenen jaren over deden om gevormd te worden, zijn in -pakweg- 200 tot 300 jaar letterlijk in rook op gegaan. De facto stookt de mensheid dus oude planten- en dierenresten op. An sich zou je dit als recyclen kunnen beschouwen.... Maar tegelijkertijd kun je het als roofbouw beschouwen, aangezien de periode die nodig was om het te vormen, vele malen groter was dan dat de periode is waarin het opgestookt wordt. Het probleem zit hem echter in het feit dat er in de afgelopen jaren een enorme hoeveelheid koolstof 'vrijgelaten' zijn in de lucht. Dit heeft een gigantische toename van de concentratie CO2 in de lucht als gevolg.
Wetenschap Wetenschappers zijn het er grotendeels over eens dat de klimaatcrisis niet te keren is, maar nog wel af te remmen. Algemeen aanvaard is dat er gestreefd moet worden naar een maximale gemiddelde temperatuurstijging van 2 graden Celsius. Als dit lukt, zou de klimaatcrisis nog binnen 'aanvaardbare grenzen' te houden zijn.
"Volgens de Britse Meteorologische Dienst zullen bij een stijging van 2,1 graden Celsius tussen de 2,3 en 3 miljard mensen bedreigd worden door tekort aan drinkwater, omdat de gletsjers smelten en hele gebieden uitdrogen. Tussen de 15 en 37 procent van de diersoorten zal voor 2050 uitsterven. Met een temperatuurstijging van 2 graden zal 97 procent van alle koralen doodgaan en zullen de poolzeeën in de zomer volledig ijsvrij zijn." [Bron]
Ondanks bovenstaande onheilspellende gevolgen van een stijging rond 2 graden Celsius, zijn er weinig experts die geloven dat we onder die 2 graden kunnen blijven. De strijd gaat 'm zitten in het voorkomen dat we boven die 2 graden-grens uitkomen. De klimaatcrisis keren kan niet meer, uitsluitend nog afremmen. Wetenschappers verschillen van mening over de hoeveelheid CO2-reductie die nodig is, om 'slechts' rond een stijging van 2 graden uit te komen. Dit varieert tussen 60% in 2050 tot 90% in 2030. De Nederlandse regering heeft recentelijk doelstellingen geformuleerd om in 2020 tot een reductie van 30% te komen. Hierbij is wel als harde voorwaarde gesteld dat dit grotendeels in Europees verband dient te gebeuren, omdat het anders de concurrentiepositie van Nederland zou kunnen aantasten.
Bij reductiepercentages wordt 1990 (bijna) altijd als ijkpunt genomen. Het gaat dus om de reductie ten opzichten van 1990.
Energiecrisis = economische crisis In het rapport "Grenzen aan de Groei" van de Club van Rome (1972) wordt al gesproken over uitputting van de oliebronnen. De bewustwording omtrent de wereldwijde olieverslaving werd nog eens extra aangezet door de 'Eerste Oliecrisis' (1973). De oorzaak van deze oliecrisis was een olieboycot door de Arabische landen vanwege wapenleveranties door het Westen (Nederland!) aan Israël. Het roemruchte kabinet Den Uyl voerde toen -onder leiding van Minister van Economische Zaken Ruud Lubbers- de autoloze zondag in om op die manier het olieverbruik af te remmen.
In filmpje op GroenFront.nl kijken Andries Knevel en toenmalig Minister van Verkeer en Waterstaat Tjerk Westerterp aan de hand van archiefbeelden terug naar deze eerste oliecrisis.
Enkele jaren later (1979) volgde de Tweede Oliecrisis. Ook ditmaal werd de crisis wederom veroorzaakt door geopolitieke spanningen: de machtswissel in Iran zorgde voor het opdrijven van de olieprijs.
De olieprijs wordt (voorlopig nog?) in dollars betaald en dus ook daarin uitgedrukt. Het gaat dan om de prijs ruwe olie per vat van 159 liter en afgerekend op de Amerikaanse oliemarkt. Noordzee-olie is bijvoorbeeld altijd iets goedkoper. De prijs voor zo'n vat ruwe olie ging in 1972 (Eerste Oliecrisis) in korte tijd van $2,50 naar $11,65 (bijna vervijfvoudiging) en in 1979 (Tweede Oliecrisis) van $12 naar $34 (bijna verdrievoudigd). [Bron]. Uiteraard speelt de inflatie hier een rol. Indien je deze records omrekent met inflatiecorrectie kom je uit op een prijs van $81 ('72) en $126 ('79). [Bron].
Momenteel (december 2007) staat de olieprijs rond de $95 en lijkt het erop dat de prijs binnenkort door de psychisch/symbolische 100 dollar-grens heen gaat. In 1979 stond de prijs dus (omgerekend) nog hoger dan de prijs nu al is. Er zijn echter wel twee belangrijke verschillen: Ten eerste stond de olieprijs destijds iedere keer maar kortstondig hoog. Momenteel breekt de olieprijs record op record en dit gebeurt al sinds 2002 / 2003. De olieprijs is in een lange opmars bezig naar de top.
Ten tweede is het ditmaal geen vrijwillige keuze van de OPEC-landen om vanwege (geo)politieke redenen de productie laag te houden (lees: de oliekraan een stuk dicht te draaien). Tegenwoordig roepen de OPEC-landen iedere keer dat ze de productie gaan opvoeren, maar doen dit niet of nauwelijks. Politiek is er geen redenen voor om de productie laag te houden en ook economisch gezien is het niet logisch. Met de hoge olieprijs van dit moment, zou je enorm veel (extra) geld kunnen verdienen als je extra capaciteit op de markt kunt brengen.
Peak oil In (de grafiek van) de productie van olie zit een piek. Eerst ben je een tijd bezig met het klaar maken van van je installatie, daarna begin je met oppompen en schiet je opbrengst binnen korte tijd omhoog. Tot het moment dat je de piek bereikt. Hierna neemt de olieproductie gestaag af. Onderstaande grafiek is de olieproductie van het Brent-veld in de Noordzee. Meerdere experts uit de olie- en energiesector roepen dat de olievelden in het Midden Oosten -die het leeuwendeel van de wereldwijde olievoorziening verzorgen- momenteel op datzelfde piek-moment zitten. Af-en-toe gaat de productie in het Midden Oosten tijdelijk nog wel iets omhoog, maar dit is niet voldoende om aan de stijgende vraag te voldoen. Zeker niet in combinatie met de sterke afname van andere velden die al gepiekt hebben.
Veel andere velden (Texas, Noordzee) hebben jaren geleden die piek al beleefd en leveren nu steeds minder olie. Af en toe wordt er nog wel een extra veld gevonden, maar als je dat dan de hoeveelheid olie in dat veld omrekent naar verhouding van de wereldconsumptie, blijkt dat zo'n "gigantische groot nieuw veld" slecht voor enkele dagen -soms 1 tot 2 weken- wereldconsumptie oplevert. En het aantal van zulke nieuwe velden dat per jaar gevonden wordt is op 1 hand te tellen.
Er gaat dus een moment komen dat de wereldproductie als geheel minder gaat leveren. Dat moment lijkt nu aangebroken te zijn. De enige overblijvende mogelijke verklaring waarom de OPEC-landen hun productie niet opschroeven, is omdat ze dat niet meer kunnen. Ze zitten op de piek. Op onderstaande grafiek van de wereldproductie is duidelijk te zien dat het er op lijkt dat we momenteel op de piek zitten.
Het is dus aannemelijk dat de olieproductie gaat afnemen. Daarnaast begint de vraag naar olie ook nog eens enorm te stijgen: de welvaart in het Westen neemt alsmaar verder toe en opkomende economieën, zoals China en Inda, hebben steeds meer olie nodig om hun economie draaide te houden. Het aanbod daalt en de vraag stijgt. Volgens de standaard marktwerking komen er vanzelf nieuwe aanbieders op de markt, zodra de prijs maar hoog genoeg is. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat alles te produceren is en dat is een van de hiaten binnen het kapitalisme: op = op. Er kan niet meer productie bereikt worden. Op zich is er voorlopig nog wel genoeg olie in de grond, maar het wordt steeds moeilijker om die olie te winnen. Alle makkelijke te winnen olie is uiteraard als eerste al gewonnen. Wel leidt de hoge olieprijs tegenwoordig naar oliebronnen die eerst als 'te dure' werden beschouwd. De prijs van het winnen van een vat olie (de kostprijs) was dan meestal hoger dan de verkoopprijs. Zodra de verkoopprijs enorm stijgt, worden die 'dure' oliebronnen economisch wel rendabel. Dit is o.a. bij de sterk vervuilende teerzand het geval. In onderstaande grafiek zie je het "olie-gat" dat wereldwijd ontstaat door dalende productie en een stijgende vraag.
Alsof bovenstaand niet al heftig genoeg, komt er nog iets bij: de waarschijnlijke fraude bij de zogenaamde ?bewezen reserves.? De oliesector maakt schattingen/berekeningen van de hoeveelheid olie die nog in de grond zit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van 3 categorieën: ?Proven, Probable en Possible reserves?. In jargon heet dit respectievelijk: P90, P50 en P5. Deze getallen staan voor 90%, 50% en 5% kans dat de reserves ook daadwerkelijk winbaar zijn.
Als je naar de cijfers kijkt van de bewezen reserves, zou er nog meer dan voldoende olie moeten zijn. De OPEC wil graag de markt reguleren en op die manier de olieprijs kunnen bepalen. Daarom heeft de koepel van olieproducerende en exporterende landen in de jaren ?70 een productiequota ingevoerd. Ieder land mocht per jaar een percentage van de ?bewezen reserves? exporteren. Dat lijkt een eerlijke systeem. De verschillende landen waren echter zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen en aanleveren van de cijfers met betrekking tot de ?bewezen reserves?. Dus stel dat je een regime bent in het Midden Oosten en je hebt meer geld nodig. Er zit veel olie in de grond, maar je hebt afgesproken dat je een productiequota hebt en dus kun je niets extra produceren en exporteren. Tenzij je een klein beetje fraudeert met je bewezen reserves en zegt dat er meer in de grond zit dan dat er werkelijk zit. Dan kun je met hetzelfde afgesproken percentage meer olie produceren en dus meer geld verdienen.
Tussen ?83 en ?90 hebben de OPEC-landen dit waarschijnlijk grootschalig gedaan. Zonder dat er onderzoek gedaan werd, laat staan zonder dat er nieuwe bronnen werden gevonden, zijn de ?bewezen reserves? van de OPEC-landen in de periode verdrievoudigd(!). Geen nieuw onderzoek, geen nieuwe olievelden, wel verdrievoudiging van de reserves. De twijfels over de ?bewezen reserves? begonnen grote vormen aan te nemen toen Shell in 2004 ongeveer 30% van hun bewezen reserves moesten afboeken, omdat ze niet daadwerkelijk bleken te bestaan. Shell stond altijd bekend als een voorzichtig en stabiel bedrijf en het feit dat zo?n olie-gigant 30% van z?n (beurs)waarde verloor ging als een schok door de financiële wereld heen.
De grafieken hierboven over Peak Oil komen van de website van Stichting Peak Oil Nederland.
In 2005 verscheen er ook een artikel van Jaap Krater over de consequenties van Peak Oil in het blad ?Buiten de Orde?
Toen niet, nu niet, nooit meer kernenergie Dat er zowel een energiecrisis als een ecologische (klimaat)crisis aan het ontstaan is moge nu wel duidelijk zijn. En dat beide crisissen elkaar beïnvloeden en bovendien zelfs nog versterken is ook helaas ook een feit. De laatste jaren wordt de lobby voor de herintroductie van kernenergie steeds sterker. Kernenergie is -volgens die lobby- namelijk "klimaatneutraal." Hier wordt bedoelt dat een kerncentrale geen CO2 uitstoot en wel energie oplevert. Hierdoor wordt het door de industrie aangeprezen als De Oplossing. In de praktijk is het natuurlijk zo dat de nucleaire-industrie graag groter wil groeien/ financieel wil overleven. Iedere commercieel bedrijf / bedrijfstak streeft naar winstmaximalisatie en maximalisatie van hun marktaandeel. Hiervoor kijken ze naar welke (nieuwe) argumenten zij hiervoor kunnen gebruiken/misbruiken. En de huidige klimaatcrisis kwam als een geschenk uit de hemel voor de langzaam wegkwijnende nucleaire-industrie. Maar kernenergie is alles behalve 'schone energie'. Het grootste probleem is dat er geen oplossing is voor het nucleaire afval. Dit afval blijft +/- 240.000 jaar radioactief. Je zadelt dus niet alleen de komende paar generaties ermee op, maar vele duizenden generaties. De morele vraag hierbij is natuurlijk of wij die keuze kunnen, mogen en willen maken voor zoveel generaties na ons.
Maar ook in het hier-en-nu is kernenergie niet schoon. In Europa zijn er twee opwerkingscentrales voor kernafval: Sellafield (Engeland) en La Hague (Frankrijk). Beide opwerkingscentrales lozen jaarlijks miljoen liter radioactief afvalwater in de zee. De gehele omgeving van deze centrales raakt hierdoor sterk radioactief besmet.
De nucleaire-industrie roept ook steeds dat de huidige generatie kerncentrales "veilig" zijn. In vergelijking met de eerste generatie kerncentrales, zijn ze inderdaad wel iets veiliger, maar het risico blijft. Iedereen die veiligheid garandeert staat te liegen. Absolute veiligheid bestaat niet. Iets kan heel onveilig zijn, of iets minder onveilig, maar aangezien er altijd iets mis kan gaan, kan de belofte van 'veiligheid' niet gemaakt worden. Dit geldt overigens niet allen voor kerncentrales, maar voor ieder bouwwerk. Het gaat hierbij om kansberekeningen over hoe groot de kans is dat het misgaat. Vervolgens kijkt men dan of dat een 'acceptabel risico' is. Maar in tegenstelling tot een trein die ontspoort, een vuurwerkfabriek die ontploft in een woonwijk of een hijskraan die om valt op een school, zijn de gevolgen van een serieus ongeluk met een kerncentrale vele malen ingrijpender. En de periode die nodige is voor de omgeving om te herstellen van een ongeluk, is bij een nucleaire ramp extreem lang.
In kerncentrales wordt plutonium als afvalproduct gevormd. In opwerkingscentrales (Sellafield en La Hague in Europa) wordt dit plutonium uit het kernafval gehaald. Dit (zuivere) plutonium wordt gebruikt voor het maken van kernwapens. Vandaar de controverse rond de kerncentrales die het Iraanse regime aan het bouwen is. Er is dus een duidelijke link (PDF) tussen de civiele kerncentrales en de militaire kernwapens.
Voor meer achtergrondinformatie over kernenergie kun je terecht op de website Tegenstroom van WISE.
Stichting LAKA heeft een overzicht van alle acties tegen kernenergie en de geschiedenis van de Anti-KernenergieBeweging (AKB) in Nederland op hun site staan.
Agrofuels = Biomassa = Biofuels Agrofuels (ook wel biomassa of biofuels) wordt steeds vaker als klimaatneutrale brandstof voor energieopwekking genoemd. Bij deze vorm van energie opwekking wordt plantaardig (organisch) materiaal verbrand om daarmee energie op te wekken. In eerste instantie werd deze manier van energieopwekking vooral gebruikt door de verbranding van restafval: GFT, afval van landbouwproducten en dergelijke werden verbrand en dat leverde een redelijk schone bron van energie op. De CO2 die hier vrij kwam, was door de plant namelijk een korte tijd daarvoor nog uit de lucht gehaald. Je spreekt dan van een korte koolstof-kringloop. Dit in tegenstelling tot een lange koolstof-kringloop, zoals bij de verbranding van fossiele brandstoffen: je verbrand daar immers de koolstof die miljoenen jaren geleden uit de lucht gehaald is en die al die tijd in aardlagen heeft liggen rusten. Hierbij breng je "oude koolstof" uit de grond opnieuw de lucht in. Dit zorgt er dus voor dat de totale hoeveelheid koolstof in de lucht stijgt. Met zo'n korte koolstof-kringloop zat de koolstof korte tijd daarvoor ook in de lucht en werd die opgenomen door de plant die zojuist verbrand is.
Er is echter maar een beperkte hoeveelheid van dat organisch afval. Deze methode van energieopwekking werd echter zo populair, dat er enorm veel vraag naar zulke brandstof ontstond. Het gevolg was een prijsstijging voor dit organisch materiaal. De lanbouw-multinationals (in vaktermen 'Agri-multinationals' genoemd) zagen dat ze meer geld konden verdienen door het verbouwen van agrofuels in plaats van voedsel. Door de vraag naar agrofuels (biobrandstoffen) is de prijs voor mais in Mexico zo hoog geworden dat grote groepen armen Mexicanen geen Tortilla's meer konden betalen. Tortilla's was vanwege de lage prijzen bij uitstek het voedsel voor armere bevolkingsgroepen. De behoefte aan schonere energie in het Westen, berooft de arme Mexicaanse bevolking van hun traditionele voedsel. Of zoals de onafhankelijke mensenrechtenexpert van de Verenigde Naties gesteld heeft:"Biofuels = groene genocide."
Hoe meer agrofuels er verbouwd worden voor, hoe minder voedsel er op datzelfde stuk land verbouwd kan worden. Aangezien hongersnoden en voedseltekorten nu al voor humanitaire crisissen zorgen, zal dat alleen maar toe nemen als er steeds meer landbouwgrond gebruikt gaat worden voor het verbouwen van energie-brandstoffen.
De (Nederlandse) politiek denkt hier een oplossing voor gevonden te hebben, maar zijn daarin ongelofelijk naïef. De zogenaamde oplossing is om alleen maar agrofuels af te nemen met een certificaat waarbij rekening is gehouden met de sociale- en milieugevolgen. Dit klinkt natuurlijk heel schappelijk, er zijn echter een drietal problemen:
Allereerst heb je het 'verdringingseffect.' Als een aantal landen alleen maar gecertificeerde agrofuels afnemen, gaat die prijs stijgen. Strenge certificatie-eisen zorgen ervoor dat het aanbod beperkt is, terwijl veel landen 'goede' (gecertificeerde) agrofuels willen afnemen (hoge vraag). De prijs stijgt dus. Voor een aantal afnemende landen zal deze hoge prijs niet te betalen zijn. Door de hoge vraag naar gecertificeerde agrofuels, zal de prijs van niet-gecertificeerde agrofuels dalen. De landen die de prijs niet kunnen betalen van de dure en gecertificeerde agrofuels, zullen dan de goedkope en niet-gecertificeerde agrofuels kopen. Oftewel: Nederland kan zijn handen in onschuld wassen, omdat zij de hoge prijs kan betalen. Door het inkoopgedrag van Nederland c.s ontstaan prijsverschillen tussen 'goede' en 'slechte' agrofuels. Landen die vanwege de prijs niet -zoals Nederland- de 'goede' agrofuels kunnen kopen, zullen de 'slechte' gaan kopen. Dit effect veroorzaak je door de certificering en daarbij behorende prijseffecten.
Het tweede punt van kritiek is de (on)controleerbaarheid. Je kunt wel leuk certificaten invoeren, maar de meeste agrofuels komen uit voornamelijk Latijns Amerika, Indonesië en Maleisië. Deze landen staan helaas niet bekend om hun transparantie en goede controleerbaarheid. Je kunt je dus afvragen hoe zo'n certificaat gecontroleerd gaat worden en hoe hard die controle is. Landen en bedrijven kunnen namelijk veel geld verdienen aan het verkopen van gecertificeerde agrofuels. Hierdoor hebben ze er belang bij het certificaat te krijgen/te houden en zullen ze niet graag mee willen werken aan controles waarbij ze hun certificaat mogelijk kunnen verliezen. Het doet hierbij een beetje denken aan de problematiek ronde 'bewezen reserves' van de olievoorraden (zie bovenstaande).
Het laatste probleem is de kap van de moerasbossen. Om veel agrofuels te kunnen verbouwen, worden er met name in Indonesië en Maleisië grote oppervlaktes (moeras)bos gekapt. Deze moerasbossen groeien op enorme veengebieden. Dit veen bevat grote hoeveelheden methaangas in de bodem. Methaangaas is een zeer agressief broeikasgas. Als deze bossen gekapt worden en de veengronden ontwaterd voor agrofuels, begint het veen te ontbinden en komt het methaan vrij. Op die manier stoten agrofuel-plantages ook veel broeikasgassen uit. Om zowel milieu als sociale redenen zijn agrofuels dus nauwelijks als duurzaam te typeren.
Kolencentrales Vijf energiebedrijven willen ieder een kolencentrale bouwen in Nederland. Kolen is een van de brandstoffen met de hoogste CO2 uistoot. Een kolencentrale stoot evenveel CO2 uit als 1,5 tot 2 miljoen auto's. De geplande vijf kolencentrales staan dus gelijk aan een verdubbeling van het gehele Nederlandse wagenpark. De vijf kolencentrales staan gepland op drie verschillende locaties:
Maasvlakte Het Duitse energiebedrijf E.on en het Belgische bedrijf Electrabel willen beide een kolencentrale op de Maasvlakte gaan bouwen. E.on heeft momenteel al een kleinere centrale (1040 MW) staan op de Maasvlakte. De nieuwe centrale (1070 MW) komt precies naast de huidige te staan. Electrabel heeft al verschillende centrales staan in Nederland en wil er nu een kolen/agrofuels-centrale gaan bouwen op de Maasvlakte.
Eemshaven Het Nederlandse Nuon en het Duitse RWE willen nieuwe centrales gaan bouwen in de Eemshaven. Nuon heeft in de Eemshaven al een centrale staan en wil nu een grote moderne centrale gaan bouwen -de zogeheten Magnum- Deze centrale kan op zowel kolenvergassing, agrofuels en aardgas werken. Het Duitse RWE bouwt een meer conventionele centrale.
Geertruidenberg Het energiebedrijf Essent wil in Geertruidenberg (Noord-Brabant) ook een nieuwe kolencentrale bouwen die voor 30% agrofuels kan bijstoken. Essent heeft in Geertruidenberg al de Amercentrale staan. Deze Amercentrale levert 1245 MW, de nieuwe centrale zal 800-1000 MW gaan leveren.
Van deze vijf geplande kolencentrale, is E.on op de Maasvlakte het verst gevorderd in de vergunningsprocedure. Hun eigen verwachting is dat ze in het eerste kwartaal van 2008 met de bouw kunnen beginnen. Op de voet gevolgd door RWE (Eemshaven). Bij Electrabel (Maasvlakte) moet de Rotterdamse gemeenteraad nog het bestemmingsplan wijzigen. Nuon (Eemshaven) heeft vanwege de hoge bouwkosten besloten om eerst het gasgestookte gedeelte van hun 'Magnum' te bouwen en later pas het kolengestookte gedeelte hier aan toe te voegen. Hekkensluiter in dit rijtje is Essent: hun plannen liggen nog half op de tekentafel.
Binnenkort meer informatie over de vergunningsprocedure en de stand van zaken hieromtrent.
Carbon Capture and Storage Het nieuwe toverwoord is volgens de energiesector: Carbon Capture and Storage (CCS). Oftewel: koolstof-afvang en opslag. De energiesector spreekt dan van zogenaamde "Schoon Fossiel." Hiermee wordt de theorie bedoelt dat je gewoon fossielen brandstoffen kunt verbranden, als je maar zorgt dat je de uitstoot opvangt en 'ergens' opslaat. Deze techniek werkt alleen nog in theorie of in experimentele proefopstellingen. Simpel uitgelegd is de bedoeling dat je voor- of na verbranding van fossielen brandstoffen de koolstof eruit haalt. Deze koolstof kun je vervolgens opslaan in: (bijna) lege gas- of olievelden, steenkoolaardlagen of zoutwater aquifers (waterhoudende aardlagen).
De energiesector wil met het injecteren van koolstof in bijna lege gas- en olievelden de laatste gas en olie er nog uit halen. Dit heet respectievelijk Enhanced Gas Recovery (EGR) en Enhanced Olie Recovery (EOR). De druk in gas- en olievelden daalt door het leegpompen ervan. Hierdoor wordt het moeilijker om de laatste resten gas of olie te winnen. Door aan de ene kant koolstof in het veld te injecteren, loopt de druk in het veld weer op en kan er via een andere pijpleiding de gas of olie verder gewonnen worden.
Bij bijna lege of niet winbare steenkool(aard)lagen werkt het ongeveer hetzelfde. Door het injecteren van koolstof in de aardlaag, hecht de koolstof zich aan de restanten steenkool en verdringt het de aanwezige methaan in de steenkool. Dit methaan komt omhoog zetten door de aardlaag en wordt weer gewonnen als brandstof.
Zoutwater aquifers zijn ondergrondse waterlagen. Dus feitelijk een soort van meren onder de grond. Koolstof heeft de eigenschap om zich aan water te hechten. Door het te injecteren in deze meren, kun je de koolstof opslaan onder de grond.
Om de koolstof af te vangen en op te slaan, is tussen de 20 en 40% extra energie nodig. Dit is dus een enorme stijging van de energiebehoefte en brengt dus ook een enorme (grondstof)kostenstijging met zich mee. En van die extra benodigde energie komt ook weer koolstof-uitstoot vrij. Voor die extra energie, is dus nog meer energie nodig om die uitstoot af te vangen en op te slaan. Hierdoor is het zowel technisch (energie) als economisch (kosten) niet mogelijk om CCS rendabel te krijgen.
Daarnaast worden er nu bakken met geld geïnvesteerd in onderzoek naar deze technologie. Vooral omdat de energiesector nog steeds geen afscheid kan/wil nemen van de fossiele brandstoffen en de hele goedkope steenkolen. Iedere euro die hier in geïnvesteerd wordt, kan niet meer in echte duurzame energie gestopt worden. En dat is toch echt de richting die we op moeten gaan, in plaats van steeds maar meer trucjes te vinden om de verslaving aan fossiele brandstoffen nog langer in stand te houden.
Ook is er nog weinig bekend over de veiligheid van deze opslag. Wat zijn de kansen dat zo'n opgeslagen hoeveelheid koolstof niet per ongeluk vrij komt? Dat zou van die zogenaamde "Schoon Fossiel" opeens weer "Vuil Fossiel" maken. Veel gas- en olievelden bevinden zich op zee. Indien de koolstof daar vrij zou komen, zou het zich aan het water hechten en voor een algehele verzuring van het ecosysteem op de zeebodem zorgen. Dit zou funest zijn voor de flora en fauna op de zeebodem en zal indirect (via de voedselketen) ook andere ecosystemen beïnvloeden.
In de positieve schattingen -die zijn van de energiesector zelf uiteraard- wordt gesproken over dat CCS mogelijk in 2020 operationeel zou kunnen zijn. De energiebedrijven die de vijf kolencentrales willen bouwen in Nederland, lopen de hele tijd te schermen met dat hun centrales "Capture-ready" zijn. Dit houdt niet meer in dan dat het mogelijk is om de koolstof af te vangen, zodra die technologie commercieel beschikbaar is. In de tussentijd zullen die centrales gewoon de broeikasgassen in de lucht uitstoot. Dit terwijl er dus niet eens zekerheid is of in 2020 de CCS-technologie wel commercieel beschikbaar is. Er is zelfs geen zekerheid of de CCS-technologie überhaupt ooit commercieel bechikbaar zal zijn. Dit is dus een gok van de energiesector - om letterlijk kosten-wat-kost - niet af te hoeven kicken van hun fossiele brandstoffenverslaving. En gezien de desastreuze gevolgen van de klimaatcrisis, is dit dus gokken met mensenlevens.
Extreme problemen en radicale oplossingen Het is dus duidelijke dat er zich een onheilspellende klimaatcrisis aan het ontwikkelen is. De ontwikkeling van deze klimaatcrisis hangt weer sterk samen met de wereldwijde stijgende energiebehoefte en het uitputten van de fossiele brandstoffen. Deze allesomvattend crisis zal in eerste instantie vooral de mensen treffen die het nu ook al het zwaarste hebben en ook nog eens het minste bijgedragen hebben aan het ontstaan van de klimaatcrisis. Maar wat moet er dan gebeuren? Je kunt proberen om met allerlei noodoplossingen de boel nog een tijdje te rekken, maar dit zal slechts uitstellen blijken te zijn en helaas geen afstel.
Duurzame energie Er moet zo snel mogelijk, zo veel mogelijk, echte duurzame energie worden gerealiseerd: zonnecellen, windmolens, maar ook decentrale en kleinschalige projecten als het winnen van methaan uit GFT en het riool kunnen op meso- of micro-niveau voorzien in (een gedeelte van) de energiebehoefte. Hierom moet er volledig worden ingezet op echte duurzame energie. Alle investeringen in kernenergie, kolencentrales en CCS, agrofuels en meer, moeten daarom direct stopgezet worden. Iedere Euro (Dollar, Yen of Roebel) die in deze vuile technieken geïnvesteerd wordt, kan niet meer in echte duurzame energie geïnvesteerd worden. En er is geen ruimte (meer) voor esthetische luxe-argumenten over landschapsvervuiling door windmolens, daar is de klimaatcrisis te urgent voor. En het landschap heeft altijd een dynamische ontwikkeling gekend: de eerste molens in Nederland kon je destijds ook als 'landschapsvervuiling' betitelen, enkele eeuwen later heet het dan plotseling cultureel-historisch erfgoed. De tijd van praten is voorbij, er moet nu tempo gemaakt worden met de ontwikkelingen van echte duurzame energie.
De hoeveelheid energie die hiermee opgewekt kan worden, zal echter nooit gelijk zijn aan de hoeveelheid energie die we nu reeds consumeren, laat staan dat het voldoende is voor de toekomst -als we op deze manier door blijven gaan met een steeds verder stijgende energievraag. Want ook aan duurzame energie zitten grenzen...
Besparingen Ook kan er nog veel bespaard worden op het huidige energieverbruik. Naast de overbekende spaarlamp, kan ook op het gebied van (huis)isolatie, bundeling van productieprocessen, recyclen van restwarmte nog veel winst geboekt worden. Hier is nog een wereld te winnen. In Nederland heeft met name De Kleine Aarde in Boxtel (Noord-Brabant) een voortrekkersrol op het gebied van het in de praktijk brengen van duurzaam leven. Een bezoek aan zowel de website als hun bezoekerscentrum is zeker de moeite waard.
Tevens is er een hoop te schrappen in de energieconsumptie, ook op kleine schaal: je hoeft echt niet op een elektrisch kookstel te koken, de verwarming kan gerust lager: een warme trui voldoet ook wel. En zeker kun je je afvragen of een airco, whirlpool, sauna, wasdroger, plasma-tv, elektrische bladzuiger, lavalamp, tandenborstel met TomTom en een USB-koffie-warmhouder nu wel echt zo essentieel zijn om daar energie aan te verspillen....
Economische krimp Om de klimaatcrisis nog enigszins beheersbaar te houden, moet er dus heel rap omgeschakeld worden naar echte duurzame energie en moet er een onmiddellijk einde komen aan alle onnodige en overbodige verspilling van energie. Helaas zullen deze twee oplossingen nog niet voldoende blijken te zijn. De ultieme conclusie zal dan helaas ook getrokken moeten worden: economische krimp.
De gehele economie is gebaseerd op steeds meer groei. Economische groei houdt in dat er iedere tijdsperiode meer producten (=goederen en diensten) geproduceerd worden, dan in de overeenkomstige tijdsperiode daarvoor. Het ?meer produceren? houdt dus in dat er evenveel producten moeten komen als de periode daarvoor, plus nog iets meer. De volgende periode moet daar wederom een schepje bovenop gedaan worden. De bedoeling is dus dat het totale volume van de productie iedere keer toeneemt. Automatisch moet het consumeren dan dus ook toenemen. Hiermee wordt gehoopt dat de welvaart toeneemt, maar meestal neemt alleen de welstand toe.
Voor deze wereldwijd stijgende productie/consumptie zijn ook steeds meer grondstoffen nodig: als onderdeel van een product of in de vorm van energie. Hierdoor neemt de roofbouw op de aarde verder toe en zullen de ecologische- en klimaatcrisis ook verder versterkt worden. De consequenties hiervan zijn niet te ontlopen en zullen ook leiden tot een economische crisis. Het is dus kiezen tussen nu vrijwillige -en enigszins gecontroleerde- economische krimp of wachten tot de natuur de rekening komt brengen en hiermee een economische crash afdwingend, met alle bijbehorende sociale en ecologische schade vandien.
Het Rapport van de Club van Rome is actueler dan ooit: We hebben de grenzen aan de groei bereikt! Het is nu "Krimpen of Verzuipen!"
Dit zijn de achtergronden bij de GroenFront!-campagne rond de energieproblematiek, klimaatcrisis, biodiversiteit en economische krimp.
Zie ook:
[Meer over Economische Krimp]
[5 kolencentrales zijn er 5 teveel]
[Biofuels zijn niet groen, het zijn agrofuels]
[De noodzaak van een stap terug]
[Wat doet klimaatverandering?]
[Dossier: consequenties van de olieproductiepiek] Website: http://www.groenfront.nl |
Read more about: globalisering natuur, dier en mens wereldcrisis | supplements | |